444004
31
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/48
Pagina verder
Remeha W21/28 ECO
Remeha W21/28 ECO
Hoog Rendement
gaswandtoestel
met of zonder
warmwatervoorziening
• Vermogen:
6,5 - 21,2 kW
8,4 - 28,0 kW
Technische informatie
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 1
Remeha
W21/28 ECO
2
INHOUD
Voorwoord 4
1. Algemene toestelomschrijving 5
2. Constructie 6
3. Afmetingen en
technische gegevens 7
3.1 Afmetingen 7
3.2 Technische gegevens
Remeha W21 ECO 9
3.3 Technische gegevens
Remeha W28 ECO 10
3.4 Leveringsomvang 11
4. Rendementsgegevens 11
4.1 Waterzijdig rendement 11
4.2 Toestelgebruiksrendement 11
5. Toesteluitvoering 12
5.1 Apparatuuroverzicht 12
5.2 Werkingsprincipe 14
5.3 Standaard bedieningspaneel 15
5.3.1 Opbouw van het
standaard
bedieningspaneel 15
5.3.2 Temperatuurmode 15
5.3.3 Programmeermode
(punt brandt) 16
5.3.4 Bedrijfsmode
(punt knippert) 17
5.3.5 Geforceerde mode
'HOOG' 17
5.3.6 Geforceerde mode
'LAAG' 17
5.4 Servicedisplay t.b.v. de
installateur 18
5.4.1 Algemeen 18
5.4.2 Opbouw van het
servicedisplay 18
5.4.3 Bedrijfsmode 19
5.4.4 Instelmode 20
5.4.5 Uitleesmode 22
5.4.6 Geforceerde mode
'HOOG' 22
5.4.7 Geforceerde mode
'LAAG' 22
5.4.8 Toerentalmode 23
5.4.9 Storingsmode 23
5.4.10 Servicecode 24
6. Installatievoorschrift voor de
verwarmingsinstallateur 25
6.1 Algemeen 25
6.2 Opstelling 25
6.3 Bevestiging 26
6.4 Rookgasafvoer en
luchttoevoer 27
6.4.1 Algemeen 27
6.4.2 Eisen 27
6.4.3 Enkelvoudig
open, type B23 28
6.4.4 Enkelvoudig
gesloten, type C33 29
6.4.5 Vereenvoudigd
CLV-systeem 29
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 2
3
6.5 Installatiegegevens 30
6.5.1 Condensafvoer 30
6.5.2 Wateraansluitingen 30
6.5.3 Circulatiepomp 31
6.5.4 Waterdoorstroming 31
6.6 Hydraulische voorschriften 32
6.6.1 Algemeen 32
6.6.2 Waterbehandeling 32
6.6.3 Vloerverwarming 32
6.7 Boilertoepassing 33
6.7.1 Technische
gegevens
Remeha boilers 33
6.7.2 Tapcapaciteit 34
6.7.3 Boilerregeling 34
6.8 Zonneboilertoepassing 34
7. Installatievoorschrift voor de
elektrotechnische installateur 35
7.1 Algemeen 35
7.2 Netspanning 35
7.3 Aansluitvoorschrift
toestelregeling 35
7.3.1 Ruimteregeling en
weersafhankelijke
regeling 35
7.3.2 Boilerregeling 36
7.3.3 Vorstbeveiliging 36
7.4 Watertemperatuurregeling 37
7.5 Watergebrekbeveiliging 37
7.6 Maximaalbeveiliging 37
7.7 Luchtdrukverschilschakelaar
(LDS) 37
7.8 Beveiligingsautomaat 37
7.9 Zekeringswaarden 37
7.10 Elektrisch schema 38
8. Installatievoorschrift voor de
Gastechnische installateur 40
8.1 Gasaansluiting 40
8.2 Gasdrukken 40
8.3 Gas-/luchtverhoudings-
regeling 40
9. Inbedrijfstellingsvoorschrift 41
9.1 In bedrijf stellen 41
9.2 Uit bedrijf nemen 41
9.3 Controle O
2
-gehalte
(CO
2
-gehalte) 42
10. Richtlijnen voor het lokaliseren
en opheffen van storingen 43
10.1 Algemeen 43
10.2 Storingen bij toestellen met
een modulerende regelaar 43
10.3 Storingen bij toestellen
zonder modulerende
regelaar 44
10.4 Storingscodes 44
11. Inspectie- en
onderhoudsvoorschrift 46
11.1 Algemeen 46
11.2 Inspectie 46
11.3 Onderhoud 47
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 3
Remeha
W21/28 ECO
4
Indien u nog vragen heeft of verder overleg
wenst aangaande specifieke onderwerpen
die op dit toestel betrekking hebben,
aarzelt u dan niet contact met ons op te
nemen.
De in deze technische informatie gepubli-
ceerde gegevens zijn gebaseerd op de
meest recente informatie. Zij worden ver-
strekt onder voorbehoud van latere wijzi-
gingen. Wij behouden ons het recht voor
op ongeacht welk moment de constructie
en/of uitvoering van onze producten te
wijzigen zonder verplichting eerder gedane
leveranties dienovereenkomstig aan te
passen.
VOORWOORD
Deze technische informatie bevat nuttige
en belangrijke informatie voor het goed
functioneren en onderhouden van de
Remeha W21/28 ECO, een condenserend
c.v.-toestel voor wandmontage. Tevens
bevat het belangrijke aanwijzingen om
vóór het in bedrijf stellen en tijdens het in
bedrijf zijn een veilig en storingsvrij func-
tioneren van het toestel mogelijk te
maken.
Lees vóór het in werking stellen van het
toestel deze handleiding goed door,
maak u met de werking en de bediening
van de ketel goed vertrouwd en volg de
gegeven aanwijzingen stipt op.
Toelichting Gaskeur CW-label:
Het Gaskeur CW-label is een prestatielabel
voor gasgestookte warmwaterbereiders en
geeft aan dat het betreffende toestel bij de
bereiding van warm tapwater voldoet aan
specifieke eisen met betrekking tot een aantal
doelmatigheids- en comfortaspecten.
Toepassingsklasse 3:
Geschikt voor:
- het voeden van een keukentappunt met ten-
minste 3,5 l/min. van 60°C,
- een douchefunctie vanaf 6 l/min. tot tenmin-
ste 10 l/min. van 40°C,
- het vullen van een klein bad van 100 liter
met 10 l/min. van 40°C gemiddeld,
- gelijktijdigheid van de functies is niet vereist.
Toepassingsklasse 4:
Geschikt voor:
- het voeden van een keukentappunt met ten-
minste 3,5 l/min. van 60°C,
- een douchefunctie vanaf 6 l/min. tot tenminste
12,5 l/min. van 40°C,
- het vullen van een bad van 120 liter met 12,5
l/min. van 40°C gemiddeld,
- gelijktijdigheid van de functies is niet vereist.
Toepassingsklasse 5:
Geschikt voor:
- het voeden van een keukentappunt met ten-
minste 3,5 l/min. van 60°C,
- een douchefunctie vanaf 6 l/min. tot tenmin-
ste 12,5 l/min. van 40°C,
- het vullen van een bad van 150 liter met ten-
minste 17 l/min. van 40°C gemiddeld,
- gelijktijdigheid van de functies is niet vereist.
Toepassingsklasse 6:
Geschikt voor:
- het voeden van een keukentappunt met ten-
minste 3,5 l/min. van 60°C, tegelijk met een
douchefunctie vanaf 6 l/min. tot tenminste
12,5 l/min. van 40°C, of tegelijk met het vul-
len van een bad van 150 liter met tenminste
17 l/min. van 40°C gemiddeld,
- het vullen van een bad van 200 liter met ten-
minste 22 l/min. van 40°C gemiddeld, zonder
gelijktijdigheid met een andere functie.
Specifieke leidingslengte/wachttijd (zie par.
3.2 en 3.3):
De specifieke leidinglengte is de maximale,
ongeïsoleerde lengte (Ø 10/12 mm), waarbij
het toestel in de slechtst denkbare zomersitua-
tie binnen 30 seconden warmwater met een
blijvende temperatuursverhoging van 35°C le-
vert aan het keukentappunt.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 4
5
van alle kwaliteiten aardgas en propaan
(categorie II
2L 3P
).
Het vermogen kan via een standaard in-
gebouwde interface volmodulerend (100 -
30%) worden geregeld door daarvoor ge-
schikte universele regelaars, zoals de
Honeywell Chronotherm Modulation en
de Honeywell BasicStat Modulation.
Daarnaast kan het toestel weersafhan-
kelijk worden geregeld met behulp van
de modulerende regelaar
rematic
®
-
SR 5240 C1.
De Remeha W21/28c ECO is voorzien
van een platenwarmtewisselaar en een
c.v.-zijdig buffervat voor een snelle warm-
water levering. Dit toestel voldoet aan de
GIW-eisen en is in het bezit van het
Gaskeur CW (toepassingsklasse 3 voor
de Remeha W21c ECO, 4 voor de
Remeha W28c ECO en 5 en 6 voor com-
binaties van Remeha W21/28s en de
Remeha wandboilers 80/30 en 120/30,
zie voor toelichting het kader op de
vorige bladzijde).
De Remeha W21/28c ECO is geschikt
als naverwarmer voor zonneboilers. Het
Gaskeur NZ (naverwarming zonneboilers)
geldt in combinatie met de Remeha
zonneboileraansluitset.
Elke Remeha W21/28 ECO wordt voor
aflevering m.b.v. een testcomputer gecon-
troleerd zodat een goed functioneren
gewaarborgd is.
1. ALGEMENE TOESTELOMSCHRIJVING
De Remeha W21 ECO en de W28 ECO
zijn condenserende c.v.-toestellen voor
wandmontage, die beiden in twee uit-
voeringen verkrijgbaar zijn:
a. Remeha W21/28s ECO - zonder inge-
bouwde warmwatervoorziening (solo
uitvoering)
b. Remeha W21/28c ECO - met inge-
bouwde warmwatervoorziening (combi
uitvoering).
Het toestel is gekeurd op de essentiële
eisen van de onderstaande richtlijnen:
- Gasrichtlijn nr. 90/396/EEG
- Rendementsrichtlijn nr. 92/42/EEG
- EMC-richtlijn nr. 89/336/EEG
en voldoet aan de volgende richtlijnen:
- Laagspanningsrichtlijn nr. 73/23/EEG
CE-identificatienummer Remeha W21/28
ECO: 63AQ 6520.
NOx-besluit: NOx AQ025.
De speciaal geconstrueerde aluminium
warmtewisselaar is geschikt voor terug-
winning van zowel voelbare als latente
warmte uit de rookgassen.
Door het hoge rendement voldoet het
toestel ruimschoots aan de eisen van het
label Gaskeur HR 107.
Voor de Remeha W21/28 ECO mag een
opwekkingsrendement van 0,95 worden
ingezet voor de berekening van de
Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC).
Een continu geregelde gas-/luchtkoppe-
ling in combinatie met een volledig voor-
gemengde brander zorgt er voor dat een
lage NOx- en CO-emissie bereikt wordt.
Het toestel is hierdoor tevens in het bezit
van het Gaskeur SV en voldoet derhalve
aan het NOx-besluit.
De gesloten constructie maakt plaatsing
in vrijwel elke ruimte mogelijk.
Het toestel is geschikt voor het stoken
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 5
Remeha
W21/28 ECO
6
2. CONSTRUCTIE
Aan de luchttoevoerzijde is een gelijk-
stroomventilator gemonteerd, die zorgt
voor toevoer van de juiste hoeveelheid
verbrandingslucht. Gasinspuiting vindt
plaats in een mengstuk op de inlaat van
de ventilator. Hierdoor vindt een optimale
menging van gas en lucht in de ventilator
plaats. De brander, boven in het toestel,
zorgt voor een optimale verbranding.
