30598
112
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/124
Pagina verder
Bedieningshandleiding
AV-ontvanger-DVD/speler met display van 6,5 inch
AVH-P5700DVD
Nederlands
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer-
product.
Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u weet hoe het model
werkt. Als u de instructies heeft gelezen, bewaart u deze handleiding op een veilige
plaats zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later.
Lees dit in elk geval
! Afspeelbare discs 8
! Regionummers voor DVD-video 9
! Als een handeling onmogelijk is 12
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6
Veilig rijden 6
Leeg raken van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Informatie over dit toestel 8
Informatie over deze handleiding 9
Bij problemen 9
Kenmerken 10
Over WMA 11
Bescherming van het LCD-scherm 11
Op de juiste manier naar een LCD-scherm
kijken 12
Markeringen op DVDs 12
De microprocessor resetten 12
Wat is wat
Hoofdtoestel 13
Los verkrijgbare afstandsbediening 14
Basishandelingen
Toestel aanzetten en signaalbron
selecteren 15
Een disc plaatsen 16
Volume afstellen 16
Toestel uitschakelen 16
Het display achterin gebruiken 16
Navigatiebeelden weergeven 17
De AVG-VDP1 (Vehicle Dynamics Processor
van Pioneer) weergeven 17
Basisbediening van de toetsen op het
aanraakpaneel 18
LCD-paneel openen en sluiten 19
Breedbeeldstand wijzigen 20
Beeldinstellingen aanpassen 20
Het toestel tegen diefstal beveiligen 22
Tuner
Naar de radio luisteren 23
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 24
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
tunerfuncties 25
Op sterke signalen afstemmen 25
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 25
RDS
Inleiding RDS-bediening 27
Weergave RDS-display wijzigen 27
Alternatieve frequenties kiezen 28
Verkeersberichten ontvangen 29
PTY-functies gebruiken 29
Radiotekst gebruiken 30
PTY-lijst 32
DVD-videos afspelen
DVDs bekijken 33
DVD-menu bedienen 34
Naar de vorige of volgende titel gaan 34
Afspelen stoppen 34
Het afspelen van een DVD-video
onderbreken 35
Beeld voor beeld afspelen 35
In slowmotion afspelen 35
Bepaalde scène zoeken en op een bepaald
tijdstip laten afspelen 35
Audiotaal wijzigen tijdens het afspelen
(Multi-audio) 36
Inhoud
Nl
2
Ondertitelingstaal wijzigen tijdens het
afspelen (Multi-ondertiteling) 37
Camerahoek tijdens het afspelen wijzigen
(Multihoek) 37
Naar een bepaalde scène terugkeren 38
Automatisch afspelen van DVDs 38
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
DVD video-functies 38
Herhaald afspelen 39
Audio-uitgangssignaal selecteren 39
Afspelen hervatten (Boekenlegger) 39
Video-CDs afspelen
Video-CDs bekijken 40
Afspelen stoppen 41
Het afspelen van een Video-CD
onderbreken 41
Beeld voor beeld afspelen 41
In slowmotion afspelen 41
Bepaalde scène zoeken en op een bepaald
tijdstip laten afspelen 42
PBC-weergave 42
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
Video-CD-functies 43
Herhaald afspelen 43
Audio-uitgangssignaal selecteren 43
CDs afspelen
Naar een CD luisteren 44
Afspelen stoppen 45
Het afspelen van een CD onderbreken 45
Gewenst fragment zoeken 45
CD TEXT-functies gebruiken 45
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 46
Herhaald afspelen 46
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 46
Fragmenten op een CD scannen 46
Disctitels invoeren 47
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 48
MP3/WMA afspelen
Naar MP3/WMA luisteren 49
Afspelen stoppen 50
Afspelen van MP3/WMA onderbreken 51
De informatielijst van MP3/WMA-bestanden
weergeven 51
Inleiding voor de geavanceerde bediening
van de ingebouwde DVD-speler (MP3/
WMA) 52
Herhaald afspelen 52
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 52
Mappen en fragmenten scannen 53
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 54
Het afspelen van een CD onderbreken 55
CD TEXT-functies gebruiken 55
Multi-CD-speler met 50 discs 55
Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 56
Herhaald afspelen 56
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 56
CDs en fragmenten scannen 57
ITS-speellijsten gebruiken 57
Functies voor disctitels gebruiken 58
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 59
Compressie en extra basversterking
gebruiken 59
DAB-tuner
Naar de DAB-tuner luisteren 61
DAB-display overschakelen 62
Nl
3
Inhoud
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 62
Dynamisch label gebruiken 63
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 63
Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 63
Services uit de beschikbare servicelijst
selecteren 64
Services via beschikbare PTY-informatie
zoeken 64
Naar primaire of secundaire
servicecomponent overschakelen 65
Naar Service opvolgen overschakelen 65
TV-tuner
Televisie kijken 66
Zenders opslaan en oproepen 67
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TV-
tuner 67
Sterkste zenders op volgorde opslaan 68
Landengroep selecteren 68
DVD-speler
Disc afspelen 69
Disc selecteren 69
Het afspelen van een disc onderbreken 70
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 70
Herhaald afspelen 70
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 71
Fragmenten op een CD scannen 71
ITS-speellijsten gebruiken 71
Functies voor disctitels gebruiken 71
Songs op de iPod afspelen
Naar songs op de iPod luisteren 72
Naar een song bladeren 72
Een song onderbreken 73
Tekstinformatie op de iPod weergeven 73
Herhaald afspelen 73
Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 73
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 75
Balansinstelling gebruiken 75
Equalizer gebruiken 76
Lage en hoge tonen aanpassen 77
Loudness-functie aanpassen 78
Uitgangssignaal van de subwoofer
gebruiken 78
Nonfading uitgangssignaal gebruiken 79
High-passfilter gebruiken 79
Niveau van de signaalbron aanpassen 79
Equalizercurven compenseren (EQ-EX) 80
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DSP-aanpassingen 81
Geluidsbereikregeling (SFC) gebruiken 82
Positiekeuze gebruiken 82
Balansinstelling gebruiken 83
Niveau van de signaalbron aanpassen 83
Dynamisch-bereikregeling gebruiken 83
Functie down-mix gebruiken 84
Direct Control gebruiken 84
Dolby Pro Logic II gebruiken 84
Luidsprekerinstelling instellen 85
Een kantelfrequentie selecteren 87
Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
aanpassen 87
Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 88
Tijduitlijning gebruiken 88
Equalizer gebruiken 89
Auto-equalizer gebruiken 91
Inhoud
Nl
4
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) 91
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 94
Ondertitelingstaal instellen 94
Audiotaal instellen 95
Menutaal instellen 95
Extra ondertiteling in- of uitschakelen 95
Weergave van het camerahoekpictogram
instellen 96
Beeldformaat instellen 96
Kinderbeveiliging instellen 96
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 98
FM-afstemstap instellen 98
Aan- en uitzetten van de automatische PI-
zoekfunctie 98
Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 99
Externe aansluiting in-/uitschakelen 99
De lichtstand instellen 99
Kleur van de verlichting selecteren 99
Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen 100
Vervormd geluid corrigeren 100
Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid activeren 101
Navigatiestem/AVG-VDP1-signaal en
audiogeluid mengen 101
Audiofuncties resetten 102
Het TV-signaal instellen 102
Overige functies
Inleiding tot het aanpassen van de
instellingen 103
AV-ingangssignaal instellen 103
Instelling voor achteruitrijdcamera 103
De achteruitrijdcamera in beeld
houden 104
Functie automatisch openen instellen 105
Klok instellen 105
Het beeld voor het display achterin
selecteren 106
AUX-signaalbron gebruiken 106
Achtergronddisplay selecteren 107
Aanvullende informatie
Storingen 108
Foutmeldingen 110
Foutmeldingen in auto TA en EQ
begrijpen 111
Berichten begrijpen 111
Zorgen voor uw DVD-speler 112
DVD-discs 112
CD-R/CD-RW-discs 113
MP3- en WMA-bestanden 113
Over mappen en MP3/WMA-bestanden 114
Display correct gebruiken 115
Taalcodekaart voor DVD 117
Begrippen 118
Technische gegevens 121
Inhoudsopgave 123
Nl
5
Inhoud
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en
bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt in-
zien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display ge-
bruikt.
2 Houd deze handleiding bij de hand om er
bedieningsprocedures en informatie over
veilig gebruik in op te zoeken.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig
op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsinstructies
hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het (i) het zicht van de bestuurder kan hin-
deren, (ii) de bediening of de veiligheids-
voorzieningen van de auto, zoals de
airbags of alarmlichten, kan belemmeren
of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het
veilig besturen van het voertuig.
6 Bedien het display niet als dat uw aan-
dacht van het besturen van de auto af-
leidt. U dient altijd de regels voor het
veilig besturen van uw auto in acht te
nemen en de algemene verkeersregels na
te leven. Als u problemen heeft met het
bedienen van het systeem of het aflezen
van het display, parkeer de auto dan op
een veilige plek voordat u aanpassingen
aanbrengt.
7 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u de
auto bestuurt. Mocht u ooit betrokken
raken bij een ongeval, dan kunnen uw ver-
wondingen aanzienlijk ernstiger zijn als u
uw gordel niet goed heeft vastgemaakt.
8 Gebruik tijdens het rijden nooit een kopte-
lefoon.
9 Uit veiligheidsoverwegingen zijn be-
paalde functies alleen beschikbaar als de
handrem is aangetrokken en de auto stil-
staat.
10 Stel het volumeniveau altijd zodanig af
dat u geluiden van buitenaf en sirenes van
politieautos, brandweerautos en ambu-
lances kunt horen.
WAARSCHUWING
! Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoudswerkzaamheden
aan het display uit. Montage of onderhoud
van het display door personen zonder op-
leiding en ervaring in elektronische appa-
ratuur en auto-accessoires kan gevaarlijk
zijn en kan leiden tot blootstelling aan
elektrische schokken of andere ge-
varen.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! DE LICHTGROENE KABEL BIJ DE VOE-
DINGSSTEKKER DIENT OM DE PAR-
KEERSTATUS TE DETECTEREN EN
MOET WORDEN AANGESLOTEN OP DE
VOEDINGSZIJDE VAN HET HANDREM-
CONTACT. ONJUISTE AANSLUITING
OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE
KABEL KAN OVERTREDING VAN DE
WET BETEKENEN EN KAN ERNSTIG
LETSEL OF SCHADE VEROORZAKEN.
! Om schade en letsel en het mogelijk breken
van geldende wetten te voorkomen, mag dit
toestel niet worden gebruikt met een beeld-
scherm dat zichtbaar is voor de bestuurder.
Voorzorgsmaatregelen
Nl
6
Hoofdstuk
01
! Om de kans op ongevallen en het mogelijk
overtreden van wetten te voorkomen, mag de
DVD of TV (apart verkrijgbaar) voorin nooit
worden gebruikt als de auto wordt bestuurd.
Het display achterin mag ook nooit op een
plaats worden gemonteerd waar het een zicht-
bare afleiding voor de bestuurder kan vormen.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een auto ook
door andere personen dan de bestuurder ille-
gaal zijn. Als dergelijke regels gelden, moet u
zich hieraan houden en de DVD-functies van
dit toestel niet gebruiken.
Als u tijdens het rijden naar een DVD, video-
CD of de televisie probeert te kijken, verschijnt
de waarschuwing VIDEO VIEWING IS NOT
AVAILABLE WHILE DRIVING op het display
voorin.
Als u naar een DVD, video-cd of de TV op het
voorste display wilt kijken, moet u de auto op
een veilige plek parkeren en de handrem in-
schakelen.
Leeg raken van de accu
voorkomen
Zorg dat de motor van de auto draait terwijl u
het toestel gebruikt. Als u het toestel gebruikt
terwijl de motor niet draait, kan de accu leeg-
lopen.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet in autos zonder ACC-
positie.
Voorzorgsmaatregelen
Nl
7
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan worden afgestemd, zijn in gebruik in Euro-
pa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Ocea-
nië. Gebruik van het toestel in andere
gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg
hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem)
werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders
RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit apparaat niet met vloeistof
in aanraking komt. Een elektrische schok kan
daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan dit lei-
den tot rookvorming en oververhitting, waar-
door het apparaat beschadigt.
! Dit product bevat een laserdiode van een ho-
gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin-
gen mag u geen afdekkingen verwijderen of
toegang proberen te krijgen tot de binnenzijde
van het product. Laat alle onderhoudswerk-
zaamheden over aan gekwalificeerd perso-
neel.
Aan de onderkant van dit toestel bevindt zich
een CLASS 1 LASER PRODUCT-label.
CLASS 1
LASER PRODUCT
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u be-
dieningsprocedures en te nemen voorzorgs-
maatregelen op kunt zoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om gelui-
den van buiten de auto te kunnen blijven
horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
zal het voorkeuzegeheugen worden gewist en
zult u het toestel opnieuw moeten program-
meren.
Afspeelbare discs
In deze speler kunt u DVDs, Video-CDsen
CDs met het onderstaande logo afspelen.
DVD-video
Video-CD
CD
Opmerkingen
!
is een handelsmerk van DVD Format/
Logo Licensing Corporation.
! Deze speler kan alleen discs met de boven-
staande logos afspelen.
Voor u begint
Nl
8
Hoofdstuk
02
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met een niet-compatibel regio-
nummer kunnen niet met dit toestel worden
afgespeeld. Het regionummer van de speler
vindt u op de onderzijde van dit toestel.
De onderstaande afbeelding toont de regios
en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een
Pioneer navigatiesysteem
Als u dit toestel met een DVD-navigatiesys-
teem van Pioneer gebruikt, moet u de kaart-
disc CNDV-30 of later gebruiken. In deze
handleiding wordt de bediening van deze com-
binatie uitgelegd.
Als u in het navigatiesysteem niet de kaartdisc
CNDV-30 maar een oudere versie gebruikt,
kunnen de volgende defecten of storingen op-
treden:
! De ENTERTAINMENT (ENT)-toets en de
WIDE-toets kunnen niet als de
NAVI MENU-toets en de POS-toets worden
gebruikt.
! NAVI (navigatiesysteem), zoals DVD-video
van het gecombineerde Pioneer navigatie-
systeem met DVD-videoweergave, kan niet
als bron worden gekozen.
! Bij NAVI MIX kunnen andere instellingen
dan ALL niet geselecteerd worden.
! Het gebruik van het bedieningssysteem
met stemherkenning van het gecombi-
neerde Pioneer navigatiesysteem is met dit
toestel slechts gedeeltelijk mogelijk. De
stembediening kan wel voor het navigatie-
systeem worden gebruikt, maar stembedie-
ning voor AV-apparatuur kan niet worden
gebruikt.
