726816
23
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/124
Pagina verder
Bedieningshandleiding
Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen!
REMKO Smart-Control Touch
Voor de warmtepompserie SQW
0204-2019-04 Versie 1, nl_NL
Handleiding voor de ervaren specialist
Vertaling van de originele bedieningshandleiding
Vóór het in bedrijf nemen / gebruik van dit apparaat deze
installatiehandleiding zorgvuldig lezen!!
Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat en dient
steeds in directe nabijheid van de opstellocatie resp. bij het
apparaat bewaard te worden.
Wijzigingen voorbehouden; we aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor drukfouten en vergissingen!
Inhoudsopgave
1 Veiligheids- en gebruiksinstructies..................................................................................................... 4
1.1 Algemene veiligheidsvoorschriften.................................................................................................. 4
1.2 Markering van instructies................................................................................................................ 4
1.3 Kwalificaties van het personeel....................................................................................................... 4
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen van de veiligheidsvoorschriften....................................................... 4
1.5 Veiligheidsbewust werken............................................................................................................... 5
1.6 Veiligheidsvoorschriften voor de exploitant..................................................................................... 5
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor montage-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden..................... 5
1.8 Zelfstandige ombouw en veranderingen......................................................................................... 5
1.9 Toepasselijk gebruik........................................................................................................................ 6
1.10 Garantie........................................................................................................................................ 6
1.11 Transport en verpakking................................................................................................................ 6
1.12 Milieubescherming en recycling.................................................................................................... 6
2
Bediening -
Algemeen
................................................................................................................. 7
2.1 Opbouw en functie.......................................................................................................................... 7
3
Bediening -
Gebruikersniveau
....................................................................................................... 15
3.1 Algemene aanwijzingen over de Menustructuur van de regelaar................................................. 15
3.2 Menustructuur van de regeling...................................................................................................... 16
3.3 Bedrijfsmodus Verwarmen/koelen instellen.................................................................................. 29
3.4 Omschakeling zomer-/wintermodus.............................................................................................. 36
3.5 WLAN-functie................................................................................................................................ 40
3.6 Noodverwarmingsbedrijf............................................................................................................... 48
4
Bediening -
Expertniveau
.............................................................................................................. 52
4.1 Algemene aanwijzingen over de Menustructuur van de regelaar................................................. 52
4.2 Menustructuur van de regeling...................................................................................................... 53
4.3 Ingebruiknameassistent................................................................................................................ 83
4.4 Hygiënefunctie / legionellaschakeling........................................................................................... 94
4.5 Verwarmings- en koelcircuit activeren, voorbeelden................................................................... 102
5 Voorbeeld hydraulische schema's met installatieparameters...................................................... 104
6
Storingsmeldingen op de Smart Control........................................................................................ 110
7 Montage en installatie van de Smart Control Touch-regelaar....................................................... 114
8 Technische gegevens....................................................................................................................... 118
9 Index................................................................................................................................................... 119
3
1 Veiligheids- en
gebruiksinstructies
1.1 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Lees de handleiding voor het eerste gebruik van
het apparaat zorgvuldig door
. Deze bevat nuttige
tips, instructies en waarschuwingen voor de veilig-
heid van personen en goederen. Het niet opvolgen
van de gebruikshandleiding kan gevaar voor per-
sonen, het milieu, de installatie en tot het verlies
van mogelijke aansprakelijkheid leiden.
Bewaar deze gebruikshandleiding en het koelmid-
delgegevensblad in de buurt van het apparaat.
1.2 Markering van instructies
Deze paragraaf geeft een samenvatting van alle
belangrijke veiligheidsaspecten voor een optimale
persoonlijke bescherming en voor een veilig en
storingvrij bedrijf.
De in deze handleiding gegeven instructies en vei-
ligheidsvoorschriften dienen opgevolgd te worden,
zodat ongelukken, persoonlijk letsel en beschadi-
gingen worden vermeden. Direct aan de apparaten
aangebrachte instructies dienen absoluut te
worden opgevolgd en in goed leesbare toestand te
worden gehouden.
Veiligheidsvoorschriften zijn in deze handleiding
gemarkeerd door bepaalde symbolen. Verder
beginnen de veiligheidsvoorschriften met bepaalde
signaalwoorden die de aard van de risico's aan-
geven.
GEVAAR!
Bij het aanraken van spanningvoerende delen
bestaat direct levensgevaar door een stroom-
stoot. Beschadiging van de isolatie of van com-
ponenten kan levensgevaarlijk zijn.
GEVAAR!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een direct gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg heeft, als deze
situatie niet wordt gemeden.
WAARSCHUWING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg kan hebben, als
deze situatie niet wordt gemeden.
VOORZICHTIG!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
gering of licht letsel tot gevolg kan hebben en
die materiële schade of aantasting van het
milieu kan veroorzaken, als deze situatie niet
wordt gemeden.
AANWIJZING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
materiële schade of aantasting van het milieu
kan veroorzaken, als deze situatie niet wordt
gemeden.
Met dit symbool wordt gewezen op nuttige tips,
adviezen en informatie over hoe een efficiënt
en storingsvrij bedrijf gewaarborgd kan worden.
1.3 Kwalificaties van het personeel
Het personeel voor de inbedrijfstelling, bediening,
het onderhoud, de inspectie en de montage dient
over de betref
fende kwalificaties voor deze werk-
zaamheden te beschikken.
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen
van de veiligheidsvoorschriften
Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften
kan zowel gevaar voor personen opleveren als
voor het milieu en voor apparatuur. Het niet-
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan
leiden tot het verlies van iedere aanspraak op
schadevergoeding.
In detail kan het niet-opvolgen van de voorschriften
bijvoorbeeld de volgende risico's opleveren:
REMKO Smart-Control Touch
4
n Het uitvallen van belangrijke functies van de
apparatuur
.
n Het feit dat voorgeschreven methodes betref-
fende normaal en technisch onderhoud niet
werken.
n Het in gevaar brengen van personen door elek-
trische en mechanische effecten.
1.5 Veiligheidsbewust werken
De in deze handleiding vermelde veiligheidsin-
structies, de bestaande nationale voorschriften ter
voorkoming van ongevallen evenals eventuele
interne arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoor-
schriften van het bedrijf moeten in acht worden
genomen.
1.6
Veiligheidsvoorschriften voor
de exploitant
De veiligheid van de apparaten en componenten is
alleen gegarandeerd bij het bedoeld gebruik en in
volledig gemonteerde toestand.
n Het plaatsen, installeren en onderhouden van
de apparaten en componenten mag alleen
gebeuren door vakpersoneel.
n Eventueel aanwezige aanraakbescherming
(rooster) voor bewegende delen mag niet
worden verwijderd bij een apparaat dat in
bedrijf is.
n De bediening van apparaten of componenten
met zichtbare defecten of beschadigingen is
verboden.
n Het aanraken van bepaalde onderdelen of
componenten van de apparaten kan brand-
wonden of letsel veroorzaken.
n De apparaten of componenten mogen niet
worden blootgesteld aan mechanische belas-
ting, extreme vochtigheid of extreme tempera-
turen.
n Ruimten waarin koudemiddel kan lekken vol-
doende te laden en te ventileren. Anders
bestaat er gevaar voor verstikking.
n Alle delen van de behuizing en openingen, bijv
.
luchtin- en uitgangen, moeten vrij zijn van
vreemde voorwerpen, vloeistoffen of gassen.
n De apparatuur dient tenminste eenmaal jaar-
lijks door een deskundige gecontroleerd te
worden. Visuele controles en reinigingswerk-
zaamheden mogen in spanningsloze toestand
door de gebruiker uitgevoerd worden.
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor
montage-, onderhouds- en
inspectiewerkzaamheden
n Bij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
n Het opstellen, aansluiten en gebruik van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
n Men dient zich aan de regionale verordeningen
en wetten te houden, zoals de wet op de
waterhuishouding.
n De elektrische voeding moet worden aange-
past aan de eisen van de apparaten.
n De apparaten mogen uitsluitend op die punten
worden bevestigd die de fabrikant hiervoor
heeft voorzien. De apparaten mogen uitslui-
tend aan constructies of wanden of op vloeren
worden bevestigd of geplaatst die deze belas-
ting kunnen dragen.
n Apparaten voor mobiel gebruik moeten veilig
en verticaal op een geschikte ondergrond
opgesteld worden. Apparaten voor stationair
bedrijf mogen alleen in vast geïnstalleerde toe-
stand gebruikt worden.
n De apparaten en componenten mogen niet
worden gebruikt op plaatsen met verhoogd
risico op beschadigingen. De minimale vrije
ruimte moet worden aangehouden.
n De apparaten en componenten moeten vol-
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en atmosferen.
n V
eiligheidsinrichtingen moeten niet worden
gewijzigd of omzeild.
1.8 Zelfstandige ombouw en
veranderingen
Het ombouwen of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
5
1.9 Toepasselijk gebruik
De eenheden zijn afhankelijk van het model en
apparatuur uitsluitend als een besturingseenheid
voor de warmtepomp en de verwarming.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet toe-
passelijk gebruik. V
oor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant / leverancier van de
machine niet aansprakelijk. Het risico wordt uitslui-
tend door de gebruiker gedragen. Bij het toepasse-
lijk gebruik hoort ook het inachtnemen van de
bedienings- en installatie-instructies en het
nakomen van de onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
1.10 Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.
1.11 Transport en verpakking
De apparaten worden in een stevige transportver-
pakking of binnen de warmtepomp behuizing gele-
verd. Controleer het apparaat direct bij de levering
en noteer eventuele schade of ontbrekende onder-
delen op de pakbon en informeer de transporteur
en uw leverancier. Bij klachten achteraf wordt geen
garantie verleend.
WAARSCHUWING!
Plastic folie en tassen etc. zijn gevaarlijk
speelgoed voor kinderen!
Daarom:
- V
erpakkingsmateriaal kan niet worden onzorg-
vuldig.
- Verpakking mag niet toegankelijk zijn voor kin-
deren!
1.12 Milieubescherming en
recycling
Afvoeren van de verpakking
Alle producten worden voor het transport zorg-
vuldig verpakt in milieuvriendelijke materialen.
Lever een waardevolle bijdrage aan de verminde-
ring van afval en het recyclen van grondstof
fen en
lever het verpakkingsmateriaal alleen in bij de
daarvoor aangewezen inzamelplaatsen.
Afvoeren van de apparaten en componenten
Bij de productie van de apparaten en compo-
nenten worden uitsluitend recyclebare materialen
gebruikt. Draag bij aan de bescherming van het
milieu, door er voor te zorgen dat apparaten of
componenten (bijv. batterijen) niet in het huisvuil
komen maar alleen op milieuvriendelijke wijze vol-
gens de plaatselijk geldende voorschriften, bijv.
door een erkend afvalverwerkingsbedrijf en recyc-
ling of via een inzamelpunt worden verwerkt.
REMKO Smart-Control Touch
6
2 Bediening -
Algemeen
2.1 Opbouw en functie
Overzicht van de bedieningselementen
2
1
4
3
5
6 7
Afb. 1: Bedieningselementen van de Smart Control
T
ouch
1: Basisweergave
2: Gebruikersniveau
3: Expertniveau (wachtwoordbeveiligd)
4: Basisweergave (sneltoegang)
5: Informatie (sneltoegang)
6: Instellingen (sneltoegang)
7: Meldingen (waarschuwingen, aanwijzingen en
fouten)
Functie display
Bij de REMKO Smart Control Touch-regeling gaat
het om een bedieningsmodule met touch-display.
De bediening geschiedt intuïtief en is zelfverkla-
rend door de duidelijke tekstweergaven in de
bedieningsinterface van de regelaar. Om parame-
ters aan te passen en te wijzigen, zijn kleine
toetsen nodig, dit geschiedt door het aanraken van
de interface van de regelaar op de overeenkom-
stige punten. De installatie van overige functies
zoals KNX of Smart Web is mogelijk door het
installeren van overige als accessoire verkrijgbare
hulpsoftware.
Keuze gebruikers-/expertmodus
AANWIJZING!
De instellingen in de expertmodus mogen uit-
sluitend worden aangebracht door REMKO
geautoriseerde installateurs!
Er zijn twee verschillende bevoegdheidsniveaus
voor het hoofdmenu: de gebruikers- en expert-
modus. Enkele instellingen zijn uitsluitend zicht-
baar in de expertmodus. De bevoegdheidsmodi
worden gekenmerkt door pictogrammen.
A
B
Afb. 2: Pictogrammen: Gebruikers en experts
A: Gebruiker B: Expert (wachtwoordbeveiligd)
7
Navigatie en wijzigen van parameter
Hoofdmenu oproepen
In het hoofdmenu verschijnen de menuopties
"Basisweergave", "Gebruikers" en "Experts".
Afb. 3: Hoofdmenu
Basisweergave
Selecteer in de gebruikersmodus de menu-optie
"Basisweergave".
Afb. 4: Basisweergave selecteren
Op het niveau "Basisweergave" komt u in de vol-
gende submenu's:
n Overzicht
n W
armwater
n Binnenklimaat
n Tijdprogramma's
Afb. 5: Basisweergave
REMKO Smart-Control Touch
8
Overzicht
Selecteer de menu-optie "Overzicht".
Afb. 6: Overzicht selecteren
Op het niveau "Overzicht" komt u in de volgende
submenu's:
n Gemengde buitentemp.
n WW
-reservoir werkelijke temp. S08
n Actuele bedrijfsmodus
n Binnenklimaat
Alleen aanzicht mogelijk. Er kunnen hier geen
instellingen worden aangebracht!
Afb. 7: Overzicht
9
Warmwater
Selecteer de menu-optie "Warmwater".
Afb. 8: Warmwater selecteren
Op het niveau "Warmwater" komt u in de volgende
submenu's:
n Reservoir streeftemp.
De insteltemperatuur waarop de conventionele
naverwarming het warmwateropslag moet ver-
warmen om het comfort te kunnen waar-
borgen. Bij een opbrengst door zonne-energie
kan het reservoir aanzienlijk warmer worden.
De max. temperatuur bij opladen door zonne-
energie kan onder: "Instellingen " Zonne-
energie " Reservoir" worden gewijzigd. In
principe moet om rendementsredenen de
streeftemperatuur
, indien mogelijk, zo laag
mogelijk worden gehouden. Als de ter beschik-
king staande warmwaterhoeveelheid niet vol-
doende is, moet de waarde worden verhoogd.
Hierbij moet rekening worden gehouden met
de maximale aanvoertemperatuur van de
warmtepomp.
n Modus
Instellen van de bedrijfsmodus voor de warm-
waterbereiding.
Automatisch comfort:
De warmwaterbereiding vindt altijd plaats over-
eenkomstig de ingestelde waarde. Er vinden
geen optimalisaties van de opbrengst van de
zonne-energie plaats.
n Automatisch eco:
Om opbrengsten van de zonne-energie zo
maximaal mogelijk te maken, wordt tijdens het
laden van het reservoir de ingestelde tempera-
tuur van het reservoir omlaag gebracht met de
tolerantie tijdens zonne-energiebedrijf". De
naverwarming van het reservoir wordt vervol-
gens vertraagd of bij voldoende zonne-energie-
vermogen voorkomen.
Alleen zonne-energie:
De warmwaterbereiding vindt uitsluitend plaats
via zonne-energie. Er vindt geen naverwarming
via andere warmtegeneratoren plaats.
Uit:
Geen warmwaterbereiding. Het verwarmen van
het warmwaterreservoir vindt niet plaats.
n 1 x WW verwarmen
De warmwaterbereiding wordt eenmalig buiten
de tijdprogramma's geactiveerd. Na het suc-
cesvol verwarmen van het warmwaterreservoir
volgt het naverwarmen van het reservoir vol-
gens een opgeslagen tijdprogramma.
Afb. 9: Warmwater
REMKO Smart-Control Touch
10
Binnenklimaat
Selecteer de menu-optie "Binnenklimaat".
Afb. 10: Binnenklimaat selecteren
Op het niveau "Binnenklimaat" komt u in de vol-
gende submenu's:
n Kouder / warmer
Instelling van de gewenste temperatuur voor
het binnenklimaat. De waarde 0,0 moet worden
gelijkgesteld met een gewenste ruimtetempe-
ratuur binnen van 20 °C. Deze waarde kan met
+10 °C worden verhoogd, wat aan een
gewenste temperatuur binnen voldoet van
30 °C.
Als de waarde 0,0 °C met 10 °C wordt ver-
laagd, voldoet deze aan een gewenste tempe-
ratuur binnen van 10 °C.
n Binnenklimaat-modus
V
ia de verwarmingsmodus kan de bedrijfs-
modus van het verwarmingsbedrijf worden
gedefinieerd.
Automatisch:
Bij automatisch bedrijf wordt de bedrijfsmodus
automatisch aan de hand van de buitentempe-
ratuur en de ingestelde verwarmingscurve
geselecteerd.
Verwarmen:
V
erwarmen na een ingestelde verwarmingscurve
bij permanent bedrijf
n Stand-by:
In stand-bybedrijf wordt niet verwarmd of
gekoeld. De vorstbescherming van de warmte-
pomp is echter actief!
Afb. 11: Binnenklimaat
11
Tijdprogramma's
Selecteer de menu-optie "Tijdprogramma's".
Afb. 12: Tijdprogramma's selecteren
Op het niveau "Tijdprogramma's" komt u in de vol-
gende submenu's:
n Gebruikersprofiel
T
ijdprogramma's zoals opgeslagen, zijn actief.
n Partymodus (alleen informatie) en
n Partymodus (keuze bedrijfsmodus)
De activering van de partymodus heeft tot
gevolg dat het volgende tijdvenster geen reke-
ning houdt met beperkt bedrijf van het verwar-
mingsbedrijf of het warmwaterprogramma. Na
dit tijdvenster werkt de warmtepomp weer
overeenkomstig de standaard tijdvensters.
n Afwezigheidsmodus (alleen informatie) en
n Afwezigheidsmodus (keuze Bedrijfsmodus)
De activering heeft tot gevolg dat het verwar-
mingsbedrijf werkt tot aan de deactivering van
de afwezigheidsmodus in gereduceerd bedrijf.
