8
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
Gebruiken van de stuurafstands-
bediening
Voorzorgen:
• Gebruik dit toestel niet terwijl u het stuur beweegt.
Dit kan leiden tot een verkeersongeval.
• Als u het toestel per ongeluk bedient terwijl u aan
het rijden bent, moet u toch uw aandacht bij het
verkeer houden. Doet u dit niet, dan loopt u gevaar
het slachtoffer te worden van een verkeersongeval.
• Als zich een van de volgende problemen voordoet,
dient u het gebruik van dit toestel onmiddellijk te
staken en de dealer van wie u het gekocht heeft te
raadplegen:
– er komt rook uit het toestel.
– er komt een vreemde geur uit het toestel.
– er is een vreemd voorwerp in het toestel terecht
gekomen.
– er is vloeistof op of in het toestel terecht
gekomen.
Als u het toestel blijft gebruiken zonder deze proble-
men te hebben opgelost, kan het toestel ernstig
beschadigd raken, hetgeen kan leiden tot een ern-
stig ongeval of brand.
• Laat dit toestel niet los (niet juist bevestigd) in het
voertuig liggen. Wanneer de auto remt of afslaat
kan het toestel op de vloer terecht komen. Als het
vervolgens onder het rempedaal rolt zou het de
bestuurder kunnen hinderen bij het remmen, het-
geen ernstige gevaren met zich mee kan brengen. U
moet derhalve het toestel aan het stuur bevestigen.
• Probeer het toestel niet te demonteren of er
wijzigingen in aan te brengen. Hierdoor zal het toes-
tel defect raken.
• Als u op de FUNCTION toets van de afstandsbedien-
ing drukt terwijl u tevens de BAND toets ingedrukt
houdt, zal de afstandsbediening niet juist werken.
Om deze instelling te annuleren, drukt u op de
AUDIO toets van de afstandsbediening terwijl u de
BAND toets ingedrukt houdt, om zo weer terug te
keren naar de vorige instelling.
De FUNCTION en AUDIO toetsen
De werking van de FUNCTION en AUDIO toet-
sen op de afstandsbediening verschilt van die
van de FUNC en AUDIO toetsen op het hoofd-
toestel. Bij bediening via het hoofdtoestel kunt u
de FUNC en AUDIO toetsen gebruiken om het
gewenste menuscherm te selecteren, waarna u
met de multifunctionele toetsen de functie
instelt. Bij gebruik van de afstandsbediening
dient u echter als volgt te werk te gaan om de
gewenste functie in te stellen.
Werking van de FUNCTION toets
• Druk op FUNCTION om de gewenste
functie (bijv. de ingebouwde CD-speler)
te selecteren.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te
schakelen tussen de volgende beschikbare
functies:
RPT = RDM = SCAN = T.LIST = PAUSE
= TTLin
Opmerking:
• Raadpleeg “Functiemenu voor de ingebouwde CD-
speler” op blz. 22.
Werking van de AUDIO toets
• Druk op AUDIO om de gewenste functie
te selecteren.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schake-
len tussen de volgende beschikbare func-
ties:
BAL = NW = POSI = T.AL = EQ1
= EQ2 = EFFECT = LOUD = ASL
= SLA = D.ATT
F/B = LOUD = SFC = EQ1 = EQ2
= ASL = POSI = T.AL1 = T.AL2 = SW1
= SW2 = HPF F = HPF R = SLA
= A.EQ = D.ATT
Opmerking:
• Raadpleeg “Audiomenu” op blz. 42.