! De routebegeleiding van het gecombi-
neerde Pioneer navigatiesysteem werkt niet
goed als er andere bronafbeeldingen wor-
den weergegeven. De stembegeleiding kan
worden gebruikt, maar begeleiding via het
display (bijvoorbeeld overschakelen naar
een vergrote kaart van een kruising ) kan
niet worden gebruikt.
! NAVI (achtergrond navigatiesysteem) kan
niet als achtergrondscherm worden ge-
selecteerd.
Informatie over deze
handleiding
Dit toestel beschikt over een aantal geavan-
ceerde functies voor superieure ontvangst en
bediening. Alle functies zijn ontworpen om het
gebruik zo eenvoudig mogelijk te maken, maar
ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedie-
ningshandleiding helpt u om alles uit het toe-
stel te halen.
We raden u aan u de functies en de bediening
van de functies eigen te maken door deze
handleiding te lezen voordat u het toestel gaat
gebruiken. Het is met name belangrijk dat u
de teksten met WAARSCHUWING en LET
OP in deze handleiding leest en dat u zich aan
deze teksten houdt.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er-
kende servicestation van Pioneer raad-
plegen.
Voor u begint
Nl
9
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Kenmerken
Bediening met een aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel be-
dienen.
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (videomodus) en
DVD-RW (videomodus) afspelen.
Vergeet niet dat als u dit systeem voor com-
merciële of openbare vertoningen bekijkt, dit
een inbreuk kan zijn op de auteursrechten die
door de wet worden beschermd.
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt Video-CDs met PBC (afspeelregeling)
afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om CDs/CD-Rs/CD-RWsafte
spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CD-
RW afspelen (ISO9660 niveau 1/niveau 2 stan-
daardopnamen).
! Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet-
commercieel privé-gebruik. Het mag niet in
een commerciële omgeving (waarbij geld
wordt verdiend), via uitzendingen (over
land, via satelliet, kabels en/of andere
media), via uitzendingen via internet, intra-
net en/of andere netwerken of in andere
elektronische distributiesystemen, zoals be-
taalradio of audio-op-aanvraagtoepassin-
gen, worden verspreid. Hiervoor heeft u
een aparte licentie nodig. Kijk voor meer in-
formatie op
http://www.mp3licensing.com.
WMA-bestanden afspelen
U kunt WMA-bestanden op CD-ROM/CD-R/
CD-RW afspelen (standaardopnamen ISO9660
niveau 1/niveau 2).
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een
NTSC/PAL/SECAM-systeem. Als u andere
componenten op dit toestel aansluit, moet u
controleren of de componenten compatibel
zijn met hetzelfde videosysteem, anders wor-
den de beelden niet goed weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
van Pioneer gebruikt, kunt u van de sfeer en
opwinding van DVD-films en muzieksoftware
met 5.1-kanaalsopnamen genieten.
! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby, Pro Logic en het symbool
double-D zijn handelsmerken van Dolby La-
boratories.
! DTS is een geregistreerd handelsmerk
van Digital Theater Systems, Inc.
iPod-compatibiliteit
Als u dit toestel met een iPod-adapter van Pio-
neer gebruikt (CD-IB100), kunt u een iPod,
iPod mini of iPod Photo bedienen.
! iPod
®
is een handelsmerk van Apple Com-
puter, Inc., geregistreerd in de V.S. en an-
dere landen.
! De iPod-adapter ondersteunt uitsluitend
iPods met een dockconnectorpoort.
! Het toestel biedt geen ondersteuning voor
de softwareversies voor de iPod-update van
2004-10-20. Neem voor ondersteunde sof-
twareversies contact op met uw dichtstbij-
zijnde Pioneer leverancier.
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
de softwareversie van iPod.
Voor u begint
Nl
10
Hoofdstuk
02
Meerdere beeldformaten
U kunt overschakelen tussen breedbeeld, let-
terbox- en panscan-weergave.
Meerdere audiosystemen
U kunt naar wens overschakelen tussen ver-
schillende audiosystemen als die op een DVD
zijn vastgelegd.
Meerdere ondertitelingstalen
U kunt overschakelen tussen verschillende on-
dertitelingstalen als die op een DVD zijn vast-
gelegd.
Meerdere camerahoeken
U kunt overschakelen tussen meerdere came-
rapunten van een scène als die op een DVD
zijn vastgelegd.
Opmerking
Dit product is voorzien van technologie voor de
bescherming van auteursrechten die door be-
paalde patenten in de VS worden beschermd en
andere intellectuele eigendomsrechten die het ei-
gendom zijn van Macrovision Corporation en an-
dere rechthebbenden. Voor gebruik van deze
auteursrechtenbeschermingstechnologie is toe-
stemming nodig van Macrovision Corporation.
Deze technologie is bedoeld voor thuisgebruik en
mag niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Ma-
crovision Corporation anders heeft besloten. Na-
bouwen of demontage is verboden.
Over WMA
Het logo Windows Media" dat op de doos is
geprint, geeft aan dat dit toestel WMA-gege-
vens kan weergeven.
WMA staat voor Windows Media Audio en ver-
wijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden geco-
deerd.
Microsoft, Windows Media en het Windows-
logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Opmerkingen
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen kan dit
toestel minder goed werken.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestan-
den te coderen, kan het voorkomen dat CD-ti-
tels en andere tekstinformatie soms niet goed
worden weergegeven.
Bescherming van het LCD-
scherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet wordt gebruikt.
Overmatige blootstelling aan direct zonlicht
kan storingen in het LCD-scherm veroorza-
ken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon gebruikt, houd
de antenne van de telefoon dan uit de
buurt van het display om te voorkomen dat
het beeld door vlekken, gekleurde strepen,
etc. wordt gestoord.
Voor u begint
Nl
11
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Op de juiste manier naar
een LCD-scherm kijken
Vanwege de constructie is de kijkhoek van het
LCD-scherm beperkt. De kijkhoek (verticaal en
horizontaal) kan echter worden vergroot door
BRIGHT te gebruiken om de zwarte densiteit
van het beeld aan te passen. Als u het scherm
voor het eerst gebruikt, moet u de zwarte den-
siteit afstellen op de kijkhoek (verticaal en hori-
zontaal) om een duidelijk beeld te krijgen. U
kunt ook DIMMER gebruiken om de helder-
heid van het LCD-scherm naar eigen wens
aan te passen.
Markeringen op DVDs
Onderstaande markeringen vindt u op het
label en de verpakking van DVDs. Ze geven
het type beeld en audio op de disc aan, en de
functies die u kunt gebruiken.
Markering Betekenis
2
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
3
Aantal camerahoeken.
16 : 9 LB
Het type beeldgrootte (beeldformaat:
verhouding breedte tot hoogte van het
scherm).
2
ALL
Nummer van de regio waar afspelen
mogelijk is.
Als een handeling onmogelijk is
Als u naar een DVD kijkt en een bepaalde han-
deling probeert uit te voeren, kan deze soms
niet worden uitgevoerd door de programmeer-
instellingen op de disc. Als dit gebeurt, ver-
schijnt het pictogram
op het scherm.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
De microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microproces-
sor weer instellen op de begininstellingen.
De microprocessor moet in de volgende situ-
aties worden gereset:
! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het heeft geïnstalleerd
! Als het toestel niet juist werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Druk met een pen of een ander puntig
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u een navigatiesysteem van Pioneer ge-
bruikt, moet ACC OFF zijn geselecteerd als u
op RESET drukt. Als ACC ON is geselecteerd,
is normale bediening niet mogelijk, zelfs niet
als u op RESET drukt.
! Nadat het aansluiten is voltooid, als u alle op-
geslagen instellingen wilt wissen, of als u het
toestel naar de fabrieksinstellingen wilt terug-
zetten, zet u de motor aan of zet u het contact-
slot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
Voor u begint
Nl
12
Hoofdstuk
02
Hoofdtoestel
1 INFO-toets
Druk op deze toets om de informatiebalk in
of uit te schakelen.
2 TA/NEWS-toets
Druk op deze toets om de functie voor de
weergave van verkeersberichten in of uit te
schakelen.
Houd deze toets ingedrukt om de NEWS-
functie in of uit te schakelen.
3 Omgevingsverlichtingsensor
Voelt hoeveel omgevingsverlichting er is. Dit
systeem past de helderheid van het display
automatisch aan op basis van het licht uit
de omgeving.
4 FLIP DOWN-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel tijde-
lijk horizontaal te zetten in plaats van recht-
op.
5 OPEN/CLOSE-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel te
openen of sluiten.
6 ENTERTAINMENT (ENT)-toets
Druk op deze toets om tussen de diverse
achtergrondweergaven te schakelen.
7 WIDE-toets
Druk op deze toets om het beeldformaat van
4:3 naar 16:9 over te zetten.
8 V.ADJ-toets
Houd deze toets ingedrukt om het menu
voor beeldinstellingen weer te geven.
9 RESET-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
de fabrieksinstellingen (begininstellingen).
7
8
b
d
e
f
g
h
i
j
l
a
9
c
1
2
5
6
4
3
k
Wat is wat
Nl
13
Hoofdstuk
03
Wat is wat
a a/b/c/d toetsen
Druk op deze toets voor handmatig afstem-
men, voor- en achteruit spoelen en zoeken
naar fragmenten.
b A.MENU-toets
Druk op deze toets om MENU weer te
geven.
c BOOKMARK (BM)-toets
Druk op deze toets om de scène te marke-
ren waar het afspelen moet worden hervat.
d BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van
de drie FM- en MW/LW-frequentiebanden
(MG/LG) en om de instellingsmodus van de
functies te annuleren.
e EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
f ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel met
ongeveer 90% lager te zetten. Druk nog een
keer op deze toets om terug te keren naar
het oorspronkelijke volumeniveau.
g Openingsknop
Druk omlaag om het voorpaneel los te
maken.
h ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCD-
paneel te wijzigen.
i SOURCE-toets
Dit toestel wordt ingeschakeld zodra u een
signaalbron selecteert. Druk op deze toets
om alle signaalbronnen af te gaan.
j EJECT-toets
Druk op deze toets om een disc uit dit toe-
stel te werpen.
k VOLUME
Druk op deze toets om het volume te verho-
gen of te verlagen.
l Laadsleuf voor de disc
Plaats een disc in de speler.
Los verkrijgbare
afstandsbediening
U kunt dit toestel ook met een optionele af-
standsbediening bedienen.
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbe-
diening voor informatie over het gebruik van
de afstandsbediening.
Wat is wat
Nl
14
Hoofdstuk
03
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
1
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de DVD-speler over te
schakelen, plaatst u een disc in het toestel en
schakelt u over naar DVD.
% Als u de toetsen op het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens de gewenste signaal-
bronnaam.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selec-
teren worden gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler
! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler
! M-CD Multi-CD-speler
! TUNER Tuner
! TV Televisie
! iPod iPod
! AV AV-ingang
! EXT-1 Extern toestel 1
! EXT-2 Extern toestel 2
! AUX AUX
! DAB Digitale audio-uitzending
! NAVI Navigatiesysteem
! OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
% Als u de toetsen gebruikt, drukt u op
SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
DAB (digitale audio-uitzending)TUNER
(tuner)TV (televisie)AV (AV)DVD (inge-
bouwde DVD-speler)S-DVD (DVD-speler/
multi-DVD-speler)M-CD (multi-CD-speler)
iPod (iPod)EXT-1 (extern toestel 1)
EXT-2 (extern toestel 2)AUX (AUX)
NAVI (navigatiesysteem)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde audi-
obron niet veranderen:
Als er geen toestel dat overeenkomt met
de geselecteerde signaalbron op dit toestel
is aangesloten.
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
Als er geen disc in de DVD-speler is ge-
plaatst.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
99).
Als de AV (AV-ingang) niet is ingesteld op
VIDEO (raadpleeg bladzijde 103).
Basishandelingen
Nl
15
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct (bijvoorbeeld een toekomstig product)
bedoeld waarvan u de basisfuncties kunt be-
dienen met het huidige toestel, hoewel het ex-
terne toestel niet als signaalbron kan worden
gebruikt. Er kunnen twee externe toestellen
met dit toestel worden bediend. Als er twee
toestellen zijn aangesloten, wordt de toewij-
zing van extern toestel 1 of extern toestel 2 au-
tomatisch uitgevoerd door dit toestel.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
van de automatische antenne van uw auto, zal
de antenne uitschuiven wanneer de signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer in-
geschoven.
Als u een navigatie-eenheid van Pioneer ge-
bruikt, wordt de antenne van de auto uitge-
schoven. Het maakt daarbij niet uit of u het
toestel in- of uitschakelt.
Een disc plaatsen
% Plaats een disc in de laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
! Als automatisch afspelen is ingeschakeld,
zal het toestel het DVD-menu annuleren en
het eerste hoofdstuk van de eerste titel au-
tomatisch afspelen. Raadpleeg Automa-
tisch afspelen van DVDs op bladzijde 38.
# Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan een standaard-disc van 12
cm of 8 cm (singeltje) afspelen. Gebruik geen
adapter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. De discs die kunnen worden af-
gespeeld staan vermeld op Afspeelbare discs
op bladzijde 8.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
niet begint te spelen als hij in de speler zit,
controleer dan of het label van de disc aan de
bovenkant zit. Druk op EJECT om de disc uit te
werpen en controleer de disc op beschadigin-
gen voordat u de disc opnieuw plaatst.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-02 wordt
weergegeven, raadpleegt u Foutmeldingen op
bladzijde 110.
! Als de boekenleggerfunctie is ingeschakeld,
gaat het afspelen van de DVD verder op het
geselecteerde punt. Zie Afspelen hervatten
(Boekenlegger) op bladzijde 39 voor meer in-
formatie.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Met elke druk op VOLUME (+) of () wordt het
volume van de signaalbron verhoogd of ver-
laagd.
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens OFF.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
% Als u de toetsen gebruikt, moet u
SOURCE ingedrukt houden tot het toestel
uitgaat.
Het display achterin gebruiken
U kunt op het display achterin kijken naar
DVD/Video-CD/TV/AV.
Basishandelingen
Nl
16
Hoofdstuk
04
1 Druk op de toets A.MENU en raak ver-
volgens SETUP aan om de functienamen
voor de instellingen weer te geven.
2 Raak R.DISP op het instellingenmenu
aan om de geselecteerde signaalbron op
het display achterin weer te geven.
Raak R.DISP aan tot SOURCE op het display
verschijnt.
! SOURCE Weergave van de video van de
geselecteerde signaalbron op het display
achter
! NAVI De navigatiebeelden of AVG-VDP1
op het display achterin weergeven
Opmerking
Als er een navigatiesysteem of Vehicle Dynamics
Processor van Pioneer (AVG-VDP1) op dit toestel
is aangesloten, kunt u de navigatie of de AVG-
VDP1 op het display achterin weergeven. (Raad-
pleeg bladzijde 106.)
