588040
18
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
Uitgave NL – S07
REMKO AMT
Luchtontvochtigers
Bediening · Techniek · Vervangingsonderdelen
Inhoud
Made by REMKO
Voor dat de apparaten in gebruik worden genomen / worden ge-
bruikt, moet deze bedrijfshandleiding zorgvuldig worden gelezen!
Deze handleiding is een bestanddeel van het apparaat en moet altijd
in de buurt van de opstellingsplaats of bij het apparaat zelf
worden bewaard.
Wijzigingen voorbehouden; wij zijn niet aansprakelijk voor fouten en drukfouten!
Luchtontvochtiging
4
Veiligheidsvoorschriften
6
Gebruik volgens het bestemde doel
7
Klantenservice en garantie
7
Milieubescherming en recycling
7
Beschrijving van het apparaat
8
Opstelling
9
Ingebruikneming
10
Buitenwerkingstelling
12
Transporteren van het apparaat
13
Verzorging en onderhoud
13
Verhelpen van storingen
14
Elektrisch aansluitschema
15
Afbeelding van het apparaat AMT 40-E
16
Vervangingsonderdelenlijst AMT 40-E
17
Afbeelding van het apparaat AMT 55-E + 80-E
18
Vervangingsonderdelenlijst AMT 55-E + 80 -E
19
Afbeelding van het apparaat AMT 110-E
20
Vervangingsonderdelenlijst AMT 110-E
21
Onderhoudsprotocol
22
Technische gegevens
23
3
Hieruit blijkt dat de corrosiesnel-
heid gering is bij een relatieve
luchtvochtigheid (r.l.) onder de 50
% en verwaarloosbaar bij een r.l.
van minder dan 40 %.
Boven 60 % r.l. neemt de corrosie
-
snelheid snel toe. Deze vochtscha-
degrens geldt ook voor veel ande
-
re materialen, zoals poedervormige
stoffen, verpakkingen, hout en
elektronische apparatuur.
Het drogen van gebouwen kan op
verschillende manieren
plaatsvinden:
1. Door verwarming en
luchtverversing:
De kamerlucht wordt verwarmd
om vocht op te nemen en wordt
vervolgens naar buiten afge-
voerd. Alle energie die voor het
verwarmen is gebruikt, gaat ver-
loren in de afgevoerde lucht.
2.
Door luchtontvochtiging:
De vochtige lucht in het ge
-
sloten vertrek wordt continu
ontvochtigd op basis van het
condensatieprincipe.
De processen die plaatsvinden bij
het ontvochtigen van de lucht zijn
gebaseerd op fysische wetmatig
-
heden.
Deze willen wij hier in vereenvou
-
digde vorm beschrijven om u enig
inzicht te geven in het principe van
de luchtontvochtiging.
Het gebruik van
REMKO luchtontvochtigers
Hoe goed de ramen en deuren
ook geïsoleerd zijn, vocht dringt
zelfs binnen door dikke beton-
muren.
De hoeveelheid water die
voor het harden van beton,
mortel, pleister enz. nodig is, is
soms pas na 1-2 maanden vol-
ledig gediffundeerd.
Zelfs vocht dat na hoogwater
of overstroming in de muren is
gedrongen, wordt maar heel
langzaam weer vrijgegeven.
Dit geldt bijv. ook voor vocht in
opgeslagen materialen.
Het vocht (de waterdamp) die vrij
-
komt uit het gebouw of uit mate-
rialen, wordt opgenomen door de
omgevingslucht. Hierdoor stijgt de
vochtigheid, hetgeen uiteindelijk
leidt tot corrosie, schimmel, rot
-
ting, loslaten van verflagen en an
-
dere ongewenste vochtschade.
Het diagram hiernaast geeft de
corrosiesnelheid van bijv. metaal
aan bij een uiteenlopende lucht-
vochtigheid.
Luchtontvochtiging
Wat het energiegebruik betreft,
heeft luchtontvochtiging een be-
langrijk voordeel:
Het energieverbruik blijft beperkt
tot het volume van het vertrek. De
mechanische warmte die vrijkomt
door het ontvochtigingsproces,
wordt teruggeleid naar het vertrek.
Bij een correcte toepassing ver-
bruikt de
luchtontvochtiger
slechts ca. 25% van de energie
die bij het
„verwarmen en venti-
leren“ is verbruikt.
De relatieve luchtvochtigheid
Onze omgevingslucht is een gas-
mengsel dat altijd een bepaalde
hoeveelheid water in de vorm van
waterdamp bevat. De waterhoe
-
veelheid wordt aangegeven in g
per kg droge lucht (absoluut wa
-
tergehalte).
1m
3
lucht van 20 °C weegt
ca. 1,2 kg
Afhankelijk van de temperatuur
kan elke kg lucht slechts een be-
paalde hoeveelheid waterdamp
opnemen. Zodra deze opnameca-
paciteit bereikt, spreekt men van
„verzadigde” lucht; deze heeft
een relatieve vochtigheid (r.v.) van
100%.
De relatieve luchtvochtigheid is
dus de verhouding tussen de wer-
kelijke hoeveelheid waterdamp in
de lucht en de maximale hoeveel-
heid waterdamp bij dezelfde tem
-
peratuur.
Hoe hoger de temperatuur, hoe
meer waterdamp de lucht kan
opnemen. Dit betekent dat het
maximaal mogelijke (= absolute)
watergehalte toeneemt wanneer
de temperatuur stijgt.
corrosiesnelheid
rel. luchtvochtigheid %
4
REMKO AMT
De condensatie van
waterdamp
Omdat bij het verwarmen van de
lucht de maximale waterdampop
-
namecapaciteit groter wordt, maar
de hoeveelheid waterdamp gelijk
blijft, leidt dit tot een daling van de
relatieve luchtvochtigheid.
Bij afkoeling van de lucht wordt
daarentegen de maximale water-
dampopnamecapaciteit kleiner, de
waterdamphoeveelheid in de lucht
blijft gelijk, en de relatieve lucht
-
vochtigheid stijgt.
Wanneer de temperatuur nog
meer daalt, wordt de maximale
waterdampopnamecapaciteit zo
klein dat deze tenslotte gelijk is
aan de opgenomen hoeveelheid
waterdamp.
Deze temperatuur wordt de dauw
-
punttemperatuur genoemd. Wan
-
neer de lucht wordt afgekoeld tot
onder het dauwpunt, is de opge-
nomen waterdamphoeveelheid
groter dan de maximale hoeveel
-
heid waterdamp.
