POWXG3020 NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 18 www.varo.com
8.12 Snoeitechnieken met de kettingzaag
▪ Let op voor het gevaar van terugslag alsook voor vallende takken en takken op de grond.
8.12.1 Kleine takken afzagen:
▪ Plaats het lokalisatievlak van de zaag tegen de tak om schokkende bewegingen van de
zaag te voorkomen wanneer u de tak begint te zagen. Leid de zaag met lichte druk van de
bovenkant naar de onderkant doorheen de tak. Let op voor vroegtijdig afbreken wanneer u
de dikte en gewicht verkeerd hebt ingeschat.
8.12.2 Grotere takken afzagen:
▪ Bij het zagen van grotere takken: maak eerst een ontlastingssnede om er zeker van te zijn
dat het zaagproces gecontroleerd verloopt. Zaag hiervoor eerst een snede langs de
onderkant van de tak (met de bovenkant van het zwaard) met een diepte van ongeveer
een derde van de dikte van de tak. Zaag dan vanaf de bovenkant van de tak (met de
onderkant van het zwaard) naar deze eerste snede.
8.12.3 Zagen in delen:
Zaag grote of lange takken in delen af zodat u de controle hebt over de plaats waar deze delen
zullen neerkomen.
▪ Zaag de onderste takken van de boom eerst af zodat het makkelijker is voor de hogere
afgezaagde takken om op de grond te vallen.
▪ Wanneer de zaagsnede voltooid is, wordt het gewicht van de zaag plotseling zwaarder
voor de gebruiker doordat de zaag niet meer door de tak ondersteund wordt. Hierdoor
bestaat er gevaar dat u de controle over de machine verliest.
▪ U mag de zaag met een draaiende zaagketting enkel uit een zaagsnede verwijderen om
vastlopen te voorkomen.
▪ Zaag niet met de punt van de machine.
▪ Zaag de knot aan de basis van de tak niet af omdat dit de herstelling van de boom zou
belemmeren.
9 REINIGING EN ONDERHOUD
Onze machines werden ontworpen om gedurende een lange tijd te werken met een minimum
aan onderhoud. Een voortdurende goede werking is afhankelijk van een goede zorg voor de
machine en een regelmatig reinigen ervan.
▪ Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw gereedschap. Gebruik hiervoor een zachte
borstel of een droge vod.
▪ Reinig regelmatig de snijdraad en de spoel met een zachte borstel of een droge vod.
▪ Gebruik regelmatig een stompe schraper om gras en vuil aan de onderkant van de
beschermkap te verwijderen.
9.1 De zaagketting reinigen
De kettingzaag moet regelmatig vrijgemaakt worden van zaagstof:
▪ Verwijder het tandwieldeksel.
▪ Verwijder de zaagketting van het zwaard en reinig de geleiderrail.
▪ Hou de zaagketting scherp en controleer de spanning, controleer het oliepeil en de
olietoevoer.
9.2 De heggenschaar reinigen
▪ Controleer de heggenschaar op losse schroeven op de messenbalk en zet ze vast indien
nodig.
▪ Verwijder vastgeklemd zaagafval.
▪ Onderhoud de messenbalk m.b.v. een oliespray of oliespuit.