587710
4
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
Versie NL – V06
REMKO MXD
MXD 200, MXD 260, MXD 350
Plafondcassette
Bediening · Techniek · Reserveonderdelen
Inhoud
Vóór het in bedrijf nemen / gebruik van dit apparaat deze gebruiks-
handleiding zorgvuldig lezen!!
Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat en dient steeds in
directe nabijheid van de opstellocatie resp. bij het apparaat
bewaard te worden.
Wijzigingen voorbehouden; we aanvaarden geen aansprakelijkheid voor drukfouten
en vergissingen!
Veiligheidsaanwijzingen
4
Milieubescherming en recycling
4
Garantie
4
Transport en verpakking
5
Beschrijving van het apparaat
5
Combinaties
5
Bediening
6-12
Uit bedrijf nemen
13
Verzorging en onderhoud
13-14
Verhelpen van storingen en service
15-16
Montageaanwijzingen voor vakpersoneel
17
het installeren
17
Condensaansluiting
18
Elektrische aansluiting
19
Elektrisch aansluitschema en
apparaatkeuze
20
Elektrisch schema
20
Inbedrijfstelling
21
Afmetingen apparaat
21
Apparaatafbeelding
22
Reserveonderdelenlijst
22
Technische gegevens
23
Made by REMKO
3
Veiligheidsaanwijzingen
Lees voor u het apparaat voor
de eerst in gebruikt neemt de
gebruiks-handleiding aandachtig
door. Deze bevat nuttige tips,
aanwijzingen en waarschuwingen
voor de veiligheid van personen en
goederen . Het niet opvolgen
van de gebruikshandleiding kan
gevaar voor personen, het milieu,
de installatie en tot het verlies van
mogelijke aansprakelijkheid leiden.
Bewaar deze gebruikshandleiding
en het koudemiddeldatablad in
de buurt van het apparaat.
Het plaatsen en installeren van
de apparaten en componenten
mag alleen gebeuren door
vakpersoneel.
Het opstellen, aansluiten
en gebruik van de apparaten
en componenten moet
volgens de gebruiks- en
bedrijfsomstandigheden uit
de gebruikshandleiding en de
geldende lokale voorschriften
gebeuren.
Apparaten voor mobiel gebruik
moeten veilig en verticaal
op een geschikte ondergrond
opgesteld worden. Apparaten
voor stationair bedrijf mogen
alleen in vast geïnstalleerde
toestand gebruikt worden.
Ombouwwerkzaamheden of
veranderingen aan de door
REMKO geleverde apparaten
zijn niet toegestaan en kunnen
storingen veroorzaken.
De apparaten en componenten
mogen niet worden gebruikt
op plaatsen met verhoogd risico
op beschadigingen. De minimale
vrije ruimte moet worden
aangehouden.
De elektrische voeding moet
worden aangepast aan de eisen
van de apparaten.
De veiligheid van de apparaten
en componenten is alleen
gegarandeerd bij het bedoeld
gebruik en in volledig
gemonteerde toestand.
De veiligheidsinrichtingen
mogen niet worden veranderd of
overbrugd.
De bediening van apparaten
of componenten met zichtbare
defecten of beschadigingen
is verboden.
Alle behuizingonderdelen
en openingen in het
apparaat, bijv. luchtinlaat- en
luchtuitstroomopeningen,
moeten vrij zijn van vreemde
voorwerpen, vloeistoffen of
gassen.
De apparaten en componenten
moeten voldoende
veiligheidsafstand hebben ten
opzichte van ontvlambare,
explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en
atmosferen.
Het aanraken van bepaalde
onderdelen of componenten van
de apparaten kan brandwonden
of letsel veroorzaken.
Installatie-, reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden
mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door geautoriseerd
vakpersoneel; visuele controles
en reinigingswerkzaamheden
mogen in spanningsloze toestand
door de gebruiker uitgevoerd
worden.
Bij het installeren, het repareren,
het onderhouden of het
reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen
worden genomen om de van de
apparaten uitgaande gevaren
voor personen te voorkomen.
De apparaten of componenten
mogen niet worden blootgesteld
aan mechanische belastingen,
extreme vochtigheid of directe
zonnestraling.
Afvoeren van de verpakking
Alle producten worden voor het
transport zorgvuldig verpakt
in milieuvriendelijke materialen.
Lever een waardevolle bijdrage aan
de vermindering van afval en het
recyclen van grondstoffen en lever
het verpakkingsmateriaal alleen
in bij de daarvoor aangewezen
inzamelplaatsen.
Afvoeren van
de apparaten en
componenten
Bij de productie van de apparaten
en componenten worden
uitsluitend recyclebare materialen
gebruikt.
Draag bij aan de bescherming
van het milieu, door er voor
te zorgen dat apparaten of
componenten (bijv. batterijen)
niet in het huisvuil komen maar
alleen op milieuvriendelijke wijze
volgens de plaatselijk geldende
voorschriften, bijv. door een erkend
afvalverwerkingsbedrijf en recycling
of via een inzamelpunt worden
verwerkt.
Garantie
Voorwaarde voor eventuele
aanspraken op garantie, is dat
de inkoper of zijn af-nemer
tegelijk met de verkoop en het in
gebruik nemen de bij het apparaat
meegeleverde "Garantieoorkonde"
en het inbedrijfstellingsrapport
volledig ingevuld naar REMKO GmbH
& Co. KG terug heeft gestuurd.
De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene
verkoop- en leveringsvoorwaarden".
Daarnaast kunnen alleen tussen de bij
de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden.
Richt u zich daarom eerst tot uw
directe leverancier.
Milieubescherming
en recycling
REMKO MXD
4
Afsluitklep
Netaansluiting
De apparaten worden in een
stevige transportverpakking
geleverd. Controleer het apparaat
direct bij de levering en noteer
eventuele schade of ontbrekende
onderdelen op de pakbon en
informeer de transporteur en
uw leverancier.
Bij klachten achteraf wordt geen
garantie verleend.
Beschrijving van het apparaat
Transport en
verpakking
De binnenunit van de combi-
airconditioning in split-uitvoering
dient voor het opnemen van de uit
de te koelen ruimte opgenomen
warmte. De buitenunit geeft
deze warmte weer af aan de
buitenlucht.
Bij apparaten voor het koelen
en verwarmen kan tijdens
verwarmingsbedrijf via de
binnenunit de door het buitendeel
opgenomen warmte worden
afgegeven in de te verwarmen
ruimte.
Het apparaat is ontworpen
voor gebruik binnen, bovenaan
de wand.
De bediening gebeurt via een
infrarood-afstandsbediening.
De binnenunit bestaat uit een
verdamper in lamellenuitvoering,
verdamperventilator, regeling
en condensopvangbak.
De binnenunit is te combineren
met REMKO buitenunits uit de
serie MVT 600/900/950 DC
met de juiste koelcapaciteit.
De besturing van de buitenunit
gebeurt via de regeling van
de binnenunit.
Als toebehoren zijn condens-
pompen leverbaar.
Schema koudekringloop binnenunit
Verdamperventilator
Aansluiting
zuigleiding
Aansluiting
Inspuitleiding
Verdamper
De verbinding tussen
binnenunit en buitenunit
wordt tot stand gebracht met
koudemiddelleidingen.
