34
10.3 Installatie:
• Het telefoonsnoer en de voedingsadapter alleen aan de telefoon aansluiten of
losnemen als de voedingsadapter uit het stopcontact en de telefoonstekker uit de
telefoonwandcontactdoos zijn genomen.
• Installeer de telefoon niet tijdens een onweersbui.
• Installeer geen telefoonaansluitpunt in een natte of vochtige omgeving.
• Raak geen ongeïsoleerde telefoon- of adaptersnoeren aan tenzij deze zijn
losgekoppeld van het telefoonnet of van de voeding.
10.4 Plaatsing:
• De telefoon wordt gevoed via een voedingsadapter. Op de plaats waar de telefoon
komt, moet dus ook een 230 Volt wandcontactdoos aanwezig zijn.
• Bij voorkeur het toestel niet op met cellulose behandelde oppervlakken plaatsen. De
rubberen voetjes kunnen hierop sporen achterlaten.
• Plaats deze telefoon niet in de directe nabijheid van draadloze telefoons,
elektronische (medische) apparatuur, TL buizen en andere gasontladingslampen.
De uitgestraalde radiogolven van deze producten kunnen het ontvangen van het
alarmsignaal van de afstandsbediening verstoren.
10.5 Lichtnetuitval:
• In geval van uitval van de lichtnetspanning, verzorgen batterijen (mits geplaatst) de
volledige werking van deze telefoon, inclusief Alarmfunctie, gedurende meer dan 12
uur (afhankelijk van soort en kwaliteit van de batterijen).
10.6 Afstandsbediening:
• Het bereik van de afstandsbediening bedraagt tot 30 meter. Dit bereik is afhankelijk
van lokale omstandigheden.
• Voor een optimaal bereik moet de telefoon centraal in het pand of uw woning opgesteld
te staan, zo min mogelijk gehinderd door stalen constructies, wanden, vloeren, etc.