Navigatiebeelden weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu
op dit display weergeven.
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatiesysteem van Pioneer is aan-
gesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op WIDE om de navigatiekaart
weer te geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart,
keert u met een druk op deze toets terug naar de
kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT (ENT) om het
navigatiemenu weer te geven als de navi-
gatiekaart wordt weergegeven.
Naar de navigatiebeelden
overschakelen
% Druk op V.ADJ om de navigatiekaart op
het display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren
naar de beelden van de signaalbronnen.
De AVG-VDP1 (Vehicle
Dynamics Processor van
Pioneer) weergeven
U kunt dit toestel gebruiken als weergavetoe-
stel voor de AVG-VDP1 (apart leverbaar).
De AVG-VDP1 weergeven
% Druk op V.ADJ om de AVG-VDP1 op het
display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren
naar de beelden van de signaalbronnen.
Opmerking
U kunt ook de toetsen WIDE en
ENTERTAINMENT (ENT) gebruiken als de AVG-
VDP1 wordt weergegeven. Raadpleeg de handlei-
ding van de AVG-VDP1 voor meer informatie over
de bediening.
Basishandelingen
Nl
17
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Basisbediening van de toetsen
op het aanraakpaneel
De toetsen op het
aanraakpaneel activeren
1
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te
voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen
van het aanraakpaneel die met de signaal-
bron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van
het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Menu bedienen
1
4
5
2
3
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor de sig-
naalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di-
verse mogelijkheden voor de geluidskwali-
teit.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di-
verse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar
het vorige display.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om bediening van de
functies te annuleren.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak de gewenste toets aan om de
namen van de functies die u wilt gebruiken
weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
Basishandelingen
Nl
18
Hoofdstuk
04
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van een signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend
of gesloten als de contactschakelaar in of uit
wordt geschakeld. U kunt het automatisch
openen/sluiten uitschakelen. (Raadpleeg blad-
zijde 105.)
! Sluit het LCD-paneel niet met kracht met
uw handen. Dat kan storingen veroorzaken.
! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt.
Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is,
zal het LCD-paneel na zes seconden
sluiten.
Als de contactschakelaar weer IN wordt
geschakeld (of op ACC wordt gezet),
opent het LCD-paneel automatisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch
sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
22.)
! Als de contactschakelaar UIT wordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het
LCD-paneel niet opnieuw open als u de
contactschakelaar weer inschakelt (of op
ACC zet). Druk in dat geval op
OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te ope-
nen.
! Als u het LCD-paneel sluit, controleer dan
of het volledig is gesloten. Als het LCD-pa-
neel halverwege is gestopt, kan er schade
ontstaan als u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-pa-
neel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD-
paneel te sluiten.
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u
op ANGLE () drukken om het LCD-paneel
iets naar voren te brengen.
! Als u de hoek van het LCD-paneel aanpast,
moet u op ANGLE (+/) drukken. Als u het
LCD-paneel met kracht met de hand aanpast,
kan dit het beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa-
neel zo af te stellen dat het aangenaam is
om naar te kijken.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen
zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt
opgeslagen en automatisch opgevraagd als het
LCD-paneel weer wordt geopend.
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bedie-
ning van de airconditioning belemmert, kan
het paneel tijdelijk horizontaal worden ge-
draaid.
Basishandelingen
Nl
19
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
% Druk op FLIP DOWN om het LCD-paneel
horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN om terug te
keren naar de originele stand.
# Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de be-
diening automatisch terug in de originele positie.
Dat wordt met piepjes aangegeven.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste vergrotingsmodus voor
een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE om de gewenste instel-
ling te selecteren.
Druk meerdere keren op WIDE om te schake-
len tussen de volgende instellingen:
FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA
(cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (nor-
maal)
# Als er een navigatiesysteem van Pioneer op dit
toestel is aangesloten, drukt u op WIDE en houdt
u deze toets ingedrukt om de gewenste instelling
te selecteren. Druk herhaaldelijk op WIDE en
houd de toets ingedrukt om tussen de instellin-
gen over te schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal ver-
groot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal
beeld) krijgt zonder weggevallen delen.
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij breed-
beeld.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot
als FULL of ZOOM in de horizontale richting en
in een tussenliggende verhouding tussen FULL
en ZOOM in verticale richting. Dit is ideaal voor
een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de on-
dertiteling buiten het beeld valt.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding
vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal
voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt weergegeven zoals het is;
het beeld wordt niet ongelijk omdat de verhoudin-
gen gelijk zijn aan die voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als u een video bekijkt op breedbeeldformaat
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het beeld er anders uitzien.
! Onthoud dat als u de breedbeeldmodus van
dit systeem voor commerciële of openbare ver-
toningen gebruikt, dit een inbreuk kan zijn op
de auteursrechten die door de wet worden be-
schermd.
! Het beeld wordt korrelig als het beeld in de
modus CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijdcamera is altijd FULL.
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (con-
trast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke
bron en de achteruitrijdcamera aanpassen.
Basishandelingen
Nl
20
Hoofdstuk
04
! De aanpassingen van BRIGHT en
CONTRAST worden apart opgeslagen voor
licht omgevingslicht (overdag) en donker
omgevingslicht (s avonds). Er wordt een
zon
of maan links van respectievelijk
BRIGHT en CONTRAST weergegeven, ter-
wijl de omgevingslichtsensor bepaalt hoe
licht of donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR of HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE De kleurtoon afstellen (rood of groen
wordt benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijdcamera inscha-
kelen
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrijd-
camera alleen aanpassen als B-CAM is ingescha-
keld. (Raadpleeg Instelling voor
achteruitrijdcamera op bladzijde 103.)
# Bij sommige achteruitrijdcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
3 Raak c of d aan en pas het geselec-
teerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het geselecteerde item hoger of
lager. Waarden tussen +24 24 zullen op het
display verschijnen terwijl het niveau wordt
verhoogd of verlaagd.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
Het aanpassen van DIMMER wordt apart voor
elk omgevingslicht opgeslagen; overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCD-
scherm wordt automatisch op het optimale ni-
veau ingesteld aan de hand van het omge-
vingslicht op basis van de instellingswaarden.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Rode zon De helderheid voor helder
omgevingslicht aanpassen (overdag)
! Witte zon
Helderheid voor gemiddeld
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
Helderheid voor donker
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, verplaatst u de
toets naar links of naar rechts.
Het niveau geeft de helderheid aan van het
scherm dat wordt aangepast. Hoe verder de
toets naar rechts gaat, hoe helderder het
scherm wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Basishandelingen
Nl
21
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht
aangeven worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van
DIMMER.
Het toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel wor-
den verwijderd om dieven te ontmoedigen.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er
een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Zie Waarschuwingstoon in-/uitschake-
len op bladzijde 99.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Indien verwijderd moet het voorpaneel worden
teruggeplaatst voordat u de auto start.
Voorpaneel verwijderen
% Druk de openingsknop omlaag en
maak het voorpaneel los.
Pak het niet te stevig vast, laat het voorpaneel
niet vallen en bescherm het tegen water of an-
dere vloeistoffen om permanente schade te
voorkomen.
Openingsknop
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het
rechtop tegen het apparaat te houden en
het stevig in de bevestigingshaak te
klemmen.
Basishandelingen
Nl
22
Hoofdstuk
04
Naar de radio luisteren
1
2
4
3
6
7
5
Dit zijn de basisstappen voor de bediening van
de radio. Vanaf bladzijde 25 wordt de meer ge-
avanceerde bediening van de tuner uitgelegd.
De AF-functie van dit toestel (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) kan worden in- en uit-
geschakeld. Bij normale bediening van de
tuner moet de AF uit staan (raadpleeg blad-
zijde 28).
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio is afgestemd: MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af-
gestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 LOCAL-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
7 STEREO-indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo uitzendt.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TUNER aan om de tuner te selecte-
ren.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentie-
band op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak om een voorkeuzezender uit de
lijst te selecteren de gewenste zender aan.
De voorkeuzezender die u heeft geselecteerd
wordt afgestemd.
# Raak LIST aan als de lijst met voorkeuzezen-
ders niet wordt weergegeven.
5 Raak c of d even aan om handmatig af
te stemmen.
De frequenties worden stap voor stap ver-
hoogd of verlaagd.
# Door de toetsen c en d in te drukken kunt u
ook handmatig afstemmen.
6 Om automatisch afstemmen te gebrui-
ken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan-
gegeven richting afzoeken tot er een uitzen-
ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d even aan te raken.
Tuner
Nl
23
Hoofdstuk
05
Tuner
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toets loslaat.
# Door de toetsen c en d ingedrukt te houden
kunt u ook automatisch afstemmen.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u één van de voorkeuzetoetsen P1P6
aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zenderfrequenties opslaan zodat u deze later
weer kunt oproepen door een toets aan te
raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-
quentie die u in het geheugen wilt op-
slaan, raakt u één van de
voorkeuzetoetsen P1P6 aan tot het voor-
keuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De frequentie van de
geselecteerde radiozender is in het geheugen
opgeslagen.
Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets
aanraakt, zal de opgeslagen frequentie uit het
geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P1P6 niet worden weergegeven, kunt u
ze weergeven door LIST aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, zes voor
elk van de drie FM-frequentiebanden, en zes
MW/LW-zenders in het geheugen worden op-
geslagen.
! U kunt ook de toetsen a en b gebruiken om
de radiozenderfrequenties die aan de voorkeu-
zetoetsen P1P6 zijn toegewezen op te
roepen.
Tuner
Nl
24
Hoofdstuk
05
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar de frequentieweergave.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel uitsluitend
laten afstemmen op zenders met een signaal
dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
1 Raak LOCAL aan op het functiemenu.
2 Raak a aan om het automatisch af-
stemmen op lokale zenders in te schake-
len.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op
lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in
te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: 1234
MW/LW: 12
De 4-instelling zal alleen afstemmen op de al-
lersterkste zenders, terwijl er bij lagere instel-
lingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterk-
ste zenders) kunt u automatisch de zes sterk-
ste zenders laten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen P1P6, zodat u later met
een druk op de juiste toets kunt afstemmen op
één van de opgeslagen frequenties.
% Raak BSM op het functiemenu aan om
BSM (Best Stations Memory) in te schake-
len.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties op-
geslagen onder voorkeuzetoetsen P1P6 in
de volgorde van de sterkte van het signaal. Als
dit is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Raak BSM nogmaals aan om het opslaan te
annuleren.
Tuner
Nl
25
Hoofdstuk
05
Tuner
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opge-
slagen zenders eerdere door uzelf onder de toet-
sen P1P6 opgeslagen zenders vervangen.
Tuner
Nl
26
Hoofdstuk
05
Inleiding RDS-bediening
4
5
2
3
1
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor
het geven van informatie tijdens FM-uitzendin-
gen. Deze onhoorbare informatie maakt func-
ties zoals programmaservicenaam,
programmatype, verkeersberichten stand-by
en automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt
het radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de
gewenste zender te vinden.
1 Lijst met voorkeuzezenders
Deze toont het voorkeuzenummer en de
naam van het uitgezonden programma (pro-
grammaservicenaam).
! Als het signaal te zwak is en het toestel
de informatie over de programmaservice-
naam niet kan ontvangen, dan wordt de
uitzendingsfrequentie weergegeven.
2 Programmaservicenaam
Toont de naam van het programma.
3 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen
nieuwsprogramma wordt ontvangen.
4 TRFC-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zen-
der.
5 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst wordt
ontvangen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display au-
tomatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS-
zender.
Weergave RDS-display
wijzigen
Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de
programmaservicenaam op de informatiebalk
weergegeven. U kunt desgewenst ook de fre-
quentie laten weergeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha-
kelen tussen de volgende instellingen:
PTY (PTY-informatie)frequentie
Meer over PTY-informatie (ID-code program-
matype) kunt u vinden op bladzijde 32.
RDS
Nl
27
Hoofdstuk
06
RDS
# Als de PTY-code nul van een zender wordt
ontvangen of als het signaal te zwak is zodat het
toestel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de
weergave van PTY-informatie niet inschakelen.
Als u weergave van PTY-informatie heeft geselec-
teerd, blijft het display in dat geval leeg.
Alternatieve frequenties
kiezen
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst wordt zwakker of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toe-
stel automatisch op zoek gaan naar een an-
dere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
% Raak AF op het functiemenu aan om AF
in te schakelen.
# Raak AF nogmaals aan om AF uit te schake-
len.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders als AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner de voorkeuzezender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zen-
der. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
ders op de banden FM1 of FM2 gebruikt.) Er
verschijnen geen voorkeuzenummers op het
display als de RDS-gegevens van de ontvan-
gen zender afwijken van de oorspronkelijk op-
geslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve fre-
quentie kan vinden of als u naar een uitzen-
ding luistert en de ontvangst wordt slecht, dan
zoekt het toestel automatisch een andere zen-
der met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt
het volume gedempt. Het dempen wordt on-
derbroken nadat PI-zoeken is voltooid. Het
maakt daarbij niet uit of er een andere zender
is gevonden of niet.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan wor-
den opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft afgelegd, kan het toestel
zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen
van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan- en uitzetten
van de automatische PI-zoekfunctie op blad-
zijde 98.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automa-
tisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzen-
den.
% Raak REGION op het functiemenu aan
om de regionale functie in te schakelen.
# Raak REGION nogmaals aan om de regionale
functie uit te schakelen.
RDS
Nl
28
Hoofdstuk
06
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georgani-
seerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die afwijkt van de oorspronkelijk geko-
zen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FM-
frequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt
u automatisch verkeersberichten ontvangen,
ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het
luisteren bent. TA kan voor zowel een TP-zen-
der (een zender die verkeersberichten uit-
zendt) als een uitgebreide TP-zender van een
ander netwerk (een zender met informatie die
verwijst naar andere TP-zenders) worden geac-
tiveerd.
1 Stem af op een TP of de TP-zender van
een ander, uitgebreid netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de
TP-zender van een ander, uitgebreid netwerk,
zal de TRFC-indicator gaan branden.
2 Druk op de toets TA/NEWS om stand-
by voor verkeersberichten in te schakelen.
dTRFC zal op het display verschijnen. De
tuner staat stand-by voor verkeersberichten.
# Als u een TA-functie heeft ingeschakeld terwijl
er geen TP-zender of TP-zender van een ander net-
werk is ingeschakeld, gaat alleen T in de TRFC-in-
dicator branden.