Buitenunit
Systeemopbouw
Condensorventilator
Buitenunit
Inspuitleiding
Zuigleiding
Stuurleiding
Condensleiding
Binnenunit
Condensleiding
MXW/
MXD
200
MXW/
MXD
260
MXW/
MXD
350
Eén binnenunit
Combinatie 1
Combinatie 2
Combinatie 3
Twee binnenunits
Combinatie 4 • •
Combinatie 5 • •
Combinatie 6 • •
Combinatie 7
Combinatie 8
Drie binnenunits
Combinatie 9 • • •
Combinatie 10 • • •
Combinatie 11 • •
Combinatie 12 • •
Combinatie 13 • •
Combinatie 14
Combinatie 15 • •
Combinatie 16 • •
Combinatie 17
Buitenunit MVT 900 DC
Combinaties
MXW/
MXD
200
MXW/
MXD
260
MXW/
MXD
350
Eén binnenunit
Combinatie 1
Combinatie 2
Combinatie 3
Twee binnenunits
Combinatie 4
• •
Combinatie 5
• •
Combinatie 6
• •
Combinatie 7
Combinatie 8
Combinatie 9
Buitenunit MVT 600 DC
MXW/
MXD
200
MXW/
MXD
260
MXW/
MXD
350
Eén binnenunit
Combinatie 1
Combinatie 2
Combinatie 3
Twee binnenunits
Combinatie 4 • •
Combinatie 5 • •
Combinatie 6 • •
Combinatie 7
Combinatie 8
Combinatie 9
Drie binnenunits
Combinatie 10 • • •
Combinatie 11 • • •
Combinatie 12 • • •
Combinatie 13 • •
Combinatie 14 • •
Combinatie 15 • •
Combinatie 16 • •
Combinatie 17
Combinatie 18 • •
Combinatie 19 • •
Vier binnenunits
Combinatie 20 • • • •
Combinatie 21 • • • •
Combinatie 22 • • •
Combinatie 23 • • •
Combinatie 24 • • • •
Combinatie 25 • •
Combinatie 26 • • •
Combinatie 22 • •
Combinatie 28 • • •
Combinatie 29 • • • •
Combinatie 30 • •
Buitenunit MVT 950 DC
Binnenunit
5
Bediening
Infrarood afstandsbediening
De infrarood afstandsbediening
stuurt de geprogrammeerde
instelling over een afstand
tot 6 m naar de ontvanger
op de binnenunit. Een
storingsvrije ontvangst van
de gegevens is alleen mogelijk
als de afstandsbediening op
de ontvanger wordt gericht
en er geen voorwerpen zijn
die de overdracht belemmeren.
Ter voorbereiding moeten
de meegeleverde batterijen
(2 stuks, type AAA) in de
afstandsbediening geplaatst
worden. Trek daarvoor de klep
van het batterijvak los en plaats
de batterijen, let daarbij op
de polariteit (zie markering).
De binnenunit kan comfortabel bediend worden met de meegeleverde infrarood afstandsbediening. Een correcte
gegevensoverdracht wordt door de binnenunit met een pieptoon bevestigd. Als het programmeren via de
infrarood afstandsbediening niet mogelijk is, kan de binnenunit ook handmatig bediend worden.
Storingen worden door codes
weergegeven
(zie hoofdstuk verhelpen van
storingen en service).
LET OP!
Vervang lege batterijen direct
door een nieuwe set, omdat
gevaar voor uitlopen bestaat.
Bij langdurig uit bedrijf nemen
wordt aanbevolen de batterijen
te verwijderen.
OPMERKING
max. 6 m
Maximale afstand
Handbediening
De binnenunits kunnen handmatig
in gebruik genomen worden.
Door indrukken van de toets RESET
op het ontvangstdeel van de
afdekking wordt de automatische
modus geactiveerd. Bij
handbediening gelden de volgende
instellingen:
Koelbedrijf: 24 °C,
Ventilatortoerental: AUTO
Verwarmingsbedrijf: 26 °C,
Ventilatortoerental: AUTO
Door het indrukken van een toets
op de infrarood afstandsbediening
wordt de handbediening
onderbroken.
Display op de binnenunit
Ontvangstdeel voor
signalen van de
afstandsbediening.
Bedrijfs-
display
Alarmdisplay
Display op de binnenunit
De indicatie-LED‘s gaan branden op basis van de instellingen.
LED H rood = hoog ventilatortoerental
LED M geel = midden ventilatortoerental
LED L groen = laag ventilatortoerental
Timer-
display
Ventilator
ontdooien
REMKO MXD
6
Toets "ECONOMIC RUNNING"
Na het indrukken van deze
toets stijgt de theoretische
temperatuur in koelbedrijf
binnen één uur automatisch
1°C, bij verwarmingsbedrijf daalt
de theoretische temperatuur
binnen één uur 1°C.
Toets "AIR DIRECTION"
Met deze toets kunt u de
stand van de uitstroomlamellen
instellen. U heeft de beschikking
over 5 standen en een
pendelfunctie.
Toets "SWING"
Deze toets activeert direct
de pendelende functie van
de lamellen voor een betere
luchtverdeling in de ruimte.
Toets "TIMER ON/OFF"
Met deze toets wordt de
automatische inschakeltijd
van het apparaat binnen
de volgende 24 uur
geprogrammeerd.
Toets "CLOCK"
Deze toets opent het
klokprogramma.
Toets "OK"
Deze toets geeft de
geprogrammeerde gegevens
door aan de binnenunit.
Toets "CANCEL"
Deze toets stopt een ingesteld
timerprogramma.
Toets "LOCK / RESET"
(verzonken toetsen)
De linker LOCK-toets verbied
de verdere bediening, de rechter
RESET de display weer.
Toetsen op de
afstandsbediening
Toets "AAN/UIT"
Met deze toets kunt u het
apparaat in gebruik nemen
Toets "MODE"
Met deze toets kunt u de
bedrijfsmodus selecteren.
De binnenunit heeft 5 modi:
1. Automatische modus
In deze modus werkt het
apparaat in de koel- of
verwarmingsmodus.
2. Koelmodus
In deze modus wordt de warme
ruimtelucht naar de gewenste
temperatuur afgekoeld.
3. Ontvochtigingsmodus
In deze modus wordt de ruimte
voornamelijk ontvochtigd, de
ingestelde temperatuur wordt
vastgehouden.
4. Verwarmingsmodus
In deze modus wordt de warme
ruimtelucht verwarmd naar de
gewenste temperatuur.
5. Circulatiemodus
In deze modus wordt de
ruimtelucht gecirculeerd.Het
selecteren van een temperatuur
is niet mogelijk.
Toets "Temp ▲ ▼ "
Met deze toets kan de
gewenste temperatuur tussen
17- 30 °C worden ingesteld.
Toets "FAN SPEED"
Met deze toets wordt het
gewenste ventilatortoerental
ingesteld. Er zijn 4 niveau's
beschikbaar: automatisch,
hoge, midden en lage
ventilatorsnelheid.
Toetsen op de afstandsbediening
7
De overdracht van de instellingen wordt door een symbool op het display aangegeven.
Door het bedienen van de AAN / UIT- toets schakelt u uw airconditioning
aan en uit. Op het display verschijnen de vóór het uitschakelen van het
apparaat geprogrammeerde instellingen en instelwaarden.
