Het apparaat mag niet worden bediend
door middel van een externe timer of een
apart afstandsbedieningssysteem.
Zorg ervoor dat er geen water in de pluggen
van het netsnoer en het verlengsnoer kan
komen.
Draai het netsnoer en het verlengsnoer
altijd volledig uit.
Gebruik uitsluitend de juiste stekker om het
apparaat te bedienen.
Plaats het apparaat op een stabiel en vlak
oppervlak.
Plaats het apparaat op een hittebestendig
en spatvrij oppervlak.
Plaats het apparaat niet op een kookplaat.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte rondom
het apparaat is voor het ontsnappen van
de warmte en voor voldoende ventilatie.
Bedek het apparaat niet.
Zorg ervoor dat het apparaat niet in contact
komt met brandbaar materiaal.
Houd het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen.
Dompel het apparaat niet onder in water of
andere vloeistoffen. Verwijder het apparaat
niet met uw handen indien het apparaat is
ondergedompeld in water of andere
vloeistoffen. Verwijder onmiddellijk de
netstekker uit het stopcontact. Gebruik het
apparaat niet opnieuw indien het apparaat
is ondergedompeld in water of andere
vloeistoffen.
De toegankelijke oppervlakken van het
apparaat kunnen zeer heet worden tijdens
gebruik. Raak de toegankelijke
oppervlakken niet aan. Raak uitsluitend de
handgrepen aan wanneer de toegankelijke
oppervlakken heet zijn.
Verplaats het apparaat niet wanneer het is
ingeschakeld of nog heet is. Verwijder de
netstekker uit het stopcontact en wacht
totdat het apparaat is afgekoeld.
Pas op voor hete stoom bij het openen van
het deksel.
Zorg ervoor dat het verwarmingselement
en de buitenkant van de binnenpan schoon
en droog zijn voordat u de netstekker in het
stopcontact plaatst.
Bedek het stoomgat en het deksel niet
wanneer het apparaat in gebruik is.
Na gebruik
Verwijder de netstekker van de netvoeding
en laat het apparaat afkoelen voordat u het
zonder toezicht achterlaat en voordat u
onderdelen van het apparaat verwisselt,
reinigt of inspecteert.
Berg het apparaat op een droge plaats op
wanneer het niet in gebruik is. Zorg ervoor
dat kinderen geen toegang hebben tot
opgeborgen apparaten.
Inspectie en reparaties
Controleer het apparaat voor gebruik op
beschadigde of defecte onderdelen.
Inspecteer het apparaat op kapotte
onderdelen, beschadigingen aan
schakelaars en andere zaken die de werking
nadelig kunnen beïnvloeden.
Gebruik het apparaat niet als een onderdeel
beschadigd of defect is.
Laat beschadigde of defecte onderdelen
door een erkend servicecentrum repareren
of vervangen.
Probeer nooit om onderdelen te verwijderen
of te vervangen die niet in deze in deze
gebruiksaanwijzing zijn beschreven.
Controleer voor gebruik het netsnoer op
slijtage of beschadiging.
Gebruik het apparaat niet als het netsnoer
of de netstekker beschadigd of defect is.
Indien het netsnoer of de netstekker
beschadigd of defect is, moet het door de
fabrikant of een erkend servicecentrum
worden vervangen.
Veiligheidsinstructies voor
rijstkokers
Controleer voor gebruik altijd of de
netspanning overeenkomt met de spanning
op het typeplaatje van het apparaat.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact. Gebruik indien nodig een
geaarde verlengkabel met een geschikte
diameter (minimaal 3 x 1 mm
2
).
Installeer voor extra bescherming een
reststroomvoorziening (RCD) met een
nominale bedrijfsstroom die kleiner is dan
of gelijk is aan 30 mA.