1
Aansluiten van de toestellen .................. 1
Aansluiten van de stroomdraad ........................ 3
Aansluiten op een los verkrijgbare
eindversterker ............................................ 5
Wanneer een multikanaals processor
wordt aangesloten ...................................... 7
Bij gebruik van een op de video
uitgangsaansluitingen aangesloten
display ........................................................ 9
Wanneer u een achteruitrijd-camera wilt
aansluiten .................................................. 10
Installatie .................................................. 11
DIN Voor/achter montage .............................. 12
DIN Voor-montage ........................................ 12
DIN Achter-montage ...................................... 13
Vastzetten van het voorpaneel ........................ 13
Aansluiten van de toestellen
Inhoud
Opmerking:
• Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een
voertuig zonder ACC (accessoire) stand op het
contactslot, moet de rode draad worden
verbonden met een aansluiting die de stand van
de contactsleutel kan herkennen.
Anders kan de accu leeglopen.
• Gebruik van dit toestel onder andere dan de
volgende omstandigheden kan leiden tot brand
of storingen.
— Voertuigen met een negatief geaarde 12 V
accu.
— Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen)
en 4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie).
• Om kortsluiting, oververhitting of andere
storingen te voorkomen moet u de onderstaande
instructies opvolgen.
— Koppel de negatieve pool van de accu los
voor u begint met de installatie.
— Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of
isolatieband. Ter bescherming van de
bedrading dient u deze te omwikkelen met
isolatieband waar de bedrading met metalen
onderdelen in aanraking komt.
— Houd alle bedrading uit de buurt van
bewegende onderdelen, zoals de
versnellingspook en de stoelenrails.
— Houd de bedrading uit de buurt van zeer
warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
— Leid de gele draad niet door een gat naar het
motorcompartiment om aan te sluiten op de
accu.
— Plak eventuele losse aansluitingen,
draadeinden of stekkers netjes af met
isolatieband.
— Verwijder in geen geval de dopjes van de
RCA (tulpstekker) aansluitingen wanneer er
geen RCA (tulpstekker) kabels worden
gebruikt.
— Maak de kabels niet korter.
— Tap in geen geval de stroomkabel voor dit
toestel af om andere apparatuur van stroom te
voorzien. Het vermogen van de draad is
beperkt.
Geen ACC standACC stand