AAN/UIT Toets
AAN/UIT AAN/UIT
Maak gebruik van de toets MODE voor het omschakelen tussen de
afzonderlijke bedrijfsmodi. Er zijn 5 modi beschikbaar:
1. Automatisch automatische keuze van koel- of verwarmingsbedrijf
2. Koelen voornamelijk in de zomer
3. Ontvochtigen gebruik in zomer en winter
4. Verwarmen voornamelijk in de winter
5. Circulatie alleen voor luchtcirculatie
MODE Toets
MODE
Automatisch Koelen Ontvochtigen Verwarmen
Circulatie
MODE MODE MODE MODE
In de modus automatisch kiest de regeling zelf tussen verwarmings-, koel
en circulatiebedrijf. De insteltemperatuur kan worden geselecteerd en
wordt dan door het automatisch bedrijf overgenomen. Het ventilatortoe-
rental wordt automatisch aangepast aan de omstandigheden.
Modus AUTOMATISCH
KOELEN
of
VERWARMEN
De insteltemperatuur ligt
onder de ruimtetemperatuur
OF
of
CIRCULATIE
De insteltemperatuur ligt
boven de ruimtetemperatuur
De toetsen
p/q
maken het mogelijk de insteltemperatuur te verlagen en
te verhogen.
pq
Toetsen
p
q
Toetsfuncties
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
AUTO
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
AUTO
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
23
10:49
10:49
TEMP TEMP
KLOK KLOK
SPEED SPEED
AUTO AUTO
AUTO AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
DRY
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
°C
°C
°C
°C
°C
°C
°C
°C
°C °C
°C
°C
°C °C
°C
°C
REMKO MXD
8
> 6 min.> 3 min.
> 6 min.
30 sec. 30 sec.
Insteltemperatuur
Insteltemperatuur -2°C
Ventilatorbedrijf binnenunit
Ventilatorbedrijf buitenunit
Compressorbedrijf buitenunit
Werkelijke temperatuur
Start koelbedrijf
Koelbedrijf
Stop koelbedrijf
Functiediagram
Bedrijf
Stop
In de koelmodus wordt de lucht in de ruimte tot de insteltemperatuur
afgekoeld. De gewenste ruimtetemperatuur kan met de toetsen /
in stappen van 1 °C ingesteld worden. Ligt de temperatuur in de ruimte
1 °C boven de gekozen insteltemperatuur, begint de binnenunit met
afkoelen van de lucht in de ruimte. De inverter-regeling controleert het
verschil tussen de insteltemperatuur en de ruimtetemperatuur. Bij een
groot verschil wordt een hoge koelcapaciteit tot stand gebracht. Bij
een klein verschil wordt een lagere koelcapaciteit tot stand gebracht.
De luchtuitstroomtemperatuur en de ruimtetemperatuur worden zo zeer
gelijkmatig gehouden.Als de ruimtetemperatuur ca. 2 °C lager wordt dan
de insteltemperatuur, schakelt de regeling de koeling uit. Ter bescherming
van de compressor schakelt de regeling pas na een wachttijd van 3 minuten
de koeling weer in.
Modus KOELEN
KOELBEDRIJF
en
In de modus ontvochtigen moet de ruimtetemperatuur ingesteld worden
op 24°C. Door de lage temperatuur van het koudemiddel komt de
lucht bij de verdamper onder het dauwpunt. Het overtollige vocht in de
lucht condenseert op de verdamper, de ruimte wordt zo ontvochtigd.
Het ventilatortoerental moet worden ingesteld op automatisch, zodat
een maximale ontvochtiging wordt bereikt. Het ventilatortoerental wordt
automatisch aangepast aan de omstandigheden.
Modus ONTVOCHTIGEN
ONT-
VOCHTIGINGS-
BEDRIJF
30 sec.
Insteltemperatuur
Insteltemperatuur -2°C
Ventilatorbedrijf binnenunit
Ventilatorbedrijf buitenunit
Compressorbedrijf buitenunit
Werkelijke temperatuur
Start
Ontvochtigingsbedrijf
Ontvochtigingsbedrijf
Stop
Ontvochtigingsbedrijf
Functiediagram
Bedrijf
Stop
lage ventilatorsnelheid
EN
AAN/UIT
MODE
MODE
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
DRY
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
AUTO
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
LOW
22
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
COOL
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
DRY
AUTO
24
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
DRY
AUTO
24
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
DRY
AUTO
°C °C °C
°C
°C
°C
°C
°C
°C
°C
9
VERWARMINGS-
BEDRIJF
Functieverloop modus verwarmen
> 6 min.> 3 min.
> 6 min.
30 sec. 30 sec.
Insteltemperatuur +5 °C
Insteltemperatuur +2 °C
Ventilatorbedrijf binnenunit
Ventilatorbedrijf buitenunit
Compressorbedrijf buitenunit
Werkelijke temperatuur
Stop verwarmingsbedrijf
Verwarmingsbedrijf
Start verwarmingsbedrijf
Functiediagram
Bedrijf
Stop
Keerklep
30 sec. 30 sec.
Tijdens de condensatiecyclus wordt de verdamperventilator van de
binnenunit en de condensorventilator van de buitenunit uitgeschakeld.
Na beëindiging van de cyclus worden de ventilatoren weer naar het laatst
ingestelde niveau geschakeld.
< 7 min.
Ontdooitijd
15 sec.
60 sec.
Ventilatorbedrijf binnenunit
Ventilatorbedrijf buitenunit
Compressorbedrijf buitenunit
Bedrijf
Stop
Keerklep
30 sec.
30 sec.
30 sec.
3 min.
EN
MODE
In de modus verwarmen hebt u de mogelijkheid de ruimte in de herfst
en de lente te verwarmen. De gewenste ruimtetemperatuur kan met de
/ toetsenstappen van 1 °C ingesteld worden. Komt de temperatuur in
de kamer 1 °C onder de insteltemperatuur, begint de binnenunit met het
verwarmen van ruimtelucht. De inverter-regeling controleert het verschil
tussen de insteltemperatuur en de ruimtetemperatuur. Bij een groot verschil
wordt een hoge verwarmingscapaciteit tot stand gebracht. Bij een klein
verschil wordt een lagere verwarmingscapaciteit tot stand gebracht. De
luchtuitstroomtemperatuur en de ruimtetemperatuur worden zo constant
gehouden.
Als de ruimtetemperatuur toch ca. 2 °C hoger wordt dan de
insteltemperatuur, schakelt de regeling de verwarming uit. Ter bescherming
van de compressor schakelt de regeling pas na een wachttijd van 3 minuten
de verwarming weer in.
In de verwarmingsmodus wordt de ventilatormotor van de binnenunit
vertraagd ingeschakeld om het uitstromen van koude lucht te voorkomen.
De lamellen van de buitenunit kunnen bij lage temperaturen bevriezen.
Door het omkeren van de koudekringloop wordt in intervallen een
ontdooiing uitgevoerd. Tijdens het ontdooien geeft het display "H1" aan.
Modus VERWARMEN
VENTILATOR
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
DRY
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
23
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
23
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
MED
De verwarmingsmodus heeft
prioriteit!