# Druk nogmaals op TA/NEWS om stand-by
voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 Regel het TA-volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Het ingestelde volume zal worden opgeslagen
in het geheugen en opnieuw worden gebruikt
bij de volgende verkeersberichten.
4 Druk op TA/NEWS terwijl er een ver-
keersbericht wordt ontvangen om het be-
richt te annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de stand-
by-modus tot er nog een keer op TA/NEWS
wordt gedrukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE, BAND/ESC, a, b, c of d te drukken
terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspron-
kelijke signaalbron wanneer het verkeersbe-
richt is afgelopen.
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en de TP-zenders van een ander, uitge-
breid netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
PTY-functies gebruiken
U kunt afstemmen op een zender met behulp
van PTY-informatie (programmatype).
RDS-zender via PTY-informatie
zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen
laten zoeken, zoals opgesomd op bladzijde 32.
1 Raak PTY aan op het functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer een pro-
grammatype.
Er zijn vier programmatypen:
RDS
Nl
29
Hoofdstuk
06
RDS
News&InfPopularClassicsOthers
3 Raak a aan om het zoeken te laten be-
ginnen.
Als u a aanraakt, begint de programmatype-
naam op het display te knipperen. Het toestel
zoekt een zender die dat programmatype uit-
zendt.
# Raak b opnieuw aan om het zoeken te annu-
leren.
Opmerkingen
! De programmas van bepaalde zenders kun-
nen afwijken van de programmas die door de
PTY-code worden aangegeven.
! Als er geen zender gevonden kan worden die
een programma van het gewenste type uit-
zendt, zal NOT FOUND ongeveer twee secon-
den lang op het display getoond worden,
waarna de tuner terugkeert naar de oorspron-
kelijke zender.
Onderbreking door
nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon-
den door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel van elke zender overschakelen naar
de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is
afgelopen, gaat het toestel terug naar het vo-
rige programma.
% Houd de toets TA/NEWS ingedrukt om
de onderbreking door nieuwsberichten in
te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Houd TA/NEWS wederom ingedrukt om de
onderbreking van het nieuwsprogramma uit te
schakelen.
# Een nieuwsprogramma kunt u annuleren door
op TA/NEWS te drukken.
# U kunt het nieuwsprogramma ook annuleren
door op SOURCE, BAND/ESC, a, b, c of d te
drukken terwijl het nieuwsprogramma wordt uit-
gezonden.
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor het
aankondigen van noodgevallen, zoals natuur-
rampen. Als de tuner de radioalarmcode ont-
vangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar het TA-volume. Als de
uitzending van het noodbericht van de zender
is afgelopen, gaat het systeem terug naar de
oorspronkelijke signaalbron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op de toets SOURCE of BAND/ESC te
drukken.
Radiotekst gebruiken
Deze tuner is in staat radiotekst die wordt uit-
gezonden door RDS-zenders, bijvoorbeeld zen-
dergegevens, de titel van het uitgezonden
muziekfragment en de naam van de artiest, op
het display weer te geven.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op, waarbij de tekst van de minst
recente uitzending door de nieuwe tekst zal
worden vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die op dit moment wordt
ontvangen en de drie meest recente radio-
tekstuitzendingen op het display laten verschij-
nen.
RDS
Nl
30
Hoofdstuk
06
1 Raak TEXT aan om de radiotekst op het
display weer te geven.
Er wordt radiotekst weergegeven voor de zen-
der die momenteel uitzendt.
# U kunt het weergeven van radiotekst annule-
ren door ESC aan te raken of op BAND/ESC te
drukken.
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Raak of aan om de drie meest re-
cente radiotekstuitzendingen op te roe-
pen.
Door
of aan te raken kunt u schakelen
tussen de drie radiotekstdisplays.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zal het display niet verande-
ren.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt de gegevens van maximaal zes radio-
tekstuitzendingen opslaan onder de toetsen
16.
1 De radiotekst die u in het geheugen
wilt opslaan op het display weergeven.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op de vorige
bladzijde.
2 Raak een van de toetsen 16 enige tijd
aan om de geselecteerde radiotekst op te
slaan.
Het geheugennummer zal op het display ver-
schijnen en de geselecteerde radiotekst zal
worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer dezelfde toets op
het radiotekstdisplay aanraakt, zal de eerder
opgeslagen tekst uit het geheugen worden op-
geroepen.
RDS
Nl
31
Hoofdstuk
06
RDS
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
News&Inf News Nieuws
Affairs Actualiteiten
Info Algemene informatie en adviezen
Sport Sport
Weather Weerberichten/meteorologische informatie
Finance Beursberichten, handel, zakelijk nieuws enz.
Popular Pop Mus Populaire muziek
Rock Mus Eigentijdse moderne muziek
Easy Mus Easy listening-muziek
Oth Mus Overige muziek
Jazz Jazz
Country Countrymuziek
Nat Mus Nationale muziek
Oldies Gouwe Ouwe
Folk Mus Folkmuziek
Classics L. Class Lichte klassieke muziek
Classic Serieuze klassieke muziek
Others Educate Educatieve programmas
Drama Hoorspelen en series
Culture Nationale of regionale cultuur
Science Natuur, wetenschap en techniek
Varied Licht amusement
Children Kinderprogrammas
Social Praatprogrammas
Religion Religieuze aangelegenheden of diensten
Phone In Inbelprogrammas
Touring Reisprogrammas, niet voor berichten omtrent verkeersproblemen
Leisure Hobbys en recreatie
Document Documentaires
RDS
Nl
32
Hoofdstuk
06
DVDs bekijken
3
4
5
2
6
7
8
1
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een DVD-video met de DVD-speler. Vanaf blad-
zijde 38 wordt de meer geavanceerde bedie-
ning van DVD-video uitgelegd.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 DVD-V-indicator
Deze toont dat er een DVD-video wordt afge-
speeld.
3 Titelnummerindicator
Deze toont welke titel er op het moment af-
gespeeld wordt.
4 Hoofdstuknummerindicator
Deze toont welk hoofdstuk er op het mo-
ment afgespeeld wordt.
5 Afspeeltijdindicator
Deze toont de verstreken weergavetijd van
het spelende hoofdstuk.
6 Camerahoekindicator
Deze toont welke camerahoek is geselec-
teerd.
7 Ondertitelingstaalindicator
Deze toont welke ondertitelingstaal is gese-
lecteerd.
8 Audiotaalindicator
Deze toont welke audiotaal is geselecteerd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
# Bij sommige discs verschijnt er een menu.
(Raadpleeg DVD-menu bedienen op de volgende
bladzijde.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende hoofdstuk te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende hoofdstuk. Als u o één keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge hoofdstuk. Als u de toets nogmaals aan-
raakt, gaat u naar het vorige hoofdstuk.
De hoofdstuknummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar een ander hoofdstuk gaan
door op de toets c of d te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om snel voor-
uit of achteruit te gaan.
Als u o of p vijf seconden blijft aanraken,
wijzigt het pictogram o of p in de omge-
keerde richting. Als dit gebeurt, gaat snel ach-
teruit of snel vooruit door, zelfs als u o of
p loslaat. Raak f aan om het afspelen
op het gewenste punt te hervatten.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
de toets c of d ingedrukt te houden.
DVD-videos afspelen
Nl
33
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
# Snel vooruit/achteruit kan op bepaalde plaat-
sen op sommige discs niet mogelijk zijn. Als dat
het geval is, wordt normaal afspelen automatisch
hervat.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
DVD-menu bedienen
Bij sommige DVDs kunt u een menu gebrui-
ken om de inhoud weer te geven.
! U kunt het menu weergeven door MENU of
TOP.M aan te raken terwijl de disc aan het
afspelen is. Als u één van deze toetsen op-
nieuw aanraakt, kunt u het afspelen laten
beginnen vanaf de plaats die u in het menu
heeft geselecteerd. Raadpleeg voor meer
informatie de instructies die bij de disc wor-
den geleverd.
1 Raak
 
aan om de toetsen van het
aanraakpaneel weer te geven voor bedie-
ning van het DVD-menu.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
2 Raak a, b, c of d aan om het gewen-
ste menuonderdeel te selecteren.
3 Raak ENTER aan.
De disc gaat afspelen vanaf het geselecteerde
menuonderdeel.
# U kunt het DVD-menu niet met de toetsen a/
b/c/d op het hoofdtoestel bedienen.
# De manier waarop het menu wordt weergege-
ven is afhankelijk van de disc.
Het DVD-menu bedienen met
10 key
Bij sommige DVDs kunt u 10key gebruiken
om een keuze te maken.
1 Raak d aan tot 10key op het display
verschijnt.
2 Raak 10key aan.
3 Raak de cijfers 0-9 aan om het gewen-
ste menunummer te selecteren en raak ver-
volgens ENTER aan om het afspelen te
starten.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
Naar de vorige of volgende
titel gaan
% Raak a of b aan om naar de vorige of
de volgende titel te gaan.
Als u a aanraakt, gaat u naar het begin van
de volgende titel. Als u b aanraakt, gaat u
naar het begin van de vorige titel.
De titelnummers worden acht seconden weer-
gegeven.
# U kunt ook naar een andere titel gaan door op
de toets a of b te drukken.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een DVD stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de DVD opgesla-
gen. De volgende keer dat u de DVD afspeelt,
wordt het afspelen vanaf dat punt gestart.
# Als u verder wilt met het afspelen van de disc,
raakt u f aan.
DVD-videos afspelen
Nl
34
Hoofdstuk
07
Het afspelen van een DVD-
video onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt weergegeven en het af-
spelen worden onderbroken, zodat u naar een
stilstaand beeld kijkt.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
Opmerking
Afhankelijk van de disc en het punt waar de disc
is gestopt, kan het pictogram
worden weerge-
geven om aan te geven dat weergave van stil-
staande beelden niet mogelijk is.
Beeld voor beeld afspelen
U kunt met deze functie een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat beeld voor
beeld afspelen niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het beeld voor beeld afspelen.
In slowmotion afspelen
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid vertragen.
1 Blijf r aanraken totdat
tijdens het
afspelen wordt weergegeven.
Als het pictogram
wordt weergegeven, be-
gint het afspelen in slowmotion.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
2 Raak q of r aan om de afspeelsnel-
heid tijdens de slowmotion af te stellen.
Telkens als u q of r aanraakt, verandert de
snelheid als volgt in vier stappen:
1/161/81/41/2
Opmerkingen
! U hoort geen geluid tijdens het afspelen in
slowmotion.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat afspelen in
slowmotion niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het afspelen in slowmotion.
! Slowmotion achteruit is niet mogelijk.
Bepaalde scène zoeken en
op een bepaald tijdstip
laten afspelen
U kunt met de zoekfunctie een bepaalde
scène zoeken door een titel of hoofdstuk in te
voeren. Met de tijdzoekfunctie kunt u aange-
ven op welk tijdstip een disc moet beginnen
met afspelen.
! Zoeken op hoofdstuk of tijd is niet mogelijk
als het afspelen van de disc is gestopt.
1 Raak d aan tot SEARCH op het display
verschijnt.
2 Raak SEARCH aan.
3 Raak TITLE (titel), CHAP. (hoofdstuk) of
TIME (tijd) aan.
DVD-videos afspelen
Nl
35
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
4 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
Op titels en hoofdstukken
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
Op tijd (tijdzoeken)
! Raak 2, 1, 4 en 3 in deze volgorde aan om
21 minuten en 43 seconden te selecteren.
! Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u de tijd omzetten in 71 minuten en
00 seconden. Raak vervolgens 7, 1, 0 en 0
in deze volgorde aan.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
5 Raak ENTER aan terwijl de ingevoerde
code wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij de geselecteerde
scène.
Opmerkingen
! Bij discs met een menu kunt u ook MENU of
TOP.M aanraken en daarna uw keuze maken
in het menu.
! Bij sommige discs kan het pictogram
wor-
den weergegeven. Titels, hoofdstukken en tijd
kunnen dan niet worden gespecificeerd.
Titel specificeren
U kunt de functie direct zoeken gebruiken om
een scène op titel te zoeken.
1 Raak d aan tot 10key op het display
verschijnt.
2 Raak 10key aan.
3 Raak 0-9 aan om het gewenste titel-
nummer te selecteren als de disc is gestopt.
Het titelnummer wordt acht seconden lang
weergegeven en de disc begint bij de geselec-
teerde titel.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
Audiotaal wijzigen tijdens
het afspelen (Multi-audio)
DVDs kunnen worden afgespeeld met audio
in verschillende talen en met verschillende
systemen (Dolby Digital, DTS, etc.). Bij DVDs
met multi-audio-opnamen kunt u tijdens het
afspelen kiezen uit verschillende talen/audio-
systemen.
1 Raak d aan tot AUDIO op het display
verschijnt.
2 Raak AUDIO aan tijdens het afspelen.
Telkens als u AUDIO aanraakt, kunt u uit ver-
schillende audiosystemen kiezen.
Opmerkingen
! Het cijfer in de markering
2
op de verpak-
king van de DVD geeft het aantal vastgelegde
talen/audiosystemen aan.
! Bij sommige DVDs kunt u alleen een andere
taal/ander audiosysteem kiezen als het menu
wordt weergegeven.
! U kunt ook uit de verschillende talen/audio-
systemen kiezen met DVD SETUP. Raadpleeg
Audiotaal instellen op bladzijde 95 voor meer
informatie.
DVD-videos afspelen
Nl
36
Hoofdstuk
07
! Alleen een digitale uitgang van DTS-audio is
mogelijk. Als de optische, digitale uitgangen
van dit toestel niet zijn aangesloten, hoort u
geen DTS-audio. Selecteer dan een andere
audio-instelling dan DTS.
! Displaymeldingen als Dolby D en 5.1ch
geven het audiosysteem aan dat op de DVD is
vastgelegd. Afhankelijk van de instelling kan
het afspelen worden uitgevoerd met een
ander audiosysteem dan aangegeven.
! Als u AUDIO aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion ge-
bruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
Ondertitelingstaal wijzigen
tijdens het afspelen (Multi-
ondertiteling)
Bij DVDs met meerdere ondertitelingstalen
kunt u tijdens het afspelen kiezen uit de ver-
schillende talen.
1 Raak d aan tot SUB.T op het display
verschijnt.
2 Raak SUB.T aan tijdens het afspelen.
Telkens als u SUB.T aanraakt, kunt u uit ver-
schillende ondertitelingstalen kiezen.
Opmerkingen
! Het cijfer in de markering
2
op de verpakking
van de DVD geeft het aantal vastgelegde on-
dertitelingstalen aan.
! Bij sommige DVDs kunt u alleen een andere
ondertitelingstaal kiezen als het menu wordt
weergegeven.
