Polar Team² Help
Gegevens doorgeven vanuit het geheugen van de zenders
1. Start de Team
2
-software voor PC's
2. Schakel het basisstation in. Wacht tot er verbinding is tussen het basisstation en de PC.
3. Plaats de zenders in de lader en sluit de voedingskabel aan.
4. Selecteer een team.
5. Kies Extra > Trainingssessies doorgeven. Het venster Zenders selecteren om
bestanden door te geven verschijnt.
6. Kies naar wens Alle bestanden of Nieuwe bestanden onderaan op het scherm. Als
Nieuwe bestanden gekozen is, toont de software zenders in drie groepen: zenders met
nieuwe bestanden (In de lader: nieuwe bestanden), zenders die geen nieuwe
bestanden hebben (In de lader: geen nieuwe bestanden) en zenders die niet in de
lader zitten (niet in de lader).
7. Vink de zenders aan waarvan u gegevens wilt doorgeven. Vink Alle zenders aan als u
alle zenders wilt selecteren.
8. Klik op Doorgeven aan PC om met de doorgifte te beginnen. Wacht tot het doorgeven
voltooid is.
9. Er verschijnt een lijst van gevonden trainingsbestanden. Selecteer voor elke
trainingssessie een speler en een trainingsactiviteit.
10. Selecteer de trainingssessies die u wilt opslaan door de vakjes aan te vinken.
11. Sla de trainingssessie op door Opslaan te kiezen.
OPMERKING
• De lader moet vlak bij (max. 2 meters (6,5 ft)) het basisstation (of de USB-dongle) zijn
wanneer de trainingsbestanden vanuit het geheugen van de zenders worden
doorgegeven.
• Als Nieuwe bestanden gekozen is, kunt u geen zenders selecteren die geen nieuwe
trainingsbestanden hebben. Als u gegevens vanuit het geheugen van alle zenders wilt
doorgeven, moet u Alle bestanden kiezen.
• Als bij het doorgeven de waarschuwing Bestanden doorgeven niet toegestaan: zender
X verschijnt, is de betrokken zender in de niet-beveiligde modus en is de doorgifte van
gegevens naar de PC niet toegestaan. Voltooi de doorgifte van andere
122