POWXG60250X NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 11 www.varo.com
OPGELET: benzine verrijkt met alcohol (ook wel eens gasohol genoemd) of
het gebruik van ethanol of methaan, kan vocht aantrekken, wat tijdens de
opbergperiode zorgt voor afscheiding en de vorming van zuren. Zure
dampen kunnen het benzinesysteem beschadigen tijdens de opbergperiode.
Om motorproblemen te vermijden moet het benzinesysteem vóór het
opbergen leeggemaakt worden (zie het hoofdstuk over het opbergen verder
in deze handleiding).
Benzine is extreem brandbaar en benzinedampen kunnen exploderen, wat
tot ernstige verwondingen of de dood kan leiden. Wees bijzonder
voorzichtig wanneer u met benzine werkt. Buiten het bereik van kinderen
houden.
Vul bij op een goed geventileerde plek en met uitgeschakelde motor. Rook niet en laat geen
vuur of vonken toe in het gebied waar de motor wordt bijgetankt of waar de benzine
opgeslagen wordt.
Vermijd herhaald of langdurig contact met de huid of het inademen van de dampen.
Draai na het bijvullen de benzinedop stevig vast. Wanneer er benzine gemorst werd, zorg er
dan voor dat deze plek droog is voordat u de motor start.
9.2 Motor Starten (Fig. 6)
In koude omstandigheden is het nodig om de voorpompknop (11) op het luchtfilter (14) in te
duwen voordat u aan de starthandgreep (4) trekt.
Enkel voorpompen voor koudstarten:
We moeten meer benzine aan het luchtmengsel toevoegen voor een makkelijke start.
Wanneer u op de voorpompknop (11) drukt, zal hij benzine rechtstreeks van de carburator
naar de verbrandingskamer pompen.
▪ Trek de remhendel in en houd hem tegen de handgreep (Fig. 7).
▪ Laat de koppelingshendel (3) los. Dit voorkomt dat de maaier gaat rijden wanneer u de
starthandgreep bedient.
▪ Terwijl de starthandgreep (4) in zijn houder zit, neemt u hem met de rechterhand vast en
trekt u er traag aan tot u weerstand voelt. Trek er dan kort en krachtig aan terwijl het
startkoord door de houder glijdt (wanneer de koudstart niet goed slaagt, herhaal deze
handeling dan 2 tot 3 keer) (Fig. 8).
9.2.1 Bedieningselementen voor het maaien
Zodra de motor start, draait het mes. Houd de remhendel (2) in zijn werkstand terwijl u met de
machine werkt. De motor valt stil zodra u de remhendel (2) loslaat.
Laat de remhendel (2) los om de motor uit te schakelen telkens wanneer u de maaier dient
achter te laten.