De Remeha W21/28 ECO warmtewisse-
laar is vervaardigd uit gietaluminium voor
een optimale warmte-overdracht. Onder
in het toestel zorgen een condensverza-
melbak en een sifon voor de afvoer van
het condenswater.
De gesloten mantel/luchtkast verhoogt de
veiligheid en maakt plaatsing in vrijwel
elke ruimte mogelijk. Door toepassing
van microprocessortechniek is het toestel
eenvoudig in te stellen en te regelen.
Een uitleesvenster maakt het mogelijk de
actuele en de gewenste instellingen te
controleren. De gas- en wateraansluitingen
zijn overzichtelijk aan de onderzijde van
het toestel aangebracht. De luchttoevoer
en rookgasafvoer bevinden zich op
standaard maatvoering aan de bovenzijde,
waardoor standaard Gastec-QA-goedge-
keurde dak- en geveldoorvoersets kunnen
worden toegepast.
e
f
g
h
a
e
k
f
g
h
b
a
c
b
d
d
c
j
a. ventilator
b. luchtdrukverschilschakelaar
c. automatische ontluchter
d. warmtewisselaar
e. gascombinatieblok
f. circulatiepomp
g. manometer
h. display
i. automaat
j. driewegklep (W21/28c ECO)
k. platenwarmtewisselaar (W21/28c
ECO)
Afb. 01 Remeha W21/28s ECO
Afb. 02 Remeha W21/28c ECO
i
i
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 6
7
Afb. 03 Aanzichttekeningen Remeha W21/28s ECO
3. AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 Afmetingen
Vooraanzicht
Rechterzijaanzicht
Bovenaanzicht
1 Retour c.v. Ø 22 uitw.
2 Aanvoer c.v. Ø 22 uitw.
3 Gasaansluiting Ø 15 uitw.
4 Luchttoevoer Ø 80 inw.
5 Rookgasafvoer Ø 80 inw.
Maten in mm
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 7
Remeha
W21/28 ECO
8
Afb. 04 Aanzichttekeningen Remeha W21/28c ECO
Vooraanzicht
Rechterzijaanzicht
Bovenaanzicht
1 Retour c.v. Ø 22 uitw.
2 Aanvoer c.v. Ø 22 uitw.
3 Gasaansluiting Ø 15 uitw.
4 Luchttoevoer Ø 80 inw.
5 Rookgasafvoer Ø 80 inw.
6 Sanitair koud Ø 15
7 Sanitair warm Ø 15
Maten in mm
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 8
9
3.2 Technische gegevens Remeha W21 ECO
modulerend
6,5
21,2
6,7
21,6
20 - 30
30 - 50
0,8
2,7
< 35
< 20
0,9
41
34,7
0,8
3
110
95
2,6
-
90
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
135
IP 20
0,11
Belastingsregeling
Nominaal vermogen - min.
(80/60°C) - max.
Nominale belasting (Hi) - min.
- max.
Gasvoordruk - aardgas L
- propaan
Gasverbruik (aardgas L) - min.
- max.
NOx emissie
Max. tegendruk (vollast)
Montagegewicht
Rookgashoeveelheid
Min. waterbedrijfsdruk c.v.
Max. waterbedrijfsdruk c.v.
Max. watertemperatuur c.v.
Max. bedrijfstemperatuur c.v.
Waterinhoud c.v.- zijdig
- W.W. + pijpwerk
- buffervat
Weerstand c.v.- zijdig (Æt = 20°C)
Gaskeur CW-klasse
Tapcapaciteit max. (60°C)
Tapdrempel
Zomertaprendement (Hi)
Specifieke leidinglengte (Ø10/12 mm)
Min. benodigde drukval sanitairzijdig
Max. werkdruk sanitairzijdig
Weerstand sanitairzijdig (nom. debiet)
- incl. tapbegrenzer
- excl. tapbegrenzer
Waterinhoud sanitairzijdig
Max. opgenomen vermogen
Elektrische beschermingsgraad
Nominale stroom kamerthermostaat
kW
kW
kW
kW
mbar
mbar
m
3
/h
m
3
/h
mg/kWh
ppm
mbar
kg
kg/h
bar
bar
°C
°C
liter
liter
mbar
l/min
l/min
%
m
bar
bar
bar
bar
liter
VA
A
modulerend
6,5
21,2
6,7
21,6
20 - 30
30 - 50
0,8
2,7
< 35
< 20
0,9
49
34,7
0,8
3
110
95
2,6
8
100
3
6
1,5
65,4
12
0,16
8
1,1
0,1
0,4
135
IP 20
0,11
W21s ECO
Type
W21c ECO
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 9
Remeha
W21/28 ECO
10
Belastingsregeling
Nominaal vermogen - min.
(80/60°C) - max.
Nominale belasting (Hi) - min.
- max.
Gasvoordruk - aardgas L
- propaan
Gasverbruik (aardgas L) - min.
- max.
NOx emissie
Max. tegendruk (vollast)
Montagegewicht
Rookgashoeveelheid
Min. waterbedrijfsdruk c.v.
Max. waterbedrijfsdruk c.v.
Max. watertemperatuur c.v.
Max. bedrijfstemperatuur c.v.
Waterinhoud c.v.- zijdig
- W.W. + pijpwerk
- buffervat
Weerstand c.v.- zijdig (Æt = 20°C)
Gaskeur CW-klasse
Tapcapaciteit max. (60°C)
Tapdrempel
Zomertaprendement (Hi)
Specifieke leidinglengte (Ø10/12 mm)
Min. benodigde drukval sanitairzijdig
Max. werkdruk sanitairzijdig
Weerstand sanitairzijdig (nom. debiet)
- incl. tapbegrenzer
- excl. tapbegrenzer
Waterinhoud sanitairzijdig
Max. opgenomen vermogen
Elektrische beschermingsgraad
Nominale stroom kamerthermostaat
kW
kW
kW
kW
mbar
mbar
m
3
/h
m
3
/h
mg/kWh
ppm
mbar
kg
kg/h
bar
bar
°C
°C
liter
liter
mbar
l/min
l/min
%
m
bar
bar
bar
bar
liter
VA
A
3.3 Technische gegevens Remeha W28 ECO
W28s ECO
W28c ECO
Type
modulerend
8,4
28,0
8,6
28,5
20 - 30
30 - 50
1,1
3,5
< 43
< 25
0,9
43
45,7
0,8
3
110
95
3,1
-
140
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
135
IP 20
0,11
modulerend
8,4
28,0
8,6
28,5
20 - 30
30 - 50
1,1
3,5
< 43
< 25
0,9
51
45,7
0,8
3
110
95
3,1
8
140
4
8
1,5
70,4
14,6
0,16
8
1,6
0,1
0,4
135
IP 20
0,11
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 10
11
3.4 Leveringsomvang
- Circulatiepomp
- Manometer
- Luchttoevoerventilator
- Elektronische regel- en beveiligings-
apparatuur: 24V
- Interface t.b.v. aansluiting modulerende
ruimteregelaar
- Temperatuurregeling:
instelbaar van 20 - 90°C
- Luchtdrukverschilschakelaar
- Watergebrekbeveiliging d.m.v. tempera-
tuursensoren
- Warmtewisselaar van gietaluminium
- Wit gespoten plaatstalen bemanteling
- Pompschakeling
- Vorstbeveiliging
- Overzichtelijk bedieningspaneel met
display
- Sifon
- Ophangbeugel
- Automatische ontluchter.
Alleen Remeha W21/28c ECO:
- Platenwarmtewisselaar
- C.v.-zijdig buffervat
- Driewegklep
- Stromingsschakelaar (tapwater)
Accessoires
- Ombouwset propaan
- Montagebeugel
- Service-display
- Weersafhankelijke regelaar
- Boilers met aansluitset
- Aansluitset voor zonneboiler.
4.2 Toestelgebruiksrendement
Het toestelgebruiksrendement bedraagt
ca. 105% t.o.v. Hi (ca. 95% t.o.v. Hs) bij
een gemiddelde watertemperatuur van
45°C (50/40) en een benuttingsgraad van
30%. Hierdoor mag een opwekkingsren-
dement van 0,95 worden ingezet bij de
berekening van de Energie Prestatie
Coëfficiënt (EPC). Het toestel is in het
bezit van Gaskeur HR 107.
4. RENDEMENTSGEGEVENS
4.1 Waterzijdig rendement
Remeha W21 ECO:
Tot 97,7% ten opzichte van Hi (tot 88,0%
t.o.v. Hs) bij 80/60°C en tot 109,3% ten
opzichte van Hi (tot 98,5% t.o.v. Hs) bij
40/30°C.
Remeha W28 ECO:
Tot 98,0% ten opzichte van Hi (tot 88,2%
t.o.v. Hs) bij 80/60°C en tot 108,7% ten
opzichte van Hi (tot 97,8% t.o.v. Hs) bij
40/30°C.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 11
Remeha
W21/28 ECO
12
1. Luchttoevoer
2. Rookgasafvoer
3. Automatische ontluchter
4. Meetpunt O
2
/CO
2
5. Luchtdrukverschil-
schakelaar
6. Luchtkast
7. Ventilator
8. Inlaatmengstuk
11. Aanvoertemperatuur-
sensor
12. Restrictieplaat
14. Brander
15. Inspectiedeksel
16. Ontstekings-/ionisatie-
elektrode
17. Kijkglas
18. Warmtewisselaar
19. Gascombinatieblok
22. Retourtemperatuur-
sensor
23. Circulatiepomp
24. Condensverzamelbak
25. Manometer
26. Condensafvoer/sifon
27. Klemmenstrook
28. Interface modulerende
regelaar
29. Automaat
30. Aanvoeraansluiting
32. Gasaansluiting
34. Retouraansluiting
5. TOESTELUITVOERING
5.1 Apparatuuroverzicht
Afb. 05 Doorsnede Remeha W21/28s ECO
4
5
8
11
24
29
26
30
34
32
7
2
23
22
6
3
19
27
28
25
17
14
12
16
15
18
1
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 12
1. Luchttoevoer
2. Rookgasafvoer
3. Automatische ontluchter
4. Meetpunt O
2
/CO
2
5. Luchtdrukverschil-
schakelaar
6. Luchtkast
7. Ventilator
8. Inlaatmengstuk
9. Driewegklep
10. Platenwarmtewisselaar
11. Aanvoertemperatuur-
sensor
12. Restrictieplaat
13. Buffervat (c.v.-zijdig)
14. Brander
15. Inspectiedeksel
16. Ontstekings-/ionisatie-
elektrode
17. Kijkglas
18. Warmtewisselaar
19. Gascombinatieblok
20. Doorstroombegrenzer
21. Flowswitch
22. Retourtemperatuur-
sensor
23. Circulatiepomp
24. Condensverzamelbak
25. Manometer
26. Condensafvoer/sifon
27. Klemmenstrook
28. Interface modulerende
regelaar
29. Automaat
30. Aanvoeraansluiting
31. Warmwateraansluiting
32. Gasaansluiting
33. Koudwateraansluiting
34. Retouraansluiting
Afb. 06 Doorsnede Remeha W21/28c ECO
13
4
5
8
11
24
29
26
30
34
31
32
33
21
9
7
3
2
19
23
22
6
27
28
20
10
13
18
17
15
14
16
25
12
1
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 13
Remeha
W21/28 ECO
14
5.2 Werkingsprincipe
Het toestel is voorzien van een bemante-
ling die tevens dient als luchtkast. Met
behulp van de ventilator wordt lucht naar
binnen gezogen. Voor de ventilator is een
inlaatstuk geplaatst waar het gas wordt
ingespoten. Afhankelijk van de instellin-
gen en de heersende temperaturen,
gemeten door de temperatuursensoren,
wordt het toerental van de ventilator
geregeld. De gas-/luchtkoppeling past de
gashoeveelheid aan aan de luchthoeveel-
heid.
