8 LADEN EN BIJLADEN
Voor een maximale batterijlevensduur raden we u aan om uw energiestation
altijd volgeladen te houden.
8.1 Bijlaadschema
De tijd die nodig is om uw energiestation volledig bij te laden na het starten van een motor
hangt af van het aantal keren dat werd gestart tussen de laadbeurten. De onderstaande tabel
toont de laadtijden (ongeveer).
U kunt altijd het batterijniveau van uw energiestation controleren door op
de rode knop (3) te duwen. De meter met kleurenschaal zal u het ladingspeil
van de batterij aanduiden.
8.1.1 Opladen met de 230 V AC adapter/lader (14)
Steek de 12 V DC stekker in de 12 V DC ingang (5) en de 230 V stekker van de lader in een
230 V stopcontact. Blijf laden tot de batterijmeter (4) aangeeft dat de batterij vol is (14 tot 15
V).
8.1.2 Laden met het 12 V voedingssnoer (13)
Start altijd eerst de motor van uw voertuig of uw boot vóór u het
energiestation aansluit om te laden. Als u dit niet doet zal de batterij van uw
motorvoertuig of uw boot kracht verliezen.
Steek de 12 V DC autostekker in de autoplug van uw motorvoertuig of boot.
Steek de 12 V DC stekker in de 12 V DC oplaadaansluiting (5) van uw energiestation.
Blijf laden tot de batterijmeter aangeeft dat de batterij vol is (14 tot 15 V).