POWX075730S NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 11 www.varo.com
▪ Trek de zaagkop naar beneden om de huidige instelling te controleren.
▪ Om de instelling te veranderen, zet u eerst de gekartelde moer op de bout van de
dieptestop los. Draai dan de bout van de dieptestop in wijzerzin om de diepte te vergroten
of in tegenwijzerzin om de diepte te verkleinen. Zet de moer van de dieptestop na het
afregelen vast.
▪ Indien nodig kunt u de dieptestop naar rechts duwen om hem tijdelijk uit te schakelen
9.9 Aan- en uitschakelen
Gebruik voor u eigen veiligheid twee handen bij het aan- en uitschakelen van
u toestel.
▪ Verbind het apparaat met de netspanning.
▪ Houd de bedieningshendel (14) stevig vast en duw de ontgrendelingspal (16) naar links
terwijl u de trekkerschakelaar (15) indrukt. Laat het zaagblad op zijn maximale snelheid
komen en laat het dan langzaam in en doorheen het werkstuk zakken. Het zaagblad blijft
draaien zolang je deze schakelaar ingeduwd houdt.
▪ Om het toestel uit te schakelen, volstaat het de schakelaar (15) los te laten.
9.10 Laser
▪ U kunt de laser IN- en UIT-schakelen met de schakelaar (12).
▪ De laser (23) projecteert een straal op het werkstuk.
▪ Met de laserfunctie kunnen zeer precieze zaagsneden gemaakt worden.
9.11 Stofopvangzak
Om de stofopvangzak (18) te monteren, plaatst u hem op de aansluiting voor de stofafzuiging.
Haal de stofopvangzak van het gereedschap en maak hem leeg wanneer hij ongeveer halfvol
zit.
9.12 Zagen
Zorg ervoor dat het zaagblad niet blokkeert tijdens het zagen. Dit veroorzaakt
beschadiging aan en verbranding van de motor. Als er toch een blokkade van
het zaagblad zou optreden, dient u de schakelaar onmiddellijk los te laten om
de beschadiging aan de motor te voorkomen.
▪ Klem het werkstuk vast.
▪ Stel de gewenste verstekhoeken in.
▪ Schakel het apparaat in.
▪ Beweeg het handvat (14) naar beneden. (Zie 9.8)
▪ Zaag door het werkstuk.
▪ Schakel het apparaat uit.
▪ Wacht tot het zaagblad (2) tot stilstand gekomen is alvorens het werkstuk of restanten
hiervan te verwijderen.
9.13 Zagen van speciale werkstukken
Kromme of ronde werkstukken moeten goed vastgezet worden om wegslippen te voorkomen.
Zorg ervoor dat er geen ruimte is tussen het werkstuk en de geleiderail (4) of de zaagtafel (5).
9.14 Versteksnede (Fig. 5)
▪ Wanneer er een versteksnede gemaakt moet worden, ontgrendel dan de verstektafel door
de handgreep van de verstektafel (1) in tegenwijzerzin te draaien.
▪ Til de vergrendelingshendel voor de absolute hoeken (2) op terwijl u de verstekhandgreep
vasthoudt.