5
Aansluiten van het toestel
WAARSCHUWING
• Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
• Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer-
of plakband vast. Bescherm de bedrading door de
gedeelten in de buurt van metalen delen met
isoleerband af ze dekken.
• Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
• Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
• Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
• Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
• Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te
voorkomen
• Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
• Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg
eerst de accuspanning na voor u het toestel
installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen
of bus.
• De accu raakt mogelijk uitgeput indien de auto-
stereo langdurig is ingeschakeld maar de motor
stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de auto-
stereo uit wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
• Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar
(12 V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
• Sluit een subwoofer met een nominaal
ingangsvermogen van minimaal 290 W en een
impedantie tussen 2 Ω en 8 Ω aan op de
versterker. Als het nominale ingangsvermogen en
de impedantie buiten de genoemde waarden ligt,
kan de subwoofer vlam vatten, rook uitstoten of
kapot gaan.
• Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo
ver als mogelijk uit de buurt van de
luidsprekerdraden. Plaats en leid het los
verkrijgbare accudraad en aardedraad,
luidsprekerdraden en de versterker zo ver als
mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
• Snoeren voor dit toestel en overeenkomende
snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit
toestel met een ander toestel daarom de
handleiding van beide toestellen en verbind de
snoeren met dezelfde functie met elkaar.