AC2200 6
Gebruiksaanwijzing
Compressorfunctie:
1. Schroef de luchtslang op de compressor.
2. Sluit de andere zijde van de slang aan op het ventiel.
3. Schakel de compressor aan/uit door 2-3 seconden op “ ” (1) te drukken.
4. Houd de “ “ kort ingedrukt om de gewenste modus te kiezen.
5. Houd de “ “ langer ingedrukt om de gewenste eenheid te kiezen (PSI, BAR, KPA,KG/CM2).
6. Druk op “ + “ en “ – “ om de juiste druk in te stellen
7. Druk op “ ” om de compressor in werking te stellen, de compressor stopt automatisch wanneer de
ingevoerde druk wordt bereikt.
Modus instellingen:
1. Bar: 1.8 tot 3.5 Bar
PSI: 26 tot 51 PSI
KPA: 180 tot 350 Kpa
Kg/Cm2: 1.85 tot 3.55 Kg/Cm2
2. Bar: 2.05 tot 4.5 Bar
PSI: 30 tot 65 PSI
KPA: 205 tot 450 Kpa
Kg/Cm2: 2.10 tot 4.55 Kg/Cm2
3. Bar: 1.8 tot 3.0 Bar
PSI: 26 tot 43.5 PSI
KPA: 180 tot 300 Kpa
Kg/Cm2: 1.85 tot 3.05 Kg/Cm2
4. Bar: 0.25 tot 1.1 Bar
PSI: 4 tot 16 PSI
KPA: 25 tot 110 Kpa
Kg/Cm2: 0.30 tot 1.15 Kg/Cm2
5. Bar: 0.2 tot 10 Bar
PSI: 3 tot 150 PSI
KPA: 20 tot 995 Kpa
Kg/Cm2: 0.20 tot 10 Kg/Cm2