De waterdamp wordt afgeschei
-
den. Deze condenseert tot water.
De vochtigheid wordt aan de lucht
onttrokken.
Voorbeelden van condensatie zijn
de beslagen ramen in de winter en
het beslaan van een koude fles.
Hoe hoger de relatieve luchtvoch
-
tigheid, hoe hoger de dauwpunt-
temperatuur, die daardoor des te
makkelijker kan worden onder
-
schreden.
Bouwmateriaal en gebouwen kun-
nen aanzienlijke hoeveelheden
water opnemen; bijvoorbeeld bak-
stenen 90-190 l/m³, betonmortel
140-190 l/m³, kalkzandsteen 180-
270 l/m³.
Het drogen van vochtig materiaal,
bijv. metselwerk, gaat als volgt:
Het opgenomen
vocht
verplaatst zich
van binnenuit
naar het oppervlak
van het materiaal.
Aan het oppervlak vindt de
verdamping plaats = het vocht
komt als waterdamp in de om
-
gevingslucht.
temp. waterdampgehalte in g/m
3
bij een luchtvochtigheid van
°C 40% 60% 80% 100%
-5 1,3 1,9 2,6 3,3
+10 3,8 5,6 7,5 9,4
+15 5,1 7,7 10,2 12,8
+20 6,9 10,4 13,8 17,3
+25 9,2 13,8 18,4 23,0
+30 12,9 18,2 24,3 30,3
De met waterdamp verrijkte
lucht circuleert continu door
de REMKO luchtontvochtiger.
De lucht wordt ontvochtigd en
verlaat iets warmer het apparaat
om opnieuw waterdamp op te
nemen
Op deze wijze wordt het vocht
in het materiaal langzamer-hand
verminderd.
Het materiaal wordt droog!
Het overblijvende condensaat
wordt in het apparaat verzameld
en afgevoerd.
 




















De luchtstroom wordt door resp. via de verdamper tot onder het
dauwpunt afgekoeld. De waterdamp condenseert, wordt opgevan-
gen in een condensaatbak en wordt afgevoerd.
Het uitdrogen van materialen
verdamper condensator
luchttemperatuur
luchtrichting
luchtvochtigheid
verloop
5
De condensatiewarmte
De door de condensator aan de
lucht overgedragen energie bestaat
uit:
1. de tevoren door de verdamper
onttrokken hoeveelheid warmte.
2. de elektrische aandrijfenergie.
3. de door condensatie van de wa
-
terdamp vrijgekomen condensa
-
tiewarmte.
Bij de overgang van de vloeibare
naar de gasvormige toestand moet
energie worden toegevoegd. Deze
energie wordt verdampingsenergie
genoemd. Deze veroorzaakt geen
temperatuurstijging, maar is slechts
nodig voor de omzetting van vloei-
baar naar gasvormig. Omgekeerd
komt er bij de condensatie van gas
energie vrij, die condensatiewarm
-
te wordt genoemd.
De verdampings- en condensatie
-
warmte dragen evenveel energie
bij.
Deze is voor water:
2250 kJ/kg (4,18 kJ = 1kcal)
Hieruit blijkt dat door de conden-
satie van waterdamp een relatief
grote hoeveelheid energie vrij
-
komt.
Wanneer het vocht dat men wil
condenseren niet door de verdam
-
ping in het vertrek zelf, maar van
buitenaf wordt geleverd, bijv. door
ventilatie, draagt de daarbij vrijko-
mende condensatiewarmte bij aan
de verwarming van het vertrek.
Bij het uitvoeren van droogwerk
-
zaamheden is er dus sprake van
een kringloop van warmte-energie,
waarbij energie wordt verbruikt
bij de verdamping en energie vrij
-
komt bij de condensatie. De bij de
ontvochtiging aangevoerde lucht
levert een bijdrage aan de warmte-
energie, die als temperatuurstijging
tot uitdrukking komt.
De voor de ontvochtiging beno-
digde tijd is meestal niet uitslui-
tend afhankelijk van het vermogen
van het apparaat, maar wordt in
belangrijke mate bepaald door de
snelheid waarmee het materiaal of
het gebouw zijn vocht afgeeft.
Veiligheidsvoorschriften
De apparaten zijn voor levering
onderworpen aan uitgebreide ma
-
teriaal-, functie- en kwaliteitskeu-
ringen.
Toch kunnen de apparaten geva
-
ren veroorzaken wanneer ze on
-
deskundig worden gebruikt door
ongeschoolde personen of wan-
neer ze niet voor het bestemde
doel worden gebruikt.
De volgende aanwijzingen dient
men beslist in acht te nemen:
De apparaten mogen niet wor-
den opgesteld en gebruikt in
explosiegevaarlijke ruimtes
De apparaten mogen niet wor-
den opgesteld en gebruikt in
een olie-, zwavel-, chloor- of
zouthoudende omgeving
De apparaten moeten rechtop
en stevig worden
opgesteld
De apparaten mogen niet wor-
den blootgesteld aan een recht
-
streekse waterstraal
Een ongehinderde luchtaanzui-
ging en luchtuitblazing moet
altijd gewaarborgd zijn
De luchtaanzuigroosters moe-
ten altijd vrij worden gehouden
van vuil en losse voorwerpen
De apparaten mogen tijdens
het bedrijf niet worden afge
-
dekt
Nooit vreemde voorwerpen in
de apparaten steken
De apparaten mogen tijdens
het bedrijf niet worden getrans
-
porteerd
De apparaten mogen alleen
met een leeg condensaatreser
-
voir en een droge verdamper
worden getransporteerd
ATTENTIE
Werkzaamheden aan de koel-
installatie en aan de elektri-
sche uitrusting mogen uitslui-
tend worden uitgevoerd door
een gespecialiseerd bedrijf dat
daartoe speciaal is geautoris-
seerd!
ATTENTIE
Verlenging van de aansluitka-
bel mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een geautori-
seerde elektricien, waarbij het
opgenomen vermogen,
de kabellengte en de lokale
gebruiksomstandigheden in
acht moeten worden genomen.
Alle elektrokabels buiten de
apparaten moeten tegen be-
schadiging (bijv. door dieren)
worden beschermd
De condensaatreservoirs moe-
ten voor elke plaatsverandering
worden leeggemaakt
6
REMKO AMT
De apparaten zijn wegens hun
constructie en uitrusting geschikt
voor droog- en ontvochtingsdoel
-
einden in de industrie en in bedrij-
ven.
De apparaten mogen uitsluitend
worden bediend door geschoold
personeel.