Aanvullend wordt de warmwaterbereiding
gedeactiveerd.
Afb. 13: Tijdprogramma's
REMKO Smart-Control Touch
12
Menuoptie selecteren
Selecteer bijv. in de gebruikersmodus de menu-
optie "Instellingen".
Afb. 14: Menuoptie selecteren
Selecteer vervolgens “Basisinstellingen”.
Afb. 15: Basisinstellingen
Selecteer de keuze “Taal/tijd”. U bevindt zich nu op
het parameterniveau van de mappen "T
aal/Tijd".
Afb. 16: Map "Taal/Tijd"
Parameters kiezen en wijzigen
Op dit niveau heeft u de mogelijkheid om de tijd en
de datum overeenkomstig de beschrijving te wij-
zigen.
Selecteer de desbetref
fende parameter.
Afb. 17: Parameter "Datum" selecteren
13
Nadat u een parameter hebt geselecteerd, opent u
een ander venster met groen kaders om de instel-
lingen te wijzigen.
Afb. 18: Parameter "Datum" wijzigen 1
Wijzig de instellingen met behulp van de schuifre-
gelaar op de groene kaders.
Afb. 19: Parameter "Datum" wijzigen 2
Menu sluiten
Voor de basisweergave komt u weer stapsgewijs
door het aanraken van de pijl linksboven in het
touch-display of direct door het pictogram "Basis-
weergave" aan te raken.
Afb. 20: Menu sluiten
Met het sluiten van dit niveau middels de pijl links-
boven wordt deze instelling opgeslagen.
REMKO Smart-Control Touch
14
3 Bediening - Gebruikersniveau
3.1 Algemene aanwijzingen over de
Menustructuur van de regelaar
De volgende informatie is in de eerste plaats
gericht aan de exploitant van de installatie. T
ech-
nici vinden relevante, gedetailleerdere informatie in
het hoofdstuk "Bediening - expertniveau".
In de volgende gedeelten worden de afzonderlijke
menuopties en bijbehorende parameters voorge-
steld. Bij elke menuoptie vindt u een korte
omschrijving.
Afb. 21: Gebruikersniveau op het startscherm
De volgende weergaven en toelichtingen
hebben betrekking op de volledige menustruc-
tuur
, die kan afwijken van uw menustructuur.
Alleen de relevante menuopties en parameters
worden in de Smart-Control weergegeven,
afhankelijk van welke warmtegenerator en
welke functies u hebt geactiveerd. Als bijvoor-
beeld geen verwarmingscircuit is geactiveerd,
worden de overeenkomstige menuopties en
parameters ook niet weergegeven.
Afb. 22: Menustructuur van het gebruikersniveau
15
3.2 Menustructuur van de regeling
Overzicht van de menu's (gebruikersniveau)
In de afzonderlijke niveaus van het gebruikersniveau worden de volgende parameters betreffende de aan-
passing vrijgegeven:
H A U P T M E N Ü
KNXnet/IP
2)
Nur aktiv wenn entsprechende Software installiert worden ist
Funktion nur bei Betriebsart „bivalent“ aktiviert!
1)
H O O F D M E N U
Informatie Instellingen
Schoorsteen
veger
2)
Meldingen
Foutmeldingen
Waarschuwingen
Modus
Warmwaterklep
Looptijd
Basisinstellingen
Warmwater
Verwarmen
/
Koelen
Ongemengd
circuit
1e gemengd
circuit
Warmtepomp
2e gemengd
circuit
3e gemengd
circuit
Warmwater
Ongemengd
circuit
1e gemengd
circuit
Hydrauliek
2e gemengd
circuit
3e gemengd
circuit
Basisinformatie
Cascade
Aanvullende
warmtegenerator
Tellerstanden
1)
Alleen actief als de overeenkomstige software is geïnstalleerd
Functie alleen bij bedrijfsmodus "bivalent" geactiveerd!
Afb. 23: Overzicht van de menustructuur
REMKO Smart-Control Touch
16
Gebruikersniveau
Op het niveau "Gebruikers" komt u in de volgende
submenu's:
n Informatie
n Instellingen
n Schoorsteenveger
n Meldingen
Afb. 24: Gebruikersmenu
Informatie
Hier vindt u basisinformatie over het volledige sys-
teem.
U vindt hier ook overeenkomstige informatie betref-
fende de desbetref
fende vrijgegeven parameters,
zoals bijv. warmwater, verwarmingscircuits of het
hydraulische systeem en de bijbehorende bedrijfs-
modi.
Afb. 25: Menuoptie informatie
17
Instellingen
In de menuoptie Instellingen kunnen parameters
van de vrijgegeven componenten worden aange-
past. Hier heeft u de mogelijkheid om bijv
. verwar-
mingscurves of warmwatertemperaturen aan te
passen aan de gebruiker van der REMKO warmte-
pomp. Relevante punten die onderhevig zijn aan
de veiligheid van de volledige installatie, mogen
uitsluitend door een technicien worden gewijzigd.
Deze worden uitsluitend in het niveau Experts na
het invoeren van een wachtwoord vrijgegeven.
Afb. 26: Menuoptie Instellingen
Hieronder worden de belangrijkste instellingen toe-
gelicht.
Schoorsteenveger
Hier worden alle relevante Instellingen voor de
schoorsteenveger aangebracht.
Afb. 27: Menu-optie Schoorsteenveger
Meldingen
Op dit niveau worden waarschuwingen, fouten en
storingen weergegeven.
Afb. 28: Menuoptie "Meldingen
Op de volgende pagina's vindt u tabellen bij de
desbetref
fende parameters van de ter beschikking
staande instellingsmogelijkheden.
REMKO Smart-Control Touch
18
Menuoptie "Hoofdmenu"
In de menuoptie "Hoofdmenu" is een expert-modus
en een gebruikersmodus. De beide bevoegdheids-
modi worden gekenmerkt door pictogrammen.
Enkele menuopties en parameters zijn uitsluitend
zichtbaar in de expertmodus. Deze mogen uitslui-
tend door deskundige technici worden ingesteld!
A
B
Afb. 29: Pictogrammen: Gebruikers en experts
A: Gebruiker
B: Expert
Afb. 30: Hoofdmenu van het gebruikersniveau
Bevoegdheidsniveau
Menuoptie
Niveau 1
Beschrijving
Informatie
In deze menuoptie kunt u belangrijke informatie aflezen, zoals
bijv
. temperaturen, pompvereiste, de huidige collectortempera-
tuur of de aangebrachte parameterinstellingen.
Instellingen
In deze menuoptie worden alle instellingen van het systeem
aangebracht zoals bijv
. verwarmingscircuits, warmwater of
zonne-energie.
Schoorsteen-
veger
Binnen deze menuoptie is de testfunctie van een andere warm-
tebron actief (alleen bij bedrijfsmodus "bivalent" actief!)
Meldingen
In deze menuoptie worden status-, fout- en waarschuwingsmel-
dingen weergegeven.
19
Menuoptie "Informatie" - Gebruiker
Dit menu bevat informatie over de huidige bedrijfsmodus van de installatie.
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basisinfor-
matie
Status
Actuele bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
*a) Meer infor-
matie betref
fende
deze menuopties
vindt u in de
afzonderlijke
handleidingen.
Vorige bedrijfsmodus
Binnenklimaat
Partymodus
Afwezigheidsmodus
Vorstbescherming
IP-adres
Subnet
Gateway
Smart Count *a)
Smart Web *a)
Smart Com *a)
Activeringstoets
(Smart W
eb)
Datum/Tijd
Tijd
Datum
Tijdzone
Versienummer
Hardware ControlPanel
Hardware
Software ControlPanel
Software
Linux Kernel ControlPanel
Linux Kernel
Licentie-informatie
REMKO Smart-Control Touch
20
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
Warmwater
WW-aanvraag
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
WW reservoir ingestelde temp.
WW reservoir werkelijke temp. S03
WW reservoir werkelijke temp. S04
Energie warmwater
Hygiënefunctie
Aanvraag circulatie S05
Circulatie ingestelde temp
Circulatie werkelijke temp. S05
Circulatiepomp A11
Ongemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
21
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
1e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
2e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
3e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
Hydrauliek
Verwarmingstemperatuur (Ingestelde waarde)
Verwarmingstemperatuur (Werkelijke waarde)
Buitentemperatuur S06
Temp bufferreservoir S07
Temp bufferreservoir koelen S08
Capaciteit therm.
Energie verwarmen
Energie koelen
REMKO Smart-Control Touch
22
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Cascade
1. Warmtepomp
Warmtepompstatus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Resterende blokkeertijd
Compressorstatus
Dooistatus
Foutstatus
Vrijgavesignaal
Compressorblokkering
Warmtepompmodus
Blokkeersignaal S40
Vrijgave warmwater
Vrijgave elektrische ver-
warming
2. Warmtepomp
Warmtepompstatus
Resterende blokkeertijd
Compressorstatus
Dooistatus
Foutstatus
Vrijgavesignaal
Compressorblokkering
Warmtepompmodus
Blokkeersignaal S40
Vrijgave warmwater
Vrijgave elektrische ver-
warming
3. - 10. Warmtepomp
Tot 10 warmtepompen zijn
mogelijk.
De parameters zijn
net als
bij WP 1-2 gelijk.
Extra warmtegenerator
Warmtegenerator status
Potentiaalvrije uitgang A32
23
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Tellerstanden
Warmtepomp
Therm. Vermogen
warmtepomp
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Therm. Energie
warmtepomp
Elektr. vermogen
warmtepomp
Elektr. energie
warmtepomp
Vermogen milieu
Milieu-energie
Huishouden
Huidig vermogen huis-
houden
Energie huishouden
Fotovoltaïsch
Vermogen fotovoltaïsch
Opbrengst fotovoltaïsch
Vermogen voeding
Voeding
Vermogen eigenverbruik
Eigenverbruik
Verwarmen en
warmwater
Energie verwarmen
Energie warmwater
Energie koelen
Warmwaterteller
CO
2
-besparing
CO
2
-besparing
Boom-equivalent
KNXnet/IP
IP van de KNX-interface
MAC van de KNX-inter-
face
PA van de KNX-interface
PA van de SMT
KNX-verbindingsbasis
Programmeermodus
REMKO Smart-Control Touch
24
Menuoptie "Instellingen" - Gebruiker
In dit menu kunnen instellingen worden aangebracht. U kunt bijv. warmwater- en verwarmingstemperaturen
aanpassen of tijdinstellingen wijzigen.
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basisinstel-
lingen
Taal/Tijd
Datum
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Tijd
Datumopmaak
Tijdopmaak
Taal
Tijdzone (Winter)
Display
Display-helderheid
Display-contrast
Display-uitschakeling
Basisoverzicht
Warmwater
Drinkwater- verwarming
Reservoir ingestelde temp.
Modus
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Tolerantie tijdens
ECO-bedrijf
Circulatie
Circulatie ingestelde temp
Tijdprogramma
Verwarmen/
Koelen
Modus
Binnenklimaat-modus
Binnenklimaat-modus
Afstand koelgrens
Afstand verwarmingsgrens
Gebouwaanpassing
Norm-buitentemp. (Ver-
warmen)
Norm-buitentemp. (Koelen)
Vertraging van de verwar-
mingscurve
25
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
Ongemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Verwarmingscircuit-modus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuit-modus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemp. daling
Ruimtetemp. Verhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
1e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Verwarmingscircuit-modus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuit-modus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemp. daling
Ruimtetemp. Verhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
REMKO Smart-Control Touch
26
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
2e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Verwarmingscircuit-modus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuit-modus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemp. daling
Ruimtetemp. Verhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
3e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Verwarmingscircuit-modus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuit-modus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemp. daling
Ruimtetemp. Verhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
27
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Gebruiker
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Warmtepomp Niveautarief
Aantal stroomtarieven
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Tijdveld tarief 1-9
Stroomtarief 1-9
FV-stroomge-
bruik
Stroomtarief 1
Vergoeding voeding
Vergoeding eigengebruik
Schoorsteen-
veger
Modus
WW-klep
Looptijd in minuten
Menuoptie "Meldingen"
In dit menu worden waarschuwingen, fouten,
bedrijfsmodi of meldingen weergegeven.
Als het symbool "Meldingen" in de basisweergave
rood of geel brandt, moet in het meldingsniveau
worden gecontroleerd welke wordt weergegeven.
V
oor het oproepen van het meldingsniveau, hoeft u
uitsluitend het symbool maar aan te raken.
Mogelijke meldingen vindt u in het hoofdstuk “Fout-
meldingen bij de Smart-Control”.
Hier wordt onderscheid gemaakt tussen de num-
mers die met 6000 beginnen en als zuivere
bedrijfsmeldingen kunnen worden beschouwd die
geen fouten weergeven.
Nummers die met 7000 beginnen zijn relevante
fouten die vereisen dat de warmtepomp wordt uit-
geschakeld.
Nummers die met 8000 beginnen zijn waarschu-
wingen en geven weer of de warmtepomp moet
worden gecontroleerd!
Afb. 31: Menuoptie Meldingen
REMKO Smart-Control Touch
28
3.3 Bedrijfsmodus Verwarmen/
koelen instellen
Verwarmingscircuitmodus verwarmingscurve
De verwarmingscurve kan op de drie punten
afhankelijk van de bouwkundige en lokale omstan-
digheden van het gebouw worden ingesteld:
V
oetpunt:
Het voetpunt komt overeen met de minimale inge-
stelde temperatuur van het warme water bij een
buitentemperatuur van 20 °C. Als de verwarming
bij relatief hoge buitentemperaturen (overgangspe-
riode) te koud is, moet het voetpunt hoger worden
geselecteerd.
Norm-aanvoertemperatuur:
De norm-aanvoertemperatuur voldoet aan de inge-
stelde temperatuur van het warme water bij de
norm-buitentemperatuur van de gebouwlocatie. Als
de verwarming bij lage buitentemperaturen niet
warm genoeg is, moet de norm-aanvoertempera-
tuur hoger worden ingesteld.
Norm-buitentemperatuur:
De norm-buitentemperatuur is afhankelijk van de
regionale locatie van het gebouw en moet over-
eenkomstig de regio worden ingesteld.
2
1
4
3
Afb. 32: Verwarmingscurve-instelling
1: Temperatuur van het verwarmingswater in °C
2: Verwarmingscurve aanvoertemperatuur
3: Verwarmingscurve retour
4: Buitentemperatuur in °C
Voor de optimale instelling van de parameters van
de verwarmingscircuitcurve moet de berekening
van de verwarmingslast en/of de aantoonbare
energie in acht worden genomen.
Afwijkingen van de geïnstalleerde parameters voor
de uitvoering van het gebouw kunnen er toe leiden
dat de warmtepomp niet ef
ficiënt wordt gebruikt.
Verwarmingscurve instellen:
1. Voetpunt
Op dit niveau moet het te wijzigen verwarmingscir-
cuit wordt geselecteerd en moet de parameter
"Verwarmingscurve-instellingen" worden geselec-
teerd. Onder het schema van de verwarmings-
curve selecteert u de linker grijze schuifregelaar en
stelt u de juist gewenste temperatuur in.
Afb. 33: Voetpunt instellen
29
2. Norm-aanvoertemperatuur
De instelling van de norm-aanvoertemperatuur
vindt plaats op dezelfde wijze, echter met de
rechter
, grijze schuifregelaar.
Afb. 34: Norm-aanvoertemperatuur instellen
3. Norm-buitentemperatuur instellen
1
Afb. 35: Norm-buitentemperatuur instellen
De norm-buitentemperatuur [1] kan voor de
gebruiker en voor de experts worden gewijzigd.
Deze parameters vindt u in het niveau: "Instel-
lingen " V
erwarmen/koelen " Gebouwaanpas-
sing".
Hier kan de norm-buitentemperatuur op de desbe-
treffende waarde voor de verwarming alsook voor
het koelbedrijf worden ingesteld.
De norm-buitentemperatuur wordt hier slechts een
keer voor elk actief verwarmingscircuit gewijzigd.
Na de wijziging van deze parameter wordt de
waarde automatisch overgenomen door alle
actieve verwarmingscircuits.
Voor de optimale instelling van de parameters van
de verwarmingscircuitcurve moet de berekening
van de verwarmingslast en/of de aantoonbare
energie in acht worden genomen.
Afwijkingen van de geïnstalleerde parameters voor
de uitvoering van het gebouw kunnen er toe leiden
dat de warmtepomp niet efficiënt wordt gebruikt.
REMKO Smart-Control Touch
30
Verwarmingscircuitmodus vaste waarde rege-
ling
Voer de ingestelde temperatuur bij een vaste
waarde regeling in. Op deze temperatuur wordt het
verwarmingscircuit tijdens de vaste waarde rege-
ling permanent gehouden. Hierbij is een tolerantie
van ca. 2 Kelvin mogelijk.
Het gebruik van het verwarmingscircuit met een
vaste waarde wordt niet aanbevolen omdat het
er toe leidt dat de warmtepomp niet efficiënt
functioneert.
De gemengde verwarmingscircuits hebben telkens
een voor- en retourvoeler! Deze voelers zijn in de
leveringsomvang van de gemengde REMKO-ver-
warmingscircuitgroepen (HGM) opgenomen.
Afb. 36: Instellen van de vaste waarde (ingestelde
temperatuur)
Activering van de koelfunctie via het onge-
mengde circuit
Hier kunt u tussen de verschillende koelcircuit-
modi selecteren. U kunt kiezen uit een regeling
conform het ingestelde "koelcurve" en een "vaste
waarde regeling".
De activering van de koelfunctie kan in elk verwar-
mingscircuit via de bedrijfsmodus plaatsvinden.
