75
15.3 Omgevingscondities:
• De telefoon is een precisietoestel. Laat de
telefoon nooit vallen en berg deze op een
veilige plek op bij het niet gebruiken.
• De telefoon is niet waterdicht. Voorkom dat
de telefoon in aanraking komt met water.
• Vermijd extreem hoge en lage tempera-
turen. Laat bijvoorbeeld de telefoon nooit
achter in een auto die onbeschermd in de
zon staat.
15.4 Gehoorapparatuur:
• Bij het gebruik van oudere types gehoorap-
paratuur kan storing optreden tijdens het
gebruik van uw telefoon.
15.5 ACCU:
• De telefoon werkt op een oplaadbare accu.
Indien de bedrijfstijd van de telefoon bedui-
dend afneemt, dan kan de accu aan ver-
vanging toe zijn. Nieuwe accu’s zijn bij de
servicedienst van Profoon verkrijgbaar. (Zie
de laatste bladzijde van deze gebruiksaan-
wijzing voor het telefoonnummer.)