Het gas-/luchtmengsel wordt in de venti-
lator gemengd en daarna naar de brander
gebracht.
Na de verbranding worden de hete rook-
gassen door een aluminium pennenstruc-
tuur geleid. Hier zullen de rookgassen
warmte afdragen aan het c.v.-water in de
warmtewisselaar. De waterdamp in de
rookgassen condenseert tegen de pennen.
De warmte die bij dit condensatieproces
vrijkomt (de zogenaamde latente of
condensatie warmte) wordt eveneens aan
het c.v.-water overgedragen.
Het gevormde condenswater wordt via een
sifon aan de onderzijde van de warmte-
wisselaar afgevoerd.
Alleen Remeha W21/28c ECO:
De Remeha W21/28c ECO is een combi-
toestel, dat wil zeggen, dat er een voor-
ziening is ingebouwd waar sanitair water
wordt verwarmd. Het openen van een
warmwaterkraan wordt gesignaleerd door
een flowswitch, waardoor het toestel
wordt vrijgegeven. De pomp wordt inge-
schakeld en pompt warm c.v.-water, dat
zich in een buffervat bevindt, naar de
warmtewisselaar. Hierdoor wordt een
eventueel koude warmtewisselaar snel
opgewarmd.
Het c.v.-water warmt vervolgens in een
platenwarmtewisselaar het tapwater op.
Als er gestopt wordt met warmwater tap-
pen zal het toestel automatisch het
buffervat weer op temperatuur brengen.
Een instelbare tijdschakeling houdt het
buffervat op temperatuur.
Een driewegklep bepaalt of het verwar-
mingswater naar de c.v.-installatie
stroomt, of via de platenwarmtewisselaar
voor warm tapwater zorgt. De drieweg-
klep wordt elektrisch aangestuurd door
de beveiligingsautomaat. Als er geen
warmtevraag is, zal de driewegklep rich-
ting warmwaterbereiding staan om snel
te kunnen reageren op tapvraag.
De driewegklep is niet veerbelast en ver-
bruikt alleen stroom op het moment dat
deze naar een andere stand loopt, dus
niet in zijn eindstanden.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 14
15
5.3 Standaard bedieningspaneel
Algemeen:
Het in deze beschrijving genoemde
warmwaterbedrijf is van toepassing voor
de Remeha W21/28c ECO en voor de
Remeha W21/28s ECO met boiler (boiler
met thermostaat of sensor).
5.3.1 Opbouw van het standaard
bedieningspaneel
De Remeha W21/28 ECO is voorzien van
een microprocessor bestuurde toestelre-
geling. De uitlezing en programmering
van diverse waarden gebeurt d.m.v. een
eenvoudig bedienbaar paneel, voorzien
van een 'Reset'-toets, een display en een
programmeertoets.
Omschrijving:
Temperatuurmode, zie par. 5.3.2
(zonder punt)
Programmeermode, zie par. 5.3.3
(punt brandt).
Bedrijfsmode, zie par. 5.3.4
(punt knippert)
Geforceerde mode "HOOG"
zie par. 5.3.5.
Geforceerde mode "LAAG"
zie par. 5.3.6.
In de programmeermode kan een pro-
gramma worden doorlopen, diverse
zaken worden uitgelezen of instellingen
worden gewijzigd.
Als in de programmeermode 1 min. géén
toets wordt ingedrukt volgt een automati-
sche terugkeer naar de temperatuurmode.
In de bedrijfsmode is dit 5 min.
5.3.2 Temperatuurmode
In de temperatuurmode wordt met 1 cijfer
de ketelwatertemperatuur weergegeven,
per 10°C. Dat wil zeggen:
6 betekent 60°C ± 5°C,
7 betekent 70°C ± 5°C,
etc.
Mode
0 - 9
P.
0. - 9.
H
L
Afb. 07 Bedieningspaneel
toets functie
'Progr.' D.m.v. deze toets is het
mogelijk het toestel te
programmeren
'Reset' Ontgrendelen
Nadat de elektrische voeding naar het
toestel is ingeschakeld of nadat het toe-
stel d.m.v. de 'Reset'-toets is ontgrendeld,
wordt op het display de temperatuurmode
weergegeven.
Door de programmeertoets telkens kort
in te drukken kan worden gekozen uit de
verschillende modes, zie het volgende
overzicht.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 15
Remeha
W21/28 ECO
16
5.3.3 Programmeermode (punt brandt)
Door vanuit de temperatuurmode de
'Progr.'-toets één keer kort in te drukken,
verschijnt de letter 'P.' op het display.
Wordt vervolgens de 'Progr.'-toets langer
dan 1 sec. ingedrukt, dan knippert de let-
ter 'P.' tweemaal en komt men in de pro-
grammeermode. Door nu telkens op-
nieuw kort op de 'Progr.'-toets te druk-
ken, kan stap voor stap door de lijst gelo-
pen worden.
Het cijfer dat verschijnt, geeft de pro-
grammastap aan met de volgende bete-
kenis:
De programmeerstappen zijn in vier
groepen verdeeld. In elke groep kan één
mogelijkheid actief gemaakt worden.
Achter de actieve keuze knippert de punt.
Wordt de 'Progr.'-toets langer dan 1 sec.
ingedrukt, terwijl op het display een para-
meter staat die op dat moment niet actief
is (punt knippert niet), dan wordt deze
programmastap actief. Dit wordt beves-
tigd doordat het getoonde cijfer tweemaal
knippert.
De nieuwe instelling wordt pas actief
nadat de programmeermode is verlaten
of indien 1 minuut géén toets wordt inge-
drukt (terugkeer naar temperatuurmode).
Indien waarden met elkaar in conflict zijn,
wordt de laatste actief.
Voorbeeld:
De punt knippert achter de cijfers 1, 6, 9
en A;
- c.v.-bedrijf aan en w.w.-bedrijf aan
- tapwatertemperatuur 60°C
- max. bedrijfstemperatuur 90°C
- pompschakeling actief.
Stap
1.
2.
3.
4.**
5.**
6.**
7.
8.
9.
A.
b.
P.
Omschrijving:
c.v.-bedrijf aan, w.w.-bedrijf aan.
c.v.-bedrijf aan, w.w.-bedrijf uit.
c.v.-bedrijf uit, w.w.-bedrijf uit, vorstbe-
veiliging wel actief.
temperatuur tapwater 45°C
temperatuur tapwater 55°C
temperatuur tapwater 20 t/m 65°C*)
(fabrieksinstelling: 60°C)
max. aanvoertemperatuur 60°C
max. aanvoertemperatuur 75°C
max. aanvoertemperatuur 20 t/m 90°C*)
(fabrieksinstelling: 90°C)
pompnadraaitijd 1 t/m 15 minuten*)
(fabrieksinstelling: 3 minuten)
pomp continu
programmeermode verlaten
*) Alleen instelbaar door de installateur
(zie par. 5.4.4)
**) Niet van toepassing voor Remeha
W21/28s ECO met boilerthermostaat
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 16
17
5.3.4 Bedrijfsmode (punt knippert)
Door vanuit de temperatuurmode de
'Progr.'-toets twee keer kort in te druk-
ken, wordt de bedrijfsmode bereikt.
Het cijfer op het display staat voor een
bepaalde bedrijfstoestand, die de actuele
bedrijfsstatus weergeeft. Zie onderstaan-
de tabel.
5.3.5 Geforceerde mode 'HOOG'
Door vanuit de temperatuurmode de
'Progr.'-toets drie keer kort in te drukken,
verschijnt de letter 'H' op het display.
Bij langer dan 1 sec. indrukken van de
'Progr.'-toets, wordt de geforceerde
mode 'HOOG' actief. Dit wordt bevestigd
doordat de letter 'H' tweemaal knippert.
Het toestel reageert direct en gaat
gedurende maximaal 15 minuten op vol-
last branden. Hierbij wordt de ingestelde
maximale aanvoertemperatuur niet over-
schreden.
U kunt de geforceerde mode 'HOOG'
voortijdig beëindigen door kort op de
'Progr.'-toets te drukken.
5.3.6 Geforceerde mode 'LAAG'
Door vanuit de temperatuurmode de
'Progr.'-toets vier keer kort in te drukken,
verschijnt de letter 'L' op het display.
Bij langer dan 1 sec. indrukken van de
'Progr.'-toets, wordt de geforceerde
mode 'LAAG' actief. Dit wordt bevestigd
doordat de letter 'L' tweemaal knippert.
Het toestel reageert direct en gaat
gedurende maximaal 15 minuten op deel-
last branden. Hierbij wordt de ingestelde
maximale aanvoertemperatuur niet over-
schreden.
U kunt de geforceerde mode 'LAAG'
voortijdig beëindigen door kort op de
'Progr.'-toets te drukken.
Code
0.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
H.
L.
Omschrijving
rust, geen warmtevraag
ventileren
ontsteken
branden c.v. bedrijf
branden w.w. bedrijf
wachten op openen of sluiten lucht-
drukverschilschakelaar
regelstop:
- toestel uit tijdens c.v.-bedrijf bij
aanvoer meer dan 5°C hoger dan
ingesteld
- toestel uit tijdens warmwaterbedrijf
bij sanitair temperatuur (W21/28c
ECO) of aanvoertemperatuur
(W21/28s ECO met boiler) meer
dan 5°C hoger dan ingesteld.
nadraaien pomp c.v.
nadraaien pomp w.w.
temperatuurbewaking:
- aanvoertemp. > 95°C
- aanvoertemp. - retourtemp. > 45°C
- stijgsnelheid aanvoertemp.
overschreden
geforceerd 'HOOG' branden
geforceerd 'LAAG' branden
Na 5 minuten wordt automatisch terugge-
keerd naar de temperatuurmode.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 17
Remeha
W21/28 ECO
18
5.4 Servicedisplay t.b.v. de installateur
5.4.1 Algemeen
Aan de voorzijde van het toestel is in de
frontplaat een serviceconnector opgeno-
men. Hier is het mogelijk een servicedis-
play aan te sluiten waarmee verschillende
instellingen mogelijk zijn.
Het in deze beschrijving genoemde
warmwaterbedrijf is van toepassing
voor de Remeha W21/28c ECO en voor
de Remeha W21/28s ECO met boiler
(boiler met sensor of met thermostaat).
5.4.2 Opbouw van het servicedisplay
D.m.v. de insteltoetsen en de uitleesven-
sters kunnen diverse waarden ingesteld
en uitgelezen worden.
De instel- en uitleesmogelijkheden zijn
verdeeld in twee niveau's:
- gebruikersniveau - vrij toegankelijk
- serviceniveau - met servicecode
toegankelijk.
Het servicedisplay is opgebouwd uit de
volgende componenten
(zie afb. 08)
:
a. 'code'-venster
gebruikersniveau:
weergave van:
- bedrijfsmode 1 cijfer
- instelmode 1. cijfer met continu
brandende stip
- uitleesmode 1. cijfer met knip-
perende stip
- geforceerde mode 'HOOG' H
- geforceerde mode 'LAAG' L
serviceniveau:
extra weergave van:
- toerentalmode halve cijfers
- storingsmode 1 cijfer knippert
b. ' '-venster
weergave van:
- temperaturen
- instellingen
- storingen
c. 'reset'-toets: - herstel-/ontgren-
deltoets
d. 'mode'-toets: - keuzetoets voor de
gewenste mode
e. 'step'-toets: - keuzetoets voor het
gewenste program-
ma binnen een
gekozen mode
f. 'store'-toets: - opslagtoets voor
ingestelde gegevens
g. '¹'-toets: - verhogen van de
instelling
h. ' '-toets: - verlagen van de
instelling.