Menuoptie Parameter
Fabrieksin-
stelling
Koelcircuit-
modus bij vloer
actief
Koelcurve
Afhankelijk
van
uitvoering
Vaste waarde 8 °C - 35 °C
31
Koelcircuitmodus koelcurve
De koelcurve kan op de drie punten afhankelijk
van de bouwkundige en lokale omstandigheden
van het gebouw worden ingesteld:
V
oetpunt:
Het voetpunt komt overeen met de minimale inge-
stelde temperatuur van het koelwater bij een bui-
tentemperatuur van 20 °C. Als de koeling bij rela-
tief hoge buitentemperaturen (overgangsperiode)
te koud is, moet het voetpunt hoger worden gese-
lecteerd.
Norm-aanvoertemperatuur:
De aanvoertemperatuur voldoet aan de ingestelde
temperatuur van het koelwater bij de buitentempe-
ratuur van gebouwlocatie. Als de koeling bij lage
buitentemperaturen niet warm genoeg is, moet de
aanvoertemperatuur hoger worden ingesteld.
Norm-buitentemperatuur:
De norm-buitentemperatuur is afhankelijk van de
regionale locatie van het gebouw en moet over-
eenkomstig de regio worden ingesteld.
2
1
4
3
Afb. 37: Koelcurve-instelling
1: Temperatuur van het koelwater in °C
2: Koelcurve aanvoertemperatuur
3: Koelcurve retour
4: Buitentemperatuur in °C
Voor de optimale instelling van de parameters van
de koelcircuitcurve moet de berekening van de
koellast en/of de aantoonbare energie in acht
worden genomen.
Afwijkingen van de geïnstalleerde parameters voor
de uitvoering van het gebouw kunnen er toe leiden
dat de warmtepomp niet ef
ficiënt wordt gebruikt.
Koelcurve instellen:
1. Voetpunt
Op dit niveau "Instellingen" het verwarmingscircuit
selecteren en de parameter "Koelcurve-instel-
lingen" selecteren. Onder het schema van de koel-
curve selecteert u de linker grijze schuifregelaar en
stelt u de juist gewenste temperatuur in.
Afb. 38: Voetpunt instellen
REMKO Smart-Control Touch
32
2. Norm-aanvoertemperatuur
De instelling van de aanvoertemperatuur en de
buitentemperatuur vindt plaats op dezelfde wijze,
echter met de rechter
, grijze schuifregelaar.
Afb. 39: Aanvoertemperatuur instellen
Een koelfunctie via de instelling van de koel-
curve wordt door de firma REMKO alleen over-
eenkomstig de geïnstalleerde vochtigheidsvoe-
lers vrijgegeven!
3. Norm-buitentemperatuur instellen
1
Afb. 40: Buitentemperatuur instellen
De buitentemperatuur [1] kan voor de gebruiker en
voor de experts worden gewijzigd.
Deze parameters vindt u in het niveau:
- Instellingen
- V
erwarmen/koelen
- Gebouwaanpassing
Hier kan de buitentemperatuur op de desbetref-
fende waarde voor de verwarming alsook voor het
koelbedrijf worden ingesteld.
De koeling is actief als de opgeslagen koelgrens
met de ingestelde waarde wordt overschreden.
Voorbeeld: De ingestelde temperatuur binnen
20 °C en de ingestelde koelgrens 4 K. Als nu op de
buitenvoeler een temperatuur van meer dan 24 °C
wordt gemeten, is de koeling actief. De aanvoer-
temperatuur daalt met een stijgende buitentempe-
ratuur tot aan de waarde waar de buitentempera-
tuur aan is toegewezen. Bij de instelling van de
koelcurve moet in acht worden genomen dat bij
een oppervlakkoeling (bijv. als de vloer moet
worden gekoeld) het dauwpunt niet wordt onder-
schreden. REMKO adviseert bij een oppervlakkoe-
ling het systeem met dauwpuntsensoren af te
zekeren.
33
Koelcircuitmodus vaste waarde regeling
Voer de ingestelde temperatuur bij een vaste
waarde regeling in. Hiermee wordt het koelcircuit
nu op een gemiddelde temperatuur geregeld. De
waarde wordt uit de aanvoertemperatuur en de
retourtemperatuur berekend en dat vervolgens
gedeeld door twee.
Het bedrijf van het koelcircuit met een vaste
waarde wordt niet aanbevolen omdat het er toe
leidt dat de warmtepomp niet ef
ficiënt functioneert
resp. het dauwpunt wordt onderschreden.
Afb. 41: Instellen van de vaste waarde (ingestelde
temperatuur)
Het bedrijf van het koelcircuit met een vaste
waarde wordt niet aanbevolen omdat het er toe
leidt dat de warmtepomp niet efficiënt functio-
neert en het gevaar bestaat dat het dauwpunt
wordt onderschreden.
De koeling is actief als de ingestelde koelgrens
met de ingestelde waarde wordt overschreden.
V
oorbeeld: De ingestelde temperatuur binnen
20 °C en de ingestelde koelgrens 4 K. Als nu op de
buitenvoeler een temperatuur van meer dan 24 °C
wordt gemeten, is de koeling actief. De koelfunctie
is direct actief als de bedrijfsmodus wordt ingesteld
van "Automatisch" op "Koeling".
REMKO Smart-Control Touch
34
Hydraulisch schema
Functies: V
erwarmen incl. nood-verwarmingsstaaf Smart-Serv.
Het onderstaande hydraulische voorbeeld is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel en vervangt geen
montagetekening! T
echnische wijzigingen voorbehouden!
De uitvoering alsook de planning van de bouwkundige hydraulica moeten worden uitgevoerd door
een deskundig technicien!
Pufferspeicher
A
B
2
3
1
4 5 6
C
Afb. 42: Voorbeeld hydraulisch schema
A: Reservoir
B: Ruimtetemperatuur/vochtsensor
C: Smart-Control Touch
1: Voorloop warmtepomp
2: Retour warmtepomp
3: Ongemengd circuit
4: 1e gemengd circuit
5: 2e gemengd circuit
6: 3e gemengd circuit
LET OP
Tijdens het koelbedrijf via een vloer/oppervlakverwarming moet in acht worden genomen dat het
dauwpunt niet wordt onderschreden. REMKO adviseert op de geschikte punten een dauwpuntvoeler
in combinatie met een (max. vijf voelers voor een dauwpuntsensor) of meerdere dauwpuntsensoren
te installeren.
Een koeling via vloer/oppervlakverwarming is technisch uitsluitend vrijgegeven in combinatie
met een ruimtetemperatuur/vochtsensor van de firma REMKO.
35
3.4 Omschakeling zomer-/
wintermodus
In de standaard verwarmingsperiode (van ca.
oktober t/m begin mei van het opvolgende jaar)
moet de REMKO warmtepomp permanent warmte
voor verwarmingsbedrijf beschikbaar stellen.
De warmtepompen, circulatiepompen en verwar-
mingsvlakken zijn permanent in bedrijf om in alle
ruimtes de gewenste temperatuur in acht te
nemen. In de zomer is het opwarmen van de ver-
warmingsvlakken echter niet meer noodzakelijk.
Om te voorkomen dat de warmtepompen ook in de
warme maanden warmte blijft produceren voor het
verwarmen van gebouwen, is er het zogeheten
zomerbedrijf. Hierbij worden de warmtepompen
dusdanig geregeld dat het verwarmingsbedrijf en
de circulatiepompen voor de verwarmingsvlakken
pas weer in bedrijf gaan, als een bepaalde tempe-
ratuurgrens bij de buitenvoeler wordt onder-
schreden.
De basisinstelling van de REMKO Smart-Control
T
ouch-regelaar ligt, als er nog geen aanpassing
van de ingestelde ruimtetemperatuur heeft plaats-
gevonden, bij 16 graden. In de volgende stappen
wordt de aanpassing van deze zomer-/winterom-
schakeling beschreven.
Verwarmingsgrens
De verwarmingsgrens van de Smart-Control touch-
regelaar is met parameter "Afstand verwarmings-
grens" gekoppeld aan de gewenste ruimtetempe-
ratuur.
In het volgende diagram moet de mogelijke inge-
stelde waarde voor verschillende gebouwtypes
worden bepaald. De gegevens in het diagram
hebben betrekking op een ingestelde ruimtetempe-
ratuur van 20 °C.
Afb. 43: Verwarmingsgrens instellen
a: Verwarmingsgrenstemperatuur
b: Afstand verwarmingsgrens
c: Energiebehoefte van het gebouw
A: Passief huis
B: 3-liter-huis
C: Laag-energiehuis
D: ENEV-WSchV (energiebesparingsverordening)
1995
E: Bouwjaar 1977 tot 1995
F: Voor 1977
REMKO Smart-Control Touch
36
Afb. 44: Menuoptie "Binnenklimaat" selecteren
In het menu "Basisweergave" wordt de parameter
"Binnenklimaat" weergegeven. Met de aanduiding
Binnenklimaat wordt de gewenste ruimtetempera-
tuur weergegeven.
De waarde 0,0 °C geeft een gewenste ruimtetem-
peratuur van 20 °C aan.
Met behulp van de schuifregelaar kunt u deze
waarde op +10 °C (gewenste ruimtetemperatuur
+30 °C)
of naar keuze op -10 °C (gewenste ruimtetempera-
tuur +10 °C) wijzigen.
Om het punt voor zomer-/winteromschakeling te
definiëren, moet u eerst de waarde "Kouder/
warmer" bepalen aangezien deze aan de verwar-
mingsgrenstemperatuur is gekoppeld.
Nadat u de waarde "Kouder/warmer" heeft afge-
lezen, moet u via de pijl linksboven op het display
weer terug naar de basisweergave.
Afb. 45: Menuoptie "Kouder / warmer" selecteren
37
Ga nu, zoals hieronder beschreven naar parame-
terniveau "V
erwarmen/koelen"
Afb. 46: Selecteer het gebruikersniveau
Afb. 47: Selecteer het menupunt "Instellingen"
Afb. 48: Selecteer het menupunt "Verwarmen/
koelen"
REMKO Smart-Control Touch
38
Afb. 49: Selecteer het menupunt "Modus"
In het parameterniveau "Verwarmen/koelen" gaat u
naar het niveau "Modus".
In het parameterniveau "Modus" vindt u de para-
meter "Afstand verwarmingsgrens".
Hier wordt de gewenste waarde ingesteld voor het
uitschakelen van het verwarmingsbedrijf van de
warmtepomp. De waarde 0.0 K betekent dat de
warmtepomp pas in zomerbedrijf schakelt als de
ingestelde ruimtetemperatuur (
Afb. 45) bijv. 20 °C
op de buitenvoeler heeft bereikt. Neem hierbij het
diagram in Afb. 43 acht als aanwijzing van de
waarde die hier moet worden ingesteld.
Een voorbeeld van de instelling:
Parameter "Kouder/warmer" (ingestelde ruimte-
temperatuur) van +2 °C betekent een gewenste
ruimtetemperatuur van +22 °C.
Parameter "Afstand verwarmingsgrens" (zomer/
winteromschakeling) van 7,0 K betekent een ver-
warmingsbedrijf van de warmtepomp tot een bui-
tentemperatuur van +15 °C
(+22 °C ingestelde ruimtetemperatuur - 7,0 K
"Kouder/warmer" = +15 °C).
Het verwarmingsbedrijf wordt vanaf het over-
schrijden van de gewenste verwarmingsgrens en
na het verstrijken van de in de tijdconstante
gebouw opgeslagen tijd onderbroken. Actief is uit-
sluitend nog de warmwatervoorziening.
De tijdconstante gebouw wordt door de firma
REMKO in fabrieksstatus vooraf ingesteld op 10
uur
. De instelling van de tijdconstante bouw moet
een takt van de warmtepomp vermijden. Hoe beter
de gebouwstandaard is, hoe langer de tijdcon-
stante van het gebouw kan worden ingesteld.
Deze waarde kan uitsluitend in Expert niveau
worden gewijzigd en moet in principe slechts één
keer worden opgeslagen. U vindt de parameter
"Tijdconstante gebouw" in het expertniveau
(wachtwoordbeveiligd) " "Instellingen" " "Ver-
warmen/koelen" " "Gebouwaanpassing".
Afb. 50: Menuoptie "Afstand verwarmingsgrens"
selecteren
39
3.5 WLAN-functie
Installatie en programmeren van de WLAN-
functie
Systeemeisen
Om de installatie van de WLAN-functie met succes
uit te kunnen voeren, zijn de volgende systeem-
voorwaarden vereist:
n REMKO Smart-Control T
ouch regelaar met
softwareversie vanaf 4.24
n JavaScript / HTML5-voudige webbrowser
(versie niet ouder dan twee jaar)
n Breedband-internetaansluiting met minimaal
10 Mbit/s
n De WLAN-router moet de versleuteling/veilig-
heidsstandaard WPA 2 ondersteunen
Installatie in huis
De centrale besturing van de REMKO warmte-
pomp via een smartphone of andere mobiele
apparatuur kan nagenoeg overal in het huis
worden geïnstalleerd.
Voor de aansluiting is een router vereist die via
WLAN direct wordt gekoppeld aan het bedienings-
deel van de warmtepomp.
AANWIJZING!
De router moet door een deskundig vakman
worden geprogrammeerd
De WLAN-functie begrenst zich uitsluitend op
het huisinterne WLAN-netwerk van de exploi-
tant. Buiten het WLAN-netwerk van de huisin-
terne router is een toegang tot de parameter
van de warmtepomp mogelijk.
1
WLAN
WLAN
2
Afb. 51: Externe toegang
1: Router (voorbeeldafbeelding)
2: REMKO Smart- control Touch
REMKO Smart-Control Touch
40
Installatie op mobiele apparaten
Om de WLAN-functie van de REMKO-warmte-
pomp te kunnen gebruiken, moet een verbinding
met de huisinterne WLAN-geschikte router tot
stand worden gebracht. Dit is uitsluitend op expert-
niveau mogelijk. Selecteer hiertoe in de basisweer-
gave het niveau "Expert".
Nadat u het expertniveau door het aanraken van
het betref
fende pictogram hebt geactiveerd, is een
wachtwoord vereist. Om het wachtwoord op dit
niveau in te voeren, raakt u nogmaals het picto-
gram aan om dit te bevestigen.
41
Na het bevestigen worden onder het pictogram
"Expert" vier balkregelaars vrijgegeven. Om het
wachtwoord hier in te voeren, schuift u door aanra-
king de grijze schuifregelaar naar de overeenkom-
stige positie.
Het standaard wachtwoord van REMKO voor het
expertniveau is "0321". Als dit wachtwoord nog niet
is gewijzigd, wordt na het invoeren van dit wacht-
woord het expertniveau vrijgegeven.
Na vrijgave van het expertniveau zijn verschillende
parameterniveaus zichtbaar
.
Selecteer hier het niveau "Instellingen" door het
pictogram "Instellingen" aan te raken.
REMKO Smart-Control Touch
42
Nadat u het niveau "Instellingen" hebt geselec-
teerd, selecteert u de parameter "Basisinstel-
lingen".
In het niveau "Basisinstellingen" verschijnt de para-
meter "Interfaces". Selecteer dit pictogram door
aan te raken.
43
In het parameterniveau "Interfaces" vindt u de
parameter "Netwerk". Selecteer deze parameter
door aan te raken.
In het niveau "Netwerk" kunt u nu de warmtepomp
met uw router verbinden. Hiertoe selecteert u als
eerste de parameter "V
erificatie".
********
********
*********
( . . . )
********
2
1
4
3
1: Verificatie van het WLAN-netwerk
2: Naam van het WLAN-netwerk
3: Wachtwoord van het WLAN-netwerk
4: Status van de WLAN-verbinding
REMKO Smart-Control Touch
44
Netwerk programmeren
In de parameter Verificatie selecteert u de pas-
sende parameter voor uw WLAN-netwerk. Let op
dat de REMKO Smart Control T
ouch alleen de
WPA 2 versleuteling/veiligheidsstandaard onder-
steunt. Hiertoe moet u de naam van uw WLAN-net-
werk kennen en het bijbehorende wachtwoord.
Nadat u "WPA 2 Personal" hebt geselecteerd,
moet u vervolgens de SSID (naam van het WLAN-
netwerk) invoeren.
Als de router is voorzien van een drukknop, is het
mogelijk om deze functie te selecteren om de
regelaar met de router te verbinden.
Nu in het beeldscherm omlaag scrollen om de
parameter SSID te kunnen selecteren. Zoals hier-
onder beschreven de naam van uw WLAN-netwerk
en het bijbehorende wachtwoord invoeren en
opslaan.
Om de SSID in te voeren, selecteert u de para-
meter door aan te raken. Nu kunt u via de para-
meter "Selectie" de naam van uw netwerk opslaan.
U kunt hiertoe selecteren tussen hoofdletters en
kleine letters, cijfers of speciale tekens
zoals ?/&/%. Raak hiertoe het pictogram "Selectie"
aan.
********
2
1
4
3
5
1: Letters, cijfers en speciale tekens voor het
invoeren in de desbetref
fende regel. Door
meervoudig aanraken van het pictogram wordt
tussen de afzonderlijke keuzemogelijkheden
zoals hoofd- en kleine letters geschakeld
2: Door het aanraken van het pictogram kunt u de
onjuiste invoer wissen
3: Met "Verder" gaat u naar de volgende letter of
cijfer bij het invoeren van bijv. het wachtwoord
of de netwerknaam
4: Na het invoeren van het volledige wachtwoord
of WLAN-naam door het aanraken van het pic-
togram kunt u de invoer opslaan
5: Bij het aanraken van het pictogram "Annu-
leren" wordt de invoer volledig onderbroken
45
Na het selecteren van betreffende letters, cijfers of
speciale tekens, drukt u op de het pictogram
"V
erder" om het volgende teken of letter in te
voeren. Met het pictogram "Wissen" verwijdert u de
onjuist opgeslagen invoer. Als u het wachtwoord
juist hebt ingevoerd, bevestigt u uw invoer met het
pictogram "Opslaan".
