587929
13
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/52
Pagina verder
Montage- en gebruikershandleiding
Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding
lezen!
REMKO RBW - Gebruikswaterwarmtepomp
RBW 300 PV / RBW 300 PV-S
Handleiding voor de vakman
0075-2015-06 Versie 2, nl_NL
Montage- en gebruikershandleiding (vertaling van het origi-
neel)
Vóór het in bedrijf nemen / gebruik van dit apparaat deze
installatiehandleiding zorgvuldig lezen!!
Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat en dient
steeds in directe nabijheid van de opstellocatie resp. bij het
apparaat bewaard te worden.
Wijzigingen voorbehouden; we aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor drukfouten en vergissingen!
Inhoudsopgave
1 Veiligheids- en gebruiksinstructies..................................................................................................... 4
1.1 Algemene veiligheidsvoorschriften.................................................................................................. 4
1.2 Markering van instructies................................................................................................................ 4
1.3 Kwalificaties van het personeel....................................................................................................... 4
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen van de veiligheidsvoorschriften....................................................... 4
1.5 Veiligheidsbewust werken............................................................................................................... 5
1.6 Veiligheidsvoorschriften voor de exploitant..................................................................................... 5
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor montage-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden..................... 5
1.8 Zelfstandige ombouw en veranderingen......................................................................................... 5
1.9 Toepasselijk gebruik....................................................................................................................... 6
1.10 Garantie........................................................................................................................................ 6
1.11 Transport en verpakking .............................................................................................................. 6
1.12 Milieubescherming en recycling.................................................................................................... 6
2 Technische gegevens........................................................................................................................... 7
2.1 productgegevens ............................................................................................................................ 7
2.2 Apparaatafmetingen en aanduidingen van de leidingaansluitingen................................................ 8
3 Opbouw en functie.............................................................................................................................. 10
3.1 Gebruikswaterwarmtepomp algemeen......................................................................................... 10
3.2 Productbeschrijving....................................................................................................................... 10
3.3 Corrosiebescherming.................................................................................................................... 11
4 Montage............................................................................................................................................... 11
4.1 Systeemopbouw............................................................................................................................ 11
4.2 Algemene montage-instructies...................................................................................................... 12
4.3 Opstelling...................................................................................................................................... 12
5 Installatie.............................................................................................................................................. 15
6
Hydraulische aansluiting.................................................................................................................... 17
7 Elektrische aansluiting....................................................................................................................... 20
7.1 Algemene instructies..................................................................................................................... 20
7.2 Aansluitingen vermogensprintplaat............................................................................................... 20
7.3 Elektrische schema's.................................................................................................................... 21
8 Inbedrijfstelling................................................................................................................................... 22
9 Besturingslogica................................................................................................................................. 22
10 Bediening............................................................................................................................................. 24
11 Reiniging en onderhoud..................................................................................................................... 42
12 Tijdelijk uit gebruik nemen................................................................................................................. 42
13 Verhelpen van storingen en klantenservice..................................................................................... 43
13.1 Verhelpen van storingen en klantenservice................................................................................ 43
13.2 Weerstanden van de temperatuursensoren................................................................................ 44
14 Illustratie van het apparaat en reserveonderdelen ......................................................................... 47
15 Index..................................................................................................................................................... 49
3
1 Veiligheids- en
gebruiksinstructies
1.1 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Lees de handleiding voor het eerste gebruik van
het apparaat zorgvuldig door. Deze bevat nuttige
tips, instructies en waarschuwingen voor de veilig-
heid van personen en goederen. Het niet opvolgen
van de gebruikshandleiding kan gevaar voor per-
sonen, het milieu, de installatie en tot het verlies
van mogelijke aansprakelijkheid leiden.
Bewaar deze gebruikshandleiding en het koelmid-
delgegevensblad in de buurt van het apparaat.
1.2
Markering van instructies
Deze paragraaf geeft een samenvatting van alle
belangrijke veiligheidsaspecten voor een optimale
persoonlijke bescherming en voor een veilig en
storingvrij bedrijf.
De in deze handleiding gegeven instructies en vei-
ligheidsvoorschriften dienen opgevolgd te worden,
zodat ongelukken, persoonlijk letsel en beschadi-
gingen worden vermeden. Direct aan de apparaten
aangebrachte instructies dienen absoluut te
worden opgevolgd en in goed leesbare toestand te
worden gehouden.
Veiligheidsvoorschriften zijn in deze handleiding
gemarkeerd door bepaalde symbolen. Verder
beginnen de veiligheidsvoorschriften met bepaalde
signaalwoorden die de aard van de risico's aan-
geven.
GEVAAR!
Bij het aanraken van spanningvoerende delen
bestaat direct levensgevaar door een stroom-
stoot. Beschadiging van de isolatie of van com-
ponenten kan levensgevaarlijk zijn.
GEVAAR!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een direct gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg heeft, als deze
situatie niet wordt gemeden.
WAARSCHUWING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg kan hebben, als
deze situatie niet wordt gemeden.
VOORZICHTIG!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
gering of licht letsel tot gevolg kan hebben en
die materiële schade of aantasting van het
milieu kan veroorzaken, als deze situatie niet
wordt gemeden.
AANWIJZING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
materiële schade of aantasting van het milieu
kan veroorzaken, als deze situatie niet wordt
gemeden.
Met dit symbool wordt gewezen op nuttige tips,
adviezen en informatie over hoe een efficiënt
en storingsvrij bedrijf gewaarborgd kan
worden.
1.3 Kwalificaties van het personeel
Het personeel voor de inbedrijfstelling, bediening,
het onderhoud, de inspectie en de montage dient
over de betreffende kwalificaties voor deze werk-
zaamheden te beschikken.
1.4
Gevaren bij het niet-opvolgen
van de veiligheidsvoorschriften
Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften
kan zowel gevaar voor personen opleveren als
voor het milieu en voor apparatuur. Het niet-
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan
leiden tot het verlies van iedere aanspraak op
schadevergoeding.
In detail kan het niet-opvolgen van de voorschriften
bijvoorbeeld de volgende risico's opleveren:
REMKO RBW
4
n Het uitvallen van belangrijke functies van de
apparatuur.
n Het feit dat voorgeschreven methodes betref-
fende normaal en technisch onderhoud niet
werken.
n Het in gevaar brengen van personen door elek-
trische en mechanische effecten.
1.5
Veiligheidsbewust werken
De in deze handleiding vermelde veiligheidsin-
structies, de bestaande nationale voorschriften ter
voorkoming van ongevallen evenals eventuele
interne arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoor-
schriften van het bedrijf moeten in acht worden
genomen.
1.6
Veiligheidsvoorschriften voor
de exploitant
De veiligheid van de apparaten en componenten is
alleen gegarandeerd bij het bedoeld gebruik en in
volledig gemonteerde toestand.
n Het plaatsen, installeren en onderhouden van
de apparaten en componenten mag alleen
gebeuren door vakpersoneel.
n Eventueel aanwezige aanraakbescherming
(rooster) voor bewegende delen mag niet
worden verwijderd bij een apparaat dat in
bedrijf is.
n De bediening van apparaten of componenten
met zichtbare defecten of beschadigingen is
verboden.
n Het aanraken van bepaalde onderdelen of
componenten van de apparaten kan brand-
wonden of letsel veroorzaken.
n De apparaten of componenten mogen niet
worden blootgesteld aan mechanische belas-
ting, extreme vochtigheid of extreme tempera-
turen.
n Ruimten waarin koudemiddel kan lekken vol-
doende te laden en te ventileren. Anders
bestaat er gevaar voor verstikking.
n Alle delen van de behuizing en openingen, bijv.
luchtin- en uitgangen, moeten vrij zijn van
vreemde voorwerpen, vloeistoffen of gassen.
n De apparatuur dient tenminste eenmaal jaar-
lijks door een deskundige gecontroleerd te
worden. Visuele controles en reinigingswerk-
zaamheden mogen in spanningsloze toestand
door de gebruiker uitgevoerd worden.
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor
montage-, onderhouds- en
inspectiewerkzaamheden
n Bij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
n Het opstellen, aansluiten en gebruik van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
n Men dient zich aan de regionale verordeningen
en wetten te houden, zoals de wet op de
waterhuishouding.
n De elektrische voeding moet worden aange-
past aan de eisen van de apparaten.
n De apparaten mogen uitsluitend op die punten
worden bevestigd die de fabrikant hiervoor
heeft voorzien. De apparaten mogen uitslui-
tend aan constructies of wanden of op vloeren
worden bevestigd of geplaatst die deze belas-
ting kunnen dragen.
n Apparaten voor mobiel gebruik moeten veilig
en verticaal op een geschikte ondergrond
opgesteld worden. Apparaten voor stationair
bedrijf mogen alleen in vast geïnstalleerde toe-
stand gebruikt worden.
n De apparaten en componenten mogen niet
worden gebruikt op plaatsen met verhoogd
risico op beschadigingen. De minimale vrije
ruimte moet worden aangehouden.
n De apparaten en componenten moeten vol-
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en atmosferen.
n Veiligheidsinrichtingen moeten niet worden
gewijzigd of omzeild.
1.8 Zelfstandige ombouw en
veranderingen
Het ombouwen of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
5
1.9 Toepasselijk gebruik
De units zijn afhankelijk van model en uitrusting
uitsluitend bedoeld als een warmtepomp voor koe-
ling of verwarming van het werkmedium water in
een gesloten kring medium.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet toe-
passelijk gebruik. Voor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant / leverancier van de
machine niet aansprakelijk. Het risico wordt uitslui-
tend door de gebruiker gedragen. Bij het toepasse-
lijk gebruik hoort ook het inachtnemen van de
bedienings- en installatie-instructies en het
nakomen van de onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
1.10
Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.
1.11 Transport en verpakking
De apparaten worden in een stevige transportver-
pakking geleverd. Controleer het apparaat direct
bij de levering en noteer eventuele schade of ont-
brekende onderdelen op de pakbon en informeer
de transporteur en uw leverancier. Bij klachten
achteraf wordt geen garantie verleend.
WAARSCHUWING!
Plastic folie en tassen etc. zijn gevaarlijk
speelgoed voor kinderen!
