2.Indien u niet over een windsensor beschikt drukt u, hoog aan de wind
varend, op de toets, gaat overstag en druk nogmaals op de
toets als u op de nieuwe koers hoog aan de wind vaart.
U kunt de gegevens over de gemiddelde windrichting bijwerken (als er
veranderingen optreden) door de toets vast te houden als u over
bakboord vaart, de toets als u over stuurboord vaart of de
toets als u recht in de wind vaart.
Zie de informatiekaart "windshifts en uw voordeel" voor het tactisch
benutten van windshifts.
Koers hoofdstuk
18 Koers (Heading)
De voorliggende koers als gemeten door het kompas.
Deze waarde is onderhevig aan de kalibratie van het
kompas (zie pagina 32 sectie 4.4).
Afhankelijk van de instelling ziet u de koers in graden
magnetisch of in ware richting. Zie pagina 25 s26 voor
instellingen.
19 Tegenkoers (Heading on opposite tack)
De door de display uitgerekende kompaskoers welke het
schip zal voorliggen, mocht het overstag gaan.
Voor deze berekening zijn schijnbare wind en magnetisch
koers nodig.
20 Snelheid over de grond (SOG)
De door de GPS berekende snelheid van het schip ten
opzichte van de grond.
21 Koers over de grond (COG)
De door de GPS berekende koers ten opzichte van de
grond.
mn100 Digitaal Display
14
www.raymarine.com