Als alle parameters voor uw WLAN-netwerk goed
zijn opgeslagen, zal de warmtepomp verbinding
maken met uw netwerk. Dit kunt u via de para-
meter "Status" controleren. Hier moet nu (als alle
gegevens juist zijn) "V
erbonden" staan. Om de
gegevens van de warmtepomp te kunnen inzien op
een smartphone, tablet of laptop, noteert u het IP-
adres die achter de aanduiding "Verbonden" staat.
********
********
bijv.
WLAN-functie
Na een succesvolle instelling van de hierboven
beschreven parameter is de activering afgerond.
Om terug te keren naar de basisweergave, verlaat
u de parameterniveaus via de pijl linksboven of
raakt u het symbool van de basisweergave aan.
Om de REMKO Smart Control Touch met uw
router te verbinden, moet het WLAN-netwerk
met voldoende signaalsterkte van de regelaar
kunnen worden ontvangen!
REMKO Smart-Control Touch
46
Nadat u het vermelde adres in de webbrowser
heeft ingevoerd, komt u op de hieronder weerge-
geven basisweergave van uw regelaar van de
warmtepomp. Nu heeft u de mogelijkheid om rele-
vante bedrijfsparameters van het gebruikers- en
expertniveau van uw REMKO-warmtepomp via
een computer
, laptop of smartphone aan te sturen.
Deze functie staat u zo lang ter beschikking tot u
zich bevindt in het WLAN-netwerk van uw router
.
Buiten uw netwerk heeft u geen toegang meer tot
de parameters van uw regelaar.
Als u over de mogelijkheid tot toegang tot de para-
meters van uw regelaar buiten uw eigen WLAN-
netwerk wilt beschikken, is dit alleen mogelijk met
de functie REMKO Smart-Web.
Deze extra software kunt u met EDV-nummer
248120 extra bestellen en op de Smart Control
Touch-regelaar installeren.
Neem hiertoe de afzonderlijke gebruikshandleiding
van de REMKO Smart Web-functie in acht.
Om toegang tot de parameters van uw regeling te
verkrijgen, voert u het IP-adres in die u onder de
status kunt aflezen in het adresveld van uw Inter-
netbrowser en verbindt u deze met de Smart Con-
trol T
ouch-regelaar.
********
********
bijv.
47
3.6 Noodverwarmingsbedrijf
Het activeren van het noodverwarmingsbedrijf is
uitsluitend mogelijk in expertniveau. Selecteer
hiertoe in de basisweergave het niveau "Expert".
Nadat u het expertniveau door het aanraken van
het betref
fende pictogram hebt geactiveerd, is een
wachtwoord vereist. Om het wachtwoord op dit
niveau in te voeren, raakt u nogmaals het picto-
gram aan om dit te bevestigen.
REMKO Smart-Control Touch
48
Na het bevestigen worden onder het pictogram
"Expert" vier balkregelaars vrijgegeven. Om het
wachtwoord hier in te voeren, schuift u door aanra-
king de grijze schuifregelaar naar de overeenkom-
stige positie.
Het standaard wachtwoord van REMKO voor het
expertniveau is "0321". Als dit wachtwoord nog niet
is gewijzigd, wordt na het invoeren van dit wacht-
woord het expertniveau vrijgegeven.
Na vrijgave van het expertniveau zijn verschillende
parameterniveaus zichtbaar
.
Selecteer hier het niveau "Instellingen" door het
pictogram "Instellingen" aan te raken.
49
Nadat u het niveau "Instellingen" hebt geselec-
teerd, selecteert u de parameter "Basisinstel-
lingen".
In het niveau "Basisinstellingen" verschijnt de para-
meter "Systeemconfiguratie". Selecteer dit picto-
gram door aan te raken.
REMKO Smart-Control Touch
50
Nadat u het niveau "Systeemconfiguratie" hebt
geselecteerd, selecteert u de parameter "W
armte-
pomp".
Deactiveer vervolgens in het niveau "Warmte-
pomp" de warmtepomp waarin u het pictogram
"geactiveerd" aanraakt en de bedrijfsmodus van
"geactiveerd" op "gedeactiveerd" instelt.
De warmtepomp is nu gedeactiveerd.
Met het deactiveren van de warmtepomp is de
tweede warmtegenerator
, bijv. de REMKO Smart-
Serv bijverwarming of een in het systeem geïnstal-
leerde brandwaardeapparaat actief.
Voor de basisweergave komt u weer stapsgewijs
door het aanraken van de pijl linksboven in het
touch-display of direct door het pictogram "Basis-
weergave" aan te raken.
51
4 Bediening - Expertniveau
4.1 Algemene aanwijzingen over de
Menustructuur van de regelaar
De volgende informatie is in de eerste plaats
gericht tot technici.
In de volgende gedeelten worden de afzonderlijke
menuopties en bijbehorende parameters voorge-
steld. Bij elke menuoptie vindt u een korte
omschrijving. Als u voor de afzonderlijke parame-
ters een gedetailleerdere omschrijving wenst, kunt
u de parameter in de regelaar oproepen.
Afb. 52: Expertniveau op het startscherm
De volgende weergaven en toelichtingen
hebben betrekking op de volledige menustruc-
tuur
, die kan afwijken van uw menustructuur.
Alleen de relevante menuopties en parameters
worden in de Smart-Control weergegeven,
afhankelijk van welke warmtegenerator en
welke functies u hebt geactiveerd. Als bijvoor-
beeld geen verwarmingscircuit is geactiveerd,
worden de overeenkomstige menuopties en
parameters ook niet weergegeven.
Het expertniveau is wachtwoordbeveiligd, na
het invoeren van het wachtwoord "0321" komt
de erkende technicien zonder bevestiging van
de code in het expertniveau.
Dit wachtwoord is uitsluitend geldig als deze
nog niet is gewijzigd!
z.B.
Afb. 53: Codewoordinvoer
REMKO Smart-Control Touch
52
4.2 Menustructuur van de regeling
Overzicht van de menu's (expertniveau)
In de afzonderlijke niveaus van het expertniveau worden de volgende parameters betreffende de aanpassing
vrijgegeven:
Information
Grund-
informationen
Ungemischter
Kreis
H A U P T M E N Ü
2)
Nur aktiv wenn entsprechende Software installiert worden ist
Funktion nur bei Betriebsart „bivalent“ aktiviert!
1)
H O O F D M E N U
Informatie
Instellingen
Schoorst-
eenveger
2)
Meldingen
Foutmeldingen
Waarschuwingen
Modus
Warmwaterklep
Looptijd
Basisinstellingen
Warmwater
Verwarmen/
Koelen
Ongemengd
circuit
1e gemengd
circuit
Warmtepomp
2e gemengd
circuit
3e gemengd
circuit
Warmwater
Ongemengd
circuit
1e gemengd
circuit
Hydrauliek
2e gemengd
circuit
3e gemengd
circuit
Basisinformatie
Cascade
Aanvullende
warmtegenerator
Tellerstanden
1)
KNXnet/IP
1)
Alleen actief als de overeenkomstige software is geïnstalleerd
Functie alleen bij bedrijfsmodus "bivalent" geactiveerd!
Actuatoren
Installatie-
assistent
Start van het
installatie
Parameter zie
hoofdstuk 4.2
Inbedrijfstelling
Handmatige
modus
ModBus
Sensoren
Aanvullende
warmtegenerator
Controlelijst
Energieteller
Sensorcorrectie
Programma
uitgang
Control
Panel 1
programma
Afb. 54: Overzicht van de menustructuur
53
Menuoptie "Informatie" - Expert
Dit menu bevat informatie over de huidige bedrijfsmodus van de installatie.
Afhankelijk van de geïnstalleerde warmtepomp en de uitvoering zijn afzonderlijke parameters afhankelijk van
de versie verschillend.
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basisinfor-
matie
Status
Herkend apparaat
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
*a) Meer infor-
matie betref
fende
deze menuopties
vindt u in de
afzonderlijke
handleidingen
Regelalgoritme
Actuele bedrijfsmodus
Vorige bedrijfsmodus
Binnenklimaat
Partymodus
Afwezigheidsmodus
Vorstbescherming
IP-adres
Subnet
Gateway
Stroomverbruik L
Netfrequentie
Cascade
Smart Count *a)
Smart Web *a)
Smart Com *a)
Activeringscode
Datum/Tijd
Tijd
Datum
Tijdzone
REMKO Smart-Control Touch
54
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3
Menuoptie
Niveau 4
Informatie
Basisinfor-
matie (ver-
volg)
Versienummer
Hardware
ControlPanel
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Hardware
Software
ControlPanel
Software
Linux Kernel
ControlPanel
Linux Kernel
Licentie-informatie
Warmwater
WW-aanvraag
WW reservoir ingestelde temp.
WW reservoir werkelijke temp. S03
WW reservoir werkelijke temp. S04
Omschakelklep A10
Energie warmwater
Hygiënefunctie
Volumestroom
Aftapvolume
Aanvraag circulatie S05
Circ. Ingestelde temp.
Circ. Werkelijke temp. S05
Circulatiepomp A11
55
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
Ongemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Aanvoertemp. S09
Retourtemp. S10
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
Pomptoerental rel. A40
Volumestroom S21
Huidige capaciteit
Energie verwarmen
Energie koelen
Status KNX
Ingestelde waarde-aanpassing KNX
1e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Aanvoertemp. S11
Retourtemp. S12
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
Pomptoerental rel. A41
Mengerpositie A20/A21
Volumestroom S22
Huidige capaciteit
REMKO Smart-Control Touch
56
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
1e gemengd
Circuit
(vervolg)
Energie verwarmen
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Energie koelen
Status KNX
Ingestelde waarde-aanpassing KNX
2e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Aanvoertemp. S13
Retourtemp. S14
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
Pomptoerental rel. A42
Mengerpositie A22/A23
Volumestroom S23
Huidige capaciteit
Energie verwarmen
Energie koelen
Status KNX
Ingestelde waarde-aanpassing KNX
57
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
3e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Ingestelde temp.
Werkelijke temp.
Aanvoertemp. S15
Retourtemp. S16
Ingestelde ruimtetemperatuur
Ruimte werk.temp.
Ruimte luchtvochtigheid
Dauwpunt
Gemengde buitentemperatuur
Pomptoerental rel. A43
Mengerpositie A24/A25
Volumestroom S24
Huidige capaciteit
Energie verwarmen
Energie koelen
Status KNX
Ingestelde waarde-aanpassing KNX
Dekvloer droog-
functie
Dekvloer droogmodus
Actuele gewenste temperatuur
Resterende tijd
Verstreken tijd
Hydrauliek
Warmwatertemperatuur (ingestelde waarde)
Warmwatertemperatuur (werkelijke waarde)
Buitentemperatuur S06
Temp. bufferreservoir S07
Temp. bufferreservoir koelen S08
Capaciteit therm.
Energie verwarmen
Energie koelen
Hulpverwarming A31
REMKO Smart-Control Touch
58
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie
Niveau 3
Menuoptie Niveau 4 Informatie
Cascade
1. Warmte-
pomp
Warmtepompstatus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Resterende blokkeertijd
Compressorstatus
Dooistatus
Foutstatus
Vrijgavesignaal
Compressorblokkering
Warmtepompmodus
Blokkeersignaal S40
Huidige capaciteit
Compressorstart
Looptijd (minuten)
Looptijd (uren)
Comm-kit status A2/B2
Vrijgave warmwater
Vrijgave elektrische verwarming
2. Warmte-
pomp
Warmtepompstatus
Resterende blokkeertijd
Compressorstatus
Dooistatus
Foutstatus
Vrijgavesignaal
Compressorblokkering
Warmtepompmodus
Blokkeersignaal S40
Huidige capaciteit
Compressorstart
Looptijd (minuten)
Looptijd (uren)
Comm-kit status A2/B2
Vrijgave warmwater
Vrijgave elektrische verwarming
3. - 10.
W
armtepomp
Tot 10 warmtepompen zijn mogelijk.
De parameters zijn net als bij WP 1-2
gelijk.
59
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie
Niveau 3
Menuoptie Niveau 4 Informatie
Cascade Debug Log
Warmtepomp
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Luchttemperatuur AM
Waterinlaattemperatuur
Waterinlaattemperatuur
Zuiggastemperatuur
Heetgastemperatuur
Verdampingstemperatuur
Verdampingsdruk
Condensortemperatuur
Condensordruk
Ventilatortoerental
Openingsgraad expansieventiel
Oververhitting
Pomptoerental
Volumestroom
REMKO Smart-Control Touch
60
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Extra warmte-
generator
Warmtegenerator-status
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Potentiaalvrije uitgang A32
Vrijgaven
Vrijgavetijd (minuten)
Vrijgavetijd (uren)
Tellerstanden Warmtepomp
Therm. Vermogen
warmtepomp
Therm. Energie (dag)
Therm. Energie (week)
Therm. Energie (maand)
Therm. Energie (jaar)
Therm. Energie
warmtepomp
Vermogen milieu
Milieu-energie (dag)
Milieu-energie (week)
Milieu-energie (maand)
Milieu-energie (jaar)
Milieu-energie
Elektr. vermogen
warmtepomp
Elektr. energie (dag)
Elektr. energie (week)
Elektr. energie (maand)
Elektr. energie (jaar)
Elektr. energie
warmtepomp
61
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Tellerstanden
(vervolg)
Huishouden
Huidig vermogen huis-
houden
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Energie huishouden (dag)
Energie huishouden
(week)
Energie huishouden
(maand)
Energie huishouden (jaar)
Energie huishouden
Fotovoltaïsch
Vermogen fotovoltaïsch
Opbrengst FV (dag)
Opbrengst FV (week)
Opbrengst FV (maand)
Opbrengst FV (jaar)
Opbrengst fotovoltaïsch
Vermogen voeding
Voeding (dag)
Voeding (week)
Voeding (maand)
Voeding (jaar)
Voeding
Vermogen eigenverbruik
Eigenverbruik (dag)
Eigenverbruik (week)
Eigenverbruik (maand)
Eigenverbruik (jaar)
Eigenverbruik
Verwarmen en warmwater
Energie verwarmen
Energie koelen
Energie warmwater
Warmwaterteller
CO
2
-besparing
CO
2
-besparing
Boom-equivalent
REMKO Smart-Control Touch
62
Menuoptie "Informatie" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
Controlelijst
WW reservoir werkelijke temp. S03
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
WW reservoir werkelijke temp. S04
Aanvraag circulatie S05
Circ. Werkelijke temp. S05
Buitentemperatuur S06
Temp. bufferreservoir S07
Temp. bufferreservoir koelen S08
Aanvoertemp. S09
Retourtemp. S10
Aanvoertemp. S11
Retourtemp. S12
Aanvoertemp. S13
Retourtemp. S14
Aanvoertemp. S15
Retourtemp. S16
Volumestroom S21
Volumestroom S22
Volumestroom S23
Volumestroom S24
Impuls tellerstand S26
Volumestroom S27
Impuls tellerstand S28
Impuls tellerstand S29
Blokkeersignaal S40
KNXnet/IP
IP van de KNX-interface
MAC van de KNX-interface
PA van de KNX-interface
PA van de SMT
KNX-verbindingsbasis
Programmeermodus
63
Menuoptie "Instellingen" - Expert
In dit menu kunnen instellingen worden aangebracht. U kunt bijv. warmwater- en verwarmingstemperaturen
aanpassen of tijdinstellingen wijzigen.
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basis-
instellingen
Taal/Tijd
Datum
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Tijd
Datumopmaak
Tijdopmaak
Taal
Temperatuureenheid
Decimaal scheidingsteken
Tijdzone
Netfrequentie
Display
Display-helderheid
Display-contrast
Display-uitschakeling
Basisoverzicht
Expert-wachtwoord
Adres
Interfaces
DHCP gebruiken
Lokaal IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
REMKO Smart-Control Touch
64
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basis-
instellingen
(vervolg)
KNXnet/IP
Smart-Com
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Interfaces zoeken
IP van de KNX-interface
PA van de KNX-interface
Multicast adres
PA van de regelaar
Programmeermodus
Aan/uit (omschakeling)
Verwarmen/Koelen
(omschakeling)
Verwarmen/Koelen (status)
SMT bedrijfsmodus
(omschakeling)
SMT bedrijfsmodus
(status)
Buitentemperatuur
Gewenste ruimtetempera-
tuur
Ontdooien (status)
Gewenste WW-tempera-
tuur
Werkelijke WW-tempera-
tuur
1x WW verwarmen
Alarmsignaal (status)
Ongem. circuit werkelijke
temp.
1. gem. circuit werk. temp.
2. gem. circuit werk. temp.
3. gem. circuit werk. temp.
Ongem. circuit ruimtetemp.
1. gem. circuit ruimtetemp.
2. gem. circuit ruimtetemp.
3. gem. circuit ruimtetemp.
65
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau
3
Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basis-
instellingen
(vervolg)
KNXnet/IP
(vervolg)
Ongem. circuit vochtigheid
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
1. gem. circuit vocht.
2. gem. circuit vocht
3. gem. circuit vocht
Tijd
Datum
Ongem. circuit gew. ruimtetemp.
1. gem. circuit gew. ruimtetemp.
2. gem. circuit gew. ruimtetemp.
3. gem. circuit gew. ruimtetemp.
