53
15.3 Omgevingscondities:
De telefoon is een precisietoestel. Laat de telefoon
nooit vallen en berg deze op een veilige plek op bij het
niet gebruiken.
De telefoon is niet waterdicht. Voorkom dat de tele-
foon in aanraking komt met water.
Vermijd extreem hoge en lage temperaturen. Laat
bijvoorbeeld de telefoon nooit achter in een auto die
onbeschermd in de zon staat.
15.4 Gehoorapparatuur:
Bij het gebruik van oudere types gehoorapparatuur
kan storing optreden tijdens het gebruik van uw tele-
foon.
15.5 ACCU:
De telefoon werkt op een oplaadbare accu. Indien de
bedrijfstijd van de telefoon beduidend afneemt, dan
kan de accu aan vervanging toe zijn. Nieuwe accu’s
zijn bij de servicedienst van deze telefoon verkrijgbaar.
(Zie de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing
voor het telefoonnummer.)