10
Remeha Solistor
4. MONTAGEVOORSCHRIFT
4.1 Algemeen
Het monteren van de boiler is opgesplitst in drie delen.
Eerst komt het plaatsen van de boiler aan de orde.
Hierbij moet gekozen worden voor de instructie die van
toepassing is (hellend dak of plat dak).
Het tweede deel behandelt de hydraulische aansluiting,
het derde deel het aansluiten van de controle unit (CU).
Waarschuwing: Houd bij het monteren van de boiler
deze zo lang mogelijk in de verpakking. In geen geval
mag de afdekfolie die op de glasafdekking is geplakt
worden verwijderd voordat het systeem is
gemonteerd, gevuld en onder waterleidingdruk staat.
Voortijdig verwijderen van deze folie kan oververhit-
ting van de boiler tot gevolg hebben waardoor deze
ernstig kan beschadigen.
4.2 Schuin dak
Het inbouwen in een schuin dak begint met het bepalen
van de plaats waar de boiler moet komen. Houd hierbij
ook rekening met de plaats van gordingen e.d. Het is de
bedoeling dat de boiler bij voorkeur op twee gordingen
of sporen steunt. Kan dit niet, dan moet de constructie
stijf genoeg zijn om de boiler te dragen.
In afb. 02 is te zien welke onderdelen ter beschikking
staan bij het inbouwen.
In principe moeten eerst de pannen, panlatten en de
tengels verwijderd worden. Vervolgens wordt het stelkozijn
gemonteerd
(zie afb. 08)
en op de juiste plaats op het
dak gelegd met de schuimrand naar beneden. Het
stelkozijn wordt d.m.v. lange bouten vastgezet op de
gordingen.
Afb. 08 Stelkozijn t.b.v. hellend dak
Afb. 09 Plaats doorvoer
Eventueel kunnen hiervoor ook hoekijzers gebruikt wor-
den.
Het stelkozijn moet tochtvrij aansluiten op het beschot.
Indien de schuimrand niet voldoende afdicht, dient een
goede afdichting te worden gemaakt m.b.v. pur-schuim.
Het vastzetten van het kozijn dient op deugdelijke wijze
te gebeuren i.v.m. het gewicht van de boiler dat op zijn
plaats moet worden gehouden.
Nadat het kozijn is geplaatst dient de doorvoer door het
dak gemaakt te worden. De juiste plaats hiervoor is
aangegeven in afb. 09.
stelkozijn