! U kunt ook uit de verschillende ondertitelings-
talen kiezen met DVD SETUP. Raadpleeg On-
dertitelingstaal instellen op bladzijde 94 voor
meer informatie.
! Als u SUB.T aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion ge-
bruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
Camerahoek tijdens het
afspelen wijzigen (Multihoek)
Bij DVDs met meerdere camerahoeken
(scènes die vanuit verschillende hoeken zijn
opgenomen) kunt u tijdens het afspelen uit
meerdere camerahoeken kiezen.
! Tijdens het afspelen van een scène die van-
uit meerdere hoeken is opgenomen, ver-
schijnt het hoekpictogram
in beeld. U
kunt het weergeven van het hoekpictogram
uitschakelen met DVD SETUP. Raadpleeg
Weergave van het camerahoekpictogram in-
stellen op bladzijde 96 voor meer informa-
tie.
1 Raak d aan tot ANGLE op het display
verschijnt.
2 Raak ANGLE aan tijdens het afspelen
van een scène die vanuit meerdere hoeken
is opgenomen.
Telkens als u ANGLE aanraakt, kunt u uit ver-
schillende hoeken kiezen.
Opmerkingen
! De
3
-markering op de verpakking van de
DVD geeft aan dat deze scènes bevat die van-
uit meerdere hoeken zijn opgenomen. Het cij-
fer in de
3
-markering geeft het aantal
hoeken aan van waaruit de scènes zijn opge-
nomen.
! Als u ANGLE aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion ge-
bruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
DVD-videos afspelen
Nl
37
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
Naar een bepaalde scène
terugkeren
U kunt naar een bepaalde scène terugkeren
als de DVD die u afspeelt hiervoor tijdens de
productie is geprogrammeerd.
1 Raak d aan tot RETURN op het display
verschijnt.
2 Raak RETURN aan om terug te keren
naar de bepaalde scène.
Opmerking
Als de DVD niet is geprogrammeerd voor terug-
keer naar een bepaalde scène, kunt u deze func-
tie niet gebruiken.
Automatisch afspelen van
DVDs
Als er een DVD met DVD-menu in het toestel
is gestoken, zal het toestel het DVD-menu au-
tomatisch annuleren en het eerste hoofdstuk
van de eerste titel afspelen.
! Sommige DVDs kunnen niet goed werken.
Als deze functie niet volledig wordt ge-
bruikt, moet u deze functie uitschakelen en
het afspelen starten.
1 Raak d aan tot A.PLAY op het display
verschijnt.
2 Raak A.PLAY aan om automatisch af-
spelen in te schakelen.
# Raak A.PLAY nogmaals aan om automatisch
afspelen uit te schakelen.
# Als automatisch afspelen is ingeschakeld,
kunt u de herhaalde weergave van de DVD niet
gebruiken (raadpleeg Herhaald afspelen op de vol-
gende bladzijde).
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde DVD
video-functies
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
DVD-videos afspelen
Nl
38
Hoofdstuk
07
Herhaald afspelen
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van DVDs: TITLE (herhaling
van de titel) en CHPTR (herhaling van het
hoofdstuk).
% Raak REPEAT op het functiemenu aan
om herhaalbereik te selecteren.
! TITLE Alleen de huidige titel wordt her-
haald
! CHPTR Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! DISC De huidige disc wordt herhaald
Opmerking
Als u een hoofdstuk zoekt of snel vooruit/achter-
uit wilt gaan, wordt het bereik voor de herhaalde
weergave gewijzigd in DISC.
Audio-uitgangssignaal
selecteren
U kunt tussen stereo en mono kiezen bij het
audio-uitgangssignaal.
! Deze functie is niet mogelijk als het afspe-
len van de disc is onderbroken.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
3 Raak L/R SELECT aan om het audio-uit-
gangssignaal te selecteren.
! L+R links en rechts
! LEFT links
! RIGHT rechts
Opmerking
Afhankelijk van de disc en de afspeellocatie van
de disc, kan het voorkomen dat u de functienaam
niet kunt selecteren. Dit betekent dat gebruik van
deze functie dan niet mogelijk is.
Afspelen hervatten
(Boekenlegger)
Met de functie Boekenlegger kunt u het afspe-
len hervatten vanaf een geselecteerde scène,
de volgende keer dat de disc in het toestel
wordt gestoken.
% Druk tijdens het afspelen op de toets
BOOKMARK (BM) op het punt waarop het
afspelen de volgende keer moet worden
hervat.
De geselecteerde scène wordt gemarkeerd,
zodat het afspelen de volgende keer vanaf dat
punt wordt hervat. U kunt voor maximaal vijf
discs boekenleggers aangeven. Daarna wordt
de oudste boekenlegger vervangen door de
nieuwe.
# Als u de markering op een disc wilt wissen,
houdt u de toets BOOKMARK (BM) tijdens het
afspelen ingedrukt.
# U kunt een disc ook markeren door EJECT in-
gedrukt te houden op het punt dat u wilt marke-
ren. Als u de volgende keer de disc in het toestel
plaatst, wordt het afspelen hervat vanaf het ge-
markeerde punt. Let op: u kunt met deze methode
slechts één disc markeren. Als u de boekenlegger
op een disc wilt wissen, drukt u op EJECT.
DVD-videos afspelen
Nl
39
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
Video-CDs bekijken
1
3
4
2
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een Video-CD met de DVD-speler. Vanaf blad-
zijde 43 wordt de meer geavanceerde bedie-
ning voor Video-CDs uitgelegd.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Video CD-indicator
Deze geeft aan dat er een Video-CD wordt
afgespeeld.
3 Nummerindicator fragment
Deze toont welk fragment er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Afspeeltijdindicator
Deze geeft de verstreken speeltijd van het
spelende fragment aan.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
# Bij een Video-CD met de functie PBC (afspeel-
regeling) verschijnt er een menu.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak 10key en vervolgens 0-9 aan om
het gewenste menu-item te selecteren.
De disc gaat afspelen vanaf het geselecteerde
menuonderdeel.
# Als het menu uit meer dan één pagina be-
staat, kunt u naar het volgende display gaan door
o of p aan te raken.
# U kunt het menu laten weergeven door tijdens
PBC-weergave op RETURN te drukken. Raad-
pleeg voor meer informatie de instructies die bij
de disc worden geleverd.
4 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o eenmaal
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
De fragmentnummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op de toets c of d te drukken.
# Tijdens PBC-weergave kan er een menu ver-
schijnen als u deze handelingen uitvoert.
5 Blijf o of p aanraken om snel voor-
uit of achteruit te gaan.
Als u o of p vijf seconden blijft aanraken,
wijzigt het pictogram o of p in de omge-
keerde richting. Als dit gebeurt, gaat snel ach-
teruit of snel vooruit door, zelfs als u o of
p loslaat. Raak f aan om het afspelen
op het gewenste punt te hervatten.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
de toets c of d ingedrukt te houden.
# Snel vooruit/achteruit kan op bepaalde plaat-
sen op sommige discs niet mogelijk zijn. Als dat
het geval is, wordt normaal afspelen automatisch
hervat.
Video-CDs afspelen
Nl
40
Hoofdstuk
08
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een Video-CD stopt (al-
leen tijdens PBC-weergave) door g aan te raken,
wordt de locatie op de Video-CD opgeslagen,
zodat het afspelen vanaf dat punt weer begint.
# Als u verder wilt met het afspelen van de disc,
raakt u f aan.
Het afspelen van een
Video-CD onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt weergegeven en het af-
spelen worden onderbroken, zodat u naar een
stilstaand beeld kijkt.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
Opmerking
Afhankelijk van de disc en het punt waar de disc
is gestopt, kan het pictogram
worden weerge-
geven om aan te geven dat weergave van stil-
staande beelden niet mogelijk is.
Beeld voor beeld afspelen
U kunt met deze functie een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat beeld voor
beeld afspelen niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het beeld voor beeld afspelen.
In slowmotion afspelen
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid vertragen.
1 Blijf r aanraken totdat
tijdens het
afspelen wordt weergegeven.
Als het pictogram
wordt weergegeven, be-
gint het afspelen in slowmotion.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
2 Raak q of r aan om de afspeelsnel-
heid tijdens de slowmotion af te stellen.
Telkens als u q of r aanraakt, verandert de
snelheid als volgt in vier stappen:
1/161/81/41/2
Opmerkingen
! U hoort geen geluid tijdens het afspelen in
slowmotion.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat afspelen in
slowmotion niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het afspelen in slowmotion.
! Slowmotion achteruit is niet mogelijk.
Video-CDs afspelen
Nl
41
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
Bepaalde scène zoeken en
op een bepaald tijdstip
laten afspelen
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een be-
paalde scène te zoeken door een bepaald frag-
ment te specificeren. Met de tijdzoekfunctie
kunt u aangeven op welk tijdstip een disc
moet beginnen.
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
! Tijdzoeken is niet mogelijk als het afspelen
van de disc is onderbroken.
1 Raak d aan tot SEARCH op het display
verschijnt.
2 Raak SEARCH aan.
3 Raak TRACK (fragment) of TIME (tijd)
aan.
4 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
Op fragmenten
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
Op tijd (tijdzoeken)
! Raak 2, 1, 4 en 3 in deze volgorde aan om
21 minuten en 43 seconden te selecteren.
! Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u de tijd omzetten in 71 minuten en
00 seconden. Raak vervolgens 7, 1, 0 en 0
in deze volgorde aan.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
5 Raak ENTER aan terwijl de ingevoerde
code wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij de geselecteerde
scène.
PBC-weergave
Tijdens het afspelen van Video-CDs met PBC
(afspeelregeling) wordt PBC ON weergegeven.
U kunt het PBC-menu met 10key bedienen.
1 Raak d aan tot 10key in het display
verschijnt en raak vervolgens 10key aan.
2 Raak de cijfers 0-9 aan om het gewen-
ste menunummer te selecteren en raak ver-
volgens ENTER aan om het afspelen te
starten.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
# Als het menu uit meer dan één pagina be-
staat, kunt u naar het volgende display gaan door
o of p aan te raken.
# U kunt het menu weergeven door tijdens
PBC-weergave RETURN aan te raken. Raadpleeg
voor meer informatie de instructies die bij de disc
worden geleverd.
Opmerkingen
! PBC-weergave van een Video-CD kan niet wor-
den geannuleerd.
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met PBC
(afspeelregeling) wordt PBC ON weergegeven.
U kunt dan de zoek- en tijdzoekfuncties niet
gebruiken en u kunt geen bereik voor her-
haalde weergave selecteren.
Video-CDs afspelen
Nl
42
Hoofdstuk
08
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde Video-CD-
functies
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het af-
speeldisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaald afspelen
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van Video-CDs: TRACK (her-
haling van het fragment) en DISC (herhaling
van de disc).
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
% Raak REPEAT op het functiemenu aan
om herhaalbereik te selecteren.
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerking
Als u een fragment zoekt of snel vooruit/achteruit
gaat, wordt het bereik voor de herhaalde weer-
gave gewijzigd in DISC.
Audio-uitgangssignaal
selecteren
U kunt tussen stereo en mono kiezen bij het
audio-uitgangssignaal.
! Deze functie is niet mogelijk als het afspe-
len van de disc is onderbroken.
% Raak L/R SELECT op het functiemenu
aan om het audio-uitgangssignaal te selec-
teren.
! L+R links en rechts
! LEFT links
! RIGHT rechts
Opmerking
Afhankelijk van de disc en de afspeellocatie van
de disc, kan het voorkomen dat u de functienaam
niet kunt selecteren. Dit betekent dat gebruik van
deze functie dan niet mogelijk is.
Video-CDs afspelen
Nl
43
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
Naar een CD luisteren
1
3
4
2
6
5
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met de DVD-speler. Vanaf bladzijde 46
wordt de meer geavanceerde bediening voor
het afspelen van CDs uitgelegd.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 CD-indicator
Deze toont dat er een CD wordt afgespeeld.
3 Nummerindicator fragment
Deze toont welk fragment er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Afspeeltijdindicator
Deze geeft de verstreken speeltijd van het
spelende fragment aan.
5 Disc-titelindicator
Deze toont de titel van de spelende disc.
6 Herhalingsindicator
Deze geeft aan of de herhaalde weergave
voor de huidige song is geselecteerd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o eenmaal
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op de toets c of d te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om snel voor-
uit of achteruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
de toets c of d ingedrukt te houden.
Opmerkingen
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen beide
typen alleen afspelen door tussen MP3/WMA
en CD-DA over te schakelen door MEDIA aan
te raken of door op BAND/ESC te drukken. U
kunt deze functie alleen gebruiken wanneer
de disc wordt afgespeeld.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
CDs afspelen
Nl
44
Hoofdstuk
09
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een CD stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de CD opgesla-
gen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer be-
gint.
# Als u verder wilt met het afspelen van de disc,
raakt u f aan.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
PAUSE zal op het display verschijnen. Het af-
spelen van het huidige fragment wordt onder-
broken.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
Gewenst fragment zoeken
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een be-
paald fragment te zoeken.
1 Raak SEARCH aan.
2 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
3 Raak ENTER aan terwijl de ingevoerde
code wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij het geselecteerde
fragment.
CD TEXT-functies gebruiken
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
bepaalde informatie op de disc vastgelegd.
Deze discs kunnen informatie als de CD-titel,
fragmenttitels, de naam van de artiest en de
afspeeltijd bevatten en worden CD TEXT-discs
genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde
CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande
functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha-
kelen tussen de volgende instellingen:
D.Title (disctitel)D.Artist (naam artiest
disc)T.Title (fragmenttitel)T.Artist (naam
artiest fragment)
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXT-
disc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het dis-
play verschijnen (bijv. NO T.ARTIST NAME).
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan alleen de eerste 19 letters van
D.Title, D.Artist, T.Title en T.Artist weerge-
ven. Als de vastgelegde informatie langer is
dan 19 letters, kunt u de tekst naar links schui-
ven zodat u de rest van de titel kunt zien.
% Houd DISP ingedrukt totdat de titel
naar links begint te schuiven.
De rest van de titel zal op het display ver-
schijnen.
CDs afspelen
Nl
45
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde CD-functies
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het af-
speeldisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaald afspelen
Met herhaald afspelen kunt u hetzelfde frag-
ment laten herhalen.
% Raak REPEAT op het functiemenu aan
om herhaalbereik te selecteren.
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u een fragment op gaat zoeken of snel
vooruit of terug spoelt, zal het herhaald afspe-
len automatisch worden geannuleerd.
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) afspeelt, valt de herha-
ling binnen het bereik van het huidige
gegevenstype, zelfs als DISC is
geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten op de CD in willekeurige volgorde laten af-
spelen.