Schakelt één binnenunit naar de
verwarmingsmodus, schakelen
de andere binnenunits die in de
koelmodus werken de koeling
uit.Tijdens verwarmingsbedrijf
kan niet gekoeld worden.
LET OP!
°C
°C
°C
°C
°C
REMKO MXD
10
Met deze toets wordt het ventilatortoerental ingesteld. Er kan worden
gekozen tussen een laag, midden en een automatisch ventilatortoerental.
FAN SPEED Toets
In de modus ventileren circuleert de lucht in de kamer alleen.
De temperatuur in de ruimte kan in deze modus niet worden veranderd.
Het koel- of verwarmingsbedrijf zijn niet ingeschakeld.
Modus CIRCULATIE
CIRCULATIE
MODE
VENTILATOR
SPEED
Met deze toets wordt een programma geactiveerd waarmee de
insteltemperatuur in de koelmodus na één uur 1 °C en na 2 uur 2 °C stijgt.
In de verwarmingsmodus wordt de insteltemperatuur na één een uur met
1 °C en na 2 uur met 2 °C verlaagd.
Het display op de binnenunit gaat uit.
Met de TURBO-functie wordt de maximale ventilatorsnelheid ingeschakeld.
ECONOMIC
RUNNING
ECONOMIC
RUNNING
ECONOMIC RUNNING Toets
gedeactiveerd
Met deze toetsen wordt de pendelfunctie van de luchtuitstroomlamellen
ingesteld. Met de pendelfunctie wordt de luchtverdeling in de ruimte
verbeterd. Voor het gericht positioneren van de luchtuitstroomlamellen
moet de AIR DIRECTION toets kort ingedrukt worden. Om de
automatische pendelfunctie te activeren moet de AIR DIRECTION toets
langer dan 2 seconden ingedrukt gehouden worden.
SWING en AIR DIRECTION Toetsen
PENDEL
PENDEL
gedeactiveerd
20
20
20
20
10:49
10:49
10:49
10:49
TEMP
TEMP
TEMP
TEMP
KLOK
KLOK
KLOK
KLOK
SPEED
SPEED
SPEED
SPEED
VENTILATOR
VENTILATOR
VENTILATOR
VENTILATOR
LOW
LOW
LOW
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
AUTO
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
MED
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
HIGH
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
MED
°C
°C
°C
°C
°C °C
°C
°C °C °C °C
VENTILATOR
SPEED
VENTILATOR
SPEED
VENTILATOR
SPEED
VENTILATOR
SPEED
°C
°C
°C
°C
°C
11
Met deze toetsen kan een in- resp. uitschakeltijd geprogrammeerd worden.
Door het indrukken van de Timer on toets resp. Timer off toets wordt de
timer ingeschakeld. Het kloksymbool ON TIMER resp. OFF TIMER verschijnt.
Door het indrukken van de TIME ADJUST toets wordt de gewenste in- of
uitschakeltijd ingesteld. Door het indrukken van de TIME ADJUST pijltoets
wordt de tijd in stappen van 10 min. ingesteld. Door het indrukken van beide
TIME ADJUST pijltoetsen kan de tijd sneller worden ingesteld.
Zodra de geprogrammeerde tijd wordt bereikt, schakelt het apparaat
automatisch in, resp. uit. Als het apparaat automatisch ingeschakeld wordt,
worden de modus, de temperatuur en de ventilatorsnelheid van de laatste
instelling geactiveerd.
Door het indrukken van de OK-toets wordt de uitgevoerde TIMER-instelling
opgeslagen.
Het voortijdig wissen van het in- en het uitschakeltijdstip gebeurt door het
indrukken van de CANCEL-toets. De timerindicatie van de binnenunit gaat uit.
CLOCK Toets
TIMER Toetsen TIMER-ON / OFF
TIMER ON Toets - inschakelvertraging
Inschakel-
vertraging
TIMER OFF Toets - uitschakelvertraging
CANCEL - timerprogramma wissen
Uitschakel-
vertraging
Tijd
opgeslagen
TIMER
ON
TIMER
ADJUST
TIMER
ADJUST
TIMER
ADJUST
OK
TIMER
OFF
CANCEL
KLOK
20
10:49
18:45
22:30
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
LOW
TIMER ON
TIMER OFF
20
10:49
18:45
22:30
TEMP
KLOK
SPEED
VENTILATOR
LOW
TIMER ON
TIMER OFF
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
18:45
TIMER ON
06:30
06:30 06:30
06:30
12:30 17:30
17:30
TIMER ON
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
06:30
TIMER ON
20
10:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
2i
i0:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
2i
i0:49
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
2i
i5:50
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
2i
i5:50
TEMP
KLOK
SPEED
HEAT
LOW
TIMER ON TIMER ON
TIMER ON
TIMER OFF TIMER OFF
TIMER OFF
Met deze toetsen kan de actuele tijd ingesteld worden. De clock-toets
langer dan 3 s ingedrukt houden en met de TIME ADJUST-toets de tijd
instellen. opslaan
Timer gewist
°C
°C °C
°C
°C
°C
°C °C
°C
°C °C °C
°C
°C
REMKO MXD
12
Een regelmatige verzorging en het
opvolgen van enkele basiscondities
garandeert een storingsvrij gebruik
en een lange levensduur van het
apparaat.
Verzorging en onderhoud
Vóór alle werkzaamheden aan het
apparaat moet de netvoeding
uitgeschakeld en beveiligd
worden tegen onbevoegd
herinschakelen!
LET OP!
Tijdelijk
Uit bedrijf nemen
1. Laat de binnenunit 2 tot 3
uur in circulatie- of koelbedrijf
draaien met de maximale
temperatuurinstelling, zodat het
restvocht uit het apparaat wordt
afgevoerd.
2. Neem de installatie met de
afstandsbediening uit bedrijf.
3. Schakel de stroomtoevoer van
het apparaat uit.
4. Controleer het apparaat op
zichtbare beschadigingen en
reinig het zoals in het hoofdstuk
"Verzorging en onderhoud"
is beschreven.
Langdurig
Uit bedrijf nemen
Het afvoeren van de apparaten
en componenten moet gebeuren
volgens de lokaal geldende
voorschriften, bijv. door
geautoriseerde gespecialiseerde
bedrijven
op het gebied van afvalverwerking
en recycling of inzamelpunten.
De firma REMKO GmbH & Co.
KG of haar vertegenwoordigers
verwijzen u graag naar een
gespecialiseerd bedrijf bij u in de
buurt.
Uit bedrijf nemen
Verzorging
Houd het apparaat vrij van vuil,
begroeiing en andere afzettingen.
Reinig het apparaat alleen met
een vochtige doek. Gebruik
geen bijtende, schurende of
oplosmiddelen bevattende
reinigingmiddelen. Gebruik
geen waterstraal.
Reinig vóór het begin van
een langere stilstandperiode
de lamellen van de binnen-
en buitenunit.
Onderhoud
Wij raden u aan een
onderhoudscontract met een
jaarlijkse onderhoudsinterval met
een gespecialiseerd bedrijf af
te sluiten.
Zo garandeert u altijd de
veiligheid tijdens gebruik
van de installatie!
