Audio-instellingen
Du
10
02
Hoofdstuk
1 Druk op AUDIO en selecteer DolbyPL.
Druk herhaaldelijk op AUDIO totdat DolbyPL
op het display wordt afgedrukt.
2 Druk op 5 om Dolby Pro Logic in te
schakelen.
DolbyPL ON wordt op het display afgebeeld.
Dolby Pro Logic is nu ingeschakeld.
•
Druk op ∞ om Dolby Pro Logic uit te schakelen.
Opmerking
• Als de bron 2-kanalen monobron weergeeft
met Dolby Pro Logic ingeschakeld, zullen er
situaties zijn waarin het volgende gebeurt:
Er wordt geen geluid uitgevoerd als de
instelling van de middenluidspreker SMALL
of LARGE is terwijl er geen
middenluidspreker is aangesloten.
Alleen de middenluidspreker brengt geluid
voort als deze is aangesloten en de instelling
ervan SMALL of LARGE is.
Maken van de luidsprekerinstelling
Afhankelijk van de aangesloten luidsprekers
dient u de aan-/afwezigheid (of ja/nee) en de
grootte (capaciteit om lage tonen weer te geven)
te selecteren/in te stellen. De grootte dient op
LARGE (groot) ingesteld te worden als de luid-
spreker in staat is geluid van ongeveer 100 Hz of
lager weer te geven. Anders dient u de grootte
op SMALL (klein) in te stellen.
1 Houd AUDIO ingedrukt totdat SP Set op
het display wordt afgebeeld.
2 Druk herhaaldelijk op 2 of 3 om de luid-
spreker te selecteren die u wilt instellen.
Bij iedere druk op 2 of 3 wordt de volgende
luidspreker geselecteerd in de onderstaande
volgorde:
Voorluidsprekers—Middenluidspreker—
Achterluidsprekers—Subwoofer—S.W (sub-
wooferinstelling)
• U kunt alleen S.W selecteren als de
subwoofer is ingesteld op ON.
3 Druk op 5 of ∞ en selecteer de juiste
grootte van de geselecteerde luidspreker.
Druk op 5 of ∞ totdat de gewenste grootte op
het display wordt afgebeeld.
LARGE (groot)—SMALL (klein)—OFF (uit)
• Wanneer de voorluidsprekers zijn
geselecteerd, kunt u OFF niet selecteren.
• Wanneer de subwoofer is geselecteerd, kunt u
ON of OFF selecteren.
• Wanneer S.W (subwooferinstelling) is gese-
lecteerd, kunt u Rev. (omgekeerde fase) of
Normal (normale fase) selecteren.
4 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
Corrigeren van de fase van de
subwoofer
Als het verhogen van de lage-tonenuitvoer door
de subwoofer niet veel uithaalt of u zelfs het
gevoel geeft dat de lage tonen vager worden,
kan dit erop duiden dat de subwooferuitvoer en
de lage tonen die de andere luidsprekers voort-
brengen elkaar opheffen. Om dit probleem op te
lossen, moet u de fase-instelling van de sub-
woofer veranderen.
1 Houdt AUDIO ingedrukt totdat SP Set op
het display wordt afgedrukt.
2 Druk herhaaldelijk op 2 of 3 om de sub-
woofer te kiezen.
Bij iedere druk op 2 of 3 wordt de volgende
luidspreker geselecteerd in de onderstaande
volgorde:
Voorluidsprekers—Middenluidspreker—
Achterluidsprekers—Subwoofer—S.W (sub-
wooferinstelling)