Aanwijzingen voor het bijwerken van het applicatieprogramma van het
Navigatiesysteem:
• Laat de auto op een veilige plaats stilstaan. Zorg ervoor dat het Navigatiesysteem tij-
dens het bijwerken van het programma niet wordt uitgezet.
• Wanneer het programma is bijgewerkt, wordt het Navigatiesysteem opnieuw opges-
tart. Schakel het Navigatiesysteem niet uit tot de kaart van uw omgeving verschijnt.
• In het ergste geval kunnen gegevens in het adresboek verloren gaan. Daarom beve-
len wij aan een PC Card (PCMCIA TYPE II <5 V>) te gebruiken om een back-upbe-
stand van de gegevens in de geregistreerde locatie(*) te maken. (Items in de “Laatste
bestemming” of de “Vorige bestemmingen” kunnen niet op de PC Card worden opges-
lagen. Wilt u deze gegevens opslaan, registreer ze dan als “Opgeslagen bestem-
mingen”, en sla ze vervolgens op op de PC Card.)
* Tot de gegevens van een “Opgeslagen bestemmingen” behoren ook de inhoud van
“Naar huis” en “Naar...”.
• Alle bestaande berekende routes worden gewist. Alle andere instellingen worden
weer gelijk aan de fabrieksinstellingen.
Bijwerkingsprocedure voor het applicatieprogramma:
Zie voor het bijwerken van het applicatieprogramma “Het programma installeren” in
deze handleiding.
<CRB1781-A> 5
<CRB1781-A>
De schermvoorbeelden in deze handleiding kunnen ietwat verschillen van de feitelijke
aanduidingen op het beeldscherm.Vooral de menu-aanduidingen kunnen op het
scherm wel eens anders luiden.
Wijzigingen in de schermaanduidingen zijn vooebehouden, in verband met eventuele
verbeteringen.
CRB1781A_Cover_Nederlands 5/21/02 3:40 PM Page 4