TIP
Aard van de werkzaamheden
Controle/Onderhoudg/Inspectie
Inbedrijfstelling
Maandelijks
Halfjaarlijks
Jaarlijks
Algemeen
Spanning en stroom controleren
Werking compressor/ventilatoren controleren
Vervuiling condensor/verdamper
Vulhoeveelheid koudemiddel controleren
Condensafvoer controleren
Isolatie controleren
Bewegende delen controleren
Lektest koudekringloop
1)
Wettelijke voorschriften eisen
een jaarlijkse lektest van
de koudekringloop in relatie
tot de vulhoeveelheid van
hetkoudemiddel. De controle
en het documenteren hiervan
moet gebeuren door het
betreffende vakpersoneel.
OPMERKING
Reiniging van de afdekking
van de binnenunit
1. Schakel de stroomtoevoer naar
het apparaat uit.
2. Open het luchtinlaatrooster van
de afdekking en klap deze naar
beneden. Het filter wordt door
de aan de zijkant vastgeschroefde
strippen in positie gehouden
(pagina 14, afbeelding 1).
3. Reinig het rooster en de
afdekking met een licht
bevochtigde doek.
4. Schakel de stroomtoevoer weer
in.
13
1) Zie instructies
2 Reinigen met de stofzuiger
3
Reinigen met lauwwarm water
Luchtfilter van de binnenunit
Reinig het luchtfilter minimaal eens
per 2 weken. Verkort deze periode
bij sterk vervuilde lucht.
Reiniging van de filters
1. Schakel de stroomtoevoer naar
het apparaat uit.
2. Open het luchtinlaatrooster
van de afdekking en klap
deze naar beneden. Het filter
wordt door de aan de zijkant
vastgeschroefde strippen in
positie gehouden (afbeelding 1).
3. Kantel het filter iets en trek het
filter eruit (afbeelding 1).
4. Reinig het filter met een normale
stofzuiger (afbeelding 2).
Draai daarvoor de
verontreinigde zijde naar
boven.
5. U kunt verontreinigingen
ook voorzichtig met
lauwwarm water en een zacht
reinigingsmiddel verwijderen.
Draai daarvoor de
verontreinigde zijde naar
onder(Afbeelding 3).
6. Laat het filter na gebruik van
water eerst volledig in de vrije
lucht drogen, voordat u deze
weer in het apparaat plaatst.
7. Plaats het filter voorzichtig
terug. Let er daarbij op dat deze
goed aanligt.
8. Sluit de afdekking zoals
hierboven beschreven is in
omgekeerde volgorde.
Reiniging van de
condenspomp
In de binnenunit bevindt zich een
ingebouwde condenspomp, die
het ontstane condens naar een
hoger gelegen afvoer pompt.
De pomp is vrijwel onderhoudsvrij.
Laat toch de condensleidingen
regelmatig op vervuiling
controleren en reinig deze indien
nodig.
Wordt daarnaast een externe pomp
gebruikt, volg dan de verzorgings-
en onderhoudsaanwijzingen in de
separate bedieningshandleiding op.
9. Schakel de stroomvoorziening
weer in.
10.
Schakel het apparaat weer in.
1 Filter uitnemen
REMKO MXD
14
Verhelpen van storingen en service
Functiestoring
De apparaten en componenten worden volgens de modernste productiemethoden geproduceerd en meerdere
keren op foutloze werking gecontroleerd. Als er desondanks toch storingen optreden, controleer dan de werking
volgens de onderstaande lijst. Bij installaties met binnen- en buitenunit moet eveneens het hoofdstuk "Verhelpen
van storingen en service" uit beide bedieningshandleidingen worden opgevolgd. Als alle controles zijn uitgevoerd
en het apparaat nog steeds niet probleemloos werkt, licht dan uw gespecialiseerd bedrijf in!
Storing Mogelijke oorzaak Controle Oplossing
Het apparaat start niet op
of schakelt vanzelf uit
Stroomuitval, onderspanning,
netzekering defect /
hoofdschakelaar uitgeschakeld
Werken alle andere elektrische
apparaten?
Spanning controleren eventueel
wachten op herinschakeling
Netkabel beschadigd
Werken alle andere elektrische
apparaten?
Reparatie door een gespecialiseerd
bedrijf
Wachttijd na het inschakelen te
kort
Zijn er na het herstarten ca. 5
minuten verstreken?
Langere wachttijden inplannen
Werktemperatuur over- /
onderschreden
Werken de ventilatoren van de
binnen- en buitenunit?
Rekening houden met
temperatuurbereiken van binnen-
en buitenunit
Overspanningen door onweer
Zijn er de laatste tijd plaatselijke
blikseminslagen geweest?
Uitschakelen van de netzekering
en opnieuw inschakelen. Controle
door gespecialiseerd bedrijf
Storing van de externe
condenspomp
Is de pomp zelf door een storing
uitgeschakeld?
Pomp controleren evt. reinigen
Het apparaat reageert niet
op de afstandsbediening
Zendafstand te groot/ ontvangst
gestoord
Hoort u een pieptoon bij de
binnenunit na het indrukken van
een toets?
Afstand terugbrengen naar minder
dan 6 m en uw positie veranderen
Afstandsbediening defect
Werkt het apparaat in
handbediend bedrijf?
Afstandsbediening vervangen
Ontvangst- resp. zendunit krijgt
teveel zon
Werkt het apparaat na het maken
van schaduw?
Zorgen voor schaduw bij zend-
resp. ontvangstunit
Elektromagnetische velden storen
de overdracht
Werkt het apparaat weer normaal
na uitschakelen van eventuele
stoorbronnen?
Geen signaaloverdracht bij
gelijktijdige gebruik van
storingsbronnen
Toets van afstandsbediening klemt
/ dubbele toetsbediening
Verschijnt het "Zend"-
symbool in het display?
Toets losmaken / één toets tegelijk
indrukken
Batterijen van de
afstandsbediening leeg
Zijn er nieuwe batterijen
geplaatst? Is het display
onvolledig?
Nieuwe batterijen plaatsen
Het apparaat werkt met
verminderde of zonder
koel- of verwarmingscapaciteit
Filter is verontreinigd /
luchtinlaat-/uitstroomopening
door vreemde voorwerpen
geblokkeerd
Zijn de filters gereinigd? Filters reinigen
Ramen en deuren open.
Warmte-/resp. koelbelasting is
vergroot.
Zijn er bouwkundige /
toepassingsgerichte
veranderingen?
Ramen en deuren sluiten / extra
installaties monteren
Geen koel- / verwarmingsbedrijf
ingesteld
Verschijnt het koelsymbool op het
display?
Instelling van het apparaat
corrigeren
Lamellen van de buitenunit door
vreemde voorwerpen geblokkeerd
Werkt de ventilator van de
buitenunit en zijn de lamellen van
de warmtewisselaar vrij?
Ventilator of winterregeling
controleren, luchtweerstand
verminderen
Lekkage in koudekringloop
Is er rijpvorming te zien op de
lamellen van de binnenunit?
Laten repareren door
gespecialiseerd bedrijf
Buitenunit bevroren
Buitenunit controleren Is de voeler
van de cassette op de buitenunit
goed geplaatst?
Ontdooien en de voeler op een
plek monteren waar de meeste
ijsafzetting is
Er komt condenswater
uit het apparaat
Afvoerleiding van de opvangbak
verstopt / beschadigd
Is een ongehinderde
condensafvoer gewaarborgd?
