”Waterreservoir leeg”-indicator
(fig. A)
Indien het waterniveau in het waterreservoir
(13) te laag is, gaat de ”waterreservoir leeg”-
indicator (11) branden om aan te geven dat
het waterreservoir moet worden bijgevuld.
Let op: De stoomgenerator is beveiligd met
een veiligheidsventiel. Het deksel kan
uitsluitend van het waterreservoir worden
verwijderd wanneer de druk lager dan 1 bar is.
Schakel de stoomgenerator (4) uit met
behulp van de aan/uit-schakelaar (5).
Schakel het strijkijzer (1) uit met behulp
van de aan/uit-schakelaar (2).
Verwijder de netstekker uit het stopcontact.
Laat het apparaat volledig afkoelen.
Druk indien nodig op de stoomknop (9)
om de druk in het waterreservoir sneller te
verlagen.
Indien de druk voldoende is afgenomen,
waterreservoir (13).
Vul het waterreservoir (13) met de
aangegeven hoeveelheid water.
Zie ”Vullen van het waterreservoir”.
waterreservoir (12).
Aanwijzingen voor gebruik
Droogstrijken
Vul het waterreservoir (13) met water.
Plaats het strijkijzer (1) met de zoolplaat
(15) op de strijkijzerhouder (16).
Plaats de netstekker in het stopcontact.
Schakel het strijkijzer (1) in met behulp van
de aan/uit-schakelaar (2). De aan/uit-
indicator (3) gaat branden. Het strijkijzer
begint met opwarmen.
Stel de temperatuur in met behulp van de
heeft de zoolplaat (15) de gewenste
temperatuur bereikt. Het strijkijzer is klaar
voor gebruik.
Indien u het proces onderbreekt, plaats
dan het strijkijzer (1) met de zoolplaat (15)
op de strijkijzerhouder (16).
Zet de aan/uit-schakelaar (5) in positie ’O’
om de stoomgenerator (4) uit te schakelen.
De aan/uit-indicator (6) gaat uit.
Instellen van de temperatuur
(fig. A, C & D)
De temperatuur moet afhankelijk van het
textielsoort worden ingesteld.
Waarschuwing! Draai de temperatuurregel-
knop altijd naar de positie ’min’ voordat u de
netstekker in het stopcontact plaatst of de
netstekker uit het stopcontact verwijdert.
om de temperatuur te verhogen. De
gaat uit wanneer de zoolplaat (15) de
gewenste temperatuur heeft bereikt.
om de temperatuur te verlagen. De
gaat uit wanneer de zoolplaat (15) de
gewenste temperatuur heeft bereikt.
Label Textielsoort Temperatuur
(fig. D) (fig. C)
A Het textiel mag niet worden gestreken.
B Synthetisch (acryl, modacryl,
polypropyleen, polyurethaan) A
C Synthetisch
(acetaat, triacetaat) B
C Synthetisch (metaal, nylon,
polyester, viscose) B
C Zijde B
C Wol C (droogstrijken /
stoomstrijken)
C Katoen C (droogstrijken /
stoomstrijken)
D Linnen C (droogstrijken /
stoomstrijken)