nogmaals in te drukken en ingedrukt te houden.
Display verlichten (Nachtmodus aan)
Om uw display te verlichten, druk op LIGHT tijdens de training. De nachtmodus wordt ingeschakeld en
het display wordt automatisch verlicht als er op een knop wordt gedrukt of als de trainingsfase wisselt.
Weergave-instellingenmenu
Door het indrukken en ingedrukt houden van LIGHT > Settings (Instellingen)
Het Settings (Instellingen) menu wordt weergegeven bij indrukken en ingedrukt houden van de knop
LIGHT. In het settings menu (Instellingenmenu) kunt u bepaalde instellingen wijzigen zonder de
trainingsregistratie te pauzeren. De inhoud van dit menu wisselt, afhankelijk van het trainingstype. Zie
??? voor meer informatie.
• Prev. Phase (Vorige fase): Samenvattingsgegevens van vorige fase of herhaling bekijken (wordt
getoond wanneer u een training met fasen hebt aangemaakt met de Polar ProTrainer 5 software).
• Keylock (Knopvergrendeling): Knoppen vergrendelen/ontgrendelen om per ongeluk indrukken van
knoppen te voorkomen.
• Autoscr. (Automatisch bladeren): De automatische blader functie in-/uitschakelen en het display zal
doorbladeren tijdens de training.
• TZ Alarm (Hartslagzone alarm): Hartslagzone alarm in-/uitschakelen.
• Change zone (Zone wijzigen): Hartslagzone wijzigen (wordt getoond als u meerdere hartslagzones
heeft gedefinieerd, behalve als een training met fasen is aangemaakt met de Polar ProTrainer 5
software).
• HR view (Hartslagweergave): Kies hoe uw hartslag wordt weergegeven.
• Seek sensor (Sensor zoeken): Zoeken naar WearLink, snelheids-, trapfrequentie* en
vermogensgegevens*, als het signaal door interferentie verdwijnt tijdens de training.
• A.Lap (Automatische ronde): Automatische ronderegistratie aan- of uitzetten
• Arr. time (Aankomsttijd): Aankomsttijd in-/uitschakelen
Nadat u de instellingen heeft gewijzigd, keert de fietscomputer terug naar de trainingsmodus.
* Hiervoor is een optionele sensor nodig.
Training pauzeren
Pauzeer de trainingsregistratie door te drukken op STOP.
In de pauzemodus kunt u:
• Continue (Doorgaan): Verder gaan met de trainingsregistratie.
• Exit (Stoppen): Stoppen met de trainingsregistratie.
• Summary (Overzicht): Een overzicht bekijken van functies die waren geactiveerd tijdens de training.
• Settings (Instellingen): U kunt dezelfde instellingen wijzigen in de pauzemodus als tijdens het
trainen, behalve displaypersonalisatie, wat alleen in pauzemodus kan worden gedaan op de
fietscomputer.
• Reset: Geregistreerde trainingsgegevens verwijderen. Bevestig met OK en druk op OK voor het
herstarten van de registratie.
• Free mode (Vrije modus): Wijzig het trainingsprofiel naar het vrije trainingstype. Hierdoor wordt de
uitgevoerde training niet verwijderd, maar zet u de training voort zonder instellingen. Als u naar de
Free mode (Vrije modus) overschakelt, dan kunt u de oorspronkelijke training opnieuw starten door
de training nogmaals te pauzeren en vervolgens Restart P1 (P1 herstarten) te kiezen.
Uw OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) bepalen
Zie OwnZone-training voor achtergrondinformatie over Polar OwnZone® .
Kies Settings > Exercise > OwnZone (Instellingen > Training > Persoonlijke hartslagzone).
Bepaal uw OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) limieten tijdens een warming-up van 1-5 minuten door
fietsen of hardlopen/ joggen. De bedoeling is dat u langzaam begint met een lage intensiteit en daarna
langzaam de intensiteit verhoogt door de hartslag toe te laten nemen.
Uw OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) opnieuw bepalen:
• Wanneer u wisselt van trainingsomgeving of -functie.
Polar CS600 Gebruiksaanwijzing 18