POWXG1009 NL
Copyright © 2020 VARO P a g i n a | 9 www.varo.com
Verlengsnoeren van meer dan 30 m verminderen de prestaties van de kettingzaag.
9.5 Kettingsmering
Om snelle slijtage te vermijden moeten de zaagketting en het zwaard tijdens het werken
gelijkmatig worden gesmeerd.
Deze smering gebeurt automatisch. Werk nooit zonder kettingsmering. Wanneer de ketting
droog loopt zal het snijgeheel ernstig beschadigd raken. Daarom is het belangrijk om zowel de
kettingsmering als het oliepeil te controleren bij elk gebruik (Fig. 4).
Gebruik de zaag nooit wanneer het oliepeil lager staat dan het “Min.”-teken.
− Min.: wanneer er slechts 5 mm olie zichtbaar is aan de onderkant van het oliepeilvenster
(15), dan moet u olie bijvullen.
− Max.: vul olie bij tot het venster vol aanduidt.
9.6 Controle van de automatische smering
Controleer vóór u begint te werken de automatische kettingsmering en het oliepeil. Start de
kettingzaag en hou ze boven de grond. Wees voorzichtig dat de kettingzaag de grond niet
raakt. Om veiligheidsredenen houdt u best een afstand van 20 cm aan. Wanneer u nu
oliesporen ziet verschijnen, werkt het kettingsmeersysteem correct. Wanneer er geen
oliesporen verschijnen, probeer dan om de olie-uitgang (Fig. 2C), de opening (E) in de
bovenkant van de kettingsmering en het oliekanaal te reinigen of neem contact op met de
klantendienst.
9.7 Smeermiddelen voor de ketting
De levensduur van zaagkettingen en zwaarden hangt in grote mate af van de kwaliteit van het
gebruikte smeermiddel. Oude olie mag niet gebruikt worden! Gebruik milieuvriendelijke
kettingolie. Bewaar kettingolie enkel in verpakkingen die voldoen aan de betreffende
regelgeving.
9.8 Het zwaard
Het zwaard (7) wordt vooral op de punt en aan de onderkant blootgesteld aan sterke slijtage
en veroudering. Draai het zwaard om telkens u de ketting slijpt om deze slijtage en
veroudering aan één kant te vermijden.
9.9 Kettingwiel
Vooral ook het kettingwiel (16) wordt blootgesteld aan sterke veroudering en slijtage. Wanneer
u ernstige slijtage ziet aan de tanden, vervang dan het kettingwiel. Een versleten kettingwiel
verkort de levensduur van de zaagketting. Laat het kettingwiel door een gespecialiseerde
dealer of de klantendienst vervangen.
9.10 Kettingbeschermer
De kettingbeschermer moet op de ketting en het zwaard worden aangebracht zodra het werk
is afgelopen en wanneer de kettingzaag getransporteerd moet worden.
9.11 Kettingrem
In het geval van terugslag zal de kettingrem (3) via de voorste vingerbeschermkap worden
geactiveerd. De voorste vingerbeschermkap wordt door de rug van de hand naar voor geduwd
en dit zorgt ervoor dat de kettingrem de zaagketting, meer bepaald de motor, stopt binnen
0,15 s (Fig. 5I).
9.12 De kettingrem los zetten (Fig. 5)
Om uw kettingzaag opnieuw te kunnen gebruiken moet u de kettingrem terug los zetten.
Schakel eerst de kettingzaag uit. Duw dan de voorste vingerbeschermkap (3) terug in de
verticale stand tot ze op haar plaats vast klikt (Fig. 5H). De kettingrem is nu opnieuw
bruikbaar.