Begininstellingen
Du
51
11
Hoofdstuk
English
Español
Deutsch
Français
Nederlands
Nederlands
Aan/uit zetten van de dimmer
Om te voorkomen dat het display‘s nachts te
licht wordt, zal het display automatisch worden
gedimd wanneer u de koplampen van de auto
aan zet. U kunt de automatische dimmer aan of
uit zetten.
1 Druk op FUNCTION en selecteer DIMMER.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot DIMMER
op het display verschijnt.
2 Zet DIMMER aan of uit met 5/∞.
Door op 5/∞ te drukken schakelt u DIMMER
naar keuze aan of uit, hetgeen op het display zal
worden aangegeven. (bijv. DIMMER :ON).
Instellen van de achter-uitgang
De achter-uitgangsaansluiting (de
uitgangsaansluiting voor de achter-luidsprekers
en de RCA (tulp) uitgangsaansluiting) kan
worden gebruikt om een luidspreker met het
volle bereik op aan te sluiten, of een subwoofer.
Als u de achter-uitgang instelt op gebruik met
een subwoofer, kunt u een snoer voor een
achter-luidspreker direct aansluiten op een
subwoofer zonder een hulpversterker te
gebruiken.
• Als u een subwoofer aansluit op de
achter-uitgangsaansluiting, dient u deze in te
stellen voor gebruik met een subwoofer.
• Ook als u deze instelling heeft veranderd, zal
er geen uitgangssignaal geproduceerd
worden als u niet ook het uitgangssignaal
voor de subwoofer inschakelt (raadpleeg
Gebruiken van het subwoofer uitgangssignaal
op bladzijde 47).
• Via deze instelling worden zowel het
uitgangssignaal voor de achter-luidsprekers
als dat voor de RCA achter-aansluitingen
omgeschakeld.
1 Druk op
FUNCTION en selecteer REAR SP.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot REAR SP
op het display verschijnt.
2 Kies tussen een luidspreker met het volle
bereik of een subwoofer met 2/3.
Door op 2/3 te drukken kunt u kiezen tussen
REAR SP :FUL (luidspreker met vol bereik) en
REAR SP :S/W (subwoofer), hetgeen op het
display zal worden aangegeven.
Instellen van de digitale demping
Wanneer u luistert naar een CD of een andere
signaalbron met een hoog opnameniveau, is het
mogelijk dat een te hoge instelling van de
gebruikte equalizercurve leidt tot vervorming
van het geluid. U kunt de digitale demping op de
lage stand zetten om de vervorming te
verminderen.
• De geluidskwaliteit is beter bij de hoge
instelling zodat meestal die instelling zal
worden gebruikt.
1 Druk op
FUNCTION en selecteer DIG.ATT.
Druk herhaaldelijk op
FUNCTION tot DIG.ATT
op het display verschijnt.
2 Kies tussen high (hoog) of low (laag) voor
DIG.ATT met 2/3.
Door op 2/3 te drukken kunt u kiezen tussen
high (hoog) of low (laag) voor DIG.ATT, hetgeen
op het display zal worden aangegeven (bijv.
DIG.ATT :H).