% Raak RANDOM op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
De fragmenten worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Raak RANDOM nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
Met de scanweergave hoort u de eerste 10 se-
conden van elk fragment op de CD.
CDs afspelen
Nl
46
Hoofdstuk
09
1 Raak SCAN op het functiemenu aan om
de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor-
den afgespeeld.
2 Raak SCAN nogmaals aan als u het ge-
wenste fragment heeft gevonden.
Opmerking
Wanneer het scannen van de CD is afgelopen, zal
de normale weergave van de fragmenten op-
nieuw beginnen.
Disctitels invoeren
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. Als u
een CD in de speler plaatst waarvoor u eerder
een titel heeft ingevoerd, verschijnt de titel van
de CD op het display.
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om tot
48 CD-titels in het toestel op te slaan. Een titel
kan maximaal 10 tekens lang zijn.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt, kunt u
T. EDIT niet inschakelen. De disctitel is na-
melijk al op een CD TEXT-disc vastgelegd.
! Als er geen titel is ingevoerd voor de spe-
lende disc, zal NO DISC TITLE op het dis-
play verschijnen.
1 Speel de CD af waarvoor u een titel
wilt invoeren.
2 Raak T. EDIT aan op het functiemenu.
3 Raak ABC aan en selecteer het gewen-
ste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt cijfers en symbolen invoeren door 123
aan te raken.
4 Raak a of b aan en selecteer een letter
uit het alfabet.
Telkens als u a aanraakt, verschijnt er een let-
ter van het alfabet in de volgorde A B C ... X Y
Z, cijfers en symbolen in de volgorde 1 2 3 ... |
. Telkens als u b aanraakt, verschijnt er een
letter in de omgekeerde volgorde, zoals ZYX
... C B A.
5 Raak d aan om de cursor naar de vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display ver-
schijnt, raakt u d aan om de cursor op de vol-
gende positie te zetten waarna u de volgende
letter kunt selecteren. Raak c aan om terug te
bladeren in het display.
6 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
7 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het toestel is verwijderd. Als de disc
weer in het toestel wordt geplaatst, wordt de
bijbehorende titel opgeroepen.
! Nadat gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste over-
schrijven.
CDs afspelen
Nl
47
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmentti-
tels op een CD TEXT-disc. U kunt één van deze
titels selecteren voor afspelen.
1 Raak T.LIST aan op het functiemenu.
2 Raak
of aan om tussen de lijsten
met titels te schakelen.
3 Raak de gewenste fragmenttitel aan.
Dat fragment zal dan worden afgespeeld.
CDs afspelen
Nl
48
Hoofdstuk
09
Naar MP3/WMA luisteren
1
4
5
2
3
7
6
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een MP3/WMA met uw ingebouwde DVD-spe-
ler. Vanaf bladzijde 52 wordt de meer geavan-
ceerde bediening voor het afspelen van MP3/
WMA uitgelegd.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Media-indicator
MP3 of WMA verschijnt afhankelijk van het
bestandsformaat dat wordt afgespeeld.
Als u discs met MP3/WMA-bestanden en
audiogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE CDs afspeelt, wordt MIX
weergegeven.
3 Mapnummerindicator
Deze geeft aan welk mapnummer op het
moment wordt afgespeeld.
4 Nummerindicator fragment
Deze geeft aan welk fragment (bestand) er
op het moment wordt afgespeeld.
5 Afspeeltijdindicator
Deze geeft de verstreken tijd van het spe-
lende fragment (bestand) aan.
6 Mapnaamindicator
Deze toont de naam van de map die nu
wordt afgespeeld.
7 Herhalingsindicator
Deze toont het geselecteerde bereik voor
herhaalde weergave.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geplaatst,
kunt u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Plaats
een disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 16.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak een fragmenttitel in de lijst aan
om een fragment te selecteren.
Het geselecteerde fragment wordt dan afge-
speeld.
# Raak LIST aan als de lijst met titels niet wordt
weergegeven.
4 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o eenmaal
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op de toets c of d te drukken.
5 Blijf o of p aanraken om snel voor-
uit of achteruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
de toets c of d ingedrukt te houden.
# Bij snel vooruit of achteruit hoort u geen ge-
luid.
MP3/WMA afspelen
Nl
49
Hoofdstuk
10
MP3/WMA afspelen
# Dit snel vooruit en achteruit gaan geldt alleen
voor het bestand dat nu wordt afgespeeld. Deze
handeling wordt geannuleerd als het vorige of
volgende bestand wordt bereikt.
6 Raak om een map te selecteren aan
om de bovenliggende map weer te geven
en raak de gewenste mapnaam in de lijst
aan.
# Houd 001 ingedrukt om terug te keren naar
map BAND/ESC (ROOT). Als de map 001 (ROOT)
geen bestanden bevat, begint het afspelen bij
map 002.
# Met de toetsen a en b kunt u ook een map
selecteren.
# U kunt een map niet selecteren als er geen
MP3/WMA-bestand in staat.
Opmerkingen
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen beide
typen alleen afspelen door tussen MP3/WMA
en CD-DA over te schakelen door MEDIA aan
te raken of door op BAND/ESC te drukken. U
kunt deze functie alleen gebruiken wanneer
de disc wordt afgespeeld.
! Als u bent overgeschakeld van MP3/WMA-be-
standen naar audiogegevens-CDs (CD-DA),
begint de CD bij het eerste fragment te spe-
len.
! Deze DVD-speler kan een MP3/WMA-bestand
op CD-ROM afspelen. (Raadpleeg bladzijde
113 voor bestanden die kunnen worden afge-
speeld.)
! Er zit soms een vertraging tussen het starten
van de CD en de weergave van het geluid. Tij-
dens het inlezen wordt FORMAT READ op het
display weergegeven.
! De fragmenten worden in de volgorde van de
bestandsnummers afgespeeld. Als mappen
geen bestanden bevatten, worden ze overge-
slagen. (Als de map 001 (ROOT) geen bestan-
den bevat, begint het afspelen bij map 002.)
! Dit toestel kan geen WMA-bestanden afspelen
die als VBR (variabele bitsnelheid) zijn opge-
nomen.
! Als u bestanden die zijn opgenomen als VBR-
bestanden (variabele bitsnelheid) afspeelt,
wordt de afspeeltijd niet juist weergegeven als
snel vooruit of achteruit wordt gebruikt.
! Als de disc in het toestel geen bestanden
bevat die kunnen worden afgespeeld, wordt
NON-PLAYABLE DISC weergegeven.
! Als u een MP3/WMA-disc afspeelt met meer
dan 192 fragmenten, verschijnt voor de frag-
menten 193 en verder READY in het display in
plaats van de titel van het fragment. De titels
van die fragmenten worden tijdens het afspe-
len op de informatiebalk weergegeven.
! Als de disc in het toestel WMA-bestanden die
zijn beschermd door digital rights manage-
ment (DRM) bevat, wordt TRK SKIPPED weer-
gegeven terwijl het beschermde bestand
wordt overgeslagen.
! Als alle bestanden op de disc in het toestel
met DRM zijn beschermd, wordt PROTECT
weergegeven.
! Als een disc zowel WMA-bestanden die door
DRM worden beschermd als audiogegevens
(CD-DA) bevat, kunnen beide typen niet ver-
wisseld worden. In dat geval worden alleen de
audiogegevens afgespeeld.
! Bij snel vooruit of achteruit hoort u geen ge-
luid.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van MP3/WMA stopt door
g aan te raken, wordt de locatie op de disc opge-
slagen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer
begint.
# Als u verder wilt met het afspelen van de disc,
raakt u f aan.
MP3/WMA afspelen
Nl
50
Hoofdstuk
10
Afspelen van MP3/WMA
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
PAUSE zal op het display verschijnen. Het af-
spelen van het huidige fragment wordt onder-
broken.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
De informatielijst van MP3/
WMA-bestanden weergeven
Informatie die op een MP3/WMA-disc is vast-
gelegd, kan worden weergegeven.
% Raak
aan om de informatielijst van
het MP3/WMA-bestand dat wordt afge-
speeld weer te geven.
! ALBUM (albumtitel)
! TRACK (fragmenttitel)
! FOLDER (mapnaam)
! FILE (bestandsnaam)
! ARTIST (naam artiest)
! GENRE (genre)
! YEAR (jaar)
# Als u WMA-bestanden afspeelt, worden al-
bumtitel, genre en jaar leeg gelaten.
# Als bepaalde gegevens niet in een MP3/WMA-
bestand zijn vastgelegd, worden die leeg gelaten.
# Afhankelijk van de versie van ID3 of Windows
Media Player, kan het voorkomen dat de informa-
tie niet juist wordt weergegeven.
Tekstinformatie op een MP3/
WMA-CD weergeven
Tekstinformatie die op een MP3/WMA-disc is
vastgelegd kan op de informatiebalk worden
weergegeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha-
kelen tussen de volgende instellingen:
Folder (mapnaam)File (bestandsnaam)
T.Title (fragmenttitel)Artist (artiestnaam)
Album (albumtitel)Comment (opmer-
king)Bit Rate (bitsnelheid)
# Als u WMA-bestanden afspeelt, worden al-
bumtitel en opmerkingen niet weergegeven.
# Als er een lijst met mappen/bestanden wordt
weergegeven, wordt als u LIST aanraakt, Current
(map die nu wordt afgespeeld) weergegeven in
plaats van Folder.
# Als u MP3-bestanden afspeelt die zijn opgeno-
men als VBR (variabele bitsnelheid), wordt de
waarde van de bitsnelheid niet weergegeven, ook
niet als u overschakelt naar bitsnelheid. (VBR
wordt weergegeven.)
# Als bepaalde gegevens niet op een MP3/
WMA-disc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het
display verschijnen (bijv. NO ARTIST NAME).
De tekstinformatie op het
display verschuiven
Dit toestel kan alleen de eerste 19 letters van
Folder, File, T.Title, Artist, Album en
Comment op de informatiebalk weergeven.
Als de vastgelegde informatie langer is dan 19
letters, kunt u de tekst naar links schuiven
zodat u de rest van de tekstinformatie kunt
zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de
tekstinformatie naar links begint te schui-
ven.
De rest van de tekstinformatie zal op het dis-
play verschijnen.
MP3/WMA afspelen
Nl
51
Hoofdstuk
10
MP3/WMA afspelen
Inleiding voor de
geavanceerde bediening
van de ingebouwde DVD-
speler (MP3/WMA)
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het af-
speeldisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaald afspelen
Voor het afspelen van MP3/WMA zijn er drie
bereiken voor herhaalde weergave: FOLDER
(herhaling map), TRACK (herhaling fragment)
en DISC (herhaling alle fragmenten).
% Raak REPEAT op het functiemenu aan
om herhaalbereik te selecteren.
! FOLDER Herhaal de huidige map
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC Herhaal alle fragmenten
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het bereik voor de her-
haalde weergave gewijzigd in DISC.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in FOLDER.
! Als FOLDER is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) afspeelt, valt de herha-
ling binnen het bereik van het huidige
gegevenstype, zelfs als DISC is
geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave, FOLDER en DISC in willekeurige
volgorde laten afspelen.
1 Het herhaalbereik selecteren.
Raadpleeg Herhaald afspelen op deze blad-
zijde.
MP3/WMA afspelen
Nl
52
Hoofdstuk
10
2 Raak RANDOM op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
Fragmenten worden in willekeurige volgorde
afgespeeld binnen het hiervoor geselecteerde
bereik, FOLDER of DISC.
# Raak RANDOM nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
Mappen en fragmenten
scannen
Als u FOLDER gebruikt, worden de eerste 10
seconden van elk fragment in de geselec-
teerde map afgespeeld. Als u DISC gebruikt,
worden de eerste 10 seconden van het eerste
fragment in elke map afgespeeld.
1 Het herhaalbereik selecteren.
Raadpleeg Herhaald afspelen op de vorige
bladzijde.
2 Raak SCAN op het functiemenu aan om
de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige map (of het eerste fragment van
elke map) worden afgespeeld.
3 Raak SCAN nogmaals aan als u het ge-
wenste fragment (of de gewenste map)
heeft gevonden.
Opmerking
Wanneer het scannen van het fragment of de
map is afgelopen, zal de normale weergave van
de fragmenten opnieuw beginnen.
MP3/WMA afspelen
Nl
53
Hoofdstuk
10
MP3/WMA afspelen
Naar een CD luisteren
1
3
4
2
5
U kunt via dit toestel een apart verkrijgbare
multi-CD-speler bedienen.
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met de multi-CD-speler. Vanaf blad-
zijde 56 wordt de meer geavanceerde bedie-
ning voor het afspelen van CDs uitgelegd.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Discnummerindicator
Deze geeft aan welke disc er op het moment
afgespeeld wordt.
3 Nummerindicator fragment
Deze toont welk fragment er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Afspeeltijdindicator
Deze geeft de verstreken speeltijd van het
spelende fragment aan.
5 Disclijstweergave
Deze toont de titellijst van de disc.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna M-CD aan om de multi-CD-speler te
selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak een disctitel in de lijst aan om het
afspelen te starten.
De titels van de discs die u kunt afspelen wor-
den gemarkeerd. Als u een disc die op 7 tot en
met 12 staat wilt selecteren, kunt u
of
aanraken om 0712 weer te geven.
# Als de disctitels 01-06 of 07-12 niet worden
weergegeven, kunt u ze weergeven door LIST aan
te raken.
# U kunt ook een disc selecteren met de toetsen
a/b.
4 Raak c of d aan om naar het vorige of
volgende fragment te gaan.
Als u d aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u c eenmaal aan-
raakt, gaat u naar het begin van het huidige
fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar een ander fragment gaan
door op de toets c of d te drukken.
5 Blijf c of d aanraken om snel vooruit
of achteruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
de toets c of d ingedrukt te houden.
Opmerkingen
! Wanneer de multi-CD-speler klaar is met de
voorbereidingen, zal READY op het display
verschijnen.
! Wanneer er een foutmelding als ERROR-02
wordt weergegeven, raadpleeg dan de gebrui-
kershandleiding van de multi-CD-speler.
Multi-CD-speler
Nl
54
Hoofdstuk
11
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-CD-speler zitten, zal NO DISC op het dis-
play verschijnen.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
PAUSE zal op het display verschijnen. Het af-
spelen van het huidige fragment wordt onder-
broken.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
CD TEXT-functies gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een voor CD TEXT geschikte multi-CD-speler.
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
bepaalde informatie op de disc vastgelegd.