Reinigen van de afvoerleiding en
opvangbak
Externe condenspomp resp. vlotter
defect
Is de opvangbak vol en de werkt
de pomp niet?
Pomp door gespecialiseerd bedrijf
laten vervangen
Er bevindt zich niet
afgevoerd condens in de
condensafvoerleiding
Is de condensleiding met
voldoende verval gelegd en niet
verstopt?
De condensleiding met verval
leggen resp. reinigen.
Condens kan niet afgevoerd
worden
Zijn de condensleidingen vrij
en met verval gelegd? Werken
de condenspomp en de
vlotterschakelaar?
De condensleiding met verval
leggen resp. reinigen. Als de
vlotterschakelaar resp. de
condenspomp defect zijn, deze
laten vervangen.
Vlotter blijft hangen of klemt door
teveel vervuiling.
Knipperen de LED´s van het
ontvangstdeel op de binnenunit?
Door gespecialiseerd bedrijf laten
reinigen.
15
Storingsindicatie door een knipperende code
REMKO MXD
16
LED
Operation
LED
Timer
LED
Defrost
LED
Alarm
Display
buiten-
unit
Oorzaak Wat te doen?
Knippert - Sensor circulatie defect / aangesproken
Weerstand controleren
Knippert -
Sensor omgevingstemperatuur defect /
aangesproken
Weerstand controleren
Knippert E7
Communicatiefout tussen prints
buiten- en binnenunit
Elektr. verbindingsleidin-
gen controleren
Knippert Knippert E0 EEPROM storing EEPROM controleren
Knippert Aan - Uitschakeling inverter module
Knippert -
Vlotterschakelaar condenspomp defect
/ aangesproken
Contact opnemen met
gespecialiseerd bedrijf
Knippert Aan E4
Sensor buitentemp. buitenunit aange-
sproken
Weerstand en temperatuur
bij sensor controleren
Knippert Aan Aan E5 Overspanning buitenunit Netspanning controleren
Knippert Aan P0 Overtemperatuur compressor Compressor laten afkoelen
Knippert Aan Aan - Modus conflict Netspanning uitschakelen
Knippert Knippert Knippert P3 Stroomopname buitenunit de hoog
Stroomopname contro-
leren
Montageaanwijzingen voor vakpersoneel
Belangrijke aanwijzingen
voor de installatie
Minimale vrije ruimte
De minimale vrije ruimte is
nodig voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden en voor een
optimale luchtverdeling.
Minimale vrije ruimte
Alle maten in mm
Voor de inbedrijfstelling van
de totale installatie moeten de
gebruikshandleidingen van de
binnenunit en de buitenunit
worden opgevolgd.
Breng het apparaat in
de originele verpakking
zo dichtmogelijk bij
demontagelocatie. Zo vermijdt
utransportschade.
Controleer de inhoud van de
verpakking op volledigheid
en het apparaat op zichtbare
transportschade.
Meld eventuele schade
onmiddellijk aan uw leverancier
en de transporteur.
Til het apparaat op aan
de hoeken en niet aan
de koudemiddel- of
condensaansluitingen op.
De koudemiddelleidingen
(inspuit- en zuigleiding),
kleppen en verbindingen
moeten dampdiffusiedicht
worden geïsoleerd. Eventueel
moet ook de condensleiding
worden geïsoleerd.
Kies een montageplaats, die
een vrije luchttoe- en -afvoer
waarborgt (zie de paragraaf
"Minimale vrije ruimte")
Installeer het apparaat niet
in de onmiddellijke nabijheid
vanapparaten met een sterke
warmtestraling. De montage
in de buurt van warmtebronnen
vermindert de capaciteit van
het apparaat.
Verleg de koudemiddelleidingen
van de binnen- naar de
buitenunit.
Sluit open koude-
middelleidingen tegen het
binnendringen van vocht
door geschikte doppen,
resp. plakband en de
koelmiddelleidingen niet
knikken of er op drukken.
Gebruik alleen de
meegeleverde wartels voor
de koudemiddelleidingen
en verwijder deze pas vlak
voor het aansluiten van de
koudemiddelleidingen.
Sluit de elektrischeaansluitingen
aan volgens de geldende DIN-
en VDE-bepalingen.
Sluit de elektrische leidingen
altijd volgens de voorschriften
aan op de elektrische
aansluitklemmen.
Anders kan er brand ontstaan.
Voor onderhoudswerkzaamheden
aan de schakelkast moeten
de in het systeemplafond
onderhouds-openingen worden
voorzien.
Montagemateriaal
De binnenunit wordt door middel van
4 in de bouw te monteren bouten
op een wandframe bevestigd.
Om de volledige installatie uit
te kunnen voeren, moet u de
meegeleverde montagematerialen
gebruiken. Geschikte pluggen,
ophangplaten, staalprofielen,
klembeugels voor koudemiddel-
en condensleidingen (resp.
kabelgoten) en aansluitnippels
voor de condensleiding moeten
lokaal ter beschikking gesteld
worden .
Keuze van de installatielocatie
De binnenunit is voor montage in
horizontale systeemplafonds met
Euroraster-afmetingen ontworpen.
Deze kan echter ook worden
gebruikt voor systeemplafonds met
andere afmetingen.
Houd rekening met de
noodzakelijke montagehoogte van
de apparaten.
1000
1000
1000
1000
Het installeren
Het installeren mag alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden gedaan.
AANWIJZING
Installatie apparaat
De binnenunit wordt aan vier
draadstangen met de afdekking
naar beneden, rekening houdend
met het afdekrooster en eventuele
inbouwonderdelen, geïnstalleerd.
1. Markeer op basis van
de afmetingen van de
ingezette plafondcassette,
de bevestigingspunten voor
de draadstangen aan statisch
geschikte delen van het gebouw
boven het systeemplafond.
17
Het apparaat is vanuit de
fabriek gevuld met gedroogde
stikstof voor controle
oplekkages.De onder druk
staande stikstof ontwijkt bij het
losdraaien van de
wartelmoeren.
LET OP!
Condensaansluiting
Door de dauwpuntonderschrijding
bij het koelblok ontstaat er
tijdens koelbedrijf condens.
Onder het koelblok bevindt
zich een opvangbak met
seriematige condenspomp
en vlotterschakelaar. Als de
vlotterschakelaar op basis van een
gebrekkige afvoer van de condens
een veiligheidsuitschakeling
veroorzaakt, schakelt de pomp
direct in en loopt deze nog ca.
drie minuten na.
De in het gebouw gemonteerde
condensleiding moet verlegd
worden met een verval van
minimaal 2 %. Monteer eventueel
dampdiffusiedichte isolatie.
Bevindt het niveau van de
condensleiding op het apparaat
zich boven de apparaatuitlaat,
moet de leiding direct verticaal
naar boven (max. zie p.19)
en daarna met verval naar de
afvoer te worden
De condensleiding van het
apparaat vrij invoeren in
de afvoerleiding. Als het
condens naar een afvoerleiding
wordt geleid, monteer dan een
sifon als stankafsluiter.
Bij gebruik van het apparaat
bij een buitentemperatuur van
minder dan 4 °C moet worden
gelet op een vorstvrije plaatsing
van de condensafvoer. Monteer
eventueel een lintverwarming
langs de leiding.
Na het verleggen de vrije afvoer
van het condens controleren en
zorgen voor een permanente
lekdichtheid.