Afb. 08 Servicedisplay
a
c
b
de
f
gh
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 18
19
5.4.3 Bedrijfsmode
(Cijfer zonder stip)
Tijdens bedrijf geeft het 'code'-venster de
bedrijfstoestand van het toestel weer ter-
wijl het temperatuurvenster de gemeten
aanvoertemperatuur aangeeft.
De betekenissen van de cijfers van het
'code'-venster zijn:
Code
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
H
L
Omschrijving
rust, geen warmtevraag
ventileren
ontsteken
branden c.v. bedrijf
branden w.w. bedrijf
wachten op openen of sluiten
luchtdrukverschilschakelaar
regelstop:
-toestel uit tijdens c.v.-bedrijf bij
aanvoer meer dan 5°C hoger dan
ingesteld
-toestel uit tijdens warmwaterbedrijf
bij sanitair temperatuur (W21/28c
ECO) of aanvoertemperatuur
(W21/28s ECO met boiler) meer dan
5°C hoger dan ingesteld.
nadraaien pomp c.v.
nadraaien pomp w.w.
temperatuurbewaking:
-aanvoertemp. > 95°C
-aanvoertemp. - retourtemp. > 45°C
-stijgsnelheid aanvoertemp.
overschreden
geforceerd 'HOOG' branden
geforceerd 'LAAG' branden
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 19
Remeha
W21/28 ECO
20
5.4.4 Instelmode
A. Op gebruikersniveau
(Cijfer met continu brandende stip)
In de instelmode kunnen diverse instellin-
gen naar behoefte gewijzigd worden.
De gewenste mode kan gekozen worden
door de 'mode'-toets in te drukken totdat
op het 'code'-venster 1. verschijnt.
Kies nu met de 'step'-toets de gewenste
code.
Code Omschrijving Instelbereik Fabr. instelling
1. Gewenste max.
aanvoertemperatuur - 2 0 t/m 9 0 °C 9 0
2. Pompnadraaitijd - 0 0 = 10 seconden 0 3
c.v.-bedrijf - 0 1 t/m 1 5 = aantal minuten
- 9 9 = pomp continu
3. Temperatuur
warmwater *) - 2 0 t/m 6 5 °C 6 0
A. Toestelregeling - 0 0 = c.v. uit, w.w. uit 0 1
- 0 1 = c.v. aan, w.w. aan
- 0 2 = c.v. aan, w.w. uit
Door op de '¹'-toets te drukken kan een
instelling verhoogd worden.
Door op de ' '-toets te drukken kan een
instelling verlaagd worden.
De nieuwe instelling wordt opgeslagen
door op de 'store'-toets te drukken en
knippert tweemaal als bevestiging.
Hierna nog eenmaal de 'mode'-toets
indrukken.
De genoemde betekenissen zijn alleen op te vragen door de installateur m.b.v. het ser-
vicedisplay.
*) Niet van toepassing voor Remeha W21/28s ECO met boilerthermostaat.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 20
Code Omschrijving Instelbereik Fabr. inst.
6. Ventilatortoerental vollast c.v. - 1 0 t/m 6 0 honderdtallen 4 7
7. Ventilatortoerental vollast c.v. - 0 0 t/m 9 9 eenheden 0 0
8. Ventilatortoerental deellast - 1 0 t/m 6 0 honderdtallen 1 5
9. Ventilatortoerental deellast - 0 0 t/m 9 9 eenheden 0 0
b. Hysterese aanvoertemp. - 0 1 t/m 0 5 °C - combi 0 1
tijdens warmwaterbedrijf - 0 6 = 10°C - solo 0 6
- 0 7 = 15°C
- 0 8 = 20°C
C. Max.ventilatortoerental w.w. - 1 0 t/m 6 0 honderdtallen 4 7
d. Max.ventilatortoerental w.w. - 0 0 t/m 9 9 eenheden 0 0
E. N.v.t.
F. Controle toerental - NIET WIJZIGEN ! 3 8
luchtdrukschakelaar
G. Geforceerd laag na start - 0 0 t/m 1 5 minuten 0 3
H. Starttoerental - NIET WIJZIGEN ! 3 8
I. Max. aanvoertemp. bij w.w. - 7 0 t/m 9 0 °C 8 0
J. W.w. - aansturing - NIET WIJZIGEN ! 0 0
L. N.v.t.
n. Hysterese aanvoertemp. - 0 5 t/m 2 0 °C 1 0
tijdens c.v.-bedrijf
O. Buffervat opwarminterval * - 0 1 t/m 1 0 uur - W21 ECO 0 9
- W28 ECO 0 4
P. Beveiligingstype - NIET WIJZIGEN ! - combi 2 4
- solo 3 4
21
B. Op service niveau
Toegankelijk met servicecode C 1 2
(zie par. 5.4.10)
:
De genoemde betekenissen zijn alleen op te vragen door de installateur m.b.v. het
servicedisplay.
* Alleen bij Remeha W21/28c ECO van toepassing (de waarde is altijd uit te lezen).
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 21
Code Omschrijving Uitlezing (bijvoorbeeld)
1. Aanvoertemperatuur - 8 0
2. Retourtemperatuur - 7 0
3. Boilertemperatuur - 3 6. niet aangesloten
4. Rookgastemperatuur - 3 6. niet aangesloten
5. Berekende settemperatuur - 8 0
Remeha
W21/28 ECO
22
5.4.5 Uitleesmode
(Cijfer met knipperende stip)
In de uitleesmode kunnen diverse waar-
den uitgelezen worden:
- Druk de 'mode'-toets in totdat op het
'code'-venster 1. verschijnt (stip knip-
pert).
- Kies nu met de 'step'-toets de gewen-
ste code.
De genoemde betekenissen zijn alleen op te vragen door de installateur m.b.v. het ser-
vicedisplay.
5.4.6 Geforceerde mode 'HOOG'
Door de '¹'- en de 'mode'-toets tegelij-
kertijd in te drukken, gaat het toestel
branden op het maximale vermogen.
De aanvoertemperatuur kan echter niet
boven het ingestelde maximum + 5°C
komen. Dit om het toestel en de installatie
te beveiligen.
Door tegelijkertijd de '¹'- en de ' '-toets
in te drukken gaat het toestel terug naar
de bedrijfsmode, of automatisch na 15
minuten.
Opmerking:
In de geforceerde mode 'HOOG' kan de
gewenste maximale aanvoertemperatuur
niet worden gewijzigd.
U dient dan eerst de geforceerde mode
uit te schakelen.
5.4.7 Geforceerde mode 'LAAG'
Door de ' '- en de 'mode'-toets tegelij-
kertijd in te drukken, gaat het toestel
branden op het minimale vermogen.
De aanvoertemperatuur kan echter niet
boven het ingestelde maximum + 5°C
komen. Dit om het toestel en de instal-
latie te beveiligen.
Door tegelijkertijd de '¹'- en de ' '-toets
in te drukken gaat het toestel terug naar
de bedrijfsmode, of automatisch na 15
minuten.
Opmerking:
In de geforceerde mode 'LAAG' kan de
gewenste maximale aanvoertemperatuur
niet worden gewijzigd.
U dient dan eerst de geforceerde mode
uit te schakelen.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 22
23
5.4.8 Toerentalmode
op serviceniveau
In de toerentalmode kan het toerental van
de ventilator in delen uitgelezen worden:
- Stel eerst de servicecode C 1 2 in
(zie par. 5.4.10).
- Druk de 'mode'-toets in totdat op het
'code'-venster verschijnt (beurte-
lings half cijfer).
Code Omschrijving Voorbeeld n = 4700 omw./min.
Toerental ventilator - 4 7 honderdtallen
Toerental ventilator - 0 0 eenheden
De genoemde betekenissen zijn alleen op te vragen door de installateur m.b.v. het ser-
vicedisplay.
5.4.9 Storingsmode
op service niveau (code-venster knip-
pert)
Een actuele storing wordt kenbaar ge-
maakt via de uitleesvensters (knipperen-
de cijfers, zie storingstabel in hoofdstuk 10).
De laatst opgetreden storing en de daar-
bij heersende temperaturen worden op-
geslagen in het geheugen van de micro-
processor en kunnen in de storingsmode
als volgt uitgelezen worden:
- Stel de servicecode C 1 2 in
(zie par.
5.4.10).
- Druk de 'mode'-toets in totdat op het
'code'-venster 1 verschijnt
(cijfer knippert).
- Kies nu met de 'step'-toets de gewenste
code.
Code Omschrijving
1 3 7 Storingscode
(hoofdstuk 10)
2 3 Bedrijfscode tijdens storing
(par. 5.4.3)
3 5 3 Aanvoertemperatuur
4 4 0 Retourtemperatuur
5 6 0 Boilertemperatuur (alleen
met boilersensor)
6 3 6. Geen functie
De genoemde betekenissen zijn alleen
op te vragen door de installateur m.b.v.
het servicedisplay.
In dit voorbeeld 3 7 3 :
Retourtemperatuursensor is defect ge-
raakt tijdens branden op c.v. bij een aan-
voertemperatuur van 53°C, een retour-
temperatuur van 40°C en een boilertem-
peratuur van 60°C.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 23
Remeha
W21/28 ECO
24
5.4.10 Servicecode
(Alleen voor de installateur.)
Om ongewenste instellingen te voorko-
men is het serviceniveau voorzien van
een beveiligingscode.
Voor servicegebruik kunt u code C 1 2
programmeren.
De genoemde handelingen zijn alleen uit
te voeren door de installateur m.b.v. het
servicedisplay
Druk de 'mode'- en 'step'-toets gelijktijdig
in. Er verschijnt een C op het 'code'-
venster.
Terwijl de beide toetsen ingedrukt zijn,
stelt u met de '¹'- en de ' '-toetsen het
temperatuurvenster in op 1 2 .
Blijf de 'mode'- en de 'step'-toets inge-
drukt houden en druk op de 'store'-toets.
Het temperatuurvenster knippert als toe-
gangsbevestiging tot de service-instelling.
ÝÝ Ý Ý
ÝÝÝ
Laat de 'mode'- en de 'step'-toets los.
U keert nu automatisch terug naar de
bedrijfsmode.
Na gebruik dient u de servicecode te ver-
wijderen.
Druk hiervoor 1 x op de 'reset'-toets (als
gedurende 10 minuten geen wijzigingen
worden aangebracht wordt de servicecode
automatisch verwijderd).
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 24
25
6. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR
Doordat alle onderdelen vanaf de voorzijde
bereikbaar zijn, is links en rechts van het
toestel praktisch geen ruimte nodig. Vóór
het toestel schrijft de GAVO een vrije
ruimte van 1000 mm voor. Onder het
toestel is in principe een vrije ruimte van
250 mm voldoende, boven het toestel
400 mm. Afwijkingen van deze maten zijn
alleen mogelijk na overleg met onze
afdeling Marketing & Sales support en
het plaatselijk energiebedrijf.
6.1 Algemeen
Voor installatie van de Remeha W21/28
ECO dient u rekening te houden met de
volgende voorschriften:
- NEN 2757 Toevoer van verbran-
dingslucht en afvoer
van rook van verbran-
dingstoestellen
- NEN 1078 Voorschriften voor
aardgasinstallaties
GAVO 1987
- aanv. NEN 1078 Aanvulling op NEN
1078, maart 1992
- richtlijnen voor aanpassing van be-
staande gasinstallaties van september
1992, opgesteld door de KVGN
- NEN 3028 Veiligheidseisen voor
c.v.-installaties
- NEN 1010 Veiligheidsbepalingen
voor laagspannings-
installaties
- eventuele lokale voorschriften
- voor zover van toepassing: het Bouw-
besluit en brandweervoorschriften.
Overal waar in dit document verwezen
wordt naar de GAVO, wordt bedoeld de
NEN 1078 plus aanvulling NEN 1078,
laatste uitgave.
6.2 Opstelling
Het toestel moet worden opgehangen in
een ruimte die, ook bij strenge koude,
vorstvrij blijft. Indien de ruimte hieraan
niet voldoet dan zal een voorziening hier-
voor aangebracht moeten worden. Dit
kan geschieden door middel van een
vorstthermostaat, die volgens par. 7.3.3
en het schema in 7.10 is aan te sluiten.
De gas- en wateraansluitingen bevinden
zich aan de onderzijde van het toestel
(afb. 03 en 04, hfdst. 3)
.
Afb. 09 Vrije ruimte rondom het toestel
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 25
Remeha
W21/28 ECO
26
6.3 Bevestiging
Hang de Remeha W21/28 ECO waterpas
aan een voldoende stevige wand d.m.v.
de meegeleverde ophangbeugel.
In de verpakkingsdoos bevindt zich een
aftekenmal waarop de posities van de
bevestigingsgaten zijn aangegeven.
Voor projectmatige montage is een mon-
tagebeugel leverbaar
(zie afb. 10)
, uni-
verseel voor Remeha W21/28s ECO en
Remeha W21/28c ECO.
Deze montagebeugel wordt geleverd
met:
- 2 x 22 mm schuifkoppeling t.b.v. aan-
voer en retour
- 2 x 15 mm schuifkoppeling t.b.v. sani-
tair water
- montageinstructie.
De verschillende leidingen dienen op de
aangegeven lengte te worden afgezaagd.
De aansluiting van de gasleiding kan met
behulp van een gaskraan worden ge-
maakt. De lengte van de leiding is hier af-
hankelijk van de toe te passen gaskraan.
De gaskraan wordt niet meegeleverd.
* Bij toepassing van gaskraan VSH-Giveg 2 x 15 mm knel (nr. 60473.6)
Afb. 10 Montagebeugel (optie)
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 26
27
6.4 Rookgasafvoer en luchttoevoer
6.4.1 Algemeen
Tijdens de installatie kan nog worden ge-
kozen voor een 'gesloten' of 'open' uitvoe-
ring. Na het ophangen en voor het aan-
sluiten c.q. plaatsen van de luchttoevoer en
rookgasafvoersystemen dienen de rode
stofdoppen uit de luchttoevoerpijp en de
rookgasafvoer te worden verwijderd.
Open uitvoering: Open toestellen be-
trekken de benodigde verbrandingslucht
uit hun omgeving. Zie par. 6.4.3.voor een
rookgasafvoertabel voor de Remeha
W21/28 ECO in open uitvoering.
Gesloten uitvoering (sectie 4):
Door toepassing van een luchttoevoer-
leiding verkrijgt men een gesloten systeem.
Het aantal plaatsingsmogelijkheden binnen
het gebouw neemt hierdoor toe, terwijl er
ten aanzien van de uitmondingsplaats in
de gevel of op het dak minder strenge ei-
sen van toepassing zijn omdat luchttoevoer
en rookgasafvoer over het algemeen in het-
zelfde drukgebied plaatsvinden.
Raadpleeg voor luchttoevoer en rook-
gasafvoer in verschillende drukgebieden
onze afdeling Marketing & Sales support.
Daarnaast is de buitenlucht over het alge-
meen schoner, wat de levensduur van het
toestel ten goede komt.
Een rookgasafvoertabel voor de Remeha
W21/28 ECO in gesloten uitvoering vindt u
in par. 6.4.4.
6.4.2 Eisen
Horizontale gedeelten in de rookgasafvoer
moeten op afschot liggen richting toestel.
Horizontale gedeelten in de luchttoevoer
moeten op afschot liggen naar buiten.
Horizontale doorvoeren dienen te voldoen
aan de eisen voor horizontale uitmondings-
constructies voor gesloten toestellen.
Deze zijn bij windaanval altijd trekkend,
zodat de rookgassen tijdens stilstand van
het toestel niet terugstromen.
Voor verticale doorvoeren dienen goedge-
keurde sets gebruikt te worden.
Raadpleeg voor de juiste uitmondings-
plaats de NEN 2757.
Materiaal rookgasafvoer:
Enkelwandig, star: roestvaststaal of dik-
wandig aluminium
Flexibel: roestvaststaal of kunststof met
Gaskeur.
Materiaal luchttoevoer:
Enkelwandig, star of flexibel, in aluminium,
roestvaststaal of kunststof.
Constructie:
De toe te passen rookgasafvoerleiding
dient qua constructie op naden en verbin-
dingen lucht- en waterdicht te worden uit-
gevoerd of naadloos.
Als voeringkanalen worden toegepast,
dienen deze vervaardigd te worden uit een
luchtdichte, dikwandige starre aluminium
of roestvaststalen constructie (ook buig-
bare kunststof en roestvaststalen voering-
pijpen zijn toegestaan). Aluminium is toe-
gestaan, mits er geen contact is met het
bouwkundige gedeelte van het rookgas-
afvoerkanaal. Inspectie van het voerings-
kanaal moet mogelijk zijn. Indien het toes-
tel gesloten wordt toegepast, dient ook de
luchttoevoerleiding luchtdicht te worden
uitgevoerd. Dit ter voorkoming van
aanzuiging van 'valse' lucht.
Voor verdere informatie: zie de NEN 2757.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 27
Remeha
W21/28 ECO
28
6.4.3 Enkelvoudig open, type B23
Uitvoering rookgasafvoerleiding
1 = Rookgasafvoerleiding zonder bochten
2 = Rookgasafvoerleiding met 2 bochten 45°
3 = Rookgasafvoerleiding met 2 bochten 90°
4 = Rookgasafvoerleiding met haakse instro-
ming en een bocht 90° of 2 bochten 45°.
Maximaal toegestane afstand 'L' tussen toestel en uitmonding in meters;
uitvoering dikwandig aluminium met lipring afdichting, gegoten bochten
Ø D in mm
90
80
70
100
+
+
+
+
+
+
+
+
'Vrije uitmonding' in
gebied I, bovendaks
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
38
+
26
+
24
37
15
34
12
W21
W28
W21
W28
W21
W28
W21
W28
1
2
3
4
'Niet vrije uitmonding'
in gebied III,
rekening houdend
met ÆP statisch
+ 25 Pa (land)
+ 40 Pa (kust)
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
39
+
+
+
36
+
+
+
24
+
+
+
21
+
32
37
19
+
29
35
17
+
19
25
6
+
16
22
3
28
14
17
7,5
26
12
15
5
17
3
6
-
14
-
3
-
1
2
3
4
land
kust
land
kust
land
kust
land
kust
W21
W28
W21
W28
W21
W28
W21
W28
W21
W28
W21
W28
W21
W28
W21
W28
8,0
1,6
Aftrekken per extra bocht 90°
Aftrekken per extra bocht 45°
7,5
1,4
6,5
1,3
m
m
5,6
1,0
- = Niet toepasbaar
+ = Afstanden tot 40 m toepasbaar, raadpleeg voor grotere afstanden onze afdeling Marketing
& Sales support.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 28
29
6.4.4 Enkelvoudig gesloten, type C33
Uitvoering rookgasafvoerleiding
5 = Luchttoevoer en rookgasafvoerleiding
horizontaal
6 = Luchttoevoer en rookgasafvoerleiding
zonder bochten
7 = Luchttoevoer en rookgasafvoerleiding
met twee bochten 90°.
Maximaal toegestane afstand 'L' tussen ketel en gecombineerde dakdoorvoer in meters.
Rookafvoer uitgevoerd in dikwandig aluminium met lipring afdichting,
bochten t/m Ø 100 mm gegoten, boven Ø 100 mm gelaste segment bocht
Ø D in mm
100
90
70
80
+
+
+
+
+
+
20
8
+
16
15
2
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
W21
W28
W21
W28
W21
W28
Uitmonding in gebied I of III,
bovendaks door middel van
een gecombineerde dakdoorvoer
5
6
7
5,6
1,0
8,0
1,6
6,5
1,3
7,5
1,4
Aantal m. af te trekken per extra bocht 90°
Aantal m. af te trekken per extra bocht 45°
- = Niet toepasbaar
+ = Afstanden tot 20 m toepasbaar, raadpleeg voor grotere afstanden onze afdeling Marketing
& Sales support.
6.4.5 Vereenvoudigd CLV-systeem
Vereenvoudigde CLV-systemen (verbran-
dingsluchttoevoer en rookgasafvoer in
verschillende drukgebieden) zijn mogelijk,
m.u.v. het ‘kustgebied’. Het maximale
toegestane hoogteverschil tussen lucht-
toevoer en rookgasafvoer bedraagt 36 m.
Voor meer infromatie kunt u contact
opnemen met onze afdeling Marketing &
Sales support.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 29
Remeha
W21/28 ECO
30
6.5 Installatiegegevens
6.5.1 Condensafvoer
Voer het condenswater direct af naar het
riool. Pas, gezien de zuurgraad (pH 3 tot 5),
alleen kunststofmateriaal toe als verbin-
dingsleiding.
Vul de sifon na montage met water. Maak
de aansluiting op de riolering met een
open verbinding. De afvoerende leiding
dient een afschot te hebben van mini-
maal 30 mm/m. Afvoeren van condens-
water in een dakgoot is niet toegestaan,
dit met oog op bevriezingsgevaar en
aantasting van de normaal toegepaste
materiaalsoorten voor dakgoten.
6.5.2 Wateraansluitingen
De aanvoer- en retouraansluiting bevinden
zich aan de onderzijde van het toestel
(afb. 03/04)
. De aansluitingen zijn uitge-
voerd in pijpen van Ø 22 mm uitwendig.
Voor het aansluiten op de installatie
moeten de afdichtdoppen verwijderd wor-
den.
Alleen voor Remeha W21/28c ECO:
De sanitaire aansluitingen dienen over-
eenkomstig de algemene voorschriften
voor drinkwaterinstallaties NEN 1006
(AVWI-1981) en de daarbij behorende
werkbladen te worden uitgevoerd.
De Remeha W21/28c ECO wordt com-
pleet aangeleverd met platenwarmtewis-
selaar, driewegklep, flowswitch en regelen
beveiligingsapparatuur. Vóór de flowswitch
is een doorstroombegrenzer (W21c ECO:
ca. 6 l/min, W28c ECO: ca. 8 l/min)
ingebouwd.
In installaties met lage waterleidingdruk-
ken kan de doorstroombegrenzer indien
nodig worden verwijderd. Hiertoe koppe-
ling
(afb. 06, pos. 20)
losdraaien en de
doorstroombegrenzer verwijderen.
Let op de juiste montage van de
flowswitch. De pijl op de flowswitch geeft
de stromingsrichting aan.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 30
31
6.5.3 Circulatiepomp
De Remeha W21/28 ECO is voorzien van
een circulatiepomp, fabr. Wilo, type RS
25/70 r, waarvan de opvoerhoogte kan
worden ingesteld met een schakelaar
voor 4 toerentallen.
De pomp is ingesteld op stand 1. Bij
eventuele stromingsgeluiden in het sys-
teem kan pompstand 2 gekozen worden.
Het opgenomen vermogen van deze cir-
culatiepomp bedraagt:
- bij 2100 omw./min. 85 W (stand 2)
- bij 2400 omw./min. 95 W (stand 1).
Remeha W21/28c ECO
Bij de Remeha W21/28c ECO kunnen
pompstanden 3 en 4 niet worden toege-
past i.v.m. te geringe opvoerhoogte, het-
geen kan leiden tot temperatuurstoringen
en verminderd tapcomfort.
6.5.4 Waterdoorstroming
Het maximale temperatuurverschil tussen
aanvoer en retour wordt door de module-
rende regeling van het toestel begrensd
(ÆT= 45°C); hierdoor is het toestel nage-
noeg ongevoelig voor te kleine water-
doorstroming. De minimale waterdoor-
stroming bedraagt 0,13 m
3
/h voor de
Remeha W21 ECO en 0,17 m
3
/h voor de
Remeha W28 ECO.
Onder de volgende voorwaarden zijn
geen maatregelen voor een minimale wa-
terdoorstroming vereist:
- ingestelde aanvoertemperatuur van
maximaal 75°C
- evt. mengkleppen met een looptijd > 1
minuut
- modulerende aansturing; bij toepassing
van een modulerende weersafhankelijke
rematic
®
-regelaar dient ruimtetempera-
tuurcompensatie te worden toegepast.
- de installatie dient goed ingeregeld te
zijn.
Afb. 11 Grafiek restopvoerhoogte t.b.v. de c.v.-installatie
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 31
Remeha
W21/28 ECO
32
6.6.2 Waterbehandeling
Waterbehandeling is onder normale
omstandigheden niet vereist (zie onze
publicatie 'Waterbehandelingsvoorschrift').
Het ongecontroleerd toevoegen van che-
mische middelen wordt dringend ontraden.
De installatie dient te worden gevuld met
genormaliseerd drinkwater. De pH-waarde
van het installatiewater dient te liggen
tussen 7 en 9.
6.6.3 Vloerverwarming
Het toestel kan direct op een vloerver-
warmingsinstallatie worden aangesloten.
In installaties waarin zuurstofdiffusie door
kunststofleidingen kan worden verwacht,
wordt geadviseerd een hydraulische
scheiding middels een TSA op te nemen,
of een filter voor het toestel te plaatsen.
6.6 Hydraulische voorschriften
6.6.1 Expansievat en veiligheidsklep
Het expansievat dient te worden opgeno-
men in de retourleiding, zie afb. 12.
De veiligheidsklep dient bij de Remeha
W21/28c ECO in de retourleiding te worden
gemonteerd (i.v.m. de interne driewegklep
in de aanvoer), zie afb. 12.
Bij de Remeha W21/28s ECO de veilig-
heidsklep in de aanvoerleiding monteren,
tussen het toestel en een eventuele drie-
wegklep, zie afb. 13.
Algemeen geldt dat de veiligheidsklep
binnen 0,5 m vanaf het toestel, tussen
het toestel en een eventuele afsluiter,
dient te worden gemonteerd.
De veiligheidsklep moet tenminste
1
/
2
" zijn
(wordt niet meegeleverd).
a
b
c
Afb. 12 Veiligheidsvoorzieningen
a = veiligheidsventiel
b = expansievat
c = radiatorverwarming
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 32
33
6.7 Boilertoepassing
De Remeha boilers kunnen aan de
Remeha W21/28s ECO aangesloten wor-
den overeenkomstig het principe-
aansluitschema van afb. 13 en par. 7.3.2.
Voor aansluiting van een boiler is een
aansluitset leverbaar, bestaande uit een
24V 'driedraads'-driewegklep en een aan-
sluitkabel.
6.7.1 Technische gegevens Remeha
boilers
Remeha staande boiler 120/40 liter:
- enkelwandige scheiding: RVS 304
- Inhoud sanitairzijdig: 120 liter
- Opgenomen vermogen: ca. 33 kW
- Chloorbestendig tot: 150 mg/ltr
- Aansluiting c.v.:
3
/
4
" buitendr.
- Aansluitingen sanitair:
3
/
4
" binnendr.
- Max. werkdruk c.v.-zijdig: 4 bar
- Max. werkdruk sanitairzijdig: 8 bar
- Geïsoleerd polyurethaan 40 mm dik
- Witte plaatstalen bemanteling
(afm. h x b x d = 830 x 605 x 605 mm)
- standaard voorzien van boilerther-
mostaat.
Remeha wandboiler 80/30 en 120/30:
- koperen boiler met enkelwandige schei-
ding
- Inhoud sanitairzijdig: 80/120 liter
- Opgenomen vermogen: ca. 30 kW
- Aansluiting c.v.: Ø 22 uitw.
- Aansluiting sanitair: Ø 15 uitw.
- Max. waterdruk c.v.-zijdig: 8 bar
- Max. waterdruk sanitairzijdig: 8 bar
- Standaard voorzien van boilersensor
De combinatie van Remeha W21s ECO
en boiler 80/30 heeft Gaskeur CW,
toepassingsklasse 5+ (= klasse 5 met de
gelijktijdigheidseis van klasse 6, zie het
kader op pag. 4). Alle andere combi-
naties hebben toepassingsklasse 6.
W21/28s ECO
Afb. 13 Principeschema W21/28s ECO met voorraadboiler
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 33
Remeha
W21/28 ECO
34
6.7.2 Tapcapaciteit
De inhoud van de boilers is voldoende voor
bijv. het snel vullen van een bad, waarbij
de tapcapaciteit 11-13 l/min. kan bedragen,
afhankelijk van de leidingweerstand. Na
verbruik van de warmwatervoorraad gaat
de boiler als doorstroomtoestel werken.
Opmerkingen:
- Ter voorkoming van ongecontroleerde
stromingen in het c.v.-net mag de retour-
leiding van de boiler nooit op het c.v.-net
aangesloten worden, maar altijd recht-
streeks op de retourleiding van de
Remeha W21/28s ECO
(zie afb. 13)
.
- Monteer in de koudwateraansluiting van
de boiler een inlaatcombinatie tegen
terugstromen en overdruk. Deze inlaat-
combinatie wordt niet door Remeha
geleverd.
6.7.3 Boilerregeling
De Remeha W21/28s ECO is standaard
voorzien van een boilerregeling, geschikt
voor het aansturen van een 24 Volt drie-
wegklep (Honeywell Type VC 8010).
De regeling is uitgevoerd met een zgn.
boilervoorkeurschakeling. Dit houdt in dat
bij gelijktijdige warmtevraag van de boiler
en c.v. de boiler voorrang krijgt.
Na einde warmtevraag van de boiler zal
de ingebouwde circulatiepomp nog 5
min. in boilerstand nadraaien.
De boilertemperatuur kan naar keuze
geregeld worden door:
- boilerthermostaat (24V)
- boilersensor.
6.8 Zonneboilertoepassing
De combitoestellen Remeha W21/28c ECO
zijn geschikt als naverwarmer bij zonne-
boilers. Het Gaskeur NZ (Naverwarming
Zonneboiler) is geldig bij toepassing van
de Remeha zonneboileraansluitset in
combinatie met elke zonneboiler.
De zonneboileraansluitset bestaat o.a. uit
een mengventiel en een stromingsschake-
laar.
Afb. 14 Principeschema Remeha W21/28c ECO met Remeha Solistor zonneboiler
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 34
7. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLA-
TEUR
7.1 Algemeen
De Remeha W21/28 ECO is uitgevoerd
met elektronische regel- en beveiligings-
apparatuur en ionisatie-vlambeveiliging.
Het hart van de toestelbesturing is een
microprocessor, die het toestel zowel
beveiligt als bestuurt. De aansluiting op
het elektriciteitsnet dient te worden uitge-
voerd volgens voorschrift van het plaatse-
lijk elektriciteitsbedrijf en NEN 1010.
7.2 Netspanning
De Remeha W21/28 ECO is geschikt voor
een 230V-50Hz voeding met fase/nul/aarde
systeem en voorzien van een steker met
randaarde (snoerlengte ca. 2 meter).
Andere aansluitwaarden zijn slechts toe-
gestaan m.b.v. een scheidingstrafo.
7.3 Aansluitvoorschrift toestelregeling
7.3.1 Ruimteregeling en weers-
afhankelijke regeling
Het toestel kan zowel modulerend als
aan/uit geregeld worden.
Aan/uit-regeling:
Bij aan/uit-regeling kan het toestel modu-
leren op de ingestelde max. aanvoertem-
peratuur. Aan/uit-regeling is mogelijk
m.b.v. 24V-kamerthermostaten (alleen
2-draads) op de klemmen 3 en 4. Het
warmteversnellerelement dient (indien
aanwezig) ingesteld te worden op 0,11 A.
Modulerende regeling:
M.b.v. een modulerende regelaar wordt
het modulerende karakter van de ketel
optimaal benut. De regelaar vraagt op
basis van ruimte- en/of buitentemperatuur
continu een aanvoertemperatuur van de
ketel die vervolgens op deze temperatuur
gaat moduleren. Hierdoor neemt het
0 volt (bruin)
24 volt (blauw)
schakeldraad
(zwart)
bruin = nr. 3 op DWK
blauw = nr. 2 op DWK
zwart = nr 6 op DWK
*) De klemmen 10 en 11 kunnen gebruikt wor-
den voor een eventuele voorwaarde-schakeling.
Afb. 15 Aansluitingen op klemmenstrook
aantal bedrijfsuren toe en wordt het aan-
tal starts drastisch gereduceerd.
In combinatie met de gas-/luchtkoppeling
betekent dit per saldo een hoger rende-
ment en lagere onderhoudskosten.
Er kunnen twee soorten modulerende
regelaars aangesloten worden:
1. Modulerende ruimteregelaar
2. Modulerende weersafhankelijke
regelaar.
De communicatie tussen de modulerende
regelaar en de beveiligingsautomaat ver-
loopt altijd via een interface-print.
Het toestel is standaard voorzien van een
interface voor één van de Honeywell
modulerende regelingen Chronotherm
Modulation en BasicStat Modulation.
Verder is een regelaarset beschikbaar
voor het weersafhankelijk modulerend
aansturen (
rematic
®
SR 5240 C1).
35
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 35
Remeha
W21/28 ECO
36
Montage en aansluiting
1. Honeywell Chronotherm Modulation.
Montage in de referentieruimte.
Aansluiting met behulp van een twee-
aderige kabel op de klemmen 1 en 2
van de klemmenstrook.
2.
rematic
®
SR 5240 C1 (geen narege-
ling van groepen mogelijk).
Montage in een referentieruimte, waar-
door ruimtecompensatie kan worden
toegepast. Aansluiting met behulp van
een twee-aderige kabel op de klem-
men 1 en 2 van de klemmenstrook.
De meegeleverde buitenvoeler wordt
m.b.v. een twee-aderige kabel op de
regelaar aangesloten.
Voor gedetailleerde informatie: zie de do-
cumentatie van de betreffende regelaar.
7.3.2 Boilerregeling
(alleen voor Remeha W21/28s ECO)
De boiler kan op twee manieren worden
aangesloten: Met behulp van een stan-
daard boilerthermostaat of met behulp
van een Remeha temperatuursensor.
De installatieprocedure is als volgt:
A. Installatie met een boiler-thermo-
staat
a. Sluit de boilerthermostaat aan op de
klemmen 5 en 6 van de klemmen-
strook.
b. Sluit de driewegklep 24V (Honeywell
Type VC 8010) aan op de klemmen 7,
8 en 9 van de klemmenstrook (zie ook
het elektrisch schema in par. 7.10).
c. De toestelregeling dient juist ingesteld
te worden
(zie par. 5.3.3 en evt. 5.4.4).
In de meeste gevallen zal de fabrieks-
instelling voldoende zijn.
B. Installatie met een boilersensor
a. Sluit de boilersensor aan op de klem-
men 5 en 6 van de klemmenstrook. De
aansluitingen mogen verwisseld wor-
den.
b. Sluit de driewegklep 24V (Honeywell
Type VC 8010) aan op de klemmen 7,
8 en 9 van de klemmenstrook
(zie ook
het elektrisch schema in par. 7.10).
c. De toestelregeling en de warmwater-
temperatuur dienen juist ingesteld te
worden
(zie par. 5.3.3 en evt. 5.4.4).
In de meeste gevallen zal de fabrieks-
instelling voldoende zijn.
7.3.3 Vorstbeveiliging
Het toestel moet in een vorstvrije ruimte
worden opgesteld i.v.m. bevriezing van
de condensafvoerleiding.
Als het c.v.-water te ver in temperatuur
daalt, treedt de ingebouwde toestelbe-
veiliging in werking.
Watertemperatuur:
- lager dan 7°C - circulatiepomp wordt
ingeschakeld;
- lager dan 3°C - ketel wordt
ingeschakeld;
- hoger dan 10°C - ketel en circulatie-
pomp worden uitge-
schakeld.
In vorstgevaarlijke ruimtes is het aan te
bevelen een vorstthermostaat (Tv) te
plaatsen en parallel aan de kamerther-
mostaat (Tk aan/uit) aan te sluiten op de
klemmen 3 en 4 van de 12-polige klem-
menstrook.
Als de vorstthermostaat warmte vraagt,
komt het toestel in bedrijf met als begren-
zing de geprogrammeerde max. aanvoer-
temperatuur. Dit gebeurt ook als een
modulerende ruimteregelaar is aangeslo-
ten.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 36
37
7.4 Watertemperatuurregeling
De Remeha W21/28 ECO is voorzien van
een elektronische temperatuurregeling op
basis van aanvoer- en retourtemperatuur-
sensoren. De aanvoertemperatuur is
instelbaar tussen 20 en 90°C (fabrieksin-
stelling 90°C).
7.5 Watergebrekbeveiliging
De Remeha W21/28 ECO is voorzien van
een watergebrekbeveiliging. Dit geschiedt
bij dit toestel op basis van temperatuur-
meting.
Door terug te moduleren op het moment
dat de waterdoorstroming te weinig dreigt
te worden, blijft het toestel zo lang moge-
lijk in bedrijf. Bij een te geringe doorstro-
ming wordt het toestel uitgeschakeld.
7.6 Maximaalbeveiliging
De maximaalbeveiliging schakelt bij een
te hoge watertemperatuur (110°C) het
toestel uit en vergrendelt deze op de
beveiligingsautomaat. Na het opheffen
van de storing kan het toestel ontgren-
deld worden met de 'Reset'-toets.
7.7 Luchtdrukverschilschakelaar (LDS)
De automaat controleert bij start warmte-
vraag eerst of de LDS geopend is. Is dit zo
dan gaat de ventilator naar een controle-
toerental en wacht tot de LDS gesloten is.
Daarna is de LDS functie niet meer actief.
7.8 Beveiligingsautomaat
Fabrikaat: Gasmodul
Type MCBA 1461 D
Aansluitspanning 230 V/50Hz
Opgen. vermogen: 10 W
Voorspoeltijd: 0,3 sec
Naspoeltijd: 4,8 sec
Veiligheidstijd: 2,7 sec
Antipendeltijd: 150 sec
Nadraaitijd pomp c.v.-stand:
instelbaar: 0 - 15 min of continu.
7.9 Zekeringswaarden
Zekeringswaarde:
F1 2 A F Netzekering
F2 2 A F 24V AC externe belasting
F3 3,15 AT DC-ventilator.
Afb. 16 Beveiligingsautomaat Gasmodul
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 37
Remeha
W21/28 ECO
38
7.10 Elektrisch schema
Afb. 17a Elektrisch schema deel 1
Interface
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 38
39
Afb. 17b Elektrisch schema deel 2
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 39
Remeha
W21/28 ECO
40
8. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR
8.1 Gasaansluiting
Het toestel moet op de gasleiding worden
aangesloten overeenkomstig de in de
GAVO gestelde eisen.
In de nabijheid van het toestel dient een
gashoofdkraan te worden opgenomen.
De gasaansluiting bevindt zich aan de
onderzijde van het toestel
(afb. 03/04)
.
Geadviseerd wordt in de gastoevoerlei-
ding een gasfilter op te nemen.
8.2 Gasdrukken
De verbruiksvoordruk dient bij aardgas
volgens de keuringseisen 20 tot 30 mbar
te bedragen.
De maximale gasvoordruk mag 30 mbar
bedragen.
De branderdrukinstelling voor aardgas L
is op de fabriek uitgevoerd. Voor propaan
is een ombouwset met ombouwinstructie
verkrijgbaar.
8.3 Gas-/luchtverhoudingsregeling
Het toestel is voorzien van een
gas-/luchtverhoudingsregeling.
Doel van de gas-/luchtverhoudingsrege-
ling is, dat bij een variërende belasting de
verhouding tussen de gas- en luchthoe-
veelheid in de brander altijd zo optimaal
mogelijk gehouden wordt. Hiermee wordt
een schone en betrouwbare verbranding
zekergesteld over het gehele belastings-
bereik. Tevens wordt hiermee een hoog
deellastrendement zekergesteld.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 40
41
9. INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT
14. Controleer het O
2
-gehalte (c.q. het
CO
2
-gehalte) in de rookgassen via
het rookgasmeetpunt
(par. 9.3)
.
15. Stel de kamerthermostaat c.q.
externe toestelregeling in op de
gewenste waarde.
16. Stook de installatie op tot ca. 80°C en
schakel het toestel uit.
17. Ontlucht de installatie en controleer
de waterdruk. Vul, indien noodzake-
lijk, de installatie bij.
18. Open nu éénmaal kort de warmwa-
terkraan. Het toestel zal nu het buffer-
vat opwarmen
(alleen Remeha W21/28c ECO).
19. Het toestel is nu gereed voor gebruik.
*) Fabrieksinstelling, zie par. 5.4.4, para-
meter G.
9.2 Uit bedrijf nemen
1. Verwijder de steker uit de wandcon-
tactdoos.
2. Sluit de gaskraan naar het toestel.
Attentie
Als het toestel op deze wijze uit bedrijf
genomen is, is het niet beveiligd tegen
bevriezing! Zonodig installatie aftappen.
Toestel uit bedrijf nemen terwijl de vorst-
beveiliging aktief blijft
(zie par. 5.3.3)
:
1. Ga vanuit de temperatuurmode naar
de programmeermode 'P'.
2. Ga naar stand 3.
3. Houd op stand 3 de programmeer-
toets vast totdat stand 3 knippert.
Het toestel is nu uit bedrijf terwijl de
vorstbeveiliging aktief blijft.
Attentie
De vorstbeveiliging heeft alleen betrek-
king op het toestel.
9.1 In bedrijf stellen
1. Verwijder de steker uit de wandcon-
tactdoos.
2. Controleer de gasaansluiting.
3. Controleer de elektrische aansluitingen.
4. Draai de kunststof dop van de auto-
matische ontluchter open
(par. 5.1,
nr. 3)
, zodat de lucht uit de installatie
ontsnapt.
5. Vul het toestel en de installatie met
water en controleer de waterdruk
(geadviseerd wordt 1,5 bar).
6. Controleer de pomp; deze kan vast-
zitten. Eventueel m.b.v. een schroeven-
draaier gangbaar maken.
7. Ontlucht de installatie. Let op de evt.
ingebouwde circulatiepomp. Deze
dient apart te worden ontlucht. Voor-
kom m.b.v. een doek dat water in de
instrumentenkast stroomt.
8. Vul de sifon met water.
9. Controleer de aansluiting van rook-
gasafvoer en luchttoevoer.
10. Open de gaskraan in de gasleiding
naar het toestel; zorg dat de gaslei-
ding goed ontlucht is.
11. Steek de steker in de wandcontact-
doos.
12. Stel de kamerthermostaat c.q.
externe toestelregeling in op warmte-
vraag c.q. op handbediening.
13. Bij c.v.-vraag start het toestel als volgt:
a.start op starttoerental.
b.toestel gaat nu gedurende 3 min. *)
op 30% van het vermogen branden.
Bij de inbedrijfstelling, of na het
drukken op de 'Reset'-toets of wan-
neer het toestel 2 uur geen warmte-
vraag heeft gehad, wordt stap b.
overgeslagen.
c.hierna wordt de regeling van 30 tot
100% vrijgegeven.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 41
Remeha
W21/28 ECO
42
9.3 Controle O
2
-gehalte (CO
2
-gehalte)
Sluit een O
2
- of CO
2
-meter aan op het
rookgasmeetpunt van het toestel
(zie afb.
18)
.
Let op:
De opening rond de meetsonde tijdens
de meting goed afdichten!
A. Vollast
Laat het toestel in vollast branden
(par.
5.3.5 of 5.4.6)
.
Controleer het O
2
- (CO
2
-) gehalte. Corri-
geer zonodig met de instelschroef (A).
Afb. 19 Instelpunten
A - Instelschroef vollast
B - Instelschroef deellast
Rookgasmeetpunt
vollast
deellast
toerental
ventilator
ca. 4700
ca. 1500
omw/min
%
O
2
4,5
4,5
CO
2
%
9,2
9,2
B. Deellast
Laat het toestel in deellast branden
(par.
5.3.6 of 5.4.7)
.
Controleer het O
2
- (CO
2
-) gehalte: 4,5%
(9,2%). Corrigeer zonodig met de instel-
schroef (onder kapje B).
Afb. 18 Rookgasmeetpunt
Als er na controle van het O
2
- (CO
2
-)
gehalte gecorrigeerd wordt, dan moet de
voorgaande controle opnieuw worden uit-
gevoerd.
Voorbeeld:
U hebt het O
2
- (CO
2
-) gehalte bij vollast
gecontroleerd en goed bevonden. Daarna
gaat u deellast controleren en corrigeren.
Nu moet u opnieuw het O
2
- (CO
2
-)
gehalte bij vollast controleren.
Tabel: O
2
-(CO
2
-) gehalte bij geopende
luchtkast
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 42
43
10. RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN
Afb. 20 Interfaceprint t.b.v. modulerende
regelaar
10.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt onderscheid ge-
maakt tussen toestellen met een module-
rende regelaar (Honeywell Chronotherm
Modulation en BasicStat Modulation of
de
rematic
®
SR 5240 C1) en toestellen
die anders worden aangestuurd.
10.2 Storingen bij toestellen met een
modulerende regelaar
Voer de onderstaande stappen in de
gegeven volgorde uit:
1.Er verschijnen geen cijfers op het toe-
steldisplay. Controleer:
- de voedingsspanning 230 V
- de zekeringen in de automaat.
2.Wordt op het toesteldisplay een sto-
ringscode weergegeven (cijfers knippe-
ren)?
Zo ja, ga dan verder bij par. 10.4.
3.Controleer de bedrijfstoestand van het
toestel
(zie par. 5.3.4)
.
- '0' (geen warmtevraag): ga verder bij
punt 4.
- '1' t/m '9', 'H', 'L': probeer m.b.v. de
gegeven bedrijfstoestand de oorzaak
van de storing te achterhalen.
4.Open de instrumentenkast. Controleer
de werking van het toestel door een
draadbrug aan te sluiten op de 12-poli-
ge klemmenstrook X5
(zie afb. 21)
tus-
sen de klemmen 3 en 4 (Tk aan/uit).
Komt het toestel in bedrijf?
- Ja, ga dan verder met punt 5.
- Nee, controleer de bedrading van de
klemmenstrook. Als deze goed is, ver-
vang dan de branderautomaat.
5.Open de instrumentenkast. Hierin be-
vindt zich een interfaceprint
(zie afb. 20
en 21)
t.b.v. de modulerende regelaar
met daarop twee lichtgevende dioden
(LED).
Er zijn nu vier mogelijkheden:
1.Geen van de LED's knippert:
Controleer of er 230V staat op de aan-
sluitingen L en N van de print (schroef-
klem X1).
Nee: Controleer de bedrading.
Ja: Wissel de interfaceprint uit.
2.LED B
(zie afb. 20)
knippert niet.
Controleer eerst de bekabeling tussen
toestel en modulerende regelaar.
Vervang vervolgens eventueel de mod-
ulerende regelaar.
Is de storing nog niet verholpen, ver-
vang dan de interfaceprint.
3.LED A
(zie afb. 20)
knippert niet:
Controleer of de bandkabelconnector
(X7) goed vast zit in de interfaceprint
en in de branderautomaat.
Vervang vervolgens eventueel de inter-
faceprint.
Is de storing nog niet verholpen, ver-
vang dan de branderautomaat.
4.Beide LED's knipperen. Dit duidt op
een juiste werking van de installatie.
Controleer de instellingen van de mo-
dulerende regelaar. Zie hiervoor de
handleiding van de modulerende rege-
laar.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 43
Remeha
W21/28 ECO
44
10.3 Storingen bij toestellen zonder
modulerende regelaar
Bij storingen kunnen de volgende situaties
optreden:
1.Er verschijnen geen cijfers op het
toesteldisplay. Controleer:
- de voedingsspanning 230 V
- de zekeringen in de automaat.
2.Toestel komt niet in bedrijf (zonder stor-
ingsmelding):
Controleer of kamerthermostaat c.q.
weersafhankelijke regeling:
- juist zijn aangesloten
- juist zijn ingesteld
- defect zijn.
3.Open de instrumentenkast. Controleer
de werking van het toestel door een
draadbrug aan te sluiten op de 12-poli-
ge klemmenstrook X5
(zie afb. 21)
tus-
sen de klemmen 3 en 4 (Tk aan/uit).
Komt het toestel in bedrijf?
- Ja, ga dan verder met par. 10.4.
- Nee, controleer de bedrading van de
klemmenstrook. Als deze goed is, ver-
vang dan de branderautomaat.
Afb. 21 Overzicht instrumentenkast
10.4 Storingscodes
Bij een storingsmelding knipperen in het
' '-venster, twee cijfers om en om,
waarbij bij het laatste cijfer ook de punt
brandt.
Zie voor een verklaring van de verschil-
lende storingscodes en de eventuele oor-
zaken, de tabel op de volgende pagina.
Let op:
Voor het uitlezen van de laatst opgetre-
den storingen, zie par. 5.4.9.
Belangrijk:
Noteer alvorens te resetten de storings-
code nauwkeurig (cijfers, inclusief knippe-
ren en punten) en geef deze altijd door
bij vraag om ondersteuning. De storings-
code is belangrijk voor het correct en
snel opsporen van de aard van de storing.
interface
klemmen-
strook X5
automaat
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 44
Omschrijving Oorzaak/controlepunten
0 0. Vlamsimulatie Controleer de ionisatie-elektrode (afstand moet 3 à 4 mm zijn).
0 1. Kortsluiting 24V Controleer de bedrading.
0 2. Geen vlamvorming a. geen ontstekingsvonk.
(na 2 herstarts) Controleer: - de aansluiting van ontstekingskabel en bougiedop.
- de ontstekingskabel en de elektrode op ‘doorslag’.
- de elektrode-afstand; deze moet 3 à 4 mm zijn.
b. wel ontstekingsvonk, maar geen vlam.
Controleer of: - de gaskraan is geopend.
- de gasvoordruk voldoende is.
- de gasleiding ontlucht is.
- de gasklep wordt bekrachtigd tijdens ontsteken.
- de elektrode juist is gemonteerd.
- er een verstopping/montagefout in de gasleiding zit.
- de gas-/luchtverhouding juist is ingeregeld
(par. 9.3)
.
0 4. Besturingsfout Spanningswegval tijdens storingsvergrendeling.
0 8. Luchttransport (sto- a. Vervuiling/verstopping van de luchttoevoer, rookgasafvoer
ringsvergrendeling of warmtewisselaar;
volgt als 60 sec. na b. Luchtdrukverschilschakelaar sluit niet:
herstart geen sig- - luchtdrukverschilschakelaar defect.
naal ontvangen is) - gas/luchtaansluitingen los of verstopt.
1 2. Storing automaat a. Zekering F2 (2,0 AF) defect.
b. Doorverbinding 10-11 op de aansluitklemmenstrook X5 niet
aanwezig of een evt. aangesloten beveiliging heeft aangesproken.
1 8. Max. watertemp. Aanvoertemperatuur te hoog.
1 9. Retourtemperatuur te hoog.
2 4. Temp.sensor fout a. Aanvoer- en retourtemperatuursensor verwisseld.
b. Aanvoer- en retouraansluitingen verwisseld.
c. Waterdoorstroming in boilerbedrijf niet correct.
2 5. Max. watertemp. Stijgsnelheid aanvoertemperatuur te hoog.
Controleer: - circulatiepomp (stand 1 of 2)
- waterdoorstroming door toestel (radiatoren geopend)
- waterdruk (min. 0,8 bar).
2 8. Vent. draait niet - ventilator defect of niet goed gemonteerd (mechanisch/elektrisch).
- zekering F3 (3,15 AT) defect.
2 9. Vent. blijft draaien - elektrische aansluitingen verwisseld.
- onderbreking in de elektrische aansluitingen.
3 0. Max. watertemp. Max. verschil tussen aanvoer en retour overschreden.
3 1. Temp.sensor fout Kortsluiting aanvoertemperatuursensor.
3 2. Kortsluiting retourtemperatuursensor.
3 6. Aanvoertemperatuursensor niet aangesloten of defect.
3 7. Retourtemperatuursensor niet aangesloten of defect.
6 1. Luchttransport Luchtdrukverschilschakelaar opent niet:
- Luchtdrukverschilschakelaar defect
- Extreme trek door rookgasafvoerkanaal
- Kortsluiting in de bekabeling.
45
Code*
* Cijfers knipperen om en om
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 45
Remeha
W21/28 ECO
46
11. INSPECTIE- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT
11.1 Algemeen
De Remeha W21/28 ECO is nagenoeg
onderhoudsvrij. Eénmaal per jaar dient
het toestel gecontroleerd en zonodig ge-
reinigd te worden.
11.2 Inspectie
De jaarlijkse inspectie van de Remeha
W21/28 ECO kan beperkt blijven tot:
- verbrandingstechnische controle van
het toestel
- reiniging van de sifon
- controle van de afstelling van de
ontstekingselektrode
- controle op lekkage (waterzijdig, rook-
gaszijdig, gaszijdig)
- controle van de waterdruk.
Verbrandingstechnische controle van
het toestel
Deze kan geschieden door middel van
meting van het O
2
(CO
2
)-percentage via
het rookgasmeetpunt van het toestel.
Stook hiervoor het toestel op tot een wa-
tertemperatuur van ca. 70°C.
De rookgastemperatuur kan ook gemeten
worden. Deze rookgastemperatuur mag
niet meer dan 30°C boven de retourtem-
peratuur liggen.
Blijkt uit deze controle dat de verbranding
of warmtewisseling in het toestel niet op-
timaal meer is, reinig dan volgens de
aanwijzingen in par. 11.3.
deellast
vollast
toerental
ventilator
ca. 1500
ca. 4700
omw/min
%
O
2
4,5
4,5
CO
2
%
9,2
9,2
Reiniging van sifon
Verwijder de sifon onder het toestel en
reinig deze. Vul de sifon met schoon wa-
ter en monteer de sifon.
Afstelling ontstekingselektrode
Controleer de afstelling van de ontstek-
ingselektrode (tussen 3 en 4 mm).
Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar be-
dragen. Geadviseerd wordt de installatie
te vullen tot ca. 1,5 bar.
Tabel: O
2
- (CO
2
-) gehalte bij geopende
luchtkast.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 46
47
Attentie
De pakking tussen de voorplaat en de
warmtewisselaar kan kleven. Zorg ervoor
dat de pakking niet scheurt bij het weg-
nemen van de voorplaat. Een beschadig-
de pakking moet vervangen worden.
- Om de ventilator te inspecteren/reinigen,
dient het inlaatmengstuk losgenomen te
worden van de ventilator.
- Verwijder de schroeven aan de inlaatzij-
de van de ventilator.
Gebruik voor het reinigen een kunststof
borstel; verwijder losse stofdelen uit de
ventilator alvorens deze weer samen te
bouwen.
- Monteer alle losgenomen delen in
omgekeerde volgorde.
- Neem het toestel weer in bedrijf.
11.3 Onderhoud
Indien uit de verbrandingstechnische con-
trole van het toestel blijkt dat de verbran-
ding of warmtewisseling niet optimaal
meer is, dient onderhoud uitgevoerd te
worden.
Dit onderhoud bestaat uit:
- de warmtewisselaar reinigen met een
speciaal reinigingsgereedschap of met
perslucht, evt. doorspoelen met water.
- de ventilator reinigen.
- de sifon reinigen.
Volgorde van handelen:
- Stel het toestel buiten bedrijf.
- Sluit de toestelkraan in de gasleiding
naar het toestel.
- Open de klep van de instrumentenkast.
- Verwijder de voormantel d.m.v. het
losdraaien van de 2 schroeven.
- Neem de dop van de ontstekings-
elektrode los.
- Verwijder de aarde-draad van de
ontstekingspen.
- Verwijder de elektrische aansluiting van
de ventilator.
- Verwijder de luchtslang van de lucht-
drukschakelaar.
- Draai de wartelmoer van de gasleiding
aan de ventilatorzijde open.
- Verwijder de 10 moeren aan de voor-
zijde van de warmtewisselaar.
- Neem de voorplaat van de warmte-
wisselaar, met ventilator en brander
recht naar voren toe weg.
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 47
Remeha W21/28 ECO
© Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
worden op welke wijze dan ook, zonder onze schriftelijke toestemming.
ISO 9001
sinds 1988
Wijzigingen voorbehouden
Art.nr. 50.633/6000/04.99/Ho.
Remeha B.V.
Postbus 32
7300 AA Apeldoorn
Telefoon (055) 549 69 69
Telefax (055) 549 64 96
Internet www.remeha.com
E-mail remeha@remeha.com
*)
*)
*) Alleen bij warmwatertoestellen
OPM W21/28 ECO NL.q 19-05-1999 13:10 Page 48
31

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Remeha-W28
  • Wil graag informatie over bediening van de termostaat op display komt alleen welkom op in verschillende talen ,kan er verder niets mee Gesteld op 12-10-2024 om 16:45

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • hoe kun je de manometer van de remeha quinta 28c Gesteld op 17-8-2023 om 13:22

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Mijn Remeha Avanta geeft afwisselend één rode punt en na een tijdje twee rode punten. Dit wordt afgewisseld. Is dit goed of wat betekent het? Groetjes Paula
    Gesteld op 1-12-2022 om 17:24

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Remeha W28 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Remeha W28 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,88 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Remeha W28

Remeha W28 Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info