Ongem. circuit aanwezigheidsob-
ject
1. gem. circuit aanwezigheidsob-
ject
2. gem. circuit aanwezigheidsob-
ject
3. gem. circuit aanwezigheidsob-
ject
Ongem. circuit bedrijfsmodus
1. gem. circuit bedrijfsmodus
2. gem. circuit bedrijfsmodus
3. gem. circuit bedrijfsmodus
Energie warmtepomp
Energie verwarmen
Energie warmwater
REMKO Smart-Control Touch
66
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Basis-
instellingen
(vervolg)
Systeemconfiguratie
Warmtepomp
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Extra warmtegenerator
FV-stroomgebruik
Niveautarieven
Drinkwaterverwarming
Warmwatercirculatie
Hygiënefunctie
Ongemengd circuit
1e gemengd circuit
2e gemengd circuit
3e gemengd circuit
Vorstbescherming primair
circuit
Mengverhouding
Vorstbescherming secun-
dair circuit
Mengverhouding
67
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Warmwater
Drinkwaterverwarming
Reservoir ingestelde temp.
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Modus
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Tolerantie
tijdens ECO-bedrijf
Circulatie
Circulatietype
Circulatie ingestelde temp
Ingestelde temp. hysterese
Tijdprogramma
Looptijd
Blokkering tegen herin-
schakeling
Hygiënefunctie
Ingestelde temperatuur
Activeringsdag
Activeringstijd
Controletijd
Opslagvolume
Pulswaarde
Max. duur tot afbreken
Circulatiepomp
2. Warmtepomp
REMKO Smart-Control Touch
68
Schakeltijden circulatie af fabriek
Omschrijving Waardebereik Fabrieksinstelling Klanteninstal-
latie
Tijdprogramma Ma-Zo Ma-Zo 00:00-24:00 uur
Hygiënefunctie
Omschrijving Waardebereik Fabrieksinstelling Klanteninstal-
latie
Ingestelde temperatuur "60 °C - 75 °C" 60 °C
Activeringsdag Ma-Zo Maandag
Activeringstijd Uur/Min 20:00 uur
Controletijd 24 u - 72 u 72 uur
Opslagvolume 0 - 1000 l 300 l
Pulswaarde 0,0 - 20,0 l/puls 3,1 l/puls
Max. duur tot afbreken 15 - 120 min 60 min
Circulatiepomp Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
69
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Verwarmen/
Koelen
Gebouwaanpassing
Tijdconstante gebouw
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Norm-buitentemp. (Ver-
warmen)
Norm-buitentemp. (Koelen)
Max. afkoeling
(in relatie tot buitentemp.)
Vertraging van de verwar-
mingscurve
Modus
Binnenklimaat-modus
Tijdprogramma
V
erwarmen/koelen
Afstand koelgrens
Afstand verwarmingsgrens
Dekvloerdroogfunctie
Na een succesvolle dek-
vloerfunctie adviseren
wij deze functie hand-
matig middels deacti-
veren te beëindigen!
Status dekvloerfunctie
Start-/eindtemperatuur
Max. temperatuur
Stapgrootte opwarmfase
Droogtijd
Wachttijd hoge temp.
Stapsgewijze afkoelfase
Wachttijd lage temp.
Dekvloerfunctie
Omschrijving Waardebereik Fabrieksinstelling Klanteninstal-
latie
Status dekvloerfunctie Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Start-/eind-/max/-temp. "10 °C-50 °C"/"20 °C-50 °C" 20 °C/35 °C
Stapsgewijze opwarmfase 0,0 K - 10,0 K 5,0 K
Droogtijd 0.0 u - 192 u 24 uur
Wachttijd hoge temp. 0.0 u - 192 u 96 uur
Stapsgewijze afkoelfase 0,0 K - 10,0 K 5,0 K
Wachttijd lage temp. 0.0 u - 192 u 24 uur
REMKO Smart-Control Touch
70
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
Ongemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Verwarmingscircuitmodus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuitmodus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemperatuurverlaging
Ruimtetemperatuurverhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
Dauwpuntbewaking
Dauwpuntafstand
Delta T-regeling
Ingestelde waarde Delta T
Pomptype
Min. pomptoerental A40 (%)
Max. pomptoerental A40 (%)
Min. pomptoerental A40 (omw/min)
Max. pomptoerental A40 (omw/min)
Warmtehoeveelheidtelling
Handmatige volumestroom
Impulsverhouding volumestroom S21
71
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
1e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Verwarmingscircuitmodus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuitmodus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemperatuurverlaging
Ruimtetemperatuurverhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
Dauwpuntbewaking
Dauwpuntafstand
Delta T-regeling
Ingestelde waarde Delta T
Pomptype
Min. pomptoerental A41 (%)
Max. pomptoerental A41 (%)
Min. pomptoerental A41 (omw/min)
Max. pomptoerental A41 (omw/min)
Mengerlooptijd
Warmtehoeveelheidtelling
Handmatige volumestroom
Impulsverhouding volumestroom S22
REMKO Smart-Control Touch
72
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
2e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Verwarmingscircuitmodus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuitmodus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemperatuurverlaging
Ruimtetemperatuurverhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
Dauwpuntbewaking
Dauwpuntafstand
Delta T-regeling
Ingestelde waarde Delta T
Pomptype
Min. pomptoerental A42 (%)
Max. pomptoerental A42 (%)
Min. pomptoerental A42 (omw/min)
Max. pomptoerental A42 (omw/min)
Mengerlooptijd
Warmtehoeveelheidtelling
Handmatige volumestroom
Impulsverhouding volumestroom S23
73
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Informatie
3e gemengd
Circuit
Bedrijfsmodus
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-3
vindt u in uw
SmartControl
Verwarmingscircuitmodus
Vaste waarde
Verwarmingscurve-instelling
Koelcircuitmodus
Vaste waarde
Koelcurve-instelling
Tijdprogramma A
Tijdprogramma B
Tijdprogramma C
Functie tijdprogramma
Ruimtetemperatuurverlaging
Ruimtetemperatuurverhoging
Ruimteapparaat
Ruimtetemperatuurinvloed
Dauwpuntbewaking
Dauwpuntafstand
Delta T-regeling
Ingestelde waarde Delta T
Pomptype
Min. pomptoerental A43 (%)
Max. pomptoerental A43 (%)
Min. pomptoerental A43 (omw/min)
Max. pomptoerental A43 (omw/min)
Mengerlooptijd
Warmtehoeveelheidtelling
Handmatige volumestroom
Impulsverhouding volumestroom S24
REMKO Smart-Control Touch
74
Schakeltijden circuit ongemengd & gemengd
Omschrijving Fabrieksinstelling Klanteninstallatie
Tijdprogramma A Ma-Zo 0:00-24:00 uur
Tijdprogramma B Ma-Vr 5:00-23:00 uur
Za-Zo 6:00-23:00 uur
Tijdprogramma C Ma-Vr 5:00-23:00 uur
Za-Zo 6:00-23:00 uur
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Warmtepomp
Basisinstellingen
Aantal warmtepompen
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Debug Log
Teller resetten
Storing resetten
Hulpverwarming
Inschakelduur
Nalooptijd
Niveautarief
Aantal stroomtarieven
Tijdveld tarief 1-9
Stroomtarief 1-9
Continue beïnvloeding
WW
Kortstondige beïnvloeding
WW
Kortstondige beïnvloeding
VER
W
Continue Beïnvloeding
HZG
75
Menuoptie "Instellingen" (vervolg) - Expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie
Niveau 2
Menuoptie Niveau 3 Menuoptie Niveau 4 Informatie
Warmtepomp
(vervolg)
FV-stroomgebruik
PV-eigengebruik variant
Een groot aantal
van de afzonder-
lijke informatie-
teksten bij de
menuopties van
de niveaus 2-4
vindt u in uw
SmartControl
Stroomtarief 1
Vergoeding voeding
Vergoeding eigengebruik
Demping elektr. vermogen
Ingestelde waarde WW
Ingestelde waarde ver-
warmen
Ingestelde waarde koelen
Continue Beïnvloeding
HZG
Afstand koelgrens FV
Min. looptijd Koelen (FV)
Gewenste voeding
Hysterese
Bivalentiepunt
Bivalentiepunt verwarmen
Bivalentiepunt WW
Extra warmte-
generator
Werking
Gedrag bij blokkeersignaal
S40
Naverwarming WW
Control Panel
1
Correctie kamertemperatuursensor
Correctie kamervochtigheidssensor
Control Panel
2
Correctie kamertemperatuursensor
Correctie kamervochtigheidssensor
Control Panel
3
Correctie kamertemperatuursensor
Correctie kamervochtigheidssensor
Energieteller
Warmtepomp (elektr.) Tellerconstante S25
Huishoudteller (elektr.) Tellerconstante S26
Verbruiksteller Tellerconstante S26
Fotovoltaïsch (opbrengst) Tellerconstante S29
Fotovoltaïsch (voeding) Tellerconstante S28
Sensorcor-
rectie
Buitentemp.
Programma-
uitgang
Keuze alarmmeldingen
REMKO Smart-Control Touch
76
Menuoptie "Schoorsteenveger" - expert
Bevoegd-
heidsniveau
Menuoptie Niveau 2 Menuoptie Niveau 3 Informatie
Modus Normaal bedrijf/testmodus
Informatietekst
vindt u in de
Smart-Control
Warmwaterklep Gedeactiveerd/geactiveerd
Looptijd 15 - 90 minuten
77
Menuoptie "Meldingen" - Expert
In dit menu worden waarschuwingen, aanwijzingen en foutmeldingen weergegeven.
Als het symbool "Meldingen" in de basisweergave rood of geel brandt, moet in het meldingsniveau worden
gecontroleerd welke fout, waarschuwing of aanwijzing wordt weergegeven. V
oor het oproepen van het mel-
dingsniveau, hoeft u uitsluitend het symbool maar aan te raken.
Handmatige modus (relaistest)
In deze menuoptie kunt u de afzonderlijke actuatoren (pompen, mengers, etc.) handmatig aansturen of de
waarden van sensoren ter controle invoeren.
Parameter Uitgang Keuzeparameter
Actuatoren Handmatige modus Permanent
Gedeactiveerd
15 minuten
Pomp ongemengd circuit A 01
Auto
Aan
Uit
Pomp 1e gemengd circuit A 02
Auto
Aan
Uit
Pomp 2e gemengd circuit A 03
Auto
Aan
Uit
Pomp 3e gemengd circuit A 04
Auto
Aan
Uit
Omschakelklep WW A 10
Auto
Aan
Uit
WW circulatiepomp A 11
Auto
Aan
Uit
WW circulatiepomp A14
Auto
Aan
Uit
REMKO Smart-Control Touch
78
Menuoptie "Meldingen" (vervolg) - Expert
Handmatige modus (relaistest) (vervolg)
Parameter Uitgang Keuzeparameter
Menger 1e gemengd circuit openen A20
Openen
Stop
Sluiten
Auto
Menger 1e gemengd circuit sluiten A21
Openen
Stop
Sluiten
Auto
Menger 2e gemengd circuit openen A22
Openen
Stop
Sluiten
Auto
Menger 2e gemengd circuit sluiten A23
Openen
Stop
Sluiten
Auto
Menger 3e gemengd circuit openen A24
Openen
Stop
Sluiten
Auto
Menger 3e gemengd circuit sluiten A25
Openen
Stop
Sluiten
Auto
Hulpverwarming A31
Auto
Aan
Uit
Extra warmtegenerator A32
Auto
Aan
Uit
Hygiënefunctie A33
Auto
Aan
Uit
79
Menuoptie "Meldingen" (vervolg) - Expert
Handmatige modus (relaistest) (vervolg)
Parameter Uitgang Keuzeparameter
Alarmsignaal A34
Auto
Gesloten
Open
Pomp ongemengd circuit A40
Auto
Aan
Uit
Toerental A40
Auto
Aan
Uit
Pomp 1e gemengd circuit A41
Auto
Aan
Uit
Toerental A41
Auto
Aan
Uit
Pomp 2e gemengd circuit A42
Auto
Aan
Uit
Toerental A42
Auto
Aan
Uit
Pomp 3e gemengd circuit A43
Auto
Aan
Uit
Toerental A43
Auto
Aan
Uit
REMKO Smart-Control Touch
80
Handmatige modus (sensoren)
Parameter Keuzeparameter
Sensoren Handmatige modus Permanent
Gedeactiveerd
15 minuten
Reservoirtemperatuur onder S03
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
Reservoirtemperatuur boven S04
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
Circulatie tuimelschakelaar S05
Aan
Uit
Auto
Buitentemperatuur S06
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
Temperatuur bufferreservoir S07
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
Temperatuur bufferreservoir (koelen) S08
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
Ongem. circuit voorlooptemp. S09
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
Ongem. circuit retourtemp. S10
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
1. gem. circuit voorlooptemp. S11
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
1. gem. circuit retourtemp. S12
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
2. gem. circuit voorlooptemp. S13
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
2. gem. circuit retourtemp. S14
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
3. gem. circuit voorlooptemp. S15
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
3. gem. circuit retourtemp. S16
Sensorwaarde
Richtlijnwaarde "-60°C - 250°C"
81
Menuoptie "Meldingen" (vervolg) - Expert
Handmatige modus (sensoren) (vervolg)
Parameter Keuzeparameter
Ongem. circuit volumestroom S21
Sensorwaarde
Voorinstelling "Pulsen 0 - 100 l/min"
1. gem. circuit volumestroom S22
Sensorwaarde
Voorinstelling "Pulsen 0 - 100 l/min"
2. gem. circuit volumestroom S23
Sensorwaarde
Voorinstelling "Pulsen 0 - 100 l/min"
3. gem. circuit volumestroom S24
Sensorwaarde
Voorinstelling "Pulsen 0 - 100 l/min"
Energiebedrijf externe blokkering S40
Aan
Uit
Auto
Parameter Keuzeparameter
ModBus
Bedrijfsmodus warmtepomp
µPC
Aan
Uit
Auto
Vrijgave verwarmen/koelen
µPC
Gedeactiveerd
HP1
HP2
HP3
Vrijgave warmwater
µPC
Gedeactiveerd
HP1
HP2
HP3
Vrijgave elektrische verwarming
µPC
Gedeactiveerd
HP1
HP2
HP3
Handmatig ontdooien
µPC
Gedeactiveerd
HP1
HP2
HP3
REMKO Smart-Control Touch
82
4.3 Ingebruiknameassistent
Bij de eerste keer opstarten van de regelaar wordt de ingebruiknameassistent gestart om de basisprogram-
mering van het beschikbare systeem uit te voeren. Na volledige inbedrijfstelling is een basisparametrering
actief. Het temperatuurgedrag in het systeem moet tijdens de eerste verwarmingsperiodes worden gecontro-
leerd en evt. met de parameters worden geoptimaliseerd.
De volgende parameters zijn overeenkomstig de geïnstalleerde warmtepomp alsook componenten vrijge-
geven. De parameters
van het installatieniveau moeten op de warmtepomp worden vrijgegeven en er
moeten enkele volgens de plaatselijke uitvoering aangepast worden.
Land instellen
Bevestig deze parameters om de landspecifieke instellingen te laden. De keuze van het land bepaalt de
voorinstelling van datumopmaak, eenheden en temperatuurgrenzen. Alle voorinstellingen kunt u op een later
tijdstip wijzigen.
Land en landspecifieke instellingen instellen
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Land
Deutschland
Deutschland
Österreich
Schweiz
United States
United Kingdom
Nederland
Belgique
Luxembourg
France
Espana
Portugal
Italia
Greece
Norge
Sverige
Suomi
Polska
Cesko
Slovensko
83
Taal instellen
Alle menu-invoer, opdrachten en parameters worden in duidelijke tekst in de gekozen taal weergegeven.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Instelling taal
Deutsch
Deutsch
English
Francais
Italiano
Espanol
Portugues
Nederlands
Polski
Čeština
Instellen van de tijdzone voor de wintertijd
De keuze van de tijdzone maakt een automatische omschakeling tussen zomer- en wintertijd mogelijk. De
geldige tijdzone in de winter wordt aangegeven.
Centraal Europa (GER, FR, IT
, ES, PL)
-CET (Central European Time, Berlijn, Parijs)
Bij de keuze van UTC (universal time coordinated) vindt geen automatische tijdomschakeling plaats.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Tijdzone (Winter)
Alle tijdzones "Winter -12" t/m
"Winter +12 (PETT)" kunnen
worden ingesteld
Winter +1 (CET)
Datum instellen
Bij het instellen van de datum wordt eerst het jaar met vier posities, vervolgens de maand en daarna de dag
geselecteerd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Instelling datum
Jaar
Huidige datuminvoerMaand
Dag
REMKO Smart-Control Touch
84
Tijd instellen
Hier kunt u de huidige tijd instellen. De regelaar beschikt over een automatische zomertijdomschakeling die
ook in het menu "T
aal/Tijd" kan worden geactiveerd (+1 CET).
Bij het instellen van de tijd worden eerst de uren en vervolgens de minuten geselecteerd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Instelling tijd
Uren
Huidige tijdinvoer
Minuten
Tellerstanden resetten
Bij de eerste installatie va de regelaar, wordt deze parameter bevestigd met "NEE".
Bevestig deze parameter met "JA" als u een software-update hebt uitgevoerd en de vorige tellerstanden wilt
resetten.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Tellerstanden resetten
JA
NEE
NEE
Gebruikersinstellingen laden
Bij de eerste installatie va de regelaar, wordt deze parameter bevestigd met "NEE".
W
ordt na een succesvolle eerste installatie een nieuwe softwareversie geïnstalleerd, kan met "JA" worden
bevestigd en worden alle al aanwezige parameters opnieuw overgenomen. Het volledig opnieuw installeren
vervalt dan.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Gebruikersinstellingen laden
JA
NEE
NEE
Warmtepomp activeren
De regelaar herkent automatisch dat een warmtepomp is aangesloten. Evt. warmtepomp activeren.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Activering van de warmtepomp
Geactiveerd
Geactiveerd
Gedeactiveerd
85
Werking
Er staan twee bedrijfsmodi ter beschikking:
1. Bivalent alternatief
2. Mono-energetisch
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Keuze bedrijfsmodus
Mono-energetisch
Mono-energetisch
Bivalent alternatief
Keuze van de aanvullende warmtebron:
- bivalent alternatief (warmtepomp of olie-/gasketel, resp. wandketel)
- mono-energetisch (warmtepomp en/of Smart-Serv Elektro verwarmingsstaaf) afhankelijk van het toepas-
singsbereik
De bedrijfsmodus van de interne pomp in de binnenunit moet hier nog worden bepaald en wel in het niveau
"Expert " Instellingen " Bijverwarmingsgenerator " Interne pomp".