Ver liggende stijgleiding
Geen verval
Condensaansluiting - fout!
Aansluiten van de
koudemiddelleidingen
De aansluiting van de
koudemiddelleidingen in het
gebouw gebeurt bij de MXD 200-
350 in het midden van de langste
zijde.
Eventueel moet op de binnenunit
een verloopnippel naar een
grotere of kleinere diameter
worden geïnstalleerd. Deze
verloopnippels worden standaard
meegeleverd met de binnenunit.
Na de montage moeten de
verbindingen dampdiffusiedicht
worden geïsoleerd.
5 Apparaat ophangen
Statisch deel van het gebouw
615
280
Apparaatophanging
RXD 260-660
2. Hang de binnenunit aan de
draadstangen en breng het
apparaat met de onderste
moeren in een waterpasstand
(afbeelding 5).
3. Houd daarbij een afstand tot
het plafond van 35 mm aan.
Sluit, zoals verder beschreven,
de koelmiddel-, elektro- en
condensleiding aan op de
binnenunit.
4. Controleer nogmaals of het
apparaat waterpas hangt.
5. Draai vervolgens de
contramoeren aan en monteer
de afdekking.
REMKO MXD
18
Elektrische aansluiting
Voor de apparaten moeten een
netvoeding worden aangesloten
op de binnenunit en een vieraderige
stuurleiding worden geïnstalleerd
naar de buitenunit, deze moeten
voldoende afgezekerd zijn.
Het elektrische installeren
moet gebeuren door een
gespecialiseerd bedrijf.
De montage van de
elektrische aansluiting moet
spanningsloos gebeuren.
LET OP!
Voer de aansluiting uit op de
volgende manier:
1. Open het aanzuigrooster.
2. Maak de afdekkingen aan de
rechterzijde los (afbeelding 6).
3. Maak de stuurleiding op het
klemmenblok los en verwijder
de stuurleiding.
Klemmenstrook
Stuurleiding
Afdekking
Trekontlasting
Stuurleiding
van buitenunit
6
Aansluiten van het apparaat
4. Sluit de in de bouw verlegde
stuurleiding aan op de klemmen
(zie elektrisch aansluitschema
p. 20).
5. Verbind de in de bouw verlegde
stuurleiding vakkundig met
de meegeleverde stuurleiding.
6. Steek de stekker van de
stuurleiding aan op de
betreffende stekkeraansluiting
in de buitenunit.
7. Bouw het apparaat weer samen.
In de leveromvang van het
apparaat bevindt zich een
vijf meter lange, vieraderige
stuurleiding voor het verbinden
van de binnenunit met de
buitenunit. Binnenin de
stuurleiding naar de buitenunit
bevindt zich een dataleiding,
die zorgt voor de communicatie
tussen binnen- en buitenunit.
Via deze leiding wordt het de
capaciteit van de koel- resp.
verwarmingscapaciteit geregeld
en storingsmeldingen doorgegeven
aan de binnenunit.
Mocht deze lengte niet voldoende
zijn, kan de stuurleiding bij de
binnenunit verlengd worden.
We adviseren lokaal in de
buurt van het apparaat een
hoofd- / reparatieschakelaar te
installeren.
De klemmenstroken van de
aansluitingen bevinden zich op
de achterzijde van het apparaat.
Na het installeren kunnen
metingen na het verwijderen
van de afdekking, aan de
voorzijde gebeuren.
Wordt bij het apparaat een
als accessoire verkrijgbare
condenspomp gebruikt,
is bij het gebruik van het
uitschakelcontact van de
pomp evt. een extra relais
voor het verhogen van het
schakelvermogen en het
uitschakelen van de compressor
noodzakelijk.
Te grote/kleine condensleiding
Geen vrije afvoer
16-20 mm
min. 2% verval
Condensaansluiting - goed!
A
MXD 200-351 IT
A 500 mm
19
Elektrisch aansluitschema en apparaatkeuze
Elektrisch schema
MXD 200 tm. 350
Aansluitingen MVT 600 DC / MVT 900 DC / 950 DC Apparaatkeuze
BuitenunitBinnenunit
Netaansluiting
DIP-schakelaar
Nulleider
Nulleider
Buitenvoedingsleiding
Buitenvoedingsleiding
230 V~,
50 Hz,
L1 / N / PE
Dataleiding
N
L1
PE
L
NN
L
S
PE
S
PE
Aardleiding
Blau
Blau
Blau
Blau
Blau
Blau
Blau
Kompressor
Rot
Schwarz
Gelb
Gelb
Schwarz
Rot
Weiß
Rot
RotRot
Schwarz
Gelb
Grau
Filter
Schwarz
Rot
Rot
Schwarz
Schwarz
Yellow/Green
Yellow/Green
Yellow/Green
Schwarz
Rot
Schwarz
Braun
Braun
Weiß
Weiß
Weiß
Weiß
Rot
Rot
Rot
Rot
Rot
Orange
Rot
Schwarz
U
W
V
U
V
W
P
N
IPM
10PIN
W V
U
L202
IPM
EEW
T5
CN4
CN12
CN5CN5
CN16
CN11
CN1
CN2
Trans. Trans.
CN20
CN27
CN28
CN9
Hochdruckschalter
Niedrigdruckschalter
R2503
P-3
P-4
P-5
P-6
P-2
3
CN3
R1815B
R1325C
CN14
CN15
CN13
CN12
CN7
CN5
CN6
CN4
CN8
CN10
CN9
Blau
Ventilator
CN1 CN2
L
N
L
N
P-1
L
H
Sensor Heißgas
Sensor Außentemperatur
Sensor Austritt
Verflüssiger
Elektronisches
Expansionsventil
Leistungsplatine
zum Innengerät
Steuerleiter
Hauptplatine
Steckverbinder
Steckverbinder
unit
DIP-scha-
kelaar 1
SW2
DIP-scha-
kelaar 2
SW2
MXD 200 Off Off
MXD 260 On Off
MXD 350 Off On
REMKO MXD
20
Functietest van
bedrijfsmodus koelen
1. Schakel de stroomtoevoer in.
2. Schakel het apparaat in via
de afstandsbediening en kies
de koelmodus, het maximale
ventilatortoerental en de
laagste insteltemperatuur.
Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling mag
alleen door speciaal geschoold
vakpersoneel en volgens de
certificeringseisen uitgevoerd
en gedocumenteerd worden.
Voor de inbedrijfstelling van
de totale installatie moeten de
gebruikshandleidingen van de
binnenunit en de buitenunit
worden opgevolgd.
OPMERKING
Controleer de instelling van de
DIP-schakelaars op de print,
zoals afgebeeld op pagina 20.
Stel indien nodig de DIP-
schakelaars in voor het
betreffende binnenunittype.
OPMERKING
Functietest van
bedrijfsmodus verwarmen.
1. Schakel de stroomtoevoer in.
2. Schakel het apparaat in via
de afstandsbediening en kies
de verwarmingsmodus, het
maximale ventilatortoerental
en de hoogste insteltemperatuur.
Afsluitende maatregelen
Monteer alle gedemonteerde
onderdelen.
Geef de gebruiker instructies over
het gebruik van deinstallatie.