Bij niet-naleving van de fabrikant-
instructies of de wettelijke vereis
-
ten inzake de opstellingsplaats, en
bij eigenmachtige wijzigingen aan
de apparaten, is de fabrikant niet
aansprakelijk voor daaruit voort-
vloeiende schade.
Klantenservice en
garantie
Voorwaarde voor toewijzing van
eventuele garantieclaims is dat de
besteller of diens klant binnen een
redelijke termijn na de verkoop en
ingebruikneming het bij de ap-
paraten geleverde
„Garantiecer-
tificaat”
volledig ingevuld heeft
opgestuurd naar REMKO GmbH &
Co. KG.
De apparaten zijn in de fabriek
herhaaldelijk gecontroleerd op
hun foutloze werking.
Mochten er toch functiestoringen
optreden die niet door de exploi
-
tant kunnen worden verholpen
met behulp van de storingsaanwij-
zingen, dan kunt u contact opne-
men met uw vakhandelaar of uw
contractpartner.
Gebruik volgens het
bestemde doel
Milieubescherming
en recycling
Afvoeren van de verpakking
Houd bij het afvoeren van het
verpakkingsmateriaal rekening met
ons milieu.
Onze apparaten worden voor het
transport zorgvuldig verpakt en in
een stevige transportverpakking
van karton en eventueel op
een houten pallet geleverd.
De verpakkingsmaterialen zijn mi-
lieuvriendelijk en kunnen opnieuw
worden gebruikt.
Door hergebruik van de verpak
-
kingsmaterialen levert u een be-
langrijke bijdrage aan het beperken
van afval en de recycling van
grondstoffen.
Geef daarom het verpakkingsma-
teriaal af bij de daartoe bestemde
inzamelpunten.
Afvoer van het oude apparaat
De apparaaatproductie is onderhe
-
vig aan een voortdurende kwali
-
teitscontrole.
Er worden uitsluitend hoogwaar
-
dige materialen verwerkt die voor
het merendeel geschikt zijn voor
recycling.
Lever uw bijdrage aan de bescher-
ming van het milieu door ervoor
te zorgen dat uw oude apparaat
op milieuvriendelijke wijze wordt
afgevoerd.
Lever het oude apparaat in bij een
erkend recyclingbedrijf of bij een
daartoe bestemd inzamelpunt
.
AANWIJZING
Gebruik of bediening die
afwijkt van de in deze bedrijfs-
handleiding vermelde gege-
vens, is niet toegestaan.
Bij niet-inachtneming vervalt
elke aansprakelijkheid en het
recht op garantie.
AANWIJZING
Instel- en onderhoudswerk-
zaamheden mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door
geautoriseerd vakpersoneel.
Belangrijke aanwijzingen
voor de recycling
De apparaten maken gebruik van
het milieuvriendelijk en ozonneu-
trale koelmiddel R407c of R134a.
Het koelmiddel-oliemengsel in het
apparaat moet worden afgevoerd
conform de wettelijke resp. de
lokale voorschriften.
7
De apparaten zijn ontworpen
voor algemene en probleemloze
luchtontvochtiging.
Door hun compacte afmetingen
zijn ze eenvoudig te transporteren
en op te stellen.
De apparaten werken volgens het
condensatieprincipe en zijn voor-
zien van een hermetisch gesloten
koelinstallatie, een geluids- en
onderhoudsarme circulatielucht
-
ventilator, een bedrijfsurenteller en
een aansluitkabel met stekker.
De volautomatische elektronische
besturing, het condensaatreservoir
met geïntegreerde overloopbeveili
-
ging (niet bij de AMT 110-E) en
de aansluitstukken voor recht
-
streekse condensaatafvoer garan
-
deren een langdurig storingvrij
bedrijf.
De apparaten voldoen aan de fun-
damentele veiligheids en gezond-
heidsvereisten van de desbetref
-
fende EU-voorschriften.
De apparaten kunnen veilig en
eenvoudig worden bediend.
Inzetplaatsen
van de apparaten
De apparaten kunnen overal wor-
den ingezet waar men prijs stelt
op droge ruimten en financiële
gevolgschade (bijv. door schim
-
melvorming) wil voorkomen.
De apparaten worden onder an-
dere gebruikt voor het uitdrogen
en ontvochtigen van:
nieuwbouw, industriegebouwen
kelders, opslagruimtes
archieven, laboratoria
weekendhuisjes,
caravans
Badkamers, wasruimtes en
kleedkamers enz.
Tijdens de ontdooifase is de circu
-
latieluchtventilator buiten bedrijf.
Zodra de rijp (ijs) is ontdooid en
de sensortemperatuur weer stijgt,
wordt er omgeschakeld naar de
normale ontvochtigingsstand.
Wanneer de kamertemperatuur
hoog genoeg is, wordt het opper
-
vlak van de lamellen niet zo koud
dat er rijpvorming plaatsvindt en
ontdooiing noodzakelijk wordt.
Zo werken de luchtontvochtigers
bijzonder spaarzaam.
In de condensator (warmtewis-
selaar) wordt de afgekoelde en
ontvochtigde lucht weer verwarmd
en wordt deze via het uitblaasroos-
ter de kamer ingeblazen.
De bewerkte drogere en verwarm-
de lucht vermengt zich weer met
de kamerlucht.
Dankzij de voortdurende circulatie
van de kamerlucht door het appa-
raat, wordt de relatieve luchtvoch-
tigheid in het vertrek uiteindelijk
verlaagd tot de gewenste vochtig-
heidswaarde (% r.v.).
Afhankelijk van de kamertempera-
tuur en de luchtvochtigheid is voor
het koelvermogen slechts ca. 30-
40% elektrische energie nodig.
Werking
Door inschakeling van de appara-
ten wordt de elektronische bestu-
ring in werking gesteld.
Het groene controlelampje in
de aan/uit-schakelaar gaat bran-
den. Door de automatische druk-
vereffening starten de apparaten
met een vertraging van ca. 10
seconden.
De circulatieluchtventilator zuigt
de vochtige kamerlucht aan via
het stoffilter, de verdamper en de
daarachter gelegen condensator.
In de koude verdamper wordt er
warmte onttrokken aan de kamer-
lucht en wordt deze tot onder het
dauwpunt afgekoeld.
De waterdamp in de kamerlucht
slaat in de vorm van condensaat of
rijp neer op de verdamperlamellen.
Zodra de temperatuursensor hier
een bepaalde minimumwaarde
meet, wordt een timer met een
vertraging van 30 minuten geacti-
veerd.
