GEHEUGEN
De TX-170 heeft een nummergeheugen voor 35 telefoonnummers met bijbeho-
rende naam.
* Elke naam mag maximaal 15 karakters lang zijn.
* Elk nummer mag maximaal 16 cijfers lang zijn.
* 5 Geheugenplaatsen zijn direct oproepbaar; gebruik deze geheugens
bijvoorbeeld als alarmnummer of voor nummers die zeer regelmatig gebeld
worden.
* De overige 30 geheugennummers zijn oproepbaar nadat deze zijn opge-
zocht via het telefoonboekgeheugen.
* Raadpleeg item PAUZE op pagina 6 indien u belt via een huis- of kantoor-
centrale.
* Het is mogelijk om het nummer van een ingekomen oproep te kopiëren
naar het geheugen. Stuurt het netwerk ook de naam mee, dan wordt deze
naam mee-gekopieerd.
Inprogrammeren M1 - M5:
1. laat de hoorn op het toestel liggen
2. druk toets M1 - M5; indien reeds een naam en nummer was geprogram-
meerd, verschijnt dit nu in het display, anders wordt alleen de tijd en datum
weergegeven
3. druk toets PROG, het segment linksboven wordt geselecteerd (knipperend
streepje)
4. voer de naam in (zie verderop) en druk op YES
5. voer het telefoonnummer in en druk op YES
Inprogrammeren overige geheugens:
1. laat de hoorn op het toestel liggen
2. druk toets MENU; het display geeft “TELEFOONBOEK”
3. druk toets PROG; het display geeft “XX GEHEUGENS” waarbij xx staat
voor het aantal reeds in het telefoonboek geprogrammeerde nummers
4. druk toets YES, het segment linksboven wordt geselecteerd (knipperend
streepje)
5. voer de naam in (zie hieronder) en druk op YES
6. voer het telefoonnummer in en druk op YES
Invoeren van de naam:
De namen worden gevormd door de cijfertoetsen. De letters staan op de toet-
sen: bijvoorbeeld door 2x op toets 3 te drukken wordt de letter E geselecteerd,
druk 3x op toets 5 om de letter L te selecteren, enzovoorts.
- gebruik de toets
▲ om een positie verder te springen of om een spatie toe
te voegen
- gebruik toets
▼ om de cursor naar een vorig karakter te verplaatsen
- gebruik toets CLEAR om het geselecteerde karakter te wissen
7