Deze discs kunnen informatie als de CD-titel,
fragmenttitels, de naam van de artiest en de
afspeeltijd bevatten en worden CD TEXT-discs
genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde
CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande
functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
Tekstinformatie die op een CD TEXT-disc is
vastgelegd kan op de informatiebalk worden
weergegeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha-
kelen tussen de volgende instellingen:
D.Title (disctitel)D.Artist (naam artiest
disc)T.Title (fragmenttitel)T.Artist (naam
artiest fragment)
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXT-
disc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het dis-
play verschijnen (bijv. NO T.ARTIST NAME).
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan alleen de eerste 19 letters van
D.Title, D.Artist, T.Title en T.Artist op de in-
formatiebalk weergeven. Als de vastgelegde
informatie langer is dan 19 letters, kunt u de
tekst naar links schuiven zodat u de rest van
de titel kunt zien.
% Houd DISP ingedrukt totdat de titel
naar links begint te schuiven.
De rest van de titel zal op het display ver-
schijnen.
Multi-CD-speler met 50 discs
Voor multi-CD-spelers voor 50 discs worden al-
leen de functies die in deze handleiding zijn
beschreven ondersteund.
Dit toestel is niet ontworpen voor de bediening
van disctitellijstfuncties met een multi-CD-spe-
ler voor 50 discs.
Multi-CD-speler
Nl
55
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Inleiding voor
geavanceerde bediening
van de multi-CD-speler
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het af-
speeldisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaald afspelen
Er zijn drie bereiken voor herhaalde weergave
voor de multi-CD-speler. M-CD (herhaling
multi-CD-speler), TRACK (herhaling fragment)
en DISC (herhaling disc).
% Raak REPEAT op het functiemenu aan
om herhaalbereik te selecteren.
! M-CD Alle discs in de multi-CD-speler
worden herhaald
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in M-CD.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave, M-CD en DISC in willekeurige volg-
orde laten afspelen.
1 Het herhaalbereik selecteren.
Raadpleeg Herhaald afspelen op deze blad-
zijde.
2 Raak RANDOM op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
Fragmenten worden in willekeurige volgorde
afgespeeld binnen het hiervoor geselecteerde
bereik, M-CD of DISC.
# Raak RANDOM nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
Multi-CD-speler
Nl
56
Hoofdstuk
11
CDs en fragmenten scannen
Als u DISC gebruikt, worden de eerste 10 se-
conden van elk fragment op de geselecteerde
disc afgespeeld. Als u M-CD gebruikt, worden
de eerste 10 seconden van het eerste fragment
op elke CD afgespeeld.
1 Het herhaalbereik selecteren.
Raadpleeg Herhaald afspelen op de vorige
bladzijde.
2 Raak SCAN op het functiemenu aan om
de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige disc (of het eerste fragment van
elke disc) worden afgespeeld.
3 Raak SCAN nogmaals aan als u het ge-
wenste fragment (of de gewenste disc)
heeft gevonden.
Opmerking
Wanneer het scannen van de fragmenten of de
discs is afgelopen, zullen de fragmenten opnieuw
normaal worden afgespeeld.
ITS-speellijsten gebruiken
Met ITS (instant track selection) kunt u een
speellijst met uw favoriete fragmenten samen-
stellen van de discs die in het magazijn van de
multi-CD-speler zij geplaatst. Als u uw favorie-
te fragmenten aan de speellijst heeft toege-
voegd, kunt u ITS-weergave inschakelen om
de geselecteerde fragmenten af te spelen.
Speellijst met ITS-
programmering maken
U kunt ITS gebruiken om maximaal 99 frag-
menten per disc, tot 100 discs (met de discti-
tels) in te voeren en af te spelen. (Bij multi-CD-
spelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650
zijn verkocht, kunnen maximaal 24 fragmen-
ten in de speellijst worden opgeslagen.)
1 Laat een CD spelen die u wilt program-
meren.
Raak a of b aan en selecteer de CD.
2 Raak NEXT aan op het functiemenu.
3 Raak ITS MEMO aan.
4 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste fragment.
5 Raak MEMORYa aan om het huidige
fragment in de speellijst op te slaan.
MEMORY wordt weergegeven en de huidige
selectie wordt aan uw speellijst toegevoegd.
Het display toont daarna weer het fragment-
nummer.
Opmerking
Nadat gegevens voor 100 discs in het geheugen
zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een nieuwe
disc de gegevens van de oudste overschrijven.
ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u naar de fragmenten
die u in uw ITS-speellijst heeft ingevoerd luiste-
ren. Als u ITS-weergave inschakelt, worden de
fragmenten uit uw ITS-lijst in de multi-CD-spe-
ler afgespeeld.
1 Het herhaalbereik selecteren.
Raadpleeg Herhaald afspelen op de vorige
bladzijde.
2 Raak NEXT aan op het functiemenu.
Multi-CD-speler
Nl
57
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
3 Raak ITS PLAY aan om de ITS-weergave
in te schakelen.
Het afspelen begint met de fragmenten van
uw speellijst binnen de eerder geselecteerde
bereiken M-CD of DISC.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik
voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, ver-
schijnt ITS EMPTY.
# Raak ITS PLAY nogmaals aan als u de ITS-
weergave wilt uitschakelen.
Fragment van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u een fragment uit de ITS-speellijst wilt ver-
wijderen, moet ITS-afspelen zijn ingeschakeld.
Als ITS-afspelen al is ingeschakeld, kunt u
naar stap 2.
1 Laat de CD spelen waarvan u een frag-
ment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen
en schakel ITS-afspelen in.
Raadpleeg ITS-speellijst afspelen op de vorige
bladzijde.
2 Raak NEXT aan op het functiemenu.
3 Raak ITS MEMO aan.
4 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste fragment.
5 Raak CLEARb aan om het fragment uit
de ITS-speellijst te verwijderen.
De huidige selectie wordt uit de ITS-speellijst
verwijderd en het volgende fragment van uw
ITS-speellijst begint.
# Als er geen fragmenten uit uw speellijst bin-
nen het huidige bereik vallen, wordt ITS EMPTY
weergegeven en begint de disc normaal af te spe-
len.
CD van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u alle fragmenten van een CD uit de ITS-
speellijst wilt verwijderen, moet ITS-afspelen
zijn uitgeschakeld.
1 Laat de CD spelen die u wilt verwijde-
ren.
Raak a of b aan en selecteer de CD.
2 Raak NEXT aan op het functiemenu.
3 Raak ITS MEMO aan.
4 Raak CLEARb aan om alle fragmenten
van de huidige CD uit de ITS-speellijst te
verwijderen.
ITS CLEAR wordt weergegeven en alle frag-
menten van de spelende CD worden uit de
speellijst verwijderd.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren voor weergave op de
informatiebalk. Hierdoor kunt u eenvoudig
naar een disc zoeken en deze afspelen.
Disctitels invoeren
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om
maximaal 100 CD-titels (met ITS-speellijst) in
de multi-CD-speler op te slaan. Een titel kan
maximaal 10 tekens lang zijn.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een met
CD TEXT compatibele multi-CD-speler, kunt
u T. EDIT niet inschakelen. De disctitel is
namelijk al op een CD TEXT-disc vastge-
legd.
Multi-CD-speler
Nl
58
Hoofdstuk
11
1 Speel de CD af waarvoor u een titel
wilt invoeren.
Raak a of b aan en selecteer de CD.
2 Raak T. EDIT aan op het functiemenu.
3 Raak ABC aan en selecteer het gewen-
ste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt cijfers en symbolen invoeren door 123
aan te raken.
4 Raak a of b aan en selecteer een letter
uit het alfabet.
Telkens als u a aanraakt, verschijnt er een let-
ter van het alfabet in de volgorde A B C ... X Y
Z, cijfers en symbolen in de volgorde 1 2 3 ... |
. Telkens als u b aanraakt, verschijnt er een
letter in de omgekeerde volgorde, zoals ZYX
... C B A.
5 Raak d aan om de cursor naar de vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display ver-
schijnt, raakt u d aan om de cursor op de vol-
gende positie te zetten waarna u de volgende
letter kunt selecteren. Raak c aan om terug te
bladeren in het display.
6 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
7 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het magazijn is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 100 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste over-
schrijven.
Fragmenten uit de lijst met
fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmentti-
tels op een CD TEXT-disc. U kunt één van deze
titels selecteren voor afspelen.
1 Raak T.LIST aan op het functiemenu.
2 Raak
of aan om tussen de lijsten
met titels te schakelen.
3 Raak de gewenste fragmenttitel aan.
Dat fragment zal dan worden afgespeeld.
Compressie en extra
basversterking gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een daarvoor geschikte multi-CD-speler.
Multi-CD-speler
Nl
59
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Met de functies COMP (compressie) en DBE
(Dynamic Bass Emphasis) kunt u de geluids-
kwaliteit van de multi-CD-speler aanpassen.
Beide functies worden in twee stappen afge-
steld. Gebruik de COMP-functie voor een be-
tere balans van de hardere en zachtere
geluiden bij hoge volumes. DBE regelt de ni-
veaus van de lage tonen zodat het geluid voller
klinkt. Luister naar de effecten terwijl u ze uit-
probeert en gebruik het effect dat de weergave
van het fragment of de CD waarnaar u luistert
het best weergeeft.
% Raak COMP op het functiemenu aan
om uw favoriete instelling te selecteren.
Raak COMP herhaaldelijk aan om te schake-
len tussen de volgende instellingen:
COMP OFFCOMP 1COMP 2
COMP OFFDBE 1DBE 2
# Als uw multi-CD-speler niet geschikt is voor
de COMP/DBE-functies, zal NOCOMP op het dis-
play verschijnen wanneer u deze functie
selecteert.
Multi-CD-speler
Nl
60
Hoofdstuk
11
Naar de DAB-tuner luisteren
1
3
4
2
5
6
a
7
8
9
c
b
d
U kunt via dit toestel een apart verkrijgbare
DAB-tuner (GEX-P700DAB) bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning van de DAB-tuner de bedieningshandlei-
ding. In dit deel wordt informatie gegeven over
de bediening van de DAB-tuner met dit toe-
stel, waar die afwijkt van wat er in de handlei-
ding van de DAB-tuner staat.
! Dit toestel heeft geen taalfilterfunctie.
! Met dit toestel beschikt u over drie extra
functies: beschikbare servicelijst, PTY zoe-
ken en opslaan en opvragen van het dyna-
misch label.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de DAB-tuner
is afgestemd.
3 Servicelabelindicator
Deze geeft de service aan waarop de DAB-
tuner is afgestemd.
4 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
5 WEATHER-indicator
Deze geeft aan wanneer er een weerbericht
wordt ontvangen.
6 TEXT-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een dynamisch label heeft.
7 TRAFFIC-indicator
Deze geeft aan of er een verkeersbericht is
ontvangen.
8 NEWS-indicator
Deze geeft aan of er een nieuwsbericht is
ontvangen.
9 ANNOUNCE-indicator
Deze geeft aan wanneer er een bericht
wordt ontvangen.
a Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
b EXTRA-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een Secondary Service Component
heeft.
c NET-indicator
Deze geeft aan of de functie service opvol-
gen aan staat.
d DAB-indicator
Deze geeft aan wanneer DAB-ontvangst mo-
gelijk is.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DAB aan om de DAB te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
DAB-tuner
Nl
61
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
3 Raak BAND aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak BAND aan totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen; DAB1,
DAB2 of DAB3.
4 Raak om een voorkeuzeservice uit de
lijst te selecteren de gewenste servicenaam
aan.
De voorkeuzeservice die u heeft geselecteerd
wordt afgestemd.
# Raak LIST aan als de lijst met voorkeuzeservi-
ces niet wordt weergegeven.
5 Raak c of d kort aan om een service te
selecteren.
# U kunt ook met de toetsen c en d een service
selecteren.
6 Om een eenheid te selecteren raakt u c
of d ongeveer een seconde aan.
# U kunt het zoeken naar een eenheid annule-
ren door c of d kort aan te raken.
# Door de toetsen c en d ingedrukt te houden
kunt u ook zoeken naar een eenheid.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
DAB-display overschakelen
Labels kunnen op de informatiebalk worden
weergegeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha-
kelen tussen de volgende instellingen:
Service L (servicelabel)Component (servi-
cecomponentlabel)DLS (dynamisch label)
Ensemble (eenheidlabel)PTY(PTY-label)
Opmerking
Als een servicecomponent geen servicecompo-
nentlabel, dynamisch label of PTY-label heeft, is
het niet mogelijk Component, DLS en PTY in te
schakelen.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
% Wanneer u heeft afgestemd op een ser-
vice die u in het geheugen wilt opslaan,
blijft u één van de voorkeuzetoetsen
P1P6 aanraken tot het voorkeuzenum-
mer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde ser-
vice is in het geheugen opgeslagen.
De volgende keer dat u dezelfde voorkeuzet-
oets aanraakt, zal de opgeslagen service uit
het geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P1P6 niet worden weergegeven, kunt u
ze weergeven door LIST aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 services, zes voor elk
van de drie frequentiebanden, in het geheu-
gen worden opgeslagen.
! U kunt ook de toetsen a en b gebruiken om
de services die onder de voorkeuzetoetsen
P1P6 staan op te roepen.
DAB-tuner
Nl
62
Hoofdstuk
12
Dynamisch label gebruiken
Dynamisch label weergeven
1 Raak TEXT aan om het dynamische
label weer te geven.
# U kunt de weergave van het dynamische label
annuleren door ESC aan te raken of op
BAND/ESC te drukken.
# Als er geen dynamisch label wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Raak PREV of NEXT aan om de meest
recente dynamische labels op te roepen.
Als u PREV of NEXT aanraakt, kunt u schake-
len tussen het huidige dynamische label en de
drie vorige dynamische labels.
# Als er geen dynamische labelgegevens in het
geheugen zijn opgeslagen, zal het display niet
veranderen.
Dynamisch label opslaan en
oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes uitzendin-
gen van dynamische labels opslaan onder de
toetsen 16.
1 Laat het dynamisch label dat u in het
geheugen wilt opslaan op het display ver-
schijnen.
Raadpleeg Dynamisch label weergeven op
deze bladzijde.
2 Houd één van de toetsen 16 ingedrukt
om het geselecteerde dynamische label op
te slaan.
Het geheugennummer zal op het display ver-
schijnen en het geselecteerde dynamisch
label zal worden opgeslagen in het geheugen.
Als u de volgende keer op dezelfde toets drukt
in de dynamische labelweergave, zal de eerder
opgeslagen tekst uit het geheugen worden op-
geroepen.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functie
van de DAB-tuner
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het nor-
male display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar de frequentieweergave.
Onderbreking van de bericht-
ondersteuning instellen
1 Raak AS aan op het functiemenu.
DAB-tuner
Nl
63
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
2 Raak a of b aan om de gewenste be-
richtondersteuning te selecteren.