Drinkwaterverwarming
Optioneel de functie "Drinkwaterverwarming" activeren of deactiveren. Activeer de drinkwaterverwarming als
drinkwater voor het wassen of douchen moet worden verwarmd. Bij activering van deze functie worden ver-
volgens de bijbehorende parameters opgevraagd. Neem de gegevens in het display in het acht.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Drinkwaterverwarming
Geactiveerd
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
Reservoir streeftemperatuur
Gewenste temperatuur voor tapwater.
Bij een opbrengst door zonne-energie kan het reservoir aanzienlijk warmer worden. De max. temperatuur bij
opladen door zonne-energie kan onder Instellingen/Zonne-energie/Reservoir worden gewijzigd.
In principe moet om rendementsredenen de streeftemperatuur, indien mogelijk, zo laag mogelijk worden
gekozen. Als de ter beschikking staande warmwaterhoeveelheid niet voldoende is, moet de waarde worden
verhoogd. Hierbij moet rekening worden gehouden met de maximale temperatuur van de warmtepomp.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Reservoir streeftemp. 40 °C - 65 °C Fabrieksadvies 45 °C
REMKO Smart-Control Touch
86
Warmwatercirculatie
Als in het gebouw een warmwater-circulatiepomp aanwezig is die over de regelaar energiebesparend moet
worden aangestuurd, moet deze functie worden geactiveerd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Warmwater-circulatie
Gedeactiveerd
Naar behoefte
Geactiveerd
Circulatietype
(afhankelijk van de gebruikte sensor)
Puls-circulatie: (uitsluitend in combinatie met het REMKO Pulsgever)
W
ord door een korte aftap op de stromingsschakelaar een puls geconstateerd, registreert de regelaar dit en
wordt de circulatiepomp gestart. De circulatie functioneert uitsluitend naar behoefte.
Temperatuurgerichte circulatie: (uitsluitend in combinatie met de REMKO S05-voeler)
De temperatuurgerichte circulatie houdt de warmwatertemperatuur op de ingestelde streeftemperatuur.
Selecteer het circulatietype.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Circulatietype
Puls-circulatie
Naar behoefte
Temperatuurgerichte circulatie
Circulatie ingestelde temperatuur - temperatuurgerichte circulatie
De gewenste streeftemperatuur voor de temperatuurgerichte circulatie.
Deze moet ten minste 5 °C onder de streeftemperatuur voor het warmwaterreservoir worden ingesteld of om
rendementsredenen nog lager
.
Sel deze dan op de gewenste temperatuur in.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Temperatuurgerichte circulatie 25 °C - 65 °C 35 °C
Pulsgerichte circulatie - looptijd van de circulatie
Inschakeltijd van de circulatiepomp overeenkomstig de tappuls.
Bij een zeer korte circulatieleiding is evt. een kortere looptijd voldoende. Als de tijd niet voldoende is om
warm water naar een afgelegen tapstation te pompen, moet de looptijd worden verlengd.
Selecteer dan de gewenste temperatuur
.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Pulsgerichte circulatie - looptijd
van de circulatie
1 min. - 15 min. 5 min.
87
Pulsgerichte circulatie - blokkering tegen herinschakeling
Na de looptijd van de circulatiepomp is het opnieuw starten van de pomp tijdens de blokkering tegen herin-
schakelen niet mogelijk. Dit voorkomt een onnodig permanent bedrijf van de pomp bij voortdurende aftap-
pingen. Koelt het warmwater tijdens de blokkering tegen herinschakelen te veel af, moet de tijd worden ver-
kort.
Selecteer de gewenste t.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Pulsgerichte circulatie -
blokkering tegen herinschakeling
1 min. - 15 min. 5 min.
Ongemengd circuit
Optioneel de functie "Ongemengd circuit" activeren of deactiveren.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Ongemengd circuit
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Bedrijfsmodus
Selecteer de bedrijfsmodus van het ongemengde circuit.
V
erwarmingscircuitmodus instellen
Hier kunt u tussen de verschillende verwarmingscircuitmodi selecteren. U kunt kiezen uit een regeling
conform het ingestelde "Verwarmingscurve" en een "vaste waarde regeling".
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Bedrijfsmodus ongemengd circuit
Verwarmen
Naar behoefteKoelen
Verwarmen en koelen
Na het activeren van het ongemengde verwarmingscircuit volgt de vrijgave van het 1e
gemengde verwarmingscircuit en na activering van het 1e gemengde verwarmingscircuit
volgt de vrijgave van het 2e gemengde verwarmingscircuit.
De beschrijvingen van het 1e en 2e gemengde verwarmingscircuit zijn gelijk als het onge-
mengde verwarmingscircuit.
De gemengde verwarmingscircuits hebben telkens een voor- en retourvoeler! Deze voelers zijn in de leve-
ringsomvang van de gemengde REMKO-verwarmingscircuitgroepen opgenomen.
REMKO Smart-Control Touch
88
Systeemscheiding vloerverwarming
Activeer deze als het gemengd verwarmingscircuit is gescheiden door een warmtewisselaar.
Bij activering van de systeemscheiding volgt een stijging van de ingestelde temperatuur
.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Systeemscheiding FBH
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Verhoging streefwaarde
Na activeren van de systeemscheiding kan een streefwaardeverhoging voor compensatie van de warmtever-
liezen door een warmtewisselaar worden geselecteerd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Ingestelde waarde-temperatuur 0 - 10 5,0 K
Instellen van de tijdconstante van het gebouw
Met de tijdconstante van het gebouw voert u de capaciteit van het warmtereservoir van het gebouw in. De
tijdconstante van het gebouw is afhankelijk van de soort gebouw (zie tabel). De invoer is ook afhankelijk van
de individuele temperatuurervaring daarom staan in de tabel uitsluitend richtwaarden.
Aanbevolen worden:
Soort
gebouw
Capaciteit warmtereservoir
Aanbevolen
waarde
Licht Geringe capaciteit warmwaterreservoir, bijv. prefab-huis, houtskeletbouw ca. 10 uur
Middel Gemiddelde capaciteit warmtereservoir, bijv. huis van holle bakstenen ca. 20 uur
Zwaar Hoge capaciteit warmtereservoir, bijv. huis van bakstenen ca. 30 uur
Zeer zwaar
Zeer hoge capaciteit warmtereservoir, bijv. buiten- en binnenwanden > 30
cm
ca. 60 uur
Passief Zwaar geïsoleerd, bijv. passief huis ca. 100 uur
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Tijdconstante gebouw 0 - 100 uur
Afhankelijk van uitvoering! - 10
uur
89
Instellen van de norm-verwarmingslast
De norm-verwarmingslast wordt berekend door de specifieke verwarmingslast te vermenigvuldigen met het
verwarmbare woonoppervlak. Bereken de norm-verwarmingslast aan de hand van de volgende tabel.
Deze methode is slechts geschat en moet op de door de technicien bepaalde waarde worden ingesteld.
Benodigde capaciteit gebouw
Bouwjaar Specifieke verwarmingslast
T/m 1970, niet geïsoleerd
120... 180 W/m
2
1977 tot 1984
70... 100 W/m
2
1985 tot 1995
50... 70 W/m
2
Nieuwbouw, EnEv
40... 50 W/m
2
Nieuwbouw, KfW 40/60
20... 30 W/m
2
Passief huis
10... W/m
2
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Norm-verwarmingslast 0 - 50 kW
Afhankelijk van het gedetecteerde
apparaat (buitenunit)
Zonne-energie-installatie
Deactiveren wanneer er geen zonne-energie-installatie beschikbaar is. Deze kan op een later tijdstip weer
worden geactiveerd.
Activeren als er een zonne-energie-installatie beschikbaar is.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Zonne-energie-installatie
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Keuze van het pompsysteem
Selecteer het pompsysteem voor de toerentalregeling. De toerentalregeling is beschikbaar voor een zonne-
energiecircuit met asynchroonpomp (aansturing via A01 met "assenpakket"), evenals voor een of twee
zonne-energiecircuits met hoge rendementspomp (aansturing via A01 met "PWM").
W
e adviseren de activering van een EC-pomp. De zonne-energiepomp past zich automatisch aan de capaci-
teit van de zonne-energie aan. Als het temperatuurverschil stijgt op basis van een hogere capaciteit van de
zonne-energie, wordt het toerental van de zonne-energiepomp verhoogd. (Effect: hoger rendement van de
zonne-energie-installatie evenals geringer stroomverbruik van de zonne-energiepomp).
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Pomptype (zonne-energiecircuit)
Asynchroonpomp
EC-pomp
Keuze na geïnstalleerde pomp-
type in het zonne-energiecircuit
REMKO Smart-Control Touch
90
Toerentalregeling zonne-energie
Activeer de toerentalregeling zonne-energie als de zonne-energiepomp overeenkomstig de capaciteit van de
zonne-energie moet moduleren.
Activeren van de toerentalregeling voor de pomp in het zonne-energiecircuit. De pomp kan om rendements-
redenen naar behoefte worden aangestuurd: bij hoge instraling van de zonne-energie wordt ze gebruikt met
een hoog toerental.
De toerentalregeling moet worden gedeactiveerd als een pomp wordt gebruikt die niet hiervoor geschikt is.
(Advies: toerentalgeregelde pomp).
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Toerentalregeling zonne-energie
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Toerentalregeling asynchroon
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Toerentalregeling asynchroon
Aan
Uit
Uit
Zonne-energie warmtehoeveelhedenteller - volumestroomsensor
De warmtehoeveelheid van de opbrengsten van de zonne-energie wordt permanent geregistreerd en kan
worden opgeroepen als dag- en somwaarde.
Als er geen volumestroomsensor beschikbaar is, kan een handmatige volumestroom worden geselecteerd.
De warmtehoeveelheidregistratie kan naar wens ook worden gedeactiveerd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Zonne-energie WMZ
Gedeactiveerd
Instelling conform geïnstal-
leerde WMZ
Handmatige volumestroom
Volumestroomsensor
91
Instelling van de pulsratio van de volumestroomsensor voor zonne-energie
De pulsratio moet alleen worden gewijzigd als de pulsratio moet worden aangepast aan het systeem ter
plaatse.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Pulsratio volumestroom
(indien actief)
0 - 10 ml/puls 5,7 ml/puls
Handmatige volumestroom
Als er geen volumestroomsensor in het zonne-energiestation beschikbaar is, kan handmatige volumestroom
worden geselecteerd. De warmtehoeveelheidregistratie kan naar wens ook worden gedeactiveerd.
Gegevens van de volumestroom voor de berekening van warmtehoeveelheid van de zonne-energie.
De waarde kan bij een draaiende zonne-energiepomp op de doorstroommeter worden afgelezen.
Stel dan de waarde in.
Advies:
Aanpassen van de volumestroom op de bouwkundige hydrauliek
Ingestelde temperatuur van het reservoir bij zonne-energielading
Bij het bereiken van de streeftemperatuur van de zonne-energie wordt de zonne-energiecircuitpomp uitge-
schakeld. Bij geactiveerde collectorkoelfunctie kan de temperatuur van het reservoir verder stijgen, tot aan
de ingestelde max. temperatuur
.
De streeftemperatuur van de zonne-energie moet worden verlaagd als de warmwatertemperatuur regelmatig
te hoog is of als er geen thermostatische mengklep is geïnstalleerd. Gelijktijdig moet dan bij geactiveerde
collectorkoelfunctie de max. temperatuur van het reservoir worden verlaagd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Ingestelde temperatuur zonne-
energie
5 °C - 95 °C 85 °C
De Bedrijf REMKO adviseert om bij warmwaterbereiding op zonne-energie een tampwatermenger te instal-
leren.
WAARSCHUWING!
V
oor een afdoende verbrandingsbeveiliging moeten ter plaatse maatregelen worden getroffen!
REMKO Smart-Control Touch
92
Warmtedragermedium
Select. gevulde zonne-energievloeistof voor de berekening van de warmtehoeveelheid van zon.-energ.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Warmtedragermedium
Water
TYFOCOR-L
DOWCAL 10
DOWCAL 20
TYFCOR
TYFOCOR-L
TYFOCOR-LS
ANTIFROGEN-N
ANTIFROGEN-SOL
Temper-10
Temper-15
Temper-20
Temper-30
Temper-40
Temper-55
GLYTHERMIN P44
Meting van de reservoirtemperatuur via de S 09-voeler
Als met een beschikbare opbrengst van zonne-energie eventueel moet worden verwarmd, moet deze para-
meter worden geactiveerd.
Als een andere warmtegenerator hydraulisch met het systeem is verbonden, bijv
. bij open haard met verwar-
mingsleidingen, moet deze parameter worden geactiveerd en de S 09-voeler zijn geïnstalleerd.
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Meting van de reservoirenergie
Combi-reservoir
Gedeactiveerd
Verwarmingsreservoir
Nadat laatste param. van de inb.ass. zijn ingevoerd, schakelt het displayscherm naar de basisweergave.
93
4.4 Hygiënefunctie /
legionellaschakeling
U heeft de mogelijkheid om een hygiënefunctie te
activeren.
Deze hygiëne-/legionellafunctie kan statisch, maar
altijd op dezelfde weekdag op de ingestelde tijd
worden geactiveerd.
U kunt echter ook een dynamische hygiënefunctie
activeren die u richt op behoefte en reservoir-
grootte.
V
oorwaarde voor de dynamische hygiënefunctie is
dat een REMKO debietsensor is geïnstalleerd. De
dynamische hygiënefunctie kan afzonderlijk op de
gebruiker en de geïnstalleerde reservoirgrootte
worden aangepast. Om deze functie te activeren,
moet de hygiënefunctie in expertniveau worden
vrijgeschakeld. Hiertoe het expertniveau met het
wachtwoord "0321" activeren en de volgende para-
meter selecteren:
n Instellingen
n Basisinstellingen
n Systeemconfiguratie
n Hygiënefunctie
Hier kunt u tussen de dynamische en statische
functie selecteren. Na het selecteren van de
functie is de hygiënefunctie vrijgegeven en kan op
het niveau "Instellingen" onder het punt "W
arm-
water" worden aangepast. Hieronder vindt u de
beschrijving voor het activeren en instellen.
Activering en programmering van de debiet-
sensor in de Smart-Control regeling
Het activeren van de hygiënefunctie kan uitsluitend
op expertniveau plaatsvinden.
Afb. 55: Expertniveau selecteren
Om in expertniveaus te komen, moet u het wacht-
woord "0321" invoeren met behulp van de schuif-
regelaar
. Het bevestigen van het wachtwoord is
niet noodzakelijk. Het expertniveau wordt na korte
tijd vrijgegeven.
Na het invoeren van het wachtwoord is het expert-
niveau vrijgegeven
REMKO Smart-Control Touch
94
De parameters voor de activering van de debiet-
sensor vindt u in de volgende punten.
De hygiënefunctie is af fabriek niet actief. Om deze
functie in te stellen, moeten de volgende parame-
ters worden vrijgegeven:
Selecteer in het expertniveau de parameter "Instel-
lingen".
Selecteer in het niveau "Instellingen" de parameter
"Basisinstellingen".
95
De hygiënefunctie vindt u op parameterniveau
"Systeemconfiguratie".
In het display verschijnt de hygiënefunctie. De
bedrijfsmodus “statisch” is zonder debietsensor
mogelijk. Hierbij wordt de hygiënefunctie uitslui-
tend na een tijdprogramma geactiveerd. Hierbij
volgt de hygiënefunctie "statisch" volgens de gese-
lecteerde parameters. Hiertoe de dag en de tijd
alsook de gewenste temperatuur instellen.
Voor de dynamische hygiënefunctie selecteert u de
functie "Dynamisch".
Na activering verlaat u het niveau door meerdere
keren de pijl linksboven in te drukken tot u weer in
de parameter "Instellingen" bent.
REMKO Smart-Control Touch
96
Instelling van de parameter betreffende de
hygiënefunctie
In het Expert-niveau in het menuoptie "Instellingen"
worden de voor de functie van de debietsensor
relevante parameters geactiveerd.
De hygiënefunctie kan uitsluitend met actieve extra
warmtegenerator zoals bijv
. met een REMKO
Smart-Serv bijverwarming worden uitgevoerd.
In het parameterniveau "Instellingen" vindt u de
instellingsparameters voor de hygiënefunctie in het
submenu "W
armwater".
97
In het niveau "Warmwater" vindt u de parameters
die voor de hygiënefunctie relevant zijn.
Als eerste verschijnt de parameter voor de instel-
ling van de gewenste legionella temperatuur
. Stel
deze dan op de gewenste temperatuur in.
REMKO Smart-Control Touch
98
Als volgende parameter stelt u de "Controletijd" in.
De hygiënefunctie is pas actief als de reservoirin-
houd van het warmwaterreservoir na (zoals in de
afbeelding weergegeven) 72 uur niet is omgezet.
De testtijd kan hier na wens worden verkort.
V
oorbeeld:
Als het watervolume van het SQW reservoir na 72
uur (drie dagen) niet is gebruikt, wordt de hygiëne-
functie geactiveerd. Als het volume binnen 72 uur
ten minste één keer is gebruikt, wordt de hygiëne-
functie niet geactiveerd.
Stel vervolgens de parameter "Reservoirvolume"
in.
Bij de REMKO 300 l warmwaterreservoir is een wij-
ziging van deze parameter niet nodig. V
oor de
SQW met 200 l reservoir wijzigt u de instelling op
200 l.