3. Meet alle vereiste waarden,
noteer deze in het
inbedrijfstellingsrapport
en controleer de
veiligheidsfuncties.
4. Controleer de besturing
van het apparaat met de in
het hoofdstuk "Bediening"
beschreven functies timer,
temperatuurinstelling,
ventilatorsnelheden en het
omschakelen naar de circulatie-
resp. ontvochtigingsmodus.
5. Controleer de werking van
de condensleiding, door
gedestilleerd water in de
condensopvangbak te gieten.
We raden u aan hiervoor
een fles met een tuit te
gebruiken, die het water in de
condensopvangbak kan leiden.
3. Meet alle vereiste waarden,
noteer deze in het
inbedrijfstellingsrapport
en controleer de
veiligheidsfuncties.
4. Controleer de besturing
van het apparaat met de in
het hoofdstuk "Bediening"
beschreven functiestimer,
temperatuurinstelling,
ventilatorsnelheden.
Controleer na elke ingreep
in de koudekringloop
de afsluitkleppen en de
afsluitdoppen op lekkages.
Gebruik eventueel geschikt
afdichtmateriaal.
OPMERKING
21
650
650
400
620
28
580
MXD 200-350 IT
Afmetingen apparaat
255
580
Apparaatafbeelding MXD 200 tm. MXD 350
1
Maat- en constructiewijzigingen,
door technische doorontwikkeling, voorbehouden.
Reserveonderdelenlijst
Nr. Omschrijving
MXD 200 MXD 260 MXD 350
1 Luchtinlaatrooster 1111030 1111030 1111030
2 luchtfilter 1111031 1111031 1111031
3 Afdekking 1111032 1111032 1111032
4 Lamellenmotor 1111033 1111033 1111033
5 Condensopvangbak 1111034 1111034 1111034
6 Uitstroomlamellen, 4-delige set 1111035 1111035 1111035
7 Verdamper 1111036 1111036 1111049
8 Condenspomp cpl. 1111037 1111037 1111037
9 Ventilatorrad 1111038 1111038 1111038
10 Verdamperventilatormotor 1111039 1111039 1111039
11 Stuurprintplaat 1111040 1111040 1111040
12 Transformator 1111041 1111041 1111041
13 Condensor verdamperventilator 1111042 1111042 1111048
14 IR-afstandsbediening 1111043 1111043 1111043
Reserveonderdelen zonder afbeelding
Vlotterschakelaar condens 1111044 1111044 1111044
Displayprint 1111045 1111045 1111045
Sensor, circulatie 1111046 1111046 1111046
Sensor, verdamper 1111047 1111047 1111047
Bij reserveonderdeelbestellingen naast het EDV-nr. graag ook altijd het apparaatnr. en apparaattype (zie typeplaatje) opgeven!
2
6
3
5
7
8
9
10
11
12
13
14
4
REMKO MXD
22
23
Technische gegevens
1) Luchtinlaattemp. TK 27°C / FK 19°C, buitentemp. TK 35°C / FK 24°C, max. luchtverplaatsing, 5 m leidinglengte in combinatie met MVT 900 / 950 DC
2) Luchtinlaattemperatuur TK 20°C, buitentemperatuur TK 7°C, FK 6°C, max. luchtverplaatsing, 5 m leidinglengte in combinatie met MVT 900 / 950 DC
3) Afstand 1 m vrije ruimte
4) Bevat broeikasgas volgens Kyoto-protocol
Serie MXD 200 MXD 260 MXD 350
Werking Plafondcassette voor koelen en verwarmen
Nominale koelcapaciteit
1)
kW 2,05 2,61 3,53
Nominale verwarmingscapaciteit
2)
kW 2,41 2,86 3,8
Energie-efficiëntieklasse koelen
1)
A A B
Energie-efficiëntieklasse verwarmen
2)
B B B
Energie-efficiëntieklasse EER
1)
3,18 3,21 3,18
Energie-efficiëntieklasse COP
2)
3,41 3,42 3,41
Energieverbruik, jaarlijks, (500 h) K /H 1290 / 1410 1120 / 1255 1290 / 1410
Toepassingsbereik (ruimtevolume), ca. 60 80 110
Instelbereik ruimtetemperatuur °C +17 tot +30
Werkbereik °C +17 tot +32
Koudemiddel R 410A
4)
Bedrijfsdruk max. / per koudekringloop kPa 4200 / 4200
Luchtverplaatsing bij de verschillende
ventilatortoerentallen
m³/h 300 / 330 / 400 410/460/500 420/520/680
Geluidsdrukniveau per toerental
3)
dB(A) 30/ 33 / 35 32/34/36 33/35/38
Netspanning V/Hz 230 / 1~ / 50
Beschermingsgraad IP X 0
Nominaal elektrisch verbruik koelen
1)
kW 0,04 0,04 0,05
Nominaal elektrisch verbruik verwarmen
2)
kW 0,04 0,04 0,04
Nominale stroom koelen
1)
A 0,17 0,17 0,19
Nominale stroom verwarmen
2)
A 0,17 0,17 0,19
Koudemiddelaansluiting inspuitleiding Inch (mm) 1/4 1/4 1/4
Koudemiddelaansluiting zuigleiding Inch (mm) 3/8 3/8 1/2
Condensaansluiting mm 25 25 25
Afmetingen Hoogte mm 255 255 255
Breedte mm 580 580 580
Diepte mm 580 580 580
Gewicht kg 21,0 21,0 21,0
Serienummer 770... 771... 772..
EDV-nr. 1623250 1623255 1623260
Technische wijzigingen en specificaties onder voorbehoud!
Advies
Via onze intensieve training brengen we
de vakkennis van onze adviseurs steeds
op de nieuwste stand. Dat draagt bij
tot onze reputatie meer te zijn dan een
goede, betrouwbare leverancier:
REMKO, een partner, die helpt bij het
oplossen van problemen.
De verkoop
REMKO beschikt niet alleen over
een goed uitgebouwd netwerk van
vertegenwoordigingen in binnen- en
buitenland, maar ook over hoog
gekwalificeerd vakkundig personeel voor
de verkoop.
REMKO-medewerkers in de buitendienst
zijn meer dan alleen verkoper: voor
alles dienen zij voor onze klanten
adviseurs te zijn in de airconditioning- en
warmtetechniek.
De servicedienst
Onze apparaten werken nauwkeurig
en betrouwbaar. Als er onverhoopt
toch een storing optreedt, dan is de
REMKO servicedienst snel ter plaatse.
Ons omvangrijk netwerk van ervaren
speciaalzaken waarborgt u altijd een snelle
en betrouw-bare service.
REMKO GmbH & Co. KG
Koel- en verwarmingstechniek
Im Seelenkamp 12 · 32791 Lage
Postfach 1827 · 32777 Lage
Telefoon +49 5232 606-0
Telefax +49 5232 606-260
E-mail info@remko.de
Internet www.remko.de
REMKO INTERNATIONAL
en altijd dicht bij u in de buurt!
Maak gebruik van onze ervaring en advies
Hotline
Koel- en verwarmingstechniek
+49 5232 606-0
Export
+49 5232 606-130
4

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw REMKO MXD260 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van REMKO MXD260 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,64 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van REMKO MXD260

REMKO MXD260 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 24 pagina's

REMKO MXD260 Gebruiksaanwijzing - English - 28 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info