2 ST40 Bidata instrument – Gebruikershandleiding
Selecteren waar snelheid en diepte worden weergegeven
D4733-1
DIEPTE
SNELHEID
SNELHEID
DIEPTE
1.2 Werkwijze voor bediening
De informatie voor de bediening is in de vorm van stroomdiagrammen
weergegeven. In deze diagrammen is de volgorde van toetsaanslagen
en schermen voor de verschillende bedieningstaken weergegeven. Elke
toets moet kort worden ingedrukt en losgelaten, tenzij anders vermeld.
• Als de zeebodem aanzienlijk stijgt of daalt, worden pijlen omhoog/
omlaag voor de dieptetrend weergegeven.
• De minimum dieptewaarde wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
• De maximum snelheid wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
• De gemiddelde snelheid wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
• Het Log scherm toont de totale afstand die het schip heeft afgelegd
sinds het ST40 Bidata instrument geïnstalleerd is.
• De Trip waarde wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
Werking van de display
Bij normale bediening (zie diagrammen Normale bediening) zijn de
schermen Snelheid, Diepte en Watertemperatuur vaste
schermen, d.w.z. als één van deze geselecteerd is, blijft het op de
display staan tot er handmatig een ander scherm geselecteerd wordt.
Alle andere schermen zijn tijdelijk en verdwijnen na 5 seconden,
waarna het vaste scherm dat daarvóór 5 seconden of meer werd
weergegeven opnieuw verschijnt.
Alarmen opheffen
Om een alarm op te heffen (zie paragraaf Alarmen verderop in dit
hoofdstuk), een willekeurige toets van het instrument kort indrukken.
2 ST40 Bidata instrument – Gebruikershandleiding
Selecteren waar snelheid en diepte worden weergegeven
D4733-1
DIEPTE
SNELHEID
SNELHEID
DIEPTE
1.2 Werkwijze voor bediening
De informatie voor de bediening is in de vorm van stroomdiagrammen
weergegeven. In deze diagrammen is de volgorde van toetsaanslagen
en schermen voor de verschillende bedieningstaken weergegeven. Elke
toets moet kort worden ingedrukt en losgelaten, tenzij anders vermeld.
• Als de zeebodem aanzienlijk stijgt of daalt, worden pijlen omhoog/
omlaag voor de dieptetrend weergegeven.
• De minimum dieptewaarde wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
• De maximum snelheid wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
• De gemiddelde snelheid wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
• Het Log scherm toont de totale afstand die het schip heeft afgelegd
sinds het ST40 Bidata instrument geïnstalleerd is.
• De Trip waarde wordt bij inschakelen op nul teruggezet.
Werking van de display
Bij normale bediening (zie diagrammen Normale bediening) zijn de
schermen Snelheid, Diepte en Watertemperatuur vaste
schermen, d.w.z. als één van deze geselecteerd is, blijft het op de
display staan tot er handmatig een ander scherm geselecteerd wordt.
Alle andere schermen zijn tijdelijk en verdwijnen na 5 seconden,
waarna het vaste scherm dat daarvóór 5 seconden of meer werd
weergegeven opnieuw verschijnt.
Alarmen opheffen
Om een alarm op te heffen (zie paragraaf Alarmen verderop in dit
hoofdstuk), een willekeurige toets van het instrument kort indrukken.