Daarom:
- Verpakkingsmateriaal kan niet worden
onzorgvuldig.
- Verpakking mag niet toegankelijk zijn voor
kinderen!
1.12 Milieubescherming en
recycling
Afvoeren van de verpakking
Alle producten worden voor het transport zorg-
vuldig verpakt in milieuvriendelijke materialen.
Lever een waardevolle bijdrage aan de verminde-
ring van afval en het recyclen van grondstoffen en
lever het verpakkingsmateriaal alleen in bij de
daarvoor aangewezen inzamelplaatsen.
Afvoeren van de apparaten en componenten
Bij de productie van de apparaten en compo-
nenten worden uitsluitend recyclebare materialen
gebruikt. Draag bij aan de bescherming van het
milieu, door er voor te zorgen dat apparaten of
componenten (bijv. batterijen) niet in het huisvuil
komen maar alleen op milieuvriendelijke wijze vol-
gens de plaatselijk geldende voorschriften, bijv.
door een erkend afvalverwerkingsbedrijf en recyc-
ling of via een inzamelpunt worden verwerkt.
REMKO RBW
6
2 Technische gegevens
2.1 productgegevens
Serie RBW 300 PV RBW 300 PV-S
Functie Drinkwaterverwarming
Systeem Lucht/water-warmtepomp
Drinkwaterreservoir geëmailleerd, bruto volume l Serie 300
Drinkwaterreservoir geëmailleerd, netto volume l 287 280
Elektrische hulpverwarming / nominaal vermogen kW Serie / 1,5
Toepassingsgrens verwarmen °C -7 tot +40
Min./max. watertemperatuur °C 38 / 60
Verwarmingsvermogen bij A7/W50 kW 1,8
COP volgens EN 255-3 / COP bij A7/W50
1)
COP 3,7
COP volgens EN 16147 / COP bij A7/W50
1)
COP 2,61
Aansluiting netspanning V / ~ / Hz 230 / 1/ 50
Nominaal opgenomen elektrisch vermogen kW 0,46
Max. nominaal opgenomen vermogen kW 2,06
Nominaal opgenomen stroom A 8,92
Max. opgenomen stroom A 9,0
Koudemiddel / basisvulhoeveelheid -- / kg
134A
2)
/ 0,95
Zekering in gebouw (per buitenunit) A traag 16
Geluidsvermogensniveau/geluidsdruk 1 m halve kogel dB(A) 53/45
Luchtverplaatsing max. m³/u 350
Min. volumestroom m³/u 175
Max. werkdruk bar 7
Luchtkanaalaansluiting mm 145
Hydraulische aansluiting waterzijde Inch IG 3/4"
Aansluiting condensafvoer Inch IG 1/2"
Max. toegestane drukverlies luchtzijde kPa 50
Max. kanaallengte toe-/afvoerluchtkanaal (bij 150 mm) m 6/6
Afmetingen (diameter/hoogte/kantelmaat) mm 650/1870/1920
Beschermingsgraad -- IP X1
Gewicht kg 136 141
1)
COP = coefficient of performance (verwarmingsvermogenscoëfficiënt)
2)
Bevat broeikasgas volgens Kyoto-protocol, GWP 1975
Gegevens vrijblijvend! Technische wijzigingen, door technische doorontwikkeling,
blijven ons voorbehouden. Zie volgende pagina voor de technische gegevens van de geïntegreerde warmtewisselaar.
7
Geïntegreerde warmtewisselaar
Serie RBW 300 PV RBW 300 PV-S
Warmtewisselaar zonne-energie
m
2
--- 1,5
Wamtewisselaaraansluiting Inch (mm) --- G 3/4" (19,05)
Gegevens vrijblijvend! Technische wijzigingen, door technische doorontwikkeling, blijven ons voorbehouden.
2.2 Apparaatafmetingen en aanduidingen van de leidingaansluitingen
1
2
4
3
9
87
12
16,5
99
1095
1435
1860
640
145 145
227
8
1026
11
6
10
5
557
531
1195
Afb. 1: Afmetingen en aanduidingen van de leidingaansluitingen (gegevens in mm)
1: Condensafvoer Rp 1/2
2: Warmwateruitlaat G 3/4"
3: Beschermingsanode
4: Circulatie G 3/4"
5: Koudwaterinlaat G 3/4"
6: Aansluiting veiligheidsklep
7: Verwarmings-aanvoerwarmtewisselaar G 3/4"
8: Dompelhuls voor temperatuur sensor
9: Verwarmings-retourwarmtewisselaar G 3/4"
10: Aftappen G 3/4"
11: Oververhittingsbeveiliging
12: Verwarmingsstaaf
Wijzigingen, door technische doorontwikkeling, blijven ons voorbehouden!
REMKO RBW
8
Dekselafmetingen
632 mm
450 mm
300 mm
145 mm
145 mm
160 mm
400 mm
Afb. 2: Afmetingen deksels
9
3 Opbouw en functie
3.1 Gebruikswaterwarmtepomp
algemeen
Argumenten voor de gebruikswaterwarmte-
pomp van REMKO
n Warmwaterwarmtepomp met vooruitstrevende
techniek, garandeert optimaal en zeer stil
gebruik.
n De krachtige radiale ventilator, maakt een
luchttransport tot een kanaallengte van 12 m
mogelijk
bij Ø 150 mm.
n De thermostatische expansieklep en de veilig-
heidsinrichtingen zorgen voor een optimale
werking van het circuit.
n Het hart van de warmwaterwarmtepomp: de
sterke compressor met een lange levensduur,
voorzien van oliekoeler en restwarmtebenutting
door zuiggaskoeling.
n Lamellenverdamper met een groot oppervlak.
n De luchtaansluitingen maken een eenvoudige
toe-/afvoerluchtinstallate op de opstellocatie
mogelijk.
n Milieuvriendelijk en onbrandbaar veiligheids-
werkmedium R134A.
n Geëmailleerd kwaliteits-warmwaterreservoir.
Kwaliteitsborging zorgt voor een lange levens-
duur, de beschermingsanode voor meer
betrouwbaarheid.
n De pijpspiraal-verdamper zorgt voor efficiënte
warmteoverdracht en optimale veiligheid.
n Inwendige gladde pijpwarmtewisselaar voor
het aansluiten van zonnecollectoren of verwar-
mingsketel.
n Elektrisch verwarmingselement vanuit de
fabriek ingebouwd.
n Nauwelijks onderhoudskosten.
Werking van de warmwaterwarmtepomp
De warmwaterwarmtepomp, maakt gebruik van de
omgevingslucht voor warmwaterbereiding. De lucht
wordt van bovenaf door een ventilator aange-
zogen, door de verdamper geleid en boven weer
uitgeblazen. De verdamper wordt zo genoemd,
omdat hierin het koudemiddel van het warmte-
pompcircuit verdampt. Bij het verdampen wordt
warmte onttrokken aan de omgevingslucht, omdat
deze warmer is dan het koudemiddel in de ver-
damper, zo kan uit de lucht ook nog bij relatief lage
temperaturen warmte worden gewonnen en aan
het koudemiddel worden afgegeven. Door de com-
pressor wordt het koudemiddel gecomprimeerd en
naar een hoger temperatuurniveau gebracht. Deze
warmte wordt via een pijpwarmtewisselaar afge-
geven aan het drinkwater. Het afgekoelde en weer
vloeibare werkmedium wordt in de expansieklep
weer ontspannen, naar de verdamper geleid en
kan zo weer warmte opnemen.
AANWIJZING!
Bij de eerste inbedrijfstelling moet het reservoir
volledig zijn gevuld en ontlucht.
AANWIJZING!
De opwarmfase kan afhankelijk van de vultem-
peratuur van het water en de luchtaanzuigtem-
peratuur enige tijd duren.
Het koudemiddelcircuit
De warmwaterwarmtepomp werkt volgens het
Carnot-principe. Het koudemiddelcircuit is vanuit
de fabriek gevuld met het koudemiddel R134a, is
uiterst efficiënt en zorgt voor optimale betrouw-
baarheid en is voordelig in gebruik.
3.2
Productbeschrijving
De Remko RBW 300 is een gebruikswaterwarmte-
pomp met geïntegreerd geëmailleerd warmwater-
reservoir. De reservoirinhoud is 300 l. Door de
praktische leidingaansluitingen en de stekkerklare
elektrische bedrading, is de RBW 300 eenvoudig
te installeren, bijv. in kelders, technische of huis-
houdelijke ruimten.
De Remko RBW 300 S is een gebruikswaterwarm-
tepomp met een extra geïntegreerde warmtewisse-
laar van 1,5 m
2
, voor het aansluiten van een
zonne-energie-installatie of een andere warmte-
bron.
Bij puur warmtepompbedrijf, is de max. drinkwater-
temperatuur 60 °C, zodat een hoge drinkwaterhy-
giëne wordt gewaarborgd. Bij een grotere warmte-
behoefte of hogere temperaturen, kan tevens het
elektrisch verwarmingselement van 1,5 kW worden
ingeschakeld.
REMKO RBW
10
3.3 Corrosiebescherming
Het warmwaterreservoir is gemaakt van geëmail-
leerd staal. Deze is ontworpen voor de normale
drinkwaterkwaliteit. Bij het gebruik van bovenge-
middeld agressief drinkwater kan zonder speciale
beschermingsmaatregelen geen garantie worden
gegeven (chloridengehalte ³ 150 mg/l).
AANWIJZING!
Controleer de beschermingsanode regelmatig
en laat deze indien nodig vervangen door uw
installateur. Dit is een voorwaarde voor de
garantie!
AANWIJZING!
Vervang de magnesium-beschermingsanode
altijd als de diameter hiervan nog slechts 6 - 10
mm is!
4 Montage
4.1
Systeemopbouw
4
1
2
B
A
D
C
a
b
3
Afb. 3: Systeemopbouw
1: Koudwaterinlaat
2: Omgevingslucht
3: Reservoir
4: Warmwater
A: Compressor
B: Condensor
C: Thermische expansieklep
D: Verdamper
a: Lage koudemiddeltemperatuur
b: Hoge koudemiddeltemperatuur
11
4.2 Algemene montage-instructies
GEVAAR!