99
Na een succesvolle instelling komt u in de vol-
gende parameter "Pulswaarde".
Deze parameters moet u afhankelijk van de geïn-
stalleerde debietsensor DN15/ DN25 overeenkom-
stig aanpassen.
Bij de debietsensor DN15 is de pulswaarde 3,1 ml/
puls en bij de debietsensor DN25 is de pulswaarde
12,4 ml/puls
Afb. 56: Voorbeeld debietsensor DN15
Afb. 57: Voorbeeld debietsensor DN25
REMKO Smart-Control Touch
100
Na een succesvolle instelling komt u in de vol-
gende parameter "Max. duur tot annuleren".
Na het verstrijken van de hier ingestelde tijd, wordt
de hygiënefunctie onderbroken voorzover deze
niet tijdens het normale bedrijf is uitgeschakeld.
Als de hygiënefunctie niet wordt uitgevoerd, omdat
er niet voldoende temperatuur ter beschikking
staat, wordt deze functie gedeactiveerd als de hier
ingestelde tijd is verstreken. Als dit het geval is,
wordt een waarschuwing (ID 8227) in de regelaar
weergegeven. De warmtepomp gaat na een annu-
lering weer normaal in bedrijf.
Na een succesvolle instelling komt u in de vol-
gende parameter "Instelling van de circulatie-
pomp".
Als een circulatiepomp in het systeem ter plaatse
is geïnstalleerd, moet deze bij de activering van de
hygiënefunctie in bedrijf zijn. Als de circulatiepomp
op de I/O-module (klem A04)
van de warmtepomp
is geïnstalleerd, wordt deze via de functie Circula-
tiepomp geactiveerd.
101
Na een succesvolle instelling komt u in de vol-
gende parameter "2e warmtegenerator".
Als de tweede warmtegenerator op dit niveau is
gedeactiveerd, volgt een vrijgave afhankelijk van
het ingestelde bivalentiepunt na vrijgave van de
hygiënefunctie. Als het ingestelde bivalentiepunt
voor warmwater niet is onderschreden, volgt zo
nodig de vrijgave van de tweede warmtegenerator
.
Als het ingestelde bivalentiepunt voor warmwater
is onderschreden, volgt de vrijgave direct na aan-
vragen van de hygiënefunctie. Het voor uw instal-
latie doorslaggevende bivalentiepunt vindt u in de
Touch handleiding van de Smart-Control regelaar
in expertniveau onder "Instellingen/Warmtepomp".
Als de tweede warmtegenerator op dit niveau is
geactiveerd, volgt een vrijgave van de tweede
warmtegenerator direct met het aanvragen van de
hygiënefunctie.
Bij bivalente installaties (wandverwarmingsappa-
raat/olie-/gasketel) volgt de hygiënefunctie vervol-
gens uitsluitend via de tweede warmtegenerator.
Na een succesvolle instelling van de hierboven
beschreven parameter is de activering van de
hygiënefunctie afgerond. Om terug te keren naar
de basisweergave, verlaat u de parameterniveaus
via de pijl linksboven of door het aanraken van het
symbool "Basisweergave".
4.5 Verwarmings- en koelcircuit
activeren, voorbeelden
Voorbeeld activering van een verwarmingscirc.
1. Achteraf vrijgeven van een verwarmingscircuit.
Afb. 58: Verwarmingscircuit activeren
Het activeren van overige verwarmingscircuits is
uitsluitend mogelijk in expertniveau. Hiertoe het
expertniveau met het wachtwoord "0321" activeren
en de volgende parameter selecteren:
Instellingen " Basisinst. " Systeemconfiguratie
Op het niveau "Systeemconfiguratie" moet het
benodigde verwarmingscircuit van "gedeactiveerd
op" worden ingesteld op "geactiveerd". Na een
succesvolle activering wordt het circuit vrijgegeven
en kan op het niveau "Gebruiker" alsook op het
niveau "Expert" de uitvoering van het aangesloten
verwarmingscircuit worden ingesteld. Hiertoe, moet
zoals in "Bedrijfsmodus verwarmen/koelen
instellen" beschreven, de wijzigingen worden aan-
gebracht met de grijze schuifregelaars.
De REMKO Smart-Control Touch-regelaar kan
max. een ongemengde en twee gemengde
verwarmingscircuits aansturen!
REMKO Smart-Control Touch
102
Voorbeeld activering van een koelfunctie
Bedrijfsmodus van een verwarmings-/koelcircuit
wijzigen.
Afb. 59: Koelcircuit activeren
De bedrijfsmodus
n V
erwarmen
n Koelen
n Verwarmen/koelen
kan in de betreffende geactiveerde verwarmings-
circuits onder de parameter "Bedrijfsmodus" te
allen tijde worden gewijzigd.
103
5 Voorbeeld hydraulische schema's
met installatieparameters
AANWIJZING!
De onderstaande voorbeeld hydraulica zijn uitsluitend bedoeld als hulpmiddel en vervangen geen monta-
getekeningen! T
echnische wijzigingen voorbehouden!
De uitvoering alsook de planning van de bouwkundige hydraulica moeten worden uitgevoerd door een
deskundig technicien!
Wij adviseren om installatiespecifieke parameters, zoals verwarmingsgrenzen en bivalentepunten, aan te
passen aan de uitvoeringsgegevens!
Andere hydraulische voorbeelden kunt u vinden op "www.remko.de"
Hydraulisch schema voor de warmtepomp SQW
-pakket Köln
Configuratie: Circuit ongemengd, circuit 1 gemengd, circuit 2 gemengd, circuit 3 gemengd.
Bedrijfsmodus: mono-energetisch.
Functie: verwarmen of koelen.
Dit hydraulisch schema dient uitsluitend als ontwerphulp,
de hydrauliek in het gebouw moet door de installateur worden gepland en ontworpen!
Pufferspeicher
S 06
S 16
S 15
S 14
S 13
S 12
S 11
S 10
S 09
HK 1 gemischt HK 2 gemischt
HK ungemischt
HK 3 gemischt
Außenfühler
HGU HGM HGM HGM
MPS
Smart-Control
REMKO SQW Wärmepumpe
S07
A
B
C
D
21 3 4
Afb. 60: Voorbeeld hydraulisch schema
A: Warmtepomp SQW
B: Reservoir
C: Smart-Control
D: Buitenvoeler
1: Ongemengd circuit
2: Gemengd circuit 1
3: Gemengd circuit 2
4: Gemengd circuit 3
REMKO Smart-Control Touch
104
Basisinstellingen voor het SQW-pakket Köln
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Activering warmtepomp Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Hulpverwarmingsgenerator Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Drinkwaterverwarming Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Reservoir streeftemperatuur "40 °C - 65 °C" 45 °C
Warmwater-circulatie Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Circulatietype Puls Gedeactiveerd
Ongemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 35 °C" 30 °C
Norm-voorlooptemperatuur "40 °C - 90 °C" 55 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
1.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
2.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
3.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
Verhoging streefwaarde 0 - 10 k 5 k
Afzonderlijk koelreservoir Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Tijdconstante gebouw 0 h - 100 h 10 h
De parameters moeten volgens de voorschriften ter plaatse worden aangepast!
105
Hydraulisch schema voor de warmtepomp SQW-pakket München cascade
Configuratie: Circuit ongemengd, circuit 1 gemengd, circuit 2 gemengd, circuit 3 gemengd, schoonwatersta-
tion.
Bedrijfsmodus: bivalent.
Functie: verwarming/warm water/koeling.
Dit hydraulisch schema dient uitsluitend als ontwerphulp,
de hydrauliek in het gebouw moet door de installateur worden gepland en ontworpen!
M
Pufferspeicher
A
B
AB
S 16
S 15
S 14
S 13
S 12
S 11
S 10
S 09
HK 1 gemischt HK 2 gemischt
HK ungemischt
HK 3 gemischt
S04
S07
S03
S 06
Außenfühler
EFS EFS
KaltwasserWarmwasser
RES
Zirkulation
MPS Speicher
MPS Speicher
HGU HGM HGM HGM
Smart-Control
HGU
Kessel/
Wandheizgerät
FRIWA / FRIWA /
REMKO SQW Wärmepumpe
A
B
D
2 53 4
MPS
B
MPS
C
1
76
Afb. 61: Voorbeeld hydraulisch schema
A: Warmtepomp SQW
B: Reservoir
C: Smart-Control
D: Buitenvoeler
1: Ketel/wandverwarmingsapparaat
2: Ongemengd circuit
3: Gemengd circuit 1
4: Gemengd circuit 2
5: Gemengd circuit 3
6: Warmwater
7: Koudwater
REMKO Smart-Control Touch
106
Basisinstellingen voor het SQW-pakket München cascade
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Activering warmtepomp Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Hulpverwarmingsgenerator Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Drinkwaterverwarming Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Reservoir streeftemperatuur "40 °C - 65 °C" 45 °C
Warmwater-circulatie Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Circulatietype Puls Gedeactiveerd
Ongemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 35 °C" 30 °C
Norm-voorlooptemperatuur "40 °C - 90 °C" 55 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
1.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
2.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
3.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
Verhoging streefwaarde 0 - 10 k 5 k
Afzonderlijk koelreservoir Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Tijdconstante gebouw 0 h - 100 h 10 h
De parameters moeten volgens de voorschriften ter plaatse worden aangepast!
107
Hydraulisch schema voor de warmtepomp SQW-pakket Köln
Configuratie: Circuit ongemengd, verswaterstation.
Bedrijfsmodus: bivalent kan echter ook mono-energetisch plaatsvinden!
Functie: verwarming.
Dit hydraulisch schema dient uitsluitend als ontwerphulp,
de hydrauliek in het gebouw moet door de installateur worden gepland en ontworpen!
S 06
Pufferspeicher
S07
HK ungemischt
HK ungemischt
HK ungemischt
Außenfühler
Kaltwasser
Zapfstelle
Kaltwasser
Zapfstelle
Kaltwasser
Zapfstelle
Smart-Control
REMKO RWS
REMKO RWS
REMKO RWS
MPS Speicher
HGU HGU
Kessel/
Wandheizgerät
REMKO SQW Wärmepumpe
A
B
D
2 3 4
MPS
C
1
2 3 4
2 3 4
Afb. 62: Voorbeeld hydraulisch schema
A: Warmtepomp SQW
B: Reservoir
C: Smart-Control
D: Buitenvoeler
1: Ketel/wandverwarmingsapparaat
2: Koudwater
3: Tappunt
4: Ongemengd circuit
REMKO Smart-Control Touch
108
Basisinstellingen voor het SQW-pakket Köln
Menuoptie Parameter Fabrieksinstelling
Activering warmtepomp Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Hulpverwarmingsgenerator Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Drinkwaterverwarming Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Reservoir streeftemperatuur "40 °C - 65 °C" 45 °C
Warmwater-circulatie Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Circulatietype Puls Gedeactiveerd
Ongemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 35 °C" 30 °C
Norm-voorlooptemperatuur "40 °C - 90 °C" 55 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
1.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
2.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
3.Gemengd circuit Geactiveerd/gedeactiveerd Geactiveerd
Verwarmingscircuitmodus Verwarmingscurve Geactiveerd
Voetpunt verwarmingscurve "15 °C - 25 °C" 20 °C
Norm-voorlooptemperatuur "28 °C - 90 °C" 35 °C
Norm-buitentemperatuur "0 °C - 20 °C" 20 °C
Verhoging streefwaarde 0 - 10 k 5 k
Afzonderlijk koelreservoir Geactiveerd/gedeactiveerd Gedeactiveerd
Tijdconstante gebouw 0 h - 100 h 10 h
De parameters moeten volgens de voorschriften ter plaatse worden aangepast!
109
6 Storingsmeldingen op de Smart Control
Bedrijfsmeldingen, waarschuwingen en storingsmeldingen op Smart Control
Bedrijfsmeldingen
ID Beschrijving Aand. Details
ID6008 Spersignaal S40 De warmtepomp is geblokkeerd door een spersignaal
ID6108
Toevallige vertraging na
stroomuitval
Toevallige vertraging na stroomuitval (tot max. 200
seconden na terugkeer van de spanning) - het doel van de
toevallige vertraging is de netbelasting door veel tegelijk
inschakelende verbruikers te voorkomen
Fout
ID Beschrijving Aand. Details
ID7101
Kortsluiting - voeler buffer-
reservoir koelen
S08 Kortsluiting - voeler bufferreservoir koelen
ID7102
Open contact - voeler buf-
ferreservoir koelen
S08 Open contact - voeler bufferreservoir koelen
ID7104
Open contact - voeler
ongem. circuit voorloop-
temp.
S09 Open contact - voeler ongem. circuit voorlooptemp.
ID7105
Kortsluiting - voeler
ongem. circuit voorloop-
temp.
S09 Kortsluiting - voeler ongem. circuit voorlooptemp.
ID7106
Open contact - voeler
ongem. circuit retourtemp.
S10 Open contact - voeler ongem. circuit retourtemp.
ID7107
Kortsluiting - voeler
ongem. circuit retourtemp.
S10 Kortsluiting - voeler ongem. circuit retourtemp.
ID7109 Storing communicatie HP1 Storing communicatie - 1e Warmtepomp
ID7170 Storing communicatie HP2 Storing communicatie - 2e Warmtepomp
ID7202
Open contact - voeler buf-
ferreservoir
S07 Open contact - voeler bufferreservoir
ID7203
Kortsluiting - voeler buffer-
reservoir
S07 Kortsluiting - voeler bufferreservoir
ID7204
Open contact - reservoir 1
voeler boven
S03/
S04
Open contact - reservoir 1 voeler boven
ID7205
Kortsluiting - reservoir 1
voeler boven
S03/
S04
Kortsluiting - reservoir 1 voeler boven
ID7206
Open contact - buiten-
voeler
S06 Open contact - buitenvoeler
ID7207 Kortsluiting - buitenvoeler S06 Kortsluiting - buitenvoeler
ID7210
Open contact - voeler cir-
culatietemp.
S05 Open contact - voeler drinkwatercirculatietemperatuur
REMKO Smart-Control Touch
110
ID Beschrijving Aand. Details
ID7211
Kortsluiting - voeler circu-
latietemp.
S05 Kortsluiting - voeler drinkwatercirculatietemperatuur
ID7216 Storing warmtepomp HP1
Storing 1 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 1 worden afge-
lezen
ID7217 Storing warmtepomp HP2
Storing 2 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 2 worden afge-
lezen
ID7220 Storing warmtepomp HP3
Storing 3 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 3 worden afge-
lezen
ID7221 Storing warmtepomp HP4
Storing 4 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 4 worden afge-
lezen
ID7226 Storing warmtepomp HP5
Storing 5 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 5 worden afge-
lezen
ID7227 Storing warmtepomp HP6
Storing 6 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 6 worden afge-
lezen
ID7230 Storing warmtepomp HP7
Storing 7 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 7 worden afge-
lezen
ID7232 Storing warmtepomp HP8
Storing 8 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 8 worden afge-
lezen
ID7233 Storing warmtepomp HP9
Storing 9 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 9 worden afge-
lezen
ID7234 Storing warmtepomp HP10
Storing 10 Warmtepomp - de specifieke foutmelding kan op
het display van de warmtepomp met adres 10 worden afge-
lezen
ID7235 Storing communicatie HP3 Storing communicatie - 3e Warmtepomp
ID7236
Open contact - voeler
gem. circuit voorlooptemp.
S11 Open contact - voeler gemengd circuit voorlooptemperatuur
ID7237
Kortsluiting - voeler gem.
circuit voorlooptemp.
S11 Kortsluiting - voeler gemengd circuit voorlooptemperatuur
ID7238
Open contact - voeler
gem. circuit retourtemp.
S12 Open contact - voeler gemengd circuit retourtemperatuur
ID7239
Kortsluiting - voeler gem.
circuit retourtemp.
S12 Kortsluiting - voeler gemengd circuit retourtemperatuur
ID7240
Verbinding naar KNX-inter-
face
KNX Verbinding naar de KNX IP-interface verloren
ID7242 Storing communicatie HP4 Storing communicatie - 4e Warmtepomp
ID7243 Storing communicatie HP5 Storing communicatie - 5e Warmtepomp
ID7244 Storing communicatie HP6 Storing communicatie - 6e Warmtepomp
111
ID Beschrijving Aand. Details
ID7245 Tunnel bezet KNX
De tunnel met het in de regelaar ingestelde fysieke adres
(P
A van de SMT) is reeds door een ander KNXnet/IP-appa-
raat (bijv.: ETS PC) bezet of is niet beschikbaar op de inter-
face
ID7248
Interface wordt niet onder-
steund
KNX
Het KNXnet/IP Tunneling protocol wordt door de erkende
KNX interface niet ondersteund
ID7249
Onjuiste interface gedetec-
teerd
KNX
Het fysieke adres van de erkende KNXnet/IP interface komt
niet overeen met de parameterinstelling van de SMT
-rege-
laar
ID7276 Herstart noodzakelijk
Door het gewijzigde systeem (instelling / codeerweerstand)
is het herstarten van de regelaar noodzakelijk - ca. 10
seconden van de voedingsspanning scheiden
ID7277 Storing communicatie HP7 Storing communicatie - 7e Warmtepomp
ID7279 Storing communicatie HP8 Storing communicatie - 8e Warmtepomp
ID7280 Storing communicatie HP9 Storing communicatie - 9e Warmtepomp
ID7281 Storing communicatie HP10 Storing communicatie - 10e Warmtepomp
ID7286 Codeerfout Rc
Met de codeerweerstand op klem Rc kon geen eenduidige
apparaataanduiding worden toegewezen
ID7296
Open contact -
2e gem. circuit retourtemp.
S14 Open contact - 2e gem. circuit retourtemp.
ID7297
Kortsluiting -
2e gem. circuit retourtemp.
S14 Kortsluiting - 2e gem. circuit retourtemp.
ID7298
Open contact -
3e gem. circuit voorloop-
temp.
S15 Open contact - 3e gem. circuit voorlooptemp.
ID7299
Kortsluiting -
3e gem. circuit voorloop-
temp.
S15 Kortsluiting - 3e gem. circuit voorlooptemp.
ID7300
Open contact -
3e gem. circuit retourtemp.
S16 Open contact - 3e gem. circuit retourtemp.
ID7301
Kortsluiting -
3e gem. circuit retourtemp.
S16 Kortsluiting - 3e gem. circuit retourtemp.
ID7328
Open contact -
2e gem. circuit voorloop-
temp.
S13 Open contact - 2e gem. circuit voorlooptemp.
ID7329
Kortsluiting - 2e gem. cir-
cuit voorlooptemp.
S13 Kortsluiting - 2e gem. circuit voorlooptemp.
REMKO Smart-Control Touch
112
Waarschuwingen
ID Beschrijving Aand. Details
ID8107 Compressorstatus
Actieve bedrijfsmodus is veiligheidsbedrijf, omdat de com-
pressor actief is zonder vraag
ID8132 Vorstbeveiliging actief
De vorstbeveiligingsfunctie is momenteel actief - controleer
de ingestelde ruimteklimaatmodus
ID8139
Onderste toepassingsbe-
reik (verwarmen)
Het gegarandeerde toepassingsbereik van de buitenunit tij-
dens verwarmingsbedrijf is momenteel onderschreden
ID8140
Bovenste toepassingsbe-
reik (verwarmen)
Het gegarandeerde toepassingsbereik van de buitenunit tij-
dens verwarmingsbedrijf is momenteel overschreden
ID8141
Onderste toepassingsbe-
reik (koelen)
Het gegarandeerde toepassingsbereik van de buitenunit tij-
dens koelbedrijf is momenteel onderschreden
ID8142
Bovenste toepassingsbe-
reik (koelen)
Het gegarandeerde toepassingsbereik van de buitenunit tij-
dens koelbedrijf is momenteel overschreden
ID8223 SD-kaartfout (host)
SD-kaartfout (host): De SD-kaart is verkeerd geplaatst of er
is een fout opgetreden
ID8224 SD-kaartfout
SD-kaartfout (CP): De SD-kaart is verkeerd ingestoken of er
is een fout opgetreden
ID8225 Dauwpuntbewaking CP
De dauwpuntbewaking is geactiveerd, er is echter aan het
koelcircuit geen bedieningspaneel (CP) (met geïnt. vocht-
en temperatuursensor) voor het berekenen van het dauw-
punt toegewezen
ID8227
Hygiënefunctie:
Instelwaarde niet
bereikt
De hygiënefunctie is door de maximale looptijd voor het
bereiken van de gewenste temperatuur afgebroken
113
7 Montage en installatie
van de Smart Control
Touch-regelaar
AANWIJZING!
Gebruik het apparaat uitsluitend in droge
ruimtes en bescherm het tegen elektromagneti-
sche straling.
De Smart-Control Touch-afstandsbed. kan op een
wand worden gemonteerd, bijv
. in de woonkamer.
Montage op het oppervlak
Afb. 63: Montage op het oppervlak
Ga als volgt te werk om de Smart-Control Touch-
afstandsbediening op het oppervlak te monteren:
1. Bevestig de wandhouder direct op de wand
met schroeven en pluggen.
2. Breng de patchkabel (LAN-kabel) van de I/O-
module van de warmtepomp naar de wand-
houder aan. (Niet bij de levering inbegrepen).
3. V
oor de stroomvoorziening (+12V) van de
afstandsbediening dient u een tweeaderige
kabel van de I/O-module van de warmte-
pomp naar de wandhouder (klemmen +12V
B1 en GND A1) aan te brengen. (Niet bij de
levering inbegrepen).
4. Sluit de afstandsbediening aan op de kabels
in de daarvoor bestemde insteekplaatsen en
schroef de bodemplaat op de wandhouder
.
5. Plaats de afstandsbediening met de mag-
neten op de bodemplaat.
2
1
Afb. 64: Aansluitingen van de afstandsbediening
1: Aansluiting 12 V / aarde (GND)
2: Verbinding patchkabel (LAN-kabel)
70
150
60
80
Afb. 65: Constructie en afmetingen van de wand-
houder
(alle afmetingen in mm)
REMKO Smart-Control Touch
114
Inbouwmontage
Afb. 66: Inbouwmontage
Voor de inbouwmontage moet vooraf een dubbele
inbouwdoos worden geïnstalleerd en op een lege
buis met de juiste afmetingen worden aangesloten.
V
oer de montage en installatie van de afstandsbe-
diening uit zoals eerder beschreven in de para-
graaf "Montage op het oppervlak".
70
150
130
60
65
Afb. 67: Constructie en afmetingen van de wand-
houder
(alle afmetingen in mm)
115
Aansluiting van de afstandsbediening op de I/O-module met een LAN-kabel
N EP 42A 52A
Sensor Inputs
DNG 61S
DNG 51S
43A
N E
P 22A 32A
DNG R
DNG 41S
stuptuO eerF l
aitneto
P
33A
3B 3A
DNG 31S
TMS I/O
23
A
L N EP
`L N EP
`L N EP
N
EP `L 01A
N EP 1A 1 L`
N EP `L 21A
N EP `L 31A
N EP `L 41A
N EP 10A
N EP 20A
N EP 30A
N EP 40A
N EP 02A 12A
rewoP
stuptuO rotautcA
ylppuS rotautcA
s
tuptuO rotautc
A
stuptuO rotautcA
DNG V5+ 52S
DNG V5+ 62S
DNG V5+ 72S
DNG V5+ 82S
DNG V5+ 92S
Aktuator Signal
DNG 04A
DNG 14A
DNG 24A
DNG 34A
DNG 44A
DNG 54A
DNG 64A
DNG SSn KLC OM IM
0T1 0T1
0T2 0T2
2B 2A
1
B V21+ DNG 1
A
14S 04S DNG V5+ 02S
34S 24S DNG V5+ 12S
54S 44S DNG V5+ 22S
74S
64
S DNG V5+
32S
94S 84S DNG V5+ 42S
DNG 10S
DNG 20
S
Sen
sor
Inputs
DNG 30S
DNG 40S
DNG 5
0
S
DNG 60S
DNG 70S
DNG 80S
DNG 90S
DNG 01S
1S DNG 1
DNG 21S
03A 03A
13A
DS
Fuse
54 JR
Sensor
Inputs
Sensor
Inputs
Sensor Inputs
GND
12 V
WLAN
1
A
B
2
Afb. 68: Aansluiting op de I/O-module
A: Afstandsbediening
B: I/O-module
1: Ethernet-interface/patchkabel (LAN-kabel)
2: Stroomvoorziening: +12V, klem B1/A1
Voor de inbedrijfstelling en programmering van de REMKO Smart-Control Touch-regelaar verwijzen wij u
naar de afzonderlijke handleiding voor de afregeling.
REMKO Smart-Control Touch
116
Aansluiting van de afstandsbediening op de I/O-module via een WLAN-router
PE N 42A 52A
neS sor Inputs
61S GND
51S G
N
D
43A
PE N
22A 32A
R GND
41S GND
stuptuO eerF laitnetoP
33A
3B 3A
31S GND
SMT I/O
23A
PE L N
PE `L
N
PE `L N
PE N `L 01A
PE
N 1A 1 L`
PE N `L 21A
PE N `L 31A
PE N `L 41
A
PE N 10A
PE
N 20A
PE
N 30A
P
E N 40A
PE N 02A 12A
rewoP
s
tuptuO
rotautcA
ylppuS rotautcA
stuptuO rotautcA
stuptuO rotautcA
V5+ 52S GND
V5+ 62S GND
V5+ 72S GND
V5+
8
2
S GND
V5+ 92S GN
D
tkA
uator S gi nal
GND 04A
GND
14A
GND 24A
GND 34A
GND 44A
GND 54A
GND 64A
MI MO CLK nSS GND
0T1 0T1
0T2 0T2
2B
2A
1B V21+ 1A GND
V5+ 02S GND
14S 04S
V5+ 12S GND 34S 24S
V5+ 22S GND 54S 44S
V5+ 32S GND 74S 64S
V5+ 42S GND
94S 84S
10S GND
2
0S GND
Sensor Inputs
30S GND
40S GND
50S GND
60
S
GND
70S GND
80S G
N
D
90S GND
01S GND
1S 1 GND
21S GND
03A
03A
13A
SD
Fuse
RJ 45
Sensor
Inputs
Sensor
Inputs
neS sor Input
s
GND
12 V
WLAN
B
A
C
1
2
Afb. 69: Aansluiting op de I/O-module
A: Afstandsbediening
B: WLAN-router van de klant
C: I/O-module
1: Ethernet-interface/patchkabel (LAN-kabel)
2: Stroomvoorziening: +12V, klem B1/A1
De stroomvoorziening (+12V) van de afstands-
bediening moet door de klant worden voorzien
van een externe netaansluiting. Let hiervoor op
de technische gegevens bij de aansluiting.
De instelling en installatie van de WLAN-functie
vindt u in de bijbehorende bedieningshandlei-
ding van de Smart-Control T
ouch-regelaar.
Voor de inbedrijfstelling en programmering van
de REMKO Smart-Control T
ouch-regelaar ver-
wijzen wij u naar de afzonderlijke handleiding
voor de afregeling.
117
8 Technische gegevens
Serie Smart-Control Touch
Werking Afstandsbediening
Stroomvoorziening V +12 V DC
Beschermingsklasse IP 30
Stroomverbruik mW < 100
Leidinglengte, max. m 15
Aanbevolen leiding
mm
2
2 x 0,5
Afmetingen
Hoogte mm 150
Breedte mm 80
Diepte mm 35
Omgeving
Omgevingstemperatuur °C 0-70
Luchtvochtigheid % rH 0-95 (relatief) niet-condenserend
Afstandsbediening AGV-nr. 248104
WLAN-stick AGV-nr. 1121589
Technische wijzigingen, door technische doorontwikkeling, blijven ons voorbehouden.
REMKO Smart-Control Touch
118
9 Index
A
Activering van de debietsensor in de Smart-
Control ............................... 94
Activering van een koelfunctie, voorbeeld .... 103
Activering van een verwarmingscircuit, voor-
beeld ................................102
Afvoeren van de apparaten en componenten ... 6
Afvoeren van de verpakking ................6
B
Bediening
Expertniveau ........................ 83
Gebruikersniveau .................. 15, 52
Bedieningselementen, overzicht ............. 7
D
Debietsensor
Activeren in de Smart-Control ........... 94
Programmeren in de Smart-Control ....... 95
V
rijgeven in de Smart-Control ........... 95
E
Expertmodus, keuze ...................... 7
Experts - instellen
Asynchrone toerentalregeling ............91
Bedrijfsmodus ....................... 88
Blokkering tegen herinschakeling .........88
Circulatietype ........................ 87
Datum ............................. 84
Drinkwaterverwarming ................. 86
Gebruikersinstellingen laden ............ 85
Handmatige volumestroom ............. 92
Ingestelde circulatietemperatuur ......... 87
Ingestelde temperatuur van het reservoir bij
zonne-energielading ...................92
Koelcircuitmodus vaste waarde regeling ... 34
Koelcurves .......................... 32
Land ...............................83
Landspecifieke instellingen ............. 83
Looptijd van de circulatie ............... 87
Meting van de reservoirtemperatuur via de
S 09-voeler ..........................93
Norm-verwarmingslast ................. 90
Ongemengd circuit ....................88
Ongemengd koelcircuitmodus ........... 31
Pompsysteem ....................... 90
Pulsgerichte circulatie ................. 87
Pulsratio van de volumestroomsensor voor
zonne-energie ....................... 92
Reservoir streeftemperatuur .............86
Systeemscheiding vloerverwarming ....... 89
Taal ............................... 84
Tellerstanden resetten ................. 85
Temperatuurgerichte circulatie ........... 87
Tijd ................................ 85
Tijdconstante gebouw ................. 89
Tijdzone voor de wintertijd .............. 84
Toerentalregeling zonne-energie ......... 91
Verhoging streefwaarde ................ 89
Verwarmingscircuitmodus vaste waarde
regeling ............................ 31
V
erwarmingscurves ................... 29
Volumestroomsensor .................. 91
Warmtedragermedium ................. 93
Warmtepomp activeren ................ 85
Warmwatercirculatie ...................87
Werking ............................ 86
Zonne-energie warmtehoeveelhedenteller .. 91
Zonne-energie-installatie ............... 90
Externe toegang ........................ 40
F
Functie display .......................... 7
G
Garantie ............................... 6
Gebruikersmodus, keuze .................. 7
H
Hygiënefunctie ......................... 94
I
Inbouwmontage ........................115
Instellen van de koelcurves ................ 32
Instellen van de verwarmingscurve .......... 29
Instellingen in Expert-modus
Asynchrone toerentalregeling ............91
Bedrijfsmodus ....................... 88
Blokkering tegen herinschakeling .........88
Circulatietype ........................ 87
Datum ............................. 84
Drinkwaterverwarming ................. 86
Gebruikersinstellingen laden ............ 85
Handmatige volumestroom ............. 92
Ingestelde circulatietemperatuur ......... 87
Ingestelde temperatuur van het reservoir bij
zonne-energielading ...................92
Koelcircuitmodus vaste waarde regeling ... 34
Koelcurves .......................... 32
Land ...............................83
Landspecifieke instellingen ............. 83
Looptijd van de circulatie ............... 87
Meting van de reservoirtemperatuur via de
S 09-voeler ..........................93
Norm-verwarmingslast ................. 90
Ongemengd circuit ....................88
Ongemengd koelcircuitmodus ........... 31
Pompsysteem ....................... 90
Pulsgerichte circulatie ................. 87
Pulsratio van de volumestroomsensor voor
zonne-energie ....................... 92
Reservoir streeftemperatuur .............86
Systeemscheiding vloerverwarming ....... 89
Taal ............................... 84
Tellerstanden resetten ................. 85
Temperatuurgerichte circulatie ........... 87
Tijd ................................ 85
Tijdconstante gebouw ................. 89
Tijdzone voor de wintertijd .............. 84
119
Toerentalregeling zonne-energie ......... 91
V
erhoging streefwaarde ................ 89
Verwarmingscircuitmodus vaste waarde
regeling ............................ 31
Verwarmingscurves ................... 29
Volumestroomsensor .................. 91
Warmtedragermedium ................. 93
Warmtepomp activeren ................ 85
Warmwatercirculatie ...................87
Werking ............................ 86
Zonne-energie warmtehoeveelhedenteller .. 91
Zonne-energie-installatie ............... 90
K
Koelcurves instellen ..................... 32
Koelfunctie activeren, voorbeeld ........... 103
L
Legionellafunctie ........................ 94
M
Menu
Hoofdmenu ......................... 19
Informatie 20, 21, 22, 23, 24, 54, 55, 56,
57, 58, 59, 60, 61, 62, 63
Instellingen 25, 26, 27, 28, 64, 65, 66, 67,
68, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76
Meldingen ...............28, 78, 79, 80, 82
Schoorsteenveger .................... 77
Milieubescherming ....................... 6
Montage ingebouwd .................... 115
Montage op het oppervlak ................ 114
N
Navigatie ...............................8
Netwerk programmeren ...................45
Noodverwarmingsbedrijf .................. 48
O
Omschakeling winter-/zomermodus ......... 36
Omschakeling zomer-/wintermodus ......... 36
Oppervlakmontage ..................... 114
P
Parameter bij de hygiënefunctie instellen ..... 97
Programmeren van de WLAN-functie ........ 40
Programmering van de debietsensor in de
Smart-Control .......................... 95
R
Recycling .............................. 6
Ruimtemontage .................... 114, 115
S
Storingzoeken
Meldingen op de Smart Control ......... 110
Systeemeisen .......................... 40
T
Technische gegevens ................... 118
Toepasselijk gebruik ...................... 6
V
Veiligheid
Algemene ............................4
Gevaren bij het niet-opvolgen van de veilig-
heidsvoorschriften ..................... 4
Kwalificaties van het personeel ........... 4
Markering van instructies ................ 4
Veiligheidsbewust werken ............... 5
Veiligheidsvoorschriften voor de exploitant ...5
Veiligheidsvoorschriften voor inspectiewerk-
zaamheden .......................... 5
Veiligheidsvoorschriften voor montage ......5
Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds ... 5
Zelfstandige ombouw .................. 5
Zelfstandige vervaardiging van reserveon-
derdelen ............................ 5
Verwarmingscircuit activeren, voorbeeld ..... 102
Verwarmingscurves instellen ...............29
Vrijgave van de debietsensor in de Smart-Con-
trol ...................................95
W
Wijzigen van parameter ....................8
Winter- naar zomermodus omschakelen ...... 36
WLAN-functie programmeren .............. 40
Z
Zomer- naar wintermodus omschakelen ...... 36
REMKO Smart-Control Touch
120
121
REMKO Smart-Control Touch
122
REMKO KWALITEIT MEET SYSTEEM
Air-Conditioning | Warmte | Nieuwe energievormen
+49 (0) 5232 606-0
+49 (0) 5232 606-260
E-mail info@remko.de
Internet www.remko.de
REMKO GmbH & Co. KG
Klima- und Wärmetechnik
Im Seelenkamp 12
32791 Lage
Hotline Nationaal
+49 (0) 5232 606-0
Hotline Internationaal
+49 (0) 5232 606-130
Telefoon
Fax
Technische wijzigingen voorbehouden, gegevens onder voorbehoud!
23

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw REMKO Smart-Control-Touch SQW bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van REMKO Smart-Control-Touch SQW in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,45 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van REMKO Smart-Control-Touch SQW

REMKO Smart-Control-Touch SQW Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 80 pagina's

REMKO Smart-Control-Touch SQW Gebruiksaanwijzing - English - 120 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info