Wanneer gedurende deze tijd de
verdampertemperatuur niet op-
nieuw stijgt, wordt na afloop van
de timertijd de koelkringloop om-
geschakeld op heetgasontdooiing.
Schematische weergave van de werking van een REMKO luchtontvochtiger
condensaatreservoir
vochtige kamerlucht
ontvochtigde
kamerlucht
compressor
condensator
verdamper
ventilator
Beschrijving
van het apparaat
8
REMKO AMT
Elektrische aansluiting
De apparaten worden
gevoed met
230 V / 50 Hz
wisselstroom
De elektrische aansluiting
gebeurt met een aangebouwde
netkabel met een veiligheids-
stekker
Verlenging van de aansluit-
kabel mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een geauto
-
riseerde elektricien, waarbij de
kabellengte, de aansluitleiding
van het apparaat en de lokale
gebruiksomstandigheden in
acht moeten worden genomen
Opstelling
Voor een optimaal rendabel en
veilig gebruik van het apparaat,
moeten de volgende aanwijzingen
beslist worden nageleefd:
De apparaten moeten stevig en
horizontaal worden opgesteld,
zodat een ongehinderde afvoer
van het condensaat gewaar-
borgd is
De apparaten moeten zo mo-
gelijk in het midden van het
vertrek worden opgesteld, zodat
een optimale luchtcirculatie
gewaarborgd is
Men dient ervoor te zorgen
dat de lucht ongehinderd kan
worden aangezogen aan de
voorkant van het apparaat en
ongehinderd kan worden uitge
-
blazen aan de achterkant
Men dient beslist een minimum-
afstand van 50 cm ten opzichte
van de muur aan te houden
De apparaten dienen niet vlakbij
radiatoren of andere warmte
-
bronnen te worden opgesteld
Een betere luchtcirculatie wordt
bereikt wanneer de apparaten
op ca. 1 m hoogte worden op
-
gesteld
Het te drogen of te ontvochti-
gen vertrek moet afgesloten zijn
ten opzichte van de omgevings-
lucht
Open ramen en deuren en het
betreden en verlaten van het
vertrek moeten zoveel mogelijk
worden vermeden
Wanneer de apparaten worden
gebruikt in een stoffige omge
-
ving of in stallen, moeten de
verzorgings- en onderhouds
-
maatregelen dienovereenkom
-
stig worden aangepast
Het vermogen van het apparaat
is uitsluitend afhankelijk van de
hoedanigheid van het vertrek,
de kamertemperatuur, de re
-
latieve luchtvochtigheid en de
naleving van de opstelaanwijzin-
gen
AANWIJZING
De apparaten moeten conform
VDE 0100, deel 704 elektrisch
worden aangesloten op een
voedingspunt met een fout-
stroomveiligheidsvoorziening.
Wanneer de apparaten worden
opgesteld in extreem vochtige
ruimtes, zoals waskeukens,
douches e.d., moeten de ap-
paraten worden beveiligd door
middel van een correct aange-
brachte foutstroomveiligheids-
schakelaar.
ATTENTIE
Alle kabelverlengstukken
mogen uitsluitend worden
gebruikt in uit- of afgerolde
toestand.
afstand t.o.v. de muur
min. 0,5 m
Afstand houden t.o.v. radiatoren
en andere warmtebronnen.
Ramen en deuren gesloten houden!
9
Apparaat starten
1. Aan/uit-schakelaar [2]
op de stand „0” (Uit)
zetten.
2. Netstekker van
het apparaat
aansluiten op een
correct geïnstal
-
leerd en beveiligd
netstopcontact
230V/50 Hz.
3. Aan/uit-schakelaar [2]
op de stand „I” (Aan)
zetten.
Het groene controlelampje
in de schakelaar [2] gaat branden.
De apparaten worden na een
vertragingstijd van ca. 10 secon-
den ingeschakeld en werken dan
continu.
Voor elke ingebruikneming of con
-
form de lokale vereisten moeten
de aanzuig- en uitblaasroosters
worden gecontroleerd op vervui
-
ling.
Belangrijke aanwijzingen
voor de ingebruikneming
Alle verlengingen van de
elektrische aansluiting moeten
beschikken over een voldoende
leidingdoorsnede en en mogen
uitsluitend in volledig afgerolde
toestand worden gebruikt
De net-aansluitkabel niet ge-
bruiken om het apparaat mee
te verplaatsen
Na inschakeling werken de ap-
paraten volautomatisch tot ze
worden uitgeschakeld door de
vlotter van het volle conden-
saatreservoir
(niet bij AMT 110-E)
Het condensaatreservoir moet
correct zijn aangebracht
Om beschadiging van de
compressor te voorkomen zijn
de apparaten voorzien van een
herinschakelingsbeveiliging die
voorkomt dat de compressor
onmiddellijk na uitschakeling
opnieuw wordt ingeschakeld.
De compressor schakelt pas na
circa 1 minuut weer in!
Ingebruikneming
Bedieningspaneel
1
2
3
4
1 = bedrijfsurenteller
2 = aan/uit-schakelaar met
„controlelampje“
3 = controlelampje -GEEL-
„reservoir vol”
4 = controlelampje -ROOD-
„storing / oververhitting”
Gebruik met een hygrostaat
De REMKO hygrostaat (toebeho
-
ren) wordt geleverd met een
speciale tussenstekker.
De ingebruikneming en bediening
van een apparaat met hygrostaat
gebeurt als volgt:
1. De tussenstekker in een goed
beveiligd netstopcontact steken.
2. De hygrostaat op een
geschikt punt in het te ontvoch-
tigen vertrek plaatsen.
Niet vlakbij het apparaat of
warmtebronnen.
3. De netstekker (of een kabelver
-
lengstuk) in de tussenstekker
steken.
4. De gewenste luchtvochtigheid
instellen op de hygrostaat.
5. De aan/uit-schakelaar [2] op het
apparaat op de stand „I“ zetten.
De apparaten schakelen zichzelf
automatisch in wanneer de lucht-
vochtigheid hoger is dan de op de
hygrostaat ingestelde waarde.
De apparaten werken nu volauto-
matisch tot de gewenste relatieve
luchtvochtigheid (% r.l.) is bereikt
of tot het apparaat wordt uitge
-
schakeld door de vlotter in het
condensaatreservoir (niet bij de
AMT 100-E). In dit geval brandt
het gele controlelampje
„reservoir vol“.
AANWIJZING
Vuile roosters en filters moeten
direct worden gereinigd of
vervangen.
AANWIJZING
Bij een kamertemperatuur
lager dan
10 °C
en een relatie-
ve luchtvochtigheid lager dan
40 %
is een rendabel gebruik
van het apparaat niet meer
gewaarborgd.
10
REMKO AMT
Apparaatwerking met
slangaansluiting
De condensaatbakken [K] van de
AMT 55 en de 80-E zijn voorzien
van een aansluitstuk [A].
Hierop kan een gangbare wa
-
terslang [S] worden aangesloten
nadat het condensaatreservoir is
verwijderd.
De afvoerslang [S] wordt niet
meegeleverd.
Bij de AMT 40-E wordt de slang
rechtstreeks aangesloten op
het aansluitstuk [D] van het con-
densaatreservoir.
Om het apparaat te kunnen ge-
bruiken moet het condensaatreser
-
voir altijd goed zijn aangebracht in
de AMT 40-E.
Bij langdurig gebruik zonder
toezicht moet het condensaat bij
voorkeur worden afgevoerd naar
een lager gelegen afvoer.
Bij gebruik van een opvangreser
-
voir (bak, emmer enz.) moet het
apparaat dienovereenkomstig
hoger worden opgesteld.
Voor meer suggesties zie ook de
volgende pagina!
3. Het reservoir voorzichtig buiten
het apparaat neerzetten en het
afsluitdeksel [F] van de gietope-
ning [E] openen.
4. Het water in een gootsteen/af
-
voerbuis gieten.
5. De gietopening [E] weer sluiten
en het lege condensaatreservoir
zorgvuldig terugplaatsen in het
apparaat.
6. Het apparaat
weer inschakelen
met de aan/uit-schakelaar [2] .
Condensaat
Afhankelijk van de luchttempera-
tuur en de relatieve luchtvochtig
-
heid druppelt het gecondenseerde
water voortdurend of alleen tijdens
de ontdooifasen in de condensaat-
bak of het condensaatreservoir.
Via een aansluitstuk (niet bij AMT
40-E en 110-E) wordt het conden
-
saat afgevoerd naar het eronder
gelegen condensaatreservoir.
In het condensaatreservoir bevindt
zich een vlotter die via een water-
stopschakelaar de ontvochtiging
stopzet zodra het reservoir vol is.
Om een ongewenste stop te
voorkomen (bijv. bij een golf water
enz.), schakelt deze pas na een
pauze van 10 seconden.
Het apparaat wordt
uitgeschakeld en het gele
controlelampje op het bedienings
-
paneel gaat branden.
Ga als volgt te werk om het con-
densaatreservoir leeg te maken:
1. Aan/uit-schakelaar [2] op de
stand „0” (Uit) zetten.
Anders zouden de apparaten
AMT 55-E en AMT 80-E direct
na verwijdering van het conden
-
saatreservoir opnieuw starten.
2. Het volle condensaat-
reservoir verwijderen.
Hiertoe moet het reservoir iets
worden opgetild aan de hand
-
greepuitholling en voorzichtig
in voorwaartse richting eruit
worden getrokken.
AANWIJZING
De apparaten AMT 40-E
werken alleen met een correct
aangebracht condensaatreser-
voir.
AANWIJZING
Na elke lediging moet het
condensaatreservoir incl. de
vlotter worden gecontroleerd
op beschadiging, vervuiling
enz.
AANWIJZING
Houd rekening met nadruppe-
lend condensaat. Na uitscha-
keling van de apparaten kan
de verdamper onder invloed
van de omgevingstemperatuur
nog verder ontdooien.
D
E
F
A
S
K
11
De aan/uit-schakelaar op
de stand „0” (Uit)
zetten.
Bij een langere
stilstandperiode
moeten de
apparaten worden
losgemaakt
van het stroomnet.
Het condensaatreservoir moet
worden geledigd en met een
schone doek worden afgedroogd.
Denk aan eventueel nadruppelend
condensaat!
Bij opslag moeten de apparaten
eventueel worden afgedekt met
een kunststof hoes of folie en
rechtop worden neergezet op een
afgeschermde en droge plaats.
Om plaats te besparen kunnen
de apparaten op elkaar worden
gestapeld. Hiertoe zijn ze voor-
zien van rubberen buffers op de
bodemplaat.
Variant A
Het water wordt opgevangen in
een voldoende groot reservoir dat
door de gebruiker wordt geleverd.
Het reservoir
moet regelmatig
worden gecontroleerd en indien
nodig worden geledigd.
Er is geen overloopbeveiliging!
Variant C
Het water wordt via een slanglei
-
ding naar een lager liggend afvoer-
punt geleid.
Met deze variant is continugebruik
zonder toezicht mogelijk.
Condensaatafvoer AMT 110-E
De apparaten AMT 110-E zijn wegens hun hoge ontvochtigings-
vermogen niet voorzien van een intern condensaatreservoir.
De gebruiker dient via het aansluitstuk op het apparaat voor
de condensaatafvoer naar een geschikt reservoir te zorgen.
Voor afvoer van het condenswater zijn bijv. de volgende
varianten mogelijk:
Variant B
Het water wordt eerst opgevangen
in een reservoir en dan d.m.v. een
afzonderlijke dompelpomp naar
een hoger gelegen afvoerpunt of
naar buiten gepompt.
Deze variant is geschikt voor plaat-
sen zonder voldoende verval of
zonder afvoer.
Buitenwerkingstelling
AANWIJZING
Deze varianten kunnen ook worden gebruikt voor de continue
condensaatafvoer van alle andere apparaattypes.
De opgestapelde apparaten
moeten tegen omvallen en
onbevoegde toegang worden
beveiligd.
ATTENTIE
12
REMKO AMT
Reiniging van het stoffilter
Het rooster iets naar boven schui
-
ven, naar voren trekken en bene
-
denwaarts verwijderen.
Het nu toegankelijke stoffilter
verwijderen.
Bij lichte vervuiling dient het stof-
filter voorzichtig te worden gerei
-
nigd met de stofzuiger of door het
uit te blazen.
Bij hardnekkig vuil kan het filter
worden uitgespoeld in een lauw
(max. 40 °C) zeepsopje.
Daarna beslist goed uitspoelen met
schoon water en laten opdrogen!
Voordat het filter wordt terugge
-
plaatst, dient men te controleren
of het goed droog en onbescha
-
digd is.
De apparaten mogen uitsluitend
worden gebruikt met een aange-
bracht stoffilter.
De periodieke verzorgings- en
onderhoudsintervallen naleven
De apparaten moeten afhan-
kelijk van de gebruiksomstan-
digheden naar behoefte, maar
minstens eenmaal per jaar, op
hun veilige toestand worden
gecontroleerd door een deskun-
dige
De apparaten vrijhouden van
stof en andere afzettingen
De apparaten uitsluitend droog
of met een vochtige doek
reinigen
Niet blootstellen aan een recht-
streekse waterstraal
bijv. een hogedrukreiniger enz.
Voor het transport zijn de appa
-
raten voorzien van 2 grote wielen
en een ergonomisch vormgegeven
transport- en veiligheidsbeugel.
Deze kan desgewenst eenvoudig
worden gedemonteerd.
Bij het transporteren van het ap
-
paraat dient men op het volgende
te letten:
1. Voor elke plaatsverandering
het apparaat uitschakelen en de
netstekker uit het stopcontact
trekken.
2. Het condensaatreservoir
leegmaken.
3. Wanneer er vocht in de verdam
-
per zit of water in het conden-
saatreservoir, mogen de ap
-
paraten alleen rechtop worden
getransporteerd.
Verzorging en
onderhoud
Alle bewegende onderdelen zijn
voorzien van een onderhoudsarme
permanentsmering. De koelinstal-
latie is een hermetisch gesloten
systeem en mag uitsluitend wor-
den gerepareerd door een gespeci
-
aliseerd bedijf dat daartoe speciaal
is geautoriseerd.
AANWIJZING
Regelmatige verzorging en on-
derhoud is een basisvoorwaar-
de voor een lange levensduur
en storingvrij gebruik van het
apparaat.
ATTENTIE
Voor alle werkzaamheden aan
de apparaten moet de netstek-
ker uit het stopcontact worden
getrokken.
Houd rekening met nadruppe-
lend condensaat.
Na uitschakeling van de ap-
paraten kan de verdamper
onder invloed van de omge-
vingstemperatuur nog verder
ontdooien.
ATTENTIE
Het aanzuig- en uitblaasroos-
ter en het stoffilter regelmatig
controleren opvervuiling.
ATTENTIE
Het aanzuig- en uitblaasroos-
ter en het stoffilter regelmatig
controleren opvervuiling.
Transporteren van
het apparaat
Geen scherpe of oplosmiddel-
houdende reinigingsmiddelen
gebruiken
Ook bij hardnekkige vervui-
ling uitsluitend geschikte
reinigingsmiddelen gebruiken
De netkabel mag niet worden
gebruikt om het apparaat te
verplaatsen of als bevestigings-
middel.
ATTENTIE
AANWIJZING
Sterk vervuilde stoffilters mo-
eten worden vervangen door
nieuwe.
Er mogen alleen originele ver-
vangingsonderdelen worden
gebruikt.
AANWIJZING
13
Verhelpen van storingen
De apparaten zijn vervaardigd
volgens de modernste productie
-
methoden en meermaals gecon-
troleerd op hun goede werking.
Mochten er toch functiestoringen
optreden, dient het apparaat eerst
gecontroleerd te worden aan de
hand van de onderstaande lijst.
Het apparaat start niet
stand van de aan/uit-schakelaar
controleren. Het groene contro
-
lelampje moet branden
Aansluiting op het stroomnet
en de zekeringen van de opstel-
plaats controleren 230V/1~/50
Hz
Netstekker en netkabel controle-
ren op beschadiging
Vulpeil en correcte bevestiging
van het condensaatreservoir
controleren (niet bij AMT 110-E)
De instelling van de hygrostaat
(toebehoren) controleren.
De ingestelde waarde moet lager
zijn dan de relatieve luchtvoch
-
tigheid in de opstelruimte
De tussenstekker van de hygros-
taat controleren op beschadiging
en correcte bevestiging
Reinigen van de apparaten
Om de binnenzijde van het appa-
raat te reinigen en om toegang te
krijgen tot de elektrische compo-
nenten
moet de behuizing van het appa-
raat worden geopend.
1. De 2 bevestigingsschroeven [B]
demonteren.
2. De behuizing optillen en los
-
maken van de lippen aan de
voorkant.
3. De lamellen van de condensator
reinigen door ze uit te blazen,
met de stofzuiger schoon te
zuigen of met een zachte borstel
of een zachte kwast te reinigen.
4. De verdamperlamellen reinigen
met bijv. een lauw zeepsopje of
iets dergelijks.
5. Niet blootstellen aan een recht
-
streekse waterstraal.
6. Naspoelen met schoon water
om zeepresten te verwijderen.
7. Binnenkant van het apparaat en
de ventilatorwaaier reinigen.
8. Condensaatbak en aansluitstuk
reinigen.
9. Na de reiniging moet het ap
-
paraat worden drooggemaakt.
Neem vooral de elektrische
componenten in acht!
10. Alle gedemonteerde onderde-
len in omgekeerde volgorde
-
weer correct monteren.
11. Een functiecontrole en een
elektrische veiligheidscontrole
uitvoeren.
Instel- en onderhoudswerk-
zaamheden mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door
geautoriseerd vakpersoneel.
Na alle werkzaamheden aan
de apparaten moet een elek-
trische veiligheidscontrole
worden uitgevoerd conform
VDE 0701.
B
B
Het rode controlelampje
(storing) brandt
De koelkringloop is overbelast
of oververhit
Voordat het apparaat opnieuw
mag worden gestart, moet de
oorzaak van de storing worden
opgespoord.
Denk eraan dat het apparaat au
-
tomatisch weer begint te lopen
nadat het is afgekoeld!
Het apparaat loopt, maar er
vormt zich geen condensaat
De kamertemperatuur controle-
ren
Het werkbereik van het appa
-
raat ligt tussen 3 °C en 32 °C
De luchtvochtigheid controleren,
min. 40% r.l. is vereist
Het stoffilter controleren op
vervuiling en eventueel
reinigen of vervangen
De lamellen van de verdamper
en de condensator controleren
op vervuiling en eventueel reini
-
gen
De verdamper controleren op
ijsvorming / rijpvorming.
Wanneer dit het geval is, moet
de werking van de ontdooiau-
tomaat en van de temperatuur-
sensor worden gecontroleerd
Wanneer het apparaat ondanks
de uitgevoerde controles niet
foutloos werkt, moet een geau-
toriseerd gespecialiseerd bedrijf
worden ingeschakeld
Bij het reinigen van de wisse-
laar moet men bijzonder voor-
zichtig zijn, omdat de dunne
aluminiumlamellen makkelijk
verbogen raken.
AANWIJZING
AANWIJZING
ATTENTIE
Werkzaamheden aan de koel-
installatie en aan de elektrische
uitrusting mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd bedrijf dat daar-
toe speciaal is geautoriseerd!
ATTENTIE
14
REMKO AMT
Elektrisch aansluitschema
= testknop
De testknop op de besturingsplaat is uitsluitend bedoeld voor
onderhouds- en controlewerkzaamheden.
Wanneer deze wordt ingedrukt, worden de timertijden korter.
AMT 40-E bis 80-E
T
T




 

 

 
 

AMT 110-E
T
stuurprintplaat
stuurprintplaat
15
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van technische verbeteringen voorbehouden.
Afbeelding van het apparaat AMT 40-E
4
5
6
8
10
11
12
13
14
15
2
1
16
17
20
21
26 27
22 25
25
30
29
32
33
35
34
38
37
36
39
40
45
46
47
49
50
23
7
24
18
3
48
31
16
REMKO AMT
Vervangingsonderdelenlijst
Nr. Omschrijving EDV-nr.
1 aanzuigbeschermrooster 1105601
2 stoffilter 1105602
3 transportbeugel 1105603
4 basisbehuizing compl. 1105604
5 lamellen-wisselaarpakket compl. 1105605
6 NTC-sensor verdamper 1105606
7 NTC-sensor condensator 1105607
8 ventilatorbehuizing 1105608
10 ventilatorwaaier 1105609
11 motorhouder compl. 1105610
12 meenemerkoppeling 1108455
13 ventilatormotor 1108077
14 magneetklep 1105613
15 spoel voor magneetklep 1105614
16 droogfilter 1105615
17 compressor compl. 1105623
18 bedrijfscondensator 1105674
20 behuizing revisie compl. 1105618
21 afsluitklep 1105619
22 bodemplaat 1105620
23 wielas 1105621
24 rubberen stop bodemplaat (set) 1105622
25 wiel 1102155
26 wieldop 1101623
27 borgring 1101622
29 trekontlasting 1101267
30 netkabel met stekker 1105624
31 isolatie 1105625
32 schakelkastbehuizing 1105626
33 besturingsprintplaat compl. 1105627
34 controlelampje geel 1105611
35 controlelampje rood 1105612
36 bedrijfsurenteller 1105515
37 aan/uit-schakelaar met controlelampje 1105628
38 behuizingdeksel 1105629
39 sensor waterstop 1105630
40 draagframe 1105631
45 reservoirsluiting 1105632
46 magneetvlotter 1105633
47 afsluitkap 1105634
48 condensaatreservoir compl. 1105635
49 rubberen stop standbeugel (set) 1105636
50 standbeugel 1105637
Bij het bestellen van vervangingsonderdelen behalve het EDV-nr. ook het apparaatnummer (zie typeplaatje) vermelden!
17
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van technische verbeteringen voorbehouden.
Afbeelding van het apparaat AMT 55-E en 80-E
3
6
7
8
2
1
5
10
11
12
13
14
15
16
17
20
21
22 25
25
23
18
29
30
31
40
35
39
37
36
50
51
48
52
49
47
46
45
38
32
3433
4
27
26
24
18
REMKO AMT
Vervangingsonderdelenlijst
Bij het bestellen van vervangingsonderdelen behalve het EDV-nr. ook het apparaatnummer (zie typeplaatje) vermelden!
Nr. Omschrijving AMT 55-E AMT 80-E
EDV-nr. EDV-nr.
1 aanzuigbeschermrooster 1105638 1105659
2 stoffilter 1105639 1105660
3 basisbehuizing compl. 1105640 1105661
4 transportbeugel 1105641 1105662
5 lamellen-wisselaarpakket compl. 1105642 1105663
6 NTC-sensor verdamper 1105606 1105606
7 NTC-sensor condensator 1105607 1105607
8 ventilatorbehuizing 1105650 1105664
10 ventilatorwaaier 1105609 1105665
11 motorhouder compl. 1105680 1105666
12 meenemerkoppeling 1108455 1101155
13 ventilatormotor 1108077 1105667
14 thermoklep 1105643 1105668
15 droogfilter 1105644 1105644
16 spoel voor magneetklep 1105614 1105614
17 magneetklep 1105613 1105669
18 compressor compl. 1105645 1105670
20 behuizing revisie compl. 1105646 1105671
21 afsluitklep 1105647 1105647
22 bodemplaat 1105648 1105672
23 wielas 1105649 1105673
24 rubberen stopbodemplaat (set) 1105622 1105622
25 wiel 1102155 1102155
26 wieldop 1101623 1101623
27 borgring 1101622 1101622
29 trekontlasting 1101267 1101267
30 netkabel met stekker 1105624 1105624
31 isolatie 1105651 1105651
32 schakelkastbehuizing 1105652 1105652
33 controlelampje geel 1105611 1105611
34 controlelampje rood 1105612 1105612
35 aan/uit-schakelaar met controlelampje 1105628 1105628
36 behuizingdeksel 1105653 1105653
37 besturingsprintplaat compl. 1105627 1105627
38 bedrijfsurenteller 1105515 1105515
39 bedrijfscondensator 1105654 1105654
40 sensor waterstop 1105655 1105655
45 draagframe 1105656 1105681
46 slangaansluitstuk 1105567 1105567
47 condensaatbak 1105657 1105675
48 magneetvlotter 1105633 1105633
49 reservoirsluiting 1105632 1105632
50 condensaatreservoir compl. 1105657 1105657
51 rubberen stopstandbeugel (set) 1105636 1105636
52 standbeugel 1105658 1105676
19
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van technische verbeteringen voorbehouden.
Afbeelding van het apparaat AMT 110-E
3
2
1
16
17
18
19
10
5
4
6
7
8
9
11
15
24
25
22
20
26 29
27
31
35
29
30
47
46
44
43
42
37
41
38
40
39
28
36
45
49
48
20
REMKO AMT
Vervangingsonderdelenlijst
Bij het bestellen van vervangingsonderdelen behalve het EDV-nr. ook het apparaatnummer (zie typeplaatje) vermelden!
Nr. Omschrijving EDV-nr.
1 aanzuigbeschermrooster 1105677
2 stoffilter 1105678
3 transportbeugel 1105679
4 basisbehuizing compl. 1105680
5 lamellen-verdamper 1105681
6 lamellen-condensator 1105682
7 NTC-sensor verdamper 1105606
8 NTC-sensor condensator 1105607
9 thermoklep 1105683
10 droogfilter 1105684
11 ventilatorbehuizing 1105685
15 ventilatorwaaier 1105686
16 motorhouder compl. 1105687
17 meenemerkoppeling 1101155
18 ventilatormotor 1105555
19 magneetklep 1105669
20 spoel voor magneetklep 1105614
22 compressor compl. 1105688
24 behuizing revisie compl. 1105689
25 afsluitklep 1105690
26 bodemplaat 1105691
27 wielas 1105692
28 rubberen stopbodemplaat (set) 1105622
29 wiel 1101621
30 wieldop 1101623
31 borgring 1101622
35 trekontlasting 1101267
36 netkabel met stekker 1105624
37 isolatie 1105693
38 schakelkastbehuizing 1105694
39 bedrijfsurenteller 1105515
40 controlelampje rood 1105612
41 aan/uit-schakelaar met controlelampje 1105628
42 behuizingdeksel 1105653
43 besturingsprintplaat compl. 1105627
44 bedrijfscondensator 1105695
45 draagframe 1105696
46 condensaatbak 1105697
47 slangaansluitstuk 1105698
48 rubberen stopstandbeugel (set) 1105636
49 standbeugel 1105699
21
Onderhoudsprotocol
1e datum: ..............
..............................
handtekening
2e datum: ..............
..............................
handtekening
3e datum: ..............
..............................
handtekening
4e datum: ..............
..............................
handtekening
5e datum: ..............
..............................
handtekening
6e datum: ..............
..............................
handtekening
7e datum: ..............
..............................
handtekening
8e datum: ..............
..............................
handtekening
9e datum: ..............
..............................
handtekening
10e datum: ............
..............................
handtekening
11e datum: ............
..............................
handtekening
12e datum: ............
..............................
handtekening
13e datum: ............
..............................
handtekening
14e datum: ............
..............................
handtekening
15e datum: ............
..............................
handtekening
16e datum: ............
..............................
handtekening
17e datum: ............
..............................
handtekening
18e datum: ............
..............................
handtekening
19e datum: ............
..............................
handtekening
20e datum: ............
..............................
handtekening
Opmerkingen: .....................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................................
Apparaattype: ............................ Apparaatnummer: ...................................
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
apparaat gereinigd – buitenkant –
apparaat gereinigd – binnenkant –
ventilatorwaaier gereinigd
ventilatorbehuizing gereinigd
condensator gereinigd
verdamper gereinigd
ventilatorfunctie gecontroleerd
aanzuigrooster met filter gereinigd
apparaat gecontroleerd op beschadiging
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd
alle bevestigingsschroeven gecontroleerd
elektrische veiligheidscontrole
proefdraaien
Het apparaat conform de wettelijke voorschriften uitsluitend laten onderhouden door geautoriseerd vakpersoneel.
22
REMKO AMT
Model AMT 40-E AMT 55-E AMT 80-E AMT 110-E
Werkbereik temperatuur
°C 3-32 3-32 3-32 3-32
Werkbereik vochtigheid % r.l.
40-100 40-100 40-100 40-100
ontvochtigingsvermogen max. l/dag 38 55 80 107
bij 30 °C / 80 r.l.
l/dag (DER) 32,1 (2,38) 48,0 (2,27) 69,6 (2,69) 93,1 (2,38)
bij 20 °C / 70 r.l.
l/dag (DER) 15,4 (1,46) 29,8 (1,94) 39,2 (1,99) 54,9 (1,88)
bij 10 °C / 60 r.l.
l/dag (DER) 5,3 (0,61) 6,9 (0,58) 10,8 (0,68) 16,8 (0,71)
luchtvolumestroom max. m
3
/h 290 430 800 1200
inhoud condensaatreservoir
liter 8/7 18/16 18/16 zonder
compressor
Uitvoering rolzuiger rolzuiger rolzuiger rolzuiger
koelmiddel R134a R407c R407c R407c
koelmiddelhoeveelheid kg 0,45 0,55 0,65 1,55
spanningsvoorziening V/Hz 230/1~/50
nominaal stroomverbruik max.
A 2,8 4,0 4,9 7,2
opgenomen vermogen max. kW 0,58 0,90 1,10 1,70
bij 20 °C / 70 % r.l.
kW 0,44 0,64 0,82 1,22
zekering op opstellingsplaats A 16 16 16 16
geluidsdrukniveau L
pA
1m
1)
dB (A) 58 60 63 67
diepte mm 490 530 535 605
breedte
mm 480 605 605 710
hoogte mm 640 705 790 895
hoogte incl. transportbeugel mm 935
gewicht kg 34 43 47 65
EDV-nr.
612400 612550 612800 612900
(DER) = ontvochtigingsvermogen conform DIN EN 810
1) geluidsmeting conform DIN 45635 - 13 - KL 3
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van technische verbeteringen voorbehouden.
Technische gegevens
23
REMKO IN HEEL EUROPA
... en ook bij u in de buurt!
Maak gebruik van onze ervaring en adviezen
REMKO GmbH & Co. KG
Airconditionings- en warmtetechniek
Im Seelenkamp 12 · D-32791 Lage
Postfach 1827 ·D-32777 Lage
Telefoon +49 5232 606-0
Fax +49 5232 606-260
E-mail info@remko.de
Internet www.remko.de
Adviezen
Door intensieve scholingen zorgen wij
ervoor dat de vakkennis van onze advi-
seurs altijd up-to-date is. Hierdoor heb
-
ben wij de naam gekregen meer te zijn
dan een goede, betrouwbare leverancier:
REMKO, een partner
die helpt bij het oplossen van problemen.
Verkoop
REMKO beschikt niet alleen over een uit-
gebreid verkoopnetwerk in het binnen-
en buitenland, maar ook over bijzonder
hooggekwalificeerd verkooppersoneel.
REMKO-medewerkers in de buitendienst
zijn meer dan gewone verkopers: voor
alles moeten ze voor onze klanten advi-
seurs zijn op het gebied van airconditio
-
nings- en warmtetechniek.
Klantenservice
Onze apparaten zijn nauwkeurig en
betrouwbaar. Mocht er toch een storing
optreden, dan is de
REMKO klantenser-
vice snel ter plaatse. Ons omvangrijke
netwerk van ervaren speciaalzaken
garandeert altijd een snelle en betrouw
-
bare service.
Technische wijzigingen voorbehouden, gegevens onder voorbehoud!
18

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw REMKO AMT 110E bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van REMKO AMT 110E in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,53 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van REMKO AMT 110E

REMKO AMT 110E Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 24 pagina's

REMKO AMT 110E Gebruiksaanwijzing - English - 24 pagina's

REMKO AMT 110E Gebruiksaanwijzing - Français - 24 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info