Raak a aan en selecteer ANNOUNCE (be-
richt). Raak b aan en selecteer WEATHER (re-
gionaal weerbericht).
3 Raak c aan om de onderbreking van de
geselecteerde berichtondersteuning in te
schakelen.
# Raak d aan om de onderbreking van de gese-
lecteerde berichtondersteuning uit te schakelen.
Verkeersflitsen en
transportflitsen ontvangen
1 Druk op TA/NEWS om de verkeersflits
en de transportflits in te schakelen.
dTRFC of T zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op TA/NEWS om de verkeers-
flits en de transportflits uit te schakelen.
2 Druk op TA/NEWS terwijl de verkeers-
flits en de transportflits worden ontvangen
om de onderbreking door het bericht te an-
nuleren.
Nieuwsflits ontvangen
% Druk op TA/NEWS en houd de toets in-
gedrukt om de nieuwsflits in te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Druk op TA/NEWS en houd deze toets op-
nieuw ingedrukt om de nieuwsflits uit te
schakelen.
Services uit de beschikbare
servicelijst selecteren
De beschikbare servicelijst toont de lijst met
beschikbare services waaruit u er één kunt kie-
zen als de huidige ontvangen eenheid meer-
dere services heeft.
1 Raak SL LST aan op het functiemenu.
2 Raak NEXT of PREV aan om tussen de
lijsten met beschikbare services over te
schakelen.
3 Raak de gewenste beschikbare service
aan.
Uw keuze zal beginnen met ontvangen.
Services via beschikbare
PTY-informatie zoeken
Met beschikbare PTY zoeken kunt u de lijst
met beschikbare PTYs in de huidige eenheid
oproepen en één ervan selecteren voor ont-
vangst.
! Als er geen beschikbare PTY in de huidige
eenheid is, kunt u niet overschakelen naar
de beschikbare PTY zoekmethode.
! Beschikbare PTY zoeken verschilt van PTY
zoeken. Met dit toestel heeft u enkel de be-
schikking over beschikbare PTY zoeken.
1 Raak PTY SEARCH aan op het functie-
menu.
2 Raak de gewenste beschikbare PTYaan
om PTY-zoeken te starten.
DAB ontvangt de gewenste PTY-service.
Opmerkingen
! De weergegeven PTY-methode is smal. De
brede methode kan niet worden geselecteerd
als DAB de bron is.
! Als er geen service met het geselecteerde pro-
grammatype is, wordt NOT FOUND ongeveer
twee seconden weergegeven. Daarna gaat de
DAB terug naar de vorige service.
DAB-tuner
Nl
64
Hoofdstuk
12
Naar primaire of secundaire
servicecomponent
overschakelen
1 Raak PR/2nd aan op het functiemenu.
2 Raak c of d aan om de gewenste servi-
cecomponent te selecteren.
Naar Service opvolgen
overschakelen
% Raak SF op het functiemenu aan om
service opvolgen in te schakelen.
# Raak SF nogmaals aan als u service opvolgen
wilt uitschakelen.
DAB-tuner
Nl
65
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
Televisie kijken
1
3
4
2
5
U kunt via dit toestel een apart verkrijgbare TV-
tuner (bijv. GEX-P5700TV(P)) bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de bedieningshandleiding van de TV-
tuner. In dit deel geven wij u informatie over de
bediening van de TV-tuner met dit toestel die
afwijkt van wat er in de handleiding van de TV-
tuner staat.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke frequentieband de
TV-tuner is afgestemd.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
4 Zenderindicator
Deze geeft aan op welke zender de TV-tuner
is afgestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TV aan om de TV te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak BAND aan totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen; TV1 of
TV2.
4 Raak om een voorkeuzezender uit de
lijst te selecteren de gewenste zender aan.
De voorkeuzezender die u heeft geselecteerd
wordt afgestemd.
# Raak LIST aan als de lijst met voorkeuzezen-
ders niet wordt weergegeven.
5 Raak c of d even aan om handmatig af
te stemmen.
De zenders worden stap voor stap verhoogd of
verlaagd.
# Door de toetsen c en d in te drukken kunt u
ook handmatig afstemmen.
6 Om automatisch afstemmen te gebrui-
ken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de zenders afzoeken tot er
een uitzending gevonden wordt die sterk ge-
noeg is voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d even aan te raken.
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint zodra
u de toetsen loslaat.
# Door de toetsen c en d ingedrukt te houden
kunt u ook automatisch afstemmen.
TV-tuner
Nl
66
Hoofdstuk
13
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Zenders opslaan en oproepen
Als u één van de voorkeuzetoetsen P1P12
aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal 12
zenders opslaan zodat u deze later weer kunt
oproepen door de bijbehorende toets aan te
raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een
zender die u in het geheugen wilt opslaan,
blijft u één van de voorkeuzetoetsen
P1P12 aanraken tot het voorkeuzenum-
mer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde
zender is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt,
zal de opgeslagen zender uit het geheugen
worden opgeroepen.
# Als u wilt schakelen tussen P1P6 en
P7P12, raakt u PREV of NEXT aan.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P1P6 en P7P12 niet worden weerge-
geven, kunt u ze weergeven door LIST aan te
raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 24 zenders, 12 voor elke
TV-band, in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook a en b gebruiken om zenders die
onder de voorkeuzetoetsen P1P12 staan op
te roepen.
Inleiding tot de bediening
van de geavanceerde
functies van de TV-tuner
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Druk op ESC om terug te keren naar het TV-
beeld.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar het TV-beeld.
TV-tuner
Nl
67
Hoofdstuk
13
TV-tuner
Sterkste zenders op
volgorde opslaan
% Raak BSSM op het functiemenu aan om
BSSM (Best Stations Sequence Memory) in
te schakelen.
BSSM begint te knipperen. Terwijl BSSM knip-
pert, worden de 12 sterkste tv-zenders opgesla-
gen, te beginnen met de laagste zender. Als
dit voltooid is, verdwijnt BSSM.
# Raak BSSM nogmaals aan om het opslaan te
annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSSM-functie opge-
slagen zenders, de eerder door uzelf onder de
toetsen P1P12 opgeslagen zenders ver-
vangen.
Landengroep selecteren
1 Raak COUNTRY (CNTRY) aan op het
functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer de land-
engroep.
Raak c of d aan totdat de gewenste landeng-
roep in het display verschijnt.
COUNTRY 1 (CCIR-zender)COUNTRY 2
(Italië-zender)COUNTRY 3 (G.B. zender)
COUNTRY 4 (OIRT-zender)
TV-tuner
Nl
68
Hoofdstuk
13
Disc afspelen
1
3
5
6
2
4
7
U kunt via dit toestel een apart verkrijgbare
DVD-speler of multi-DVD-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de handleiding van de DVD-speler of de
multi-DVD-speler. In dit deel geven wij u infor-
matie over de bediening van de DVD-speler
met dit toestel die afwijkt van wat er in de
handleiding van de DVD-speler of multi-DVD-
speler staat.
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Disc-type-indicator
Deze geeft het type disc aan dat nu speelt.
3 Discnummerindicator
Deze geeft de disc aan die nu speelt bij een
multi-DVD-speler.
4 Titelnummerindicator
Deze geeft de titel aan die nu speelt bij het
afspelen van een DVD-video.
5 Hoofdstuk-/fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk hoofdstuk/fragment er
op het moment wordt afgespeeld.
6 Afspeeltijdindicator
Deze geeft de verstreken tijd van het spe-
lende hoofdstuk/fragment aan.
7 Disclijstweergave
Deze toont de titellijst van de disc.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna S-DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak c of d kort aan om naar het vo-
rige of volgende hoofdstuk/fragment te
gaan.
# U kunt ook naar een ander hoofdstuk gaan
door op de toets c of d te drukken.
4 Blijf c of d aanraken om snel vooruit
of achteruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
de toets c of d ingedrukt te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aan-
gesloten.
% Raak een disctitel in de lijst aan om het
afspelen te starten.
De titels van de discs die u kunt afspelen wor-
den gemarkeerd.
DVD-speler
Nl
69
Hoofdstuk
14
DVD-speler
# Raak LIST aan als de lijst met titels niet wordt
weergegeven.
# Met de toetsen a en b kunt u ook een disc
selecteren.
Het afspelen van een disc
onderbreken
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt weergegeven en het af-
spelen worden onderbroken, zodat u naar een
stilstaand beeld kijkt.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functies
van de DVD-speler
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-
ruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaald afspelen
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
DVD-speler
Nl
70
Hoofdstuk
14
% Raak REPEAT op het functiemenu aan
om herhaalbereik te selecteren.
Tijdens het afspelen van een DVD-video
! TITLE Alleen de huidige titel wordt her-
haald
! CHPTR Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Tijdens het afspelen van een Video-CD of
CD
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
% Raak RANDOM op het functiemenu aan
om de willekeurige weergave in te schake-
len.
De fragmenten worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Raak RANDOM nogmaals aan als u de wille-
keurige weergave wilt uitschakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
1 Raak SCAN op het functiemenu aan om
de scanweergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor-
den afgespeeld.
2 Raak SCAN nogmaals aan als u het ge-
wenste fragment heeft gevonden.
Opmerking
Wanneer het scannen van de CD is afgelopen, zal
de normale weergave van de fragmenten op-
nieuw beginnen.
ITS-speellijsten gebruiken
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een multi-DVD-speler op het toestel is
aangesloten.
! Deze functie verschilt weinig van de ITS-
weergave met een multi-CD-speler. Bij een
multi-DVD-speler is ITS-weergave alleen
van toepassing op het afspelen van CDs.
Raadpleeg ITS-speellijsten gebruiken op
bladzijde 57 voor meer informatie.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. Hier-
door kunt u eenvoudig naar een disc zoeken
en deze laten afspelen.
Disctitels invoeren
U kunt CD-titels van maximaal 10 letters in de
multi-DVD-speler invoeren. Raadpleeg Func-
ties voor disctitels gebruiken op bladzijde 58
voor meer informatie betreffende de bedie-
ning.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aan-
gesloten.
DVD-speler
Nl
71
Hoofdstuk
14
DVD-speler
Naar songs op de iPod
luisteren
1
3
2
4
6
5
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge-
selecteerd.
2 Nummerindicator voor song
Toont het nummer van de song die wordt af-
gespeeld in de geselecteerde lijst.
3 Afspeeltijdindicator
Deze toont de verstreken speeltijd van de
huidige song.
4 Songtitelindicator
Deze toont de titel van de song die wordt af-
gespeeld.
5 Herhalingsindicator
Deze geeft aan of de herhaalde weergave
voor de huidige song is geselecteerd.
6 RDM-indicator
Deze geeft aan of willekeurig afspelen op
TRACK of ALBUM is ingesteld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna iPod aan om de iPod te selecteren.
# U kunt de iPod ook als bron selecteren door
herhaaldelijk op SOURCE te drukken.
# Als de iPod niet op dit toestel is aangesloten,
kunt u de iPod niet als bron selecteren.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar de vorige
of volgende song te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
de volgende song. Als u o één keer aan-
raakt, gaat u naar het begin van de huidige
song. Als u de toets nogmaals aanraakt, gaat
u naar de vorige song.
# U kunt ook naar een andere song gaan door
op c of d te drukken.
4 Blijf o of p aanraken om snel voor-
uit of achteruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit gaan door
c of d ingedrukt te houden.
Opmerking
Als het afspelen wordt onderbroken, raak dan
TOP aan en verfijn uw zoekopdracht naar een
song.
Naar een song bladeren
Om het bedienen van de iPod en het zoeken
naar songs op de iPod eenvoudig te houden,
is ernaar gestreefd de bediening van dit toestel
zoveel mogelijk te laten lijken op de bediening
van de iPod zelf.
1 Raak TOP aan om het hoofdmenu weer
te geven.
2 Raak de categorie aan waarin u naar
een song wilt zoeken.
! PLAYLISTS (speellijsten)
! GENRES (genres)
! ARTISTS (artiesten)
Songs op de iPod afspelen
Nl
72
Hoofdstuk
15
! ALBUMS (albums)
! SONGS (songs)
3 Raak de titel van de lijst aan die u wilt
afspelen.
Herhaal dit totdat u de gewenste song hebt ge-
vonden.
# U kunt het afspelen van alle songs in de gese-
lecteerde lijst (GENRES, ARTISTS of ALBUMS)
starten. Raak daartoe enige tijd de lijsttitel in de
lijst aan.
# Raak
aan om naar de volgende groep met
lijsttitels te gaan.
# Raak
aan om naar de vorige groep met lijst-
titels te gaan.
# Raak
aan om terug te keren naar het vorige
menu.
# Raak TOP aan om naar het hoofdmenu van
lijsten zoeken te gaan.
Een song onderbreken
Met de Pauze-toets kunt u de weergave van
een song tijdelijk onderbreken.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
PAUSE zal op het display verschijnen.
# Om het afspelen vanaf het punt waarop u
bent gestopt te hervatten, raakt u f opnieuw
aan.
Tekstinformatie op de iPod
weergeven
De tekstinformatie die op de iPod is vastge-
legd, kan op de informatiebalk worden weerge-
geven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha-
kelen tussen de volgende instellingen:
T. Title (songtitel)Artist (naam artiest)
Album (albumtitel)
# Als de tekens die op de iPod zijn vastgelegd
niet compatibel zijn met dit toestel, worden deze
niet weergegeven.
Opmerking
Door DISP te blijven aanraken, kunt u de cursor
links van de titel plaatsen.
Herhaald afspelen
Voor het afspelen van songs op de iPod be-
staan twee bereiken voor herhaalde weergave:
TRACK (één song herhalen) en ALL (alle
songs in de lijst herhalen).
! Als REPEAT op TRACK is ingesteld, kunt u
de andere songs niet selecteren.
1 Druk op de toets A.MENU en raak daar-
na FUNCTION aan om de functienamen
weer te geven.
2 Raak REPEAT aan om het gewenste her-
haalbereik te selecteren.
Raak REPEAT herhaaldelijk aan totdat het ge-
wenste herhaalbereik op het display ver-
schijnt.
! TRACK Alleen de huidige song wordt her-
haald
! ALL Alle songs in de geselecteerde lijst
worden herhaald
Songs in willekeurige
volgorde afspelen (shuffle)
De iPod bevat twee manieren om songs in wil-
lekeurige volgorde af te spelen: TRACK (songs
in willekeurige volgorde afspelen) en ALBUM
(albums in willekeurige volgorde afspelen).
Songs op de iPod afspelen
Nl
73
Hoofdstuk
15
Songs op de iPod afspelen
1 Druk op de toets A.MENU en raak daar-
na FUNCTION aan om de functienamen
weer te geven.
2 Raