- Meetwaarde in millivolt (mV) met één decimaal
- Meetwaarde in Volt (V) met drie decimalen
- Meetwaarde in Volt (V) met twee decimalen
- Meetwaarde in Volt (V) met één decimaal
- Meetwaarde in Volt (V) zonder decimalen
Vervolgens begint de weergave van de meetresoluties weer van voren
af aan.
• Om terug te gaan naar automatische meetresolutie, houdt u de toets
RANGE
f circa 2 seconden lang ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer op het display j de indicatie
OL
verschijnt, valt de
gemeten waarde buiten de meetresolutie. Stel in dat geval een
hogere meetresolutie in.
Weerstandsmeting
Let op!
Het testobject moet spanningsvrij zijn voordat de meetleidingen worden
aangesloten, om te voorkomen dat het apparaat of het testobject be-
schadigd raakt. In geval van twijfel moet een meting uitwijzen of het
testobject daadwerkelijk spanningsvrij is.
• Zet de functieschakelaar s op de stand .
• Druk eventueel op de toets
FUNC.
g, tot op het display j de indicatie
M
Ω
verschijnt.
• Steek de meetleidingen ẠẢ in de ingangen
VΩ
u en
COM
i.
• Sluit de testpunten aan op het testobject.
De meetwaarde wordt op het display j, al naar gelang de weerstand en de
meetresolutie, aangegeven in Ohm (
Ω),
Kilo-ohm (k
Ω
) of Megaohm (M
Ω
).
- 79 -