70
- Wil de beschermende strip functioneel zijn, moet
die in de gleuf van de zaagsnede zitten. De be-
schermende strip vermijdt niet de terugslag bij
korte zaagsneden.
- Als de beschermende strip verbogen is, gebruik
de zaag niet meer.
- Het is verboden de beschermende strip af
te halen of aan te passen.
- De juiste kettingspanning is belangrijk. Con-
troleer de kettingspanning vóór en tijdens het
werken met de zaag. Beweging in de zaagsnede
moet zo worden gekozen dat de ketting niet tot
stilstand komt.
- Zaagkettingen met tanden waar de zaaghoe-
ken uitsluitend voor het zagen op stationaire
machines zijn bestemd, mogen niet worden ge-
bruikt.
- Verander de gekozen zaagrichting tijdens het
zagen niet met geweld.
- Beschermkappen en -middelen mogen principi-
eel niet verwijderd worden en de juiste functie
ervan mag niet onmogelijk gemaakt worden.
- Controleer voor het begin van de werkzaamhe-
den de stand van de smeerolie en controleer of
het smeren goed werkt.
- Zaag geen stukken die voor de machine te groot
of te klein zijn.
- Het is verboden het lopende gereedschap in een
vol, gesloten oppervlak in te steken (in te du-
wen). Gevaar van letsel door terugslag van de
machine!
- Zorg bij gebruik van de machine in een gesloten
ruimte voor een afdoende ventilering, gebruik
eventueel een afzuiging. Vermijd het zagen van
de voor gezondheid gevaarlijke materialen, bijv.
asbest.
- Verwijder van het te zagen materiaal alle vreemde
voorwerpen, vooral metalen, die het gereedschap
beschadigen en letsel kunnen veroorzaken.
- Let op het verwijderen van zaagsel! Wanneer de
opening voor het afvoeren van zaagsel verstopt
raakt, zet de machine uit en trek de stekker uit
het stopcontact. Pas als de ketting stil staat mag
de beschermkap van het kettingwiel worden af-
gehaald en de verstopte opening vrijgemaakt.
Steek uw handen nooit in de opening voor het
wegvallen van zaagsel zolang de machine niet
volkomen stil staat.
- Zet de machine dan pas aan, wanneer het te
zagen stuk opgezet is. Begin te zagen pas dan
als de machine op volle toeren draait.
- Haal de machine van het te zagen stuk pas dan
als de ketting stil staat.
- Houd uw werkplek netjes op orde. Wanorde op
de werkplek kan een arbeidsongeval tot gevolg
hebben.
- Let op invloeden van de omgeving. Laat de ma-
chine nooit in de regen staan en gebruik die
nooit in een natte of vochtige omgeving. Zorg
voor een goede verlichting van de werkplaats
en gebruik de machine niet in de buurt van
brandbare vloeistoffen of gassen, lag de verhitte
machine niet weg in een omgeving, waar een
ontvlamming kan ontstaan, houd de machine
schoon.
- Controleer regelmatig de stroomkabel en laat
het indien nodig in een vakbekwame service
vervangen. Gebruik de stroomkabel niet voor
het dragen van de machine en uittrekken van
de stekker uit het stopcontact. Bescherm de
kabel tegen hoge temperaturen, olie en scherpe
randen.
- Verzorg de gereedschappen goed. U kunt be-
ter en veiliger slechts met geslepen en schone
gereedschappen werken. Gebruik nooit gebrek-
kige, stompe of qua afmeting ongeschikte ge-
reedschappen. Volg de instructies op betreffende
het onderhoud en vervanging van gereedschap-
pen.
- Wordt de machine niet gebruikt, bij reparatie of
vervanging van gereedschap, trek de stekker
van de stroomkabel uit het stopcontact.
- Controleer voor het aanzetten van de machine
of de strip degelijk vast zit en de ketting goed
gespannen.
- Verplaats de machine nooit met lopende ket-
ting.
- Vermijd het vast komen zitten van de schakelaar
in de positie „aan“.
- Houd de handvatten en -grepen schoon en vrij
van olie, vetten, hars en derg.
- Gebruik in open ruimtes slechts toegestane en
daarvoor aangemerkte verlengkabels. Contro-
leer de verlengkabel regelmatig en vervang die
onmiddellijk bij beschadiging.
- Blijf tijdens het werken in de normale lichaams-
houding. Sta bij het werken goed vast en houd
steeds evenwicht.
- Controleer voor elk gebruik van de machine alle
beschermkappen en -middelen, net als alle be-
weegbare delen. Alle onderdelen moeten op de
juiste wijze zijn gemonteerd en alle voorwaarden
voor een juiste werking van de machine moeten
worden nageleefd. Beschadigde beschermkap-
pen en -middelen moeten vakbekwaam gere-
pareerd of vervangen worden, in een erkende
servicewerkplaats. Beschadigde schakelaars
moeten door een vakbekwame service worden
vervangen. Gebruik de machine niet, wanneer
de schakelaar niet aan en uit kan.
- Leg de stroomkabel zodanig neer dat het door
het gereedschap niet kan worden aangeraakt
en dat het geen ander gevaar veroorzaakt, bijv.
struikelen.
- Staat de machine buiten gebruik, laat altijd de
beschermkap van de ketting opzitten, ook tij-
dens het verplaatsen van de machine.
- Houd na het afmaken van de zaagsnede en uit-
zetten van de machine deze zo lang in de werk-
positie, tot het gereedschap in stilstand komt.