Metingen verrichten
Belangrijke aanwijzingen
• Als u omschakelt op een nieuwe functie of een ander meetbereik,
maak dan altijd de meetleidingen ẠẢ los van de testobjecten.
• Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt in een droge en
schone omgeving. Vuil en vocht tasten de isolatieweerstanden aan
en kunnen met name bij grote spanningen resulteren in elektrische
schokken.
• Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt in de aangegeven
meetbereiken.
• Voor elk gebruik moet worden gecontroleerd of het apparaat naar
behoren werkt (bijv. op een bekende stroom- resp. spanningsbron).
• De meetleidingen ẠẢ moeten in perfecte toestand zijn.
• Gebruik bij de spanningsmeting uitsluitend de ingangen
VΩ
en
COM
en bij de stroomsterktemeting uitsluitend de ingangen
COM
en
2A
resp.
COM
en
mA
.
• Sluit de meetleidingen ẠẢ correct aan in overeenstemming met
de poolaanduidingen.
• Het apparaat beschikt over een automatische polariteitsfunctie.
• Wanneer het testobject niet met de juiste polariteit op de multimeter
is aangesloten, wordt voor de aangegeven meetwaarde een minteken
geplaatst.
• Bij onderdeelmetingen mag het te testen onderdeel zich niet in een
schakeling bevinden, omdat hierdoor het meetresultaat wordt vervalst.
- 75 -