23
Anagrammen
Er verschijnt een woord boven in het scherm. Vervolgens verdwijnt dit
woord en staat alleen het aantal letters (aangegeven met streepjes)
van het woord nog op het scherm. Hier moet je een anagram
intypen. Een anagram is een nieuw woord, met dezelfde letters,
maar in een andere volgorde. Als je antwoord goed is, verschijnt er
een afbeelding.
Tegenwoordige tijd
Er verschijnt een woord boven in het scherm met daaronder een
ruimte om de tegenwoordige tijd in te typen van het opgegeven
woord. Bijvoorbeeld: de tegenwoordige tijd van “eten” moet zijn:
“eet”. De verleden tijd en het voltooid deelwoord worden, als hulp,
ook getoond.
Verleden tijd
Er verschijnt een woord boven in het scherm met daaronder een
ruimte om de verleden tijd in te typen van het opgegeven woord.
Bijvoorbeeld: de verleden tijd van “eten” moet zijn “at”. De
tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord worden, als hulp, ook
getoond.
Voltooid deelwoord
Er verschijnt een woord boven in het scherm met daaronder een
ruimte om het voltooid deelwoord in te typen van het opgegeven
woord. Bijvoorbeeld: het voltooid deelwoord van “eten” moet zijn
“gegeten”. De tegenwoordige en verleden tijd worden, als hulp, ook
getoond.
Wiskunde
Optellen
Er verschijnt een optelsom op het scherm. Je kunt met het toetsenbord
je antwoord direct invoeren of via het rekenmenu, dat verschijnt op
het scherm . De decimaaltoets in het menu kan alleen gebruikt
worden in sommen met cijfers achter de komma.