Levensgevaar!
De frontplaat en de bovenste afdekkap mogen
alleen bij uitgetrokken netstekker door deskun-
dige, geautoriseerde personen worden gede-
monteerd, omdat bij het aanraken van span-
ningvoerende onderdelen levensgevaar
bestaat!
AANWIJZING!
Het apparaat niet langdurig meer dan 15
graden kantelen. Het apparaat mag maximaal
max. 60° worden gekanteld en alleen kort
worden getransporteerd. Bij het optillen en
neerzetten van het apparaat voorzichtig te
werk gaan. Horizontaal opslaan of transport is
niet toegestaan!
n Bij de installatie van de warmtepomp deze
handleiding opvolgen.
n Breng het apparaat in de originele verpakking
zo dicht mogelijk bij de opstellocatie, om trans-
portschade te voorkomen.
n Controleer het apparaat op zichtbare transport-
schade. Eventuele gebreken moeten onmiddel-
lijk worden gemeld aan de leverancier en de
transporteur.
n Bij het kiezen van een geschikte montagelo-
catie moet rekening worden gehouden met het
geluid tijdens gebruik en de installatieroutes.
n Alle elektrische aansluitingen uitvoeren vol-
gens de geldende DIN- en VDE-bepalingen.
n De elektrische leidingen altijd vakkundig aan-
sluiten op de elektrische aansluitklemmen.
Anders kan brand ontstaan.
n Zorg dat geen watervoerende leidingen door
het slaap- of woonruimten lopen.
4.3 Opstelling
WAARSCHUWING!
Het opstellen van de warmtepomp mag uitslui-
tend gebeuren door een gespecialiseerd
bedrijf.
n De warmtepomp mag uitsluitend binnen
worden opgesteld.
n Een condensafvoer moet aanwezig zijn.
n De warmtepomp mag horizontaal worden
opgesteld.
n Als opstellocatie is iedere droge, schone, vor-
stvrije ruimte met een vlakke vloer geschikt,
waarvan de hoogte minimaal
2,30 m moet zijn.
n De warmtepomp moet op een stevige, vlakke
ondergrond worden opgesteld.
n De ondergrond moet voldoende draagver-
mogen hebben voor het gewicht van de warm-
tepomp.
n Monteer de warmtepomp zodanig, dat rondom
voldoende plaats voor montage- en onder-
houdswerkzaamheden overblijft.
n Om de vermogensverliezen zo gering mogelijk
te houden, moet de warmtepomp zo dicht
mogelijk bij de warmwatergebruikers worden
opgesteld.
n Mocht de luchttoevoer en -afvoer uit neven-
ruimten worden gebruikt, zorgen dat in geen
enkele ruimte een onder-, resp. overdruk kan
ontstaan.
Gebruik van een circulatiesysteem
Het gebruik van een circulatiesysteem wordt
afgeraden, omdat het verlies per strekkende
meter ca. 25 - 30 Watt kan zijn. Is desondanks
een dergelijk systeem ingebouwd, moeten tevens
een tijdschakelklok en een thermostaat zijn geïn-
stalleerd.
AANWIJZING!
Om schade aan de installatie te vermijden,
moet de montagelocatie droog, draagbestendig
en vorstvrij zijn.
AANWIJZING!
De warmwaterwarmtepomp en leidingen
moeten vorstvrij worden gehouden
REMKO RBW
12
Afb. 4: Vloeropstelling
Minimale afstanden
350
350
350
2500
Afb. 5: Minimale afstanden in mm
Aanzuiglucht
De aanzuiglucht mag niet belast zijn met agres-
sieve stoffen (ammoniak, zwavel, halogenen,
chloor, etc.)! Hierdoor kunnen machineonderdelen
worden vernield!
Luchtaansluiting
Bij de keuze van het luchtinlaatpunt moet rekening
worden gehouden met een hoge gemiddelde lucht-
temperatuur en een noodzakelijke luchthoeveel-
heid van 350 m
3
/h. De luchtinlaat- en -uitlaatope-
ningen bevinden zich boven. Om de
luchtweerstand zo laag mogelijk te houden,
moeten aanzuig- en afvoerluchtkanalen met een
minimale gladde-buisdoorsnede van Ø 150 mm en
zo recht mogelijk worden uitgevoerd. De totale
kanaallengte voor toe- en afvoerlucht mag niet
meer zijn dan 12 m, waarbij niet meer dan 3
haakse bochten mogen zijn ingebouwd. Voor elke
verdere bocht moet de totale kanaallengte met 1 m
worden verkort. Om condenswaterlekkages te
voorkomen, moeten de luchtkanalen waterpas,
resp. met een licht verval richting de aanzuig-/uit-
blaasopening worden gelegd of moet een con-
densvanger (zakstuk) worden ingebouwd.
13
Luchtkanalen
n Aanzuig- en uitblaaskanalen van gladde buis,
Ø 150 mm.
n De max. totale lengte van het kanaal (toe- en afvoerlucht) is 12 m met max. 3 x 90° bochten
n Voor elke verdere bocht moet de totale kanaallengte met 1 m worden verkort!
n De kanalen, incl. accessoires moeten door de klant worden geleverd en geïnstalleerd (ventilatiekanaal
van kunststof, aluminium of verzinkte staalplaat, etc.).
n Het drukverlies mag max. 50 kPa zijn.
AANWIJZING!
Bij het gebruik van de gebruikswaterwarmtepomp in circulatiebedrijf moet het ruimtevolume minimaal 30
m
3
zijn. (Zie Afb. 6. afbeeldingen A - C)
A B
C
D
Afb. 6: Installatiemogelijkheden
A: Verwarmingsruimte / hobbyruimte
(circulatiebedrijf)
B: Was- / droogruimte (circulatiebedrijf)
C: Opslag- / voorraadruimte (circulatiebedrijf)
D: Fitnessruimte
REMKO RBW
14
5 Installatie
Algemene instructies
De warmwaterwarmtepomp is een vanuit de
fabriek getest apparaat. Na een vakkundige mon-
tage van de wateraansluitingen, vullen van het
reservoir en het elektrisch aansluiten (230 V/ 50
Hz) kan het apparaat worden ingeschakeld.
WAARSCHUWING!
De warmwaterwarmtepomp mag alleen door
een erkende en geautoriseerde vakman
worden aangesloten en in bedrijf gesteld!
WAARSCHUWING!
Het vullen met water moet altijd gebeuren voor
het elektrisch aansluiten!
Sanitaire aansluitingen en montage
AANWIJZING!
Bij het gebruik van koperleidingen en verzinkte
stalen leidingen, altijd letten op de volgorde in
stromingsrichting: Koper na verzinkt staal!
Voorkomen van warmteverliezen
Om de warmteverliezen te minimaliseren, moeten
de waterleidingen zo kort mogelijk worden
gehouden en worden uitgevoerd met warmte-iso-
latie en vakkundig worden geïnstalleerd.
Sanitaire montage
De directe aansluiting op een RVS-reservoir mag
nooit zijn verzinkt of van koper zijn. Wordt het
RVS-reservoir aangesloten op een verzinkte koud-
waterleiding (met de betreffende fittingen of aan-
sluitkoppelingen), moet voor het RVS-reservoir
een filter worden geplaatst, ter bescherming tegen
roestdeeltjes, etc. Roodkoper, messing, kunststof
en RVS kunnen worden gebruikt als aansluitmate-
riaal. Moet een RVS-reservoir worden aangesloten
aan een verzinkte of koperen leiding, moet daar-
tussen een roodkoper- of messingfitting worden
gemonteerd.
Het gebruik van een beschermingsanode is
niet nodig, als het chloridegehalte in het drink-
water < 150 mg/l is.
In ieder geval moet een drukreduceer worden
ingebouwd in de koudwaterleiding.
Drukreduceer
In ieder geval moet een drukreduceer worden
ingebouwd in de koudwaterleiding!
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep verhindert het ontstaan van
overdruk en dient voor het ontlasten van het over-
tollige water, dat bij de verwarming ontstaat door
het uitzetten van de reservoirinhoud.
n Alleen een typegekeurde membraan-veilig-
heidsklep mag worden ingebouwd, deze moet
zo worden ingesteld, dat een overschrijding
van de voor het warmtepompreservoir toege-
stane, hoogste werkdruk van 6 bar met meer
dan 1 bar veilig wordt verhinderd. De aansluit-
diameter van de veiligheidsklep moet minimaal
1/2" zijn. Tussen veiligheidsklep en reservoir
mag geen afsluiter worden ingebouwd.
n De afvoerleiding achter de afvoertrechter van
de veiligheidsklep moet de dubbele doorsnede
van de veiligheidsklepaansluiting hebben, mag
niet naar de buitenlucht worden geleid en mag
niet worden afgesloten. Het aftappen mag uit-
sluitend via de koudwateraansluiting, resp.
aftapkraan gebeuren.
Tijdens het opwarmen, moet door uitzetting van
het water zichtbaar water druppelen uit de afvoer
van de veiligheidsklep (opwarmtijd 4 - 7 uur!).
n Het warmwaterdistributiesysteem moet zonder
circulatie worden opgebouwd.
n De warmwaterleidingen moeten volgens de
lokale (gemeentelijke) voorschriften worden
voorzien van warmte-isolatie.
15
Laden met tweede warmtebron (zonne-energie,
vaste brandstofketel)
n Aanvoer- en retourleidingen moeten worden
voorzien van warmte-isolatie en moeten zo
worden aangesloten, dat bij uitgeschakelde
laadpomp een bij elektrische verwarming geen
retour- of enkelleiding-zwaartekrachtcirculatie
kan ontstaan.
n De uitzetting van het verwarmingswater moet
altijd (ook bij elektrische verwarming) zijn
gewaarborgd.
n De ontluchter op het hoogste punt van de ver-
warmingswaterleiding monteren.
De warmwaterwarmtepomp is seriematig uitgerust
met een 1,3 m
2
verwarmingsregister. Daardoor is
een koppeling met een bestaand verwarmingssys-
teem mogelijk. Zo bestaat de optie, de verwarming
van het warmwater ook te laten plaatsvinden met
de bestaande verwarmingsketel. Hiervoor worden
aanvoer en retour van het verwarmingsregister
verbonden met de verwarmingsinstallatie.
AANWIJZING!
Bij verbinding van een warmwaterwarmte-
pomp met een verwarmingsketel:
Bij gebruik van de laadpomp kan door de
sterke ketelcirculatie warmtetransport van de
warmwaterwarmtepomp naar de ketel ont-
staan. Om dit te verhinderen, moet na de laad-
pomp van de warmtebron een terugslagklep
worden voorzien!
Condenswaterafvoer
Door de afkoeling van de lucht in de verdamper
ontstaat condenswater. De condensafvoer van de
warmwaterwarmtepomp moet via kunststoflei-
dingen van de warmtepomp worden afgevoerd,
hierbij moet een probleemloze afvoer van het con-
dens worden gewaarborgd. Afhankelijk van de
luchtvochtigheid kan ca. 0,25 l/h condens ont-
staan. De condensafvoer mag niet vast worden
verbonden met een riolering en moet vrij uitlopend
worden ontworpen en uitgevoerd.
REMKO RBW
16
6 Hydraulische aansluiting
Hydraulisch aansluitschema
Alle componenten en veiligheidsinrichtingen moeten door de klant worden geleverd en geïnstalleerd.
A
B
C
D
E
F
1231
4
5
6
7
8
9
8
1011
Afb. 7: Hydraulisch aansluitschema
A: Koudwaterinlaat
B: Aanvoer 2e warmtebron
C: Retour 2e warmtebron
D: Condensafvoer
E: Warmwateruitlaat
F: Warmwater
1: Afsluitklep
2: Nalading van reservoir
(door olie, gas of zonne-energie)
3: Terugslagklep
4: Dompelhuls (voor olie, gas of zonne-energie)
5: Reservoiraftap
6: Elektrische verwarmingsstaaf
7: Circulatiepomp
8: Terugslagklep
9: Veiligheidsklep 6 bar
10: Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB)
11: Magnesiumanode
17
RBW Hydraulisch schema 1
Functies: Verwarmen en warm water
Dit hydraulisch schema dient uitsluitend als planningshulp,
de bouwzijdige hydrauliek moet door de installateur worden gepland en uitgevoerd!
40°
A
1 2 43
B
5
Afb. 8: Voorbeeld 1 - Hydraulisch schema RBW
A: Warmte pump RBW
B: Olie-/gasketel
1: Koud water
2: Warm water
3: 1. gemengd verwarmingscircuit
4: 2. gemengd verwarmingscircuit
5: Sensor ketel (warmwater voeler)
REMKO RBW
18
RBW Hydraulisch schema 2
Functies: Verwarmen en warm water
Dit hydraulisch schema dient uitsluitend als planningshulp,
de bouwzijdige hydrauliek moet door de installateur worden gepland en uitgevoerd!
S 08
40°
A
C
1 2 43 5
B
6
7
Afb. 9: Voorbeeld 2 - Hydraulisch schema RBW
A: Warmte pump RBW
B: Reservoir
C: Olie-/gasketel
1: Koud water
2: Warm water
3: Solar
4: 1. gemengd verwarmingscircuit
5: 2. gemengd verwarmingscircuit
6: Zonne-energiepomp
7: Omschakelventiel solar
19
7 Elektrische aansluiting
7.1 Algemene instructies
GEVAAR!
De elektrische installatie moet door een gespe-
cialiseerd bedrijf worden uitgevoerd!
GEVAAR!
Let op!
Om elektrische schokken en schade aan het
apparaat te voorkomen, zorgen dat voor het
aansluiten van de elektrische aansluitingen
(netstekker met 2 m kabel naar stopcontact in
het gebouw) de elektrische installatiewerk-
zaamheden vakkundig zijn uitgevoerd.
AANWIJZING!
De elektrische aansluiting van de apparaten
moet worden uitgevoerd volgens de plaatse-
lijke voorschriften op een bijzonder voedings-
punt met aardlekschakelaar en moet daarom
door een elektricien worden.
De bedrading in het gebouw moet voldoen aan de
lokale voorschriften. De netvoedingsspanning van
het apparaat moet exact overeenkomen met de
spanning en frequentie in de technische gegevens.
Neem contact op met het lokale energiebedrijf als
een incorrecte netspanning moet worden gecorri-
geerd. Het gebruik van het apparaat met een
incorrecte netspanning wordt gezien als onbedoeld
gebruik, dat niet wordt gedekt door de garantie.
7.2 Aansluitingen vermogensprint-
plaat
3
4
3
4
CN19
CN1
CN2
12V
NET
GND
DI01
GND
DI02
GND
DI03
GND
DI04
GND
DI05
GND
DI06
GND
CN6
OUT3
OUT4
OUT5
AC-N
OUT1 OUT2
GND
AI06
GND
GND
GND
GND
GND
AI05
AI04
AI03
AI02
AI01
HW200
Afb. 10: Aansluitingen vermogensprintplaat
AC-N: Nulleider
AI01: Luchtaanzuigtemperatuur
AI02: Temperatuur reservoir onder
AI03: Temperatuur reservoir boven
AI04: Temperatuur verdamper (koudemiddel)
AI05: Temperatuur zuigleiding (koudemiddel)
AI06: Collectorsensor
CN1: Transformator 1 - 230V
CN2: 12V
CN6: /006
CN19: Niet toegewezen
DI01: Brug
DI02: Brug
DI03: Brug
DI04: Hogedruk
DI05: Niet toegewezen
DI06: PV-contact (potentiaalvrij)
12 V/NET/
GND:
Voedingsspanning bedieningspaneel
OUT2(3): Elektrische verwarmingsstaaf 230 V
OUT2(4): Voedingsspanning
elektrische verwarmingsstaaf 230 V
OUT1(3): Compressor
OUT1(4): Voedingsspanning compressor 230 V
OUT3: 4-wegklep
OUT4: Hoog toerental ventilator
OUT5: /005
REMKO RBW
20
7.3 Elektrische schema's
AI01
HT
HP
BTT
TTT
CT
5K
5K
5K
L
RED BLU
BTT
BTT
TTT
TTT
CT
CT
BLK
COMP
RED
WHT
CR CC
CS
C1
230V~/50Hz
1
3
2 4
5
6
7
8
02
N
1
3
2 4
5
6
7
8
01
N
1
2
3
4
MTS
RESET
OUT1 OUT2
OUT3
OUT4
OUT5
AC-N
GND
AI05
GND
AI04
GND
AI03
GND
AI02
GND
HW200
2
2
GND
AI06
E2V
FM
BLU BLK
C2(2uF)
WHT
RED
12V
TC
BRN BLU Y/G
Y/G
5K
SUT
SUT
SUT
3
Controller
5
EEV
5K
AT
AT
AT
6.8K
ORG
L N
1 2
PV input
1
Afb. 11: Elektrisch schema gebruikswaterwarmtepomp
1: PV-contact (potentiaalvrij)
AI01
HT
HP
BTT
TTT
CT
5K
5K
5K
L
BTT
BTT
TTT
TTT
CT
CT
BLK
COMP
RED
WHT
CR CC
CS
C1
230V~/50Hz
1
3
2 4
5
6
7
8
02
N
1
3
2 4
5
6
7
8
01
N
1
2
3
4
MTS
RESET
OUT1 OUT2
OUT3
OUT4
OUT5
AC-N
GND
AI05
GND
AI04
GND
AI03
GND
AI02
GND
HW200
2
2
GND
AI06
K2
1 2 3 4 5 6
N
t
230V 230V
STT
STT
K2
E2V
FM
BLU BLK
C2(2uF)
WHT
RED
12V
TC
50K
5K
SUT
SUT
SUT
3
Controller
5
EEV
5K
AT
AT
AT
RED BLU
BRN BLU Y/G
Y/G
L N
1 2
PV input
1
2 43
2
Afb. 12: Elektrisch schema gebruikswaterwarmtepomp met zonne-energiekoppeling
1: PV-contact (potentiaalvrij)
2: Pomp zonne-energie
3: Omschakelventiel
4: Collectorvoeler
21
8 Inbedrijfstelling
Voor het inschakelen van de gebruikswater-
warmtepomp zorgen dat
1. het reservoir is gevuld met water.
2. de elektrische aansluiting 230 V / 50 Hz is.
3. alle aansluitingen correct zijn uitgevoerd.
VOORZICHTIG!
Zorg dat altijd een veiligheidsklep (6 bar) vol-
gens de voorschriften is aangesloten op de
koudwaterinlaat!
9 Besturingslogica
Compressor
1) Minimale uitschakeltijd t = 2 minuten
Na aanvraag van de regelaar is de stilstandtijd nog
2 min.
1
2
A
B
1
2
t
t
t
Afb. 13: Besturingslogica uitschakeltijd
A: Signaal
B: Compressor
1: Aan
2: Uit
2) Minimale inschakeltijd t = 2 minuten
1
2
A
B
1
2
t
t
t
Afb. 14: Besturingslogica inschakeltijd
A: Signaal
B: Compressor
1: Aan
2: Uit
3) Normaal verwarmen
1
2
B
P0-P1
P0 T1
Afb. 15: Besturingslogica normaal verwarmen
B: Compressor
1: Aan
2: Uit
REMKO RBW
22
Ontdooien
1) Dooistart
a) Looptijd compressor min. parameter d03.
b) Min. temperatuur bij verdamper onder d01.
2) Dooi-einde
a) Verdampertemperatuur > d02 of max. dooitijd
d04 overschreden.
3) Verdamper-ventilator uit, 4-wegklep uit.
A
B
C
D
Afb. 16: Besturingslogica dooien
A: Dooisignaal
B: Omschakelventiel
C: Compressor
D: Ventilatormotor
23
10 Bediening
Functies van de bedieningseenheid
A CB D FE
Afb. 17: Toetsen van de bedieningseenheid
Toetsfuncties
A
- Toets "AAN/UIT"
Met deze toets wordt de gebruikswaterwarmtepomp in- of uitgeschakeld
(Toets ca. 2 seconden ingedrukt houden).
B
- Toets "Modus"
Met deze toets worden de modi en de parameters
geselecteerd. Wilt u de parameters terugzetten
naar de fabrieksinstelling, druk dan langer dan 10
seconden op deze knop.
C
- Toets "Klok"
Met deze toets wordt de tijd en datum ingesteld.
D
- Toets "Elektrisch verwarmingselement"
Met deze toets wordt de elektrische verwarmings-
staaf gekozen. De ventilatiefunctie wordt geacti-
veerd door deze toets 2 seconden ingedrukt te
houden.
E
- Pijltoets "Omhoog"
Met deze toets worden de instelwaarden ver-
hoogd.
F
- Pijltoets "Omlaag"
Met deze toets worden de instelwaarden verlaagd.
REMKO RBW
24
1 2 3 4 5 6
7
8
9
10
12
13
14
15
16
18
17
19
2021
11
Afb. 18: Symbolen op bedieningseenheid
Symboolfuncties
1
- Verwarmingsmodus compressor en verwar-
mingsstaaf
2
- Economic verwarmingsmodus, alleen com-
pressor
1
+
2
- Automatische modus
3
- Vakantiemodus
4
- Ongeldig
5
- Circulatiebedrijf
6
- Elektrisch verwarmingselement
7
- Parameterkeuze
8
- Actueel gemeten temperatuur
9
- Timer "Aan"
10
- Timer "Uit"
11
- Minuut
12
- Seconde
13
- ° Celsius
14
- ° Fahrenheit
15
- Toetsenbord geblokkeerd
16
- Het apparaat is stand-by als de temperatuur is
bereikt
17
- Parametercode voor het instellen van de inter-
face
18
- Watertemperatuur reservoir boven
19
- Watertemperatuur reservoir onder
20
- Tijd en datum
21
- 1) Actuele temperatuur
2) Parameterwaarden bij instellen interface
25
Bediening
Voorbereidingen voor de inbedrijfstelling
1. Na het inschakelen laadt de regelaar ca. 15
seconden de parameters.
2. Zorg dat het reservoir is gevuld met water.
3. De "Aan/uit"-schakelaar minimaal 0,5
seconden ingedrukt houden om het apparaat
in te schakelen. Daarna verschijnt op het dis-
play de gemeten buitentemperatuur.
Bedrijf van het apparaat
5 sec.
Afb. 19: Toets "Aan/uit"
Modus instellen
Er zijn 4 bedrijfsmodi beschikbaar: Hybride-modus,
economic-modus, automatische modus en vakan-
tiemodus.
1: Hybride-modus
Het water wordt in combinatie met de warmtepomp
en elektrische verwarmingsstaaf verwarmd.
Afb. 20: Hybride-modus
2: Economic verwarmings-modus
Het water wordt uitsluitend in de warmtepomp-
modus verwarmd. De elektrische verwarmingsstaaf
kan handmatig worden ingeschakeld.
Afb. 21: Economic verwarmings-modus
3: Automatische modus
De regeling schakelt afhankelijk van de omge-
vingslucht (aanzuiglucht) de warmtepomp en evt.
de verwarmingsstaaf in.
Afb. 22: Automatische modus
REMKO RBW
26
4: Vakantie-modus
Deze modus kan worden geselecteerd als u een
bepaalde periode op vakantie bent. Binnen deze
periode is de warmtepomp uit. Er kan een datum
voor afwezigheid en een datum voor terugkomst
worden geprogrammeerd.
Afb. 23: Vakantie-modus
Voordat u de installatie verlaat, de warmte-
pomp in de vakantiemodus schakelen. Om bij
terugkomst warm water ter beschikking te
hebben, het inschakelpunt voor het weer
inschakelen op 1 dag van te voren program-
meren.
Bedrijf
Afb. 24: Bedrijf
27
Instellen van instelwaarden
In het hoofdmenu (basisoverzicht) de pijltoetsen
"Onhoog" (E) of "Omlaag" (F) aanraken.
Nadat de insteltemperatuur is bereikt, op de toets
"Modus"(B) drukken om de insteltemperatuur op te
slaan of druk op de toets "Aan/uit" (A) om het
instellen van de instelwaarde af te breken.
of
of
of
Afb. 25: Instellen van instelwaarden
OPMERKINGEN
1. Wordt na het wijzigen van de waarden de
"Aan/uit"-toets ingedrukt, worden de
waarden niet opgeslagen.
2. Wordt na het wijzigen van de waarden 5
seconden geen toets ingedrukt, springt de
regelaar naar het hoofdscherm en worden
de instellingen opgeslagen.
Toetsblokkering
Om de toetsen te blokkeren, de "Aan/uit"-toets ca.
5 seconden ingedrukt houden. Op het display ver-
schijnt het "Slot"-symbool. In deze toestand
kunnen instellingen worden uitgevoerd. Om de
toetsen te ontgrendelen, de "Aan/uit"-toets ca. 5
seconden ingedrukt houden
5 sec.
Afb. 26: Toetsblokkering
OPMERKING
Bij een storing van het apparaat wordt de toets-
blokkering automatisch opgeheven
REMKO RBW
28
Elektrisch verwarmingselement
(verwarmingsstaaf)
Onafhankelijk van welke bedrijfsmodus is inge-
steld, kan de verwarmingsstaaf worden geacti-
veerd. Druk hiervoor op de "Elektrisch verwar-
mingselement"-toets (D). Op het display verschijnt
het symbool dat de verwarmingsstaaf is geacti-
veerd. Bij het bereiken van de insteltemperatuur
schakelt de verwarmingsstaaf automatisch uit.
Afb. 27: Elektr. verwarmingselement - WP is aan
Afb. 28: Elektrisch verwarmingselement - WP is uit
Circulatiebedrijf
In circulatiebedrijf zijn bij het apparaat RBW 300
PV 2 ventilatorsnelheden en bij het apparaat RBW
300 PV-S slechts één (de middelste) ventilator-
snelheid beschikbaar. Het circulatiebedrijf kan
worden gebruikt om de aangesloten ruimte te ven-
tileren, zonder dat de WP (compressor) in bedrijf
is. Druk hiervoor ca. 2 seconden op de "El. verwar-
mingselement"-toets (D). Op het display verschijnt
het ventilatorsymbool. Er kunnen 2 ventilatorsnel-
heden (alleen bij apparaat RBW 300 PV) worden
geselecteerd. Voor het instellen de "El. verwar-
mingselement"-toets (D) 2 sec. ingedrukt houden.
2 sec.
2 sec.
2 sec.
Afb. 29: Circulatiebedrijf
29
Instellen van de tijd
Voor het instellen van de tijd drukken op het klok-symbool. Knippert de tijd, kan de tijd met de pijltoetsen
worden ingesteld. Voor het opslaan drukken op de "Modus"-toets (B). Daarna de datum instellen.
of
A
C
B
D
of
of
of
Afb. 30: Instellen van de tijd
A: Het instellen van de jaarwaarde gebeurt net als
in de bovenstaande stappen.
B: Wordt tijdens het programmeren op de "Aan/uit"-
toets (A) gedrukt, worden de waarden niet opge-
slagen en wordt het hoofdmenu weer weerge-
geven.
C: Worden 5 seconden geen instellingen uitge-
voerd, worden de waarden opgeslagen en wordt
het hoofdmenu weergegeven.
D: Voor het controleren van de datum op de
"KLOK"-toets (C) drukken.
REMKO RBW
30
Tijdprogramma
Ga voor het instellen, resp. wijzigen van het dag-
programma als volgt te werk:
Mogelijkheid 1
2 sec.
2 sec.
2 sec.
2 sec.
Afb. 31: Tijdprogramma - instelmogelijkheid 1
Mogelijkheid 2
2 sec.
Afb. 32: Tijdprogramma - instelmogelijkheid 2
31
Voorbeeld voor het instellen van een dagprogramma - inschakelen om 16:30 uur
of
A CB
2 sec.
of
Afb. 33: Tijdprogramma - voorbeeld
A: Druk op de "KLOK"-toets (C) om in het tijdpro-
gramma 1 te komen, de instellingen worden uit-
gevoerd zoals beschreven.
B: Worden 5 seconden geen instellingen uitge-
voerd, worden de waarden opgeslagen en wordt
het hoofdmenu weergegeven.
C: Knippert de "Uren/minuten"-weergave en wordt
op de "Aan/uit"-toets (A) gedrukt, komt u direct in
het hoofdmenu, zonder het opslaan van de
waarden.
Deactiveren van het ingestelde tijdprogramma
2 sec.
Afb. 34: Deactiveren van het tijdprogramma
REMKO RBW
32
Instellen van een vakantieprogramma
Druk op de "Modus"-toets (B) tot het symbool "Vakantiemodus" (3) verschijnt.
Voorbeeld: Start van het programma op 27 september.
2 sec.
of
A
B
5 sec.
C
Afb. 35: Vakantiemodus
A: Druk op de "Klok"-toets (C) om de invoer op te
slaan.
B: Wacht 5 seconden, uw instellingen worden door-
gevoerd.
C: Druk op de "Aan/uit"-toets (1) om direct terug te
gaan naar het hoofddisplay
OPMERKINGEN
1. Schakel het apparaat uit voordat u op vakante gaat en stel de dag in waarop de warmtepomp
weer moet starten. Het inschakelen is niet nodig. Het apparaat schakelt automatisch in op de
ingestelde datum.
2. Schakelt het apparaat in, worden de symbolen nog steeds op het hoofddisplay, bijv. "OFF"
weergegeven. De weergave wordt om 0:00 uur gewist op het display.
3. De warmtepomp wordt om 0:00 gestart.
33
Parameters configureren
Hoofdmenu
Hoofddisplay: Om op het parameterniveau te komen, als volgt te werk gaan:
10 sec.
of
A
B
of
of
of
Afb. 36: Configureren van de parameters - expertniveau
A: De stappen voor het wijzigen van andere para-
meters zijn hetzelfde als bij parameter "do2".
B: Druk op de "Modus"-toets (B) om de invoer op te
slaan en druk op de "Aan/uit"-toets om terug te
komen in het hoofdmenu.
OPMERKINGEN
1. Wordt na het wijzigen van de waarden de "Aan/uit"-toets ingedrukt terwijl de parameter knip-
pert, worden de waarden niet opgeslagen en wordt naar de bovenste parameter gesprongen.
2. Na het opslaan van instellingen met de "Modus"-toets, kan met de "Aan/uit"-toets worden
teruggegaan naar het hoofdmenu.
3. Na 20 seconden worden de ingestelde waarden opgeslagen en wordt op het display het hoofd-
overzicht gegeven.
REMKO RBW
34
Activeren van de legionellafunctie
Hoofddisplay: Om op het parameterniveau te komen, als volgt te werk gaan:
10 sec.
of
of
of
of
Afb. 37: Activeren van de legionellafunctie
g03: De stappen voor het wijzigen van andere para-
meters zijn hetzelfde als bij parameter "d02".
g04: Druk op de "Modus"-toets (B) om de invoer op
te slaan en druk op de "Aan/uit"-toets om terug
te komen in het hoofdmenu.
Zie positie 14-17 in afbeelding
Ä
„Parameter“ op pagina 38 voor de betreffende parameters.
OPMERKINGEN
1. Wordt na het wijzigen van de waarden de "Aan/uit"-toets ingedrukt terwijl de parameter knip-
pert, worden de waarden niet opgeslagen en wordt naar de bovenste parameter gesprongen.
2. Na het opslaan van instellingen met de "Modus"-toets, kan met de "Aan/uit"-toets worden
teruggegaan naar het hoofdmenu.
3. Na 20 seconden worden de ingestelde waarden opgeslagen en wordt op het display het hoofd-
overzicht gegeven.
35
Activeren van de zonne-energiefunctie
Wordt de REMKO RBW-gebruikswaterwarmtepomp in combinatie met een thermische zonne-energie-instal-
latie gebruikt, moet rekening worden gehouden met het volgende:
n Voor het gebruik van de warmtepomp in combinatie met max. 7,5 m² zonnecollectoroppervlak, moet na
het maken van de hydraulische aansluiting ook de meegeleverde collectorvoeler worden aangesloten.
Gebruik hiervoor het betreffende meetpunt van uw collectoroppervlak, de voeler aansluiten op klem 4
(Afb. 38). De zonnecollectorpomp wordt aangesloten op klem 2.
n Verwijder hierbij de weerstand waarmee deze uitsluiting al is uitgerust. Deze weerstand bewaren bij het
apparaat, om evt. noodbedrijf bij een storing mogelijk te maken. Wordt de REMKO RBW-gebruikswater-
warmtepomp zonder voeler of weerstand gebruikt, wordt een foutmelding gegeven op het display.
Na het met succes installeren van de thermische zonne-energie-installatie en het aansluiten van de collec-
torvoeler, is de functie klaar voor gebruik. Voor het optimaliseren van de geïnstalleerde installatie moeten de
volgende parameters nog worden aangepast bij de installatie.
Nr. Beschrijving Code
Para-
meter
Waarde Bereik
30 Gebruikte reservoirvoeler zonne-energie
n
n01 0 0-onder/1-boven
31 Min. looptijd zonne-energiepomp n02 15 min 1-30 min
32 Start temperatuurverschil zonne-energie n03 5°C 0~20 K
33 Nachtverlaging n04 0/nee 0-nee/1-ja
34 Starttijd nachtverlaging n05 00 h 00~23 h
35 Eindtijd nachtverlaging n06 6 h 00~23 h
36 Starttemperatuur nachtverlaging n07 70°C 40~90°C
37 Eindtemperatuur nachtverlaging n08 10°C 1~40°C
38 Max. reservoirtemperatuur voor zonne-energie-
omschakelventiel
n09 70°C 50~90°C
39 Max. reservoirtemperatuur zonne-energiepomp stop n10 70°C 50~90°C
40 Zonne-energiepomp reservoirtemp.-afhankelijk n11 0/nee 0-nee/1-ja
41 Start collectortemperatuur zonne-energiepomp r r01 55°C 10~60°C
Voor het aanpassen van de parameters, de stappen uitvoeren die al zijn beschreven bij het configureren en
activeren van de legionellafunctie uitvoeren op de betreffende parameterniveaus.
Zonne-energie omschakelklep
Voor het verhogen van de zonne-energieopbrengst, bestaat de mogelijkheid een omschakelklep voor het
laden van een extra reservoir te gebruiken (zie voorbeeld
Afb. 8)
Beschrijving Code
Para-
meter
Waarde Bereik
Max. reservoirtemperatuur voor zonne-energie-omschakel-
ventiel
n n10 70°C 50~90°C
Voor het aanpassen van de parameters voor het aansturen van de omschakelklep, de stappen die al zijn
beschreven bij activeren van de zonne-energiefunctie, uitvoeren op de betreffende parameterniveaus.
REMKO RBW
36
AI01
HT
HP
BTT
TTT
CT
5K
5K
5K
L
BTT
BTT
TTT
TTT
CT
CT
BLK
COMP
RED
WHT
CR CC
CS
C1
230V~/50Hz
1
3
2 4
5
6
7
8
02
N
1
3
2 4
5
6
7
8
01
N
1
2
3
4
MTS
RESET
OUT1 OUT2
OUT3
OUT4
OUT5
AC-N
GND
AI05
GND
AI04
GND
AI03
GND
AI02
GND
HW200
2
2
GND
AI06
K2
1 2 3 4 5 6
N
t
230V 230V
STT
STT
K2
E2V
FM
BLU BLK
C2(2uF)
WHT
RED
12V
TC
50K
5K
SUT
SUT
SUT
3
Controller
5
EEV
5K
AT
AT
AT
RED BLU
BRN BLU Y/G
Y/G
L N
1 2
PV input
1
2 43
2
Afb. 38: Elektrisch schema gebruikswaterwarmtepomp met zonne-energiekoppeling
1: PV-contact (potentiaalvrij)
2: Pomp zonne-energie
3: Omschakelventiel
4: Collectorvoeler
Activeren van de PV-functie
Voor gebruik van de REMKO RBW-gebruikswaterwarmtepomp in combinatie met een fotovoltaïsche instal-
latie, bestaat de mogelijkheid het potentiaalvrije contact van klem 1 te gebruiken (
Afb. 38).
Na het met succes installeren van de thermische zonne-energie-installatie en het aansluiten van de collec-
torvoeler, is de functie klaar voor gebruik. Voor het optimaliseren van de geïnstalleerde installatie moeten bij
de installatie ook de volgende parameters worden aangepast.
Beschrijving Code
Para-
meter
Waarde Bereik
Instelwaarde bij PV-opbrengst r r14 45°C 10-60°C
37
Parameter
Parameterlijst (expertniveau)
Nr. Beschrijving Code
Para-
meter
Waarde Bereik
1 Fabrieksinstelling
/
/01
2 Fabrieksinstelling /02
3 Fabrieksinstelling
C
C01 0
4 Fabrieksinstelling C02 5°C
5 Fabrieksinstelling C03 -1°C
6 Fabrieksinstelling C04 5°C
7 Start dooitemperatuur (verdamper)
d
d01 -3°C -30~0°C
8 Einde dooitemperatuur (verdamper) d02 13°C 2~30°C
9 Tijd tussen dooiprocedures d03 45 min 30~90 min
10 Max. dooitijd d04 8 min 1~12 min
11 Min. dooitijd eco-dooien (circulatie-dooien) d05 3 min 1~10 min
12 Dooimodus 1 = circulatie, 2 = heetgas d06 0 0~2
13 Omgevingstemp. voor start heetgasdooien d07 4°C -10~20°C
14 Instelwaarde voor legionella-functie
g
g01 60°C 30~70°C
15 Duur van de legionella-functie g02 0 min 0~90 min
16 Tijd start legionella-functie g03 0 h 0~23 h
17 Periode (dagen) voor legionella-functie g04 7 dagen 7~99 dagen
18 El. expansieklep mode
E
E01 1 Fabrieksinstelling
19 Oververhitting temperatuur E02 5°C Fabrieksinstelling
20 Expansieklep Uitgangspositie E03 240 Fabrieksinstelling
21 Expansieklep minimale positie E04 100 Fabrieksinstelling
22 Expansieklep positie ontdooiing mode E05 480 Fabrieksinstelling
23 Weer opstarten na stroomuitval
H
H01 1 0-nee/1-ja
24 Activering keuken mode H02 0 0-nee/1-ja
25 Warmtebron (lucht) H03 0 Fabrieksinstelling
26 Aanvoer tijd om inbedrijfstelling H04 1 min Fabrieksinstelling
27 Koelfunctie H05 0 Fabrieksinstelling
28 H06 1,0 Fabrieksinstelling
29 Temperatuureenheid H07 0 0-°C/1-F
REMKO RBW
38
Parameterlijst (expertniveau) - vervolg
Nr. Beschrijving Code
Para-
meter
Waarde Bereik
30 Gebruikte reservoirvoeler zonne-energie
n
n01 0 0-onder/1-boven
31 Min. looptijd zonne-energiepomp n02 15 min 1-30 min
32 Start temperatuurverschil zonne-energie n03 5°C 0~20 K
33 Nachtverlaging n04 0/nee 0-nee/1-ja
34 Starttijd nachtverlaging n05 00 h 00~23 h
35 Eindtijd nachtverlaging n06 6 h 00~23 h
36 Starttemperatuur nachtverlaging n07 70°C 40~90°C
37 Eindtemperatuur nachtverlaging n08 10°C 1~40°C
38
Max. reservoirtemperatuur voor zonne-energie-
omschakelventiel
n09 70°C 50~90°C
39 Max. reservoirtemperatuur zonne-energiepomp stop n10 70°C 50~90°C
40 Zonne-energiepomp reservoirtemp.-afhankelijk n11 0/nee 0-nee/1-ja
41 Start collectortemperatuur zonne-energiepomp
r
r01 55°C 10~60°C
42 Instelwaarde keukenmodus r02 45°C 40~48°C
43 Hysterese instelwaarde WW-water r03 5 °C 1~20 K
44 Parallelbedrijf warmtepomp/verwarmingsstaaf r04 0/nee 0-nee/1-ja
45 Inschakeltemperatuur elektr. verwarmingsstaaf r05 55°C 30~90°C
46 Inschakelvertraging elektr. verwarmingsstaaf r06 200 min 0~450 min
47 Elektr. verwarmingsstaaf vervangt compressor r07 0 0-nee/1-ja
48 Onderste toepassingsgrens warmtepomp r08 0°C -20~10°C
49
Bivalentiepunt elektr. verwarmingsstaaf zonder
vertraging
r09 10°C 0~30°C
50 Bivalentiepunt el. verwarmingsstaaf m. tijdvertr. r06 r10 25°C 10~40°C
51 Fabrieksinstelling r11 60 s 0~255 s
52 Onderste toepassingsgrens noodstop warmtepomp r12 -5°C -5~-30°C
53 Verwarmingsgrens keukenmodus r13 56°C 50~56°C
54 Instelwaarde bij PV-opbrengst r14 45°C 10-60°C
55 Verwijdert status aan/uit-schakelaar
S
S01 Status CL/OP
56
OHP-schakelaar (overtemperatuurbeveiliging)
compressor
S02 Status CL/OP
57 Niet toegewezen
58 Storingsuitgang status hogedrukschakelaar S04 Status CL/OP
59 Schakelpunt elektr. verwarmingsstaaf S05 Status CL/OP
60 Niet toegewezen
39
Parameterlijst (expertniveau) - vervolg
Nr. Beschrijving Code
Para-
meter
Waarde Bereik
61 Omgevingstemperatuur
t
t01
Meet-
waarde
-9~99°C
62 Reservoirtemperatuur onder t02
Meet-
waarde
-9~99°C
63 Reservoirtemperatuur boven t03
Meet-
waarde
-9~99°C
64 Verdampertemperatuur t04
Meet-
waarde
-9~99°C
65 Zuiggastemperatuur t05
Meet-
waarde
-9~99°C
66 Collectortemperatuur t06
Meet-
waarde
-9~99°C
67 Compressorstatus
O
O01 Status on/off
68 Status elektrische verwarmingsstaaf O02 Status on/off
69 Magneetklep dooien O03 Status on/off
70 Ventilatorsnelheid laag O04 Status on/off
71
Ventilatorsnelheid hoog/
circulatiepomp/ zonne-energiepomp
O05 Status on/off
72 Bedrijf circulatiepomp / zonne-energiepomp O06 Status on/off
73 EEV-positie O07 Status 0~500
Parameterlijst (gebruikersniveau)
Nr. Beschrijving
Para-
meter
Waarde Bereik
1 Start dooitemperatuur (verdamper) d01 -3°C -30°C~0°C
2 Einde dooitemperatuur (verdamper) d02 13°C 2~30°C
3 Tijd tussen dooiprocedures d03 45 min 30~90 min
4 Max. dooitijd d04 8 min 1~12 min
5 Duur van de legionella-functie g02 0 min 0~90 min
6 Tijd start legionella-functie g03 0 h 0~23 h
7 Periode (dagen) voor legionella-functie g04 7D 7~99 dagen
8 Max. reservoirtemperatuur zonne-energiepomp stop n10 70°C 50~90°C
9 Inschakelvertraging elektr. verwarmingsstaaf r06 200 min 0~450 min
REMKO RBW
40
Parameterbeschrijving
Para-
meter
Omschrijving Beschrijving
d01 Start dooitemperatuur (verdamper)
Is de verdampertemperatuur < d01, start de
dooiprocedure
d02 Einde dooitemperatuur (verdamper)
Is de verdampertemperatuur > d02, eindigt de
dooiprocedure
d03 Tijd tussen dooiprocedures
Is de min. looptijd van de warmtepomp tussen 2
dooiprocedures
d04 Max. dooitijd
Na het verstrijken van de ingestelde tijd d04
wordt het dooien beëindigd
g02 Duur van de legionella-functie Tijd voor de legionella-functie
g03 Tijd start legionella-functie Op deze tijd start de legionella-functie
g04 Periode (dagen) voor legionella-functie
Na deze periode (dagen) wordt de legionella-
functie geactiveerd
n10
Max. reservoirtemperatuur zonne-energiepomp
stop
Is de reservoirtemperatuur hoger dan n10, stopt
de zonne-energiepomp r06: Inschakelvertra-
ging elektrische verwarmingsstaaf. Bij het over-
schrijden van de ingestelde looptijd r06, wordt
de elektrische verwarmingsstaaf ingeschakeld
41
11 Reiniging en
onderhoud
Het regelmatig verzorgen en onderhouden waar-
borgen een storingsvrij gebruik en een lange
levensduur van de warmtepomp.
n Controleer de elektrische aansluitingen
n Bij het buiten werking stellen van de warmte-
pomp het reservoir aftappen. Vorstgevaar!
n We raden aan het reservoir regelmatig te rei-
nigen
n Controleer de beschermingsanode regelmatig
n We raden aan de warmwatertemperatuur zo
laag mogelijk in te stellen, voor het waarborgen
van een zo effectief mogelijk bedrijf
n Controleer alle onderdelen op drukbestendig-
heid en lekkages. Controleer de koudemiddel-
vulhoeveelheid regelmatig
n Voor de eventueel wettelijk voorgeschreven
lekdichtheidscontrole moet een onderhouds-
contract met een jaarlijks onderhoudsinterval
worden afgesloten met gespecialiseerd bedrijf.
n Bij luchtaanzuiging uit een wasdroogkelder,
moeten geschikte filters worden voorzien en
maandelijks worden gecontroleerd. Houd ook
rekening met het maximale drukverlies.
12 Tijdelijk uit gebruik
nemen
Indien de verwarmingsinstallatie gedurende een
langere periode niet wordt gebruikt (bijv. door
vakantie), mag deze toch niet geheel worden uit-
geschakeld!
n Tijdens het tijdelijk uit gebruik nemen, moet de
installatie in de modus "Startklaar" worden
gebracht.
n Voor de duur van de afwezigheid kunnen ver-
warmingstijden worden geprogrammeerd.
n Als het uit gebruik nemen weer wordt beëin-
digd, moet de vorige bedrijfsmodus weer
worden hersteld.
n Het wijzigen van de bedrijfsmodus is in het
hoofdstuk "bediening" beschreven.
AANWIJZING!
In de bedrijfsmodus „Startklaar“ staat de warm-
tepomp standby. Alleen de antivriesfunctie van
de hele installatie wordt geactiveerd.
REMKO RBW
42
13 Verhelpen van storingen en klantenservice
13.1 Verhelpen van storingen en klantenservice
Het apparaat is volgens de modernste productiemethoden geproduceerd en meerdere keren op een pro-
bleemloze werking gecontroleerd. Treden desondanks storingen op, controleer dan de werking van het
apparaat volgens de onderstaande lijst. Zijn alle controles uitgevoerd en werkt het apparaat nog steeds niet
probleemloos, neem dan contact op met een gespecialiseerd bedrijf.
Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen
Installatie werkt niet Voedingsspanning correct? Voedingsspanning uit-/inschakelen
en spanning controleren
Kabelaansluitingen correct? Verbindingen controleren en evt.
opnieuw aansluiten
Zekering correct? Zekering controleren en evt. ver-
vangen
Hogedrukstoring Koudemiddelovervulling Nieuw vullen
Teveel warmte condensor Temperatuur in reservoir verlagen
Lagedrukstoring Koudemiddeltekort Circuit op lekkages controleren
2. Koudemiddelfilter/capillair verstopt Filter of capillairbuis vervangen
Te lage/ontbrekende luchtaanzuigtempe-
ratuur
Luchttoevoer/temperatuur contro-
leren
Er komt geen heet water Kranen watertoevoer dicht Kranen open draaien
Waterdruk te laag Waterdruk verhogen
Display blijft donker Veiligheidstemperatuurbegrenzer aange-
sproken
Temperatuur in reservoir verlagen
Foutcodes en betekenis
Code Beschrijving van de fout Oorzaak Oplossing
P01 Sensor reservoir onder defect
Defect of kortgesloten. Stekker-
contact niet correct
Sensorweerstand controleren.
Sensor vervangen
P02 Sensor reservoir boven defect
P034 Sensor collector defect
P04 Sensor circulatie defect
P05 Sensor verdamper defect
P07 Sensor aanzuigleiding defect
E01 Hogedrukstoring
Koudemiddeldruk te hoog,
drukschakelaar aangesproken
Druk controleren, watertempe-
ratuur te hoog
E02 Lagedrukstoring
Koudemiddeldruk te laag, druk-
schakelaar aangesproken
Druk controleren, koudemiddel-
tekort
E03 Oververhittingsfout Watervulpeil te laag Watervulpeil controleren
E08 Communicatiestoring
Communicatiestoring tussen
bedieningsdeel en hoofdprint-
plaat
Kabelverbinding, stekkercon-
tacten controleren
43
13.2 Weerstanden van de
temperatuursensoren
NTC R-T tabel (R25 = 5kW B25/50 = 3470 k)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
-30 63.7306 1 13.6017
-29 60.3223 2 13.0057
-28 57.1180 3 12.4393
-27 54.1043 4 11.9011
-26 51.2686 5 11.3894
-25 48.5994 6 10.9028
-24 46.0860 7 10.4399
-23 43.7182 8 9.9995
-22 41.4868 9 9.5802
-21 39.3832 10 9.1810
-20 37.3992 11 8.8008
-19 35.5274 12 8.4385
-18 33.7607 13 8.0934
-17 32.0927 14 7.7643
-16 30.5172 15 7.4506
-15 29.0286 16 7.1513
-14 27.6216 17 6.8658
-13 26.2913 18 6.5934
-12 25.0330 19 6.3333
-11 23.8424 20 6.0850
-10 22.7155 21 5.8479
-9 21.6486 22 5.6213
-8 20.6380 23 5.4048
-7 19.6806 24 5.1978
-6 18.7732 25 5.0000
-5 17.9129 26 4.8108
-4 17.0970 27 4.6298
-3 16.3230 28 4.4566
-2 15.5886 29 4.2909
-1 14.8913 30 4.1323
0 14.2293 31 3.9804
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
32 3.8349 67 1.1771
33 3.6955 68 1.1413
34 3.5620 69 1.1068
35 3.4340 70 1.0734
36 3.3113 71 1.0412
37 3.1937 72 1.0100
38 3.0809 73 0.9800
39 2.9727 74 0.9509
40 2.8688 75 0.9228
41 2.7692 76 0.8957
42 2.6735 77 0.8695
43 2.5816 78 0.8441
44 2.4934 79 0.8196
45 2.4087 80 0.7959
46 2.3273 81 0.7730
47 2.2491 82 0.7508
48 2.1739 83 0.7293
49 2.1016 84 0.7086
50 2.0321 85 0.6885
51 1.9656 86 0.6690
52 1.9015 87 0.6502
53 1.8399 88 0.6320
54 1.7804 89 0.6144
55 1.7232 90 0.5973
56 1.6680 91 0.5808
57 1.6149 92 0.5647
58 1.5636 93 0.5492
59 1.5142 94 0.5342
60 1.4666 95 0.5196
61 1.4206 96 0.5055
62 1.3763 97 0.4919
63 1.3336 98 0.4786
64 1.2923 99 0.4658
65 1.2526 100 0.4533
66 1.2142
REMKO RBW
44
NTC R-T tabel (R25 = 50.000 kW B25/50 = 3950
k)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
-40 2009.2 -6 232.60
-39 1869.0 -5 220.13
-38 1739.6 -4 208.40
-37 1620.2 -3 197.38
-36 1509.8 -2 187.02
-35 1407.8 -1 177.27
-34 1313.5 0 168.10
-33 1226.2 1 159.46
-32 1145.3 2 151.32
-31 1070.4 3 143.66
-30 1001.0 4 136.43
-29 936.58 5 129.62
-28 876.76 6 123.19
-27 821.21 7 117.12
-26 769.58 8 111.39
-25 721.58 9 105.98
-24 676.92 10 100.87
-23 635.35 11 96.040
-22 596.63 12 91.470
-21 560.55 13 87.148
-20 526.92 14 83.057
-19 495.54 15 79.185
-18 466.26 16 75.519
-17 438.91 17 72.045
-16 413.37 18 68.754
-15 367.69 19 65.634
-14 367.16 20 62.676
-13 346.26 21 59.870
-12 326.70 22 57.207
-11 308.38 23 54.679
-10 291.22 24 52.279
-9 275.13 25 50.000
-8 260.05 26 47.834
-7 245.89 27 45.775
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
28 43.818 63 11.182
29 41.956 64 10.799
30 40.185 65 10.431
31 38.500 66 10.078
32 36.896 67 9.7393
33 35.368 68 9.4134
34 33.913 69 9.1002
35 32.527 70 8.7991
36 31.206 71 8.5096
37 29.947 72 8.2313
38 28.746 73 7.9637
39 27.600 74 7.7061
40 26.507 75 7.4584
41 25.464 76 7.2199
42 24.468 77 6.9904
43 23.517 78 6.7694
44 22.608 79 6.5566
45 21.740 80 6.3515
46 20.911 81 6.1541
47 20.118 82 5.9639
48 19.359 83 5.7805
49 18.634 84 5.6037
50 17.940 85 5.4333
51 17.276 86 5.2690
52 16.641 87 5.1105
53 16.032 88 4.9576
54 15.450 89 4.8104
55 14.892 90 4.6678
56 14.357 91 4.5304
57 13.845 92 4.3978
58 13.353 93 4.2690
59 12.882 94 4.1462
60 12.430 95 4.0268
61 11.997 96 3.9114
62 11.581 97 3.8000
45
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
Temp.
(°C)
Weerstand
(kOhm)
98 3.6923 110 2.6457
99 3.5887 111 2.5756
100 3.4876 112 2.5077
101 3.3903 113 2.4420
102 3.2978 114 2.3783
103 3.2052 115 2.3166
104 3.1172 116 2.2568
105 3.0320 117 2.1989
106 2.9497 118 2.1427
107 2.8699 119 2.0882
108 2.7927 120 2.0354
109 2.7180
REMKO RBW
46
14 Illustratie van het apparaat en reserveonderdelen
1
2
3
4
5
6
7
9
10
12
13
14
11
8
Afb. 39: Apparaatafbeelding
Afmeting- en constructieveranderingen in het kader van de technische doorontwikkeling, blijven ons voorbe-
houden
47
Reserveonderdeellijst
Nr. Omschrijving RBW 300 PV RBW 300 PV-S
Vanaf serienummer: 1422F... 1423F...
1 Bekleding voor 1110737 1110737
2 Bekleding boven 1110738 1110738
3 Bedieningseenheid 1110739 1110739
4 Magneetklep 1110740 1110740
5 Hogedrukschakelaar 1110741 1110741
6 Compressor 1110742 1110742
7 Thermostatische expansieklep 1110743 1110743
8 Warmtewisselaar 1110754 1110754
9 Ventilatorlamel 1110747 1110747
10 Condensator, compressor 15 nF 1110748 1110748
11 Ventilatormotor 1110749 1110749
12 Hoofdprintplaat 1110750 1110750
13 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) 1110760 1110760
14 Elektrische verwarmingsstaaf 1,5 kW 1110761 1110761
15 Plaat bedieningsdeel 1110763 1110763
16 Condensator ventilatormotor 2nF 1110762 1110762
Bij reserveonderdeelbestellingen naast het EDV-nr. graag ook altijd het apparaatnummer en apparaattype
(zie typeplaatje) opgeven!
Reserveonderdelen zonder afbeelding
Nr. Omschrijving RBW 300 PV RBW 300 PV-S
Transformator 1110764 1110764
Magnesiumanode 1110744 1110744
Sensor zuigleiding T5 1110745 1110745
Sensor luchtaanzuiging T1 1110746 1110746
Sensor waterinlaat T2 1110751 1110751
Sensor wateruitlaat T3 1110752 1110752
Collectorvoeler T6 --- 1110755
Sensor warmtewisselaar T4 1110753 1110753
Bij reserveonderdeelbestellingen naast het EDV-nr. graag ook altijd het apparaatnummer en apparaattype
(zie typeplaatje) opgeven!
REMKO RBW
48
15 Index
A
Aansluitingen vermogensprintplaat ..........20
Afvoeren van de apparaten en componenten ...6
Afvoeren van de verpakking ................6
Apparaatafmetingen ......................8
B
Bedieningseenheid ......................24
Beschermingsanode .....................11
Beschrijving van het apparaat ..............10
Besturingslogica ........................22
C
Condenswaterafvoer .....................16
COP ..................................7
Corrosiebescherming ....................11
D
Dekselafmetingen ........................9
Drijfgas volgens Kyoto-protocol ..............7
Drukreduceer ..........................15
E
Elektrisch schema .......................21
Elektrische aansluiting ...................20
Elektrische schema's .....................21
F
Functies van de bedieningseenheid .........24
G
Garantie ...............................6
H
Hydraulisch aansluitschema ...............17
Hydraulische aansluiting ..................17
I
Inbedrijfstelling .........................22
Installatie ..............................15
L
Laden met tweede warmtebron .............16
Leidingaansluitingen ......................8
M
Magnesium-beschermingsanode ...........11
Milieubescherming .......................6
Minimale afstanden ......................13
O
Opstelling .............................12
P
Productbeschrijving ......................10
R
Recycling ..............................6
Reserveonderdelen bestellen ..............48
S
Sanitaire aansluitingen ...................15
Sanitaire montage .......................15
Symbolen .............................25
Symboolfuncties van de bedieningseenheid ...25
Systeemopbouw ........................11
T
Temperatuursensoren
Weerstanden .....................44, 45
Toepasselijk gebruik ......................6
V
Veiligheid
Algemene ............................4
Gevaren bij het niet-opvolgen van de veilig-
heidsvoorschriften .....................4
Kwalificaties van het personeel ...........4
Markering van instructies ................4
Veiligheidsbewust werken ...............5
Veiligheidsvoorschriften voor de exploitant ..5
Veiligheidsvoorschriften voor inspectiewerk-
zaamheden ..........................5
Veiligheidsvoorschriften voor montage ......5
Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds ...5
Zelfstandige ombouw ..................5
Zelfstandige vervaardiging van reserveon-
derdelen ............................5
Veiligheidsklep .........................15
Vermogensprintplaat, aansluitingen .........20
Verwarmingsvermogen ....................7
W
Warmteverliezen voorkomen ...............15
Weerstanden
Temperatuursensoren ..............44, 45
Werking van de warmwaterwarmtepomp .....10
49
REMKO RBW
50
Het advies
Via onze intensieve training
brengen we de vakkennis van
onze adviseurs steeds op de
nieuwste stand. Dit heeft ons de
reputatie opgeleverd, meer te
zijn dan een goede, betrouwbare
leverancier:
REMKO, een partner, die helpt
bij het oplossen van problemen.
De verkoop
REMKO beschikt niet alleen over
een goed uitgebouwd netwerk
van vertegenwoordigingen in
binnen- en buitenland, maar
ook over hoog gekwalificeerd
vakkundig personeel voor de
verkoop.
REMKO-medewerkers in de
buitendienst zijn meer dan alleen
verkoper: voor alles dienen zij
voor onze klanten adviseurs te
zijn in de airconditioning- en
warmtetechniek.
De servicedienst
Onze apparaten werken
nauwkeurig en betrouwbaar.
Als er onverhoopt toch een
storing optreedt, dan is de
REMKO servicedienst snel ter
plaatse. Ons omvangrijk netwerk
van ervaren speciaalzaken
waarborgt u altijd een snelle en
betrouw-bare service.
REMKO INTERNATIONAL
en altijd dicht bij u in de buurt!
Maak gebruik van onze ervaring en advies
Technische wijzigingen en specificaties onder voorbehoud!
REMKO GmbH & Co. KG
Koel- en verwarmingstechniek
Im Seelenkamp 12 D-32791 Lage
Postfach 1827 D-32777 Lage
Telefon +49 5232 606-0
Telefax +49 5232 606-260
E-mail info@remko.de
Internet www.remko.de
13

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw REMKO RBW 300PV-S bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van REMKO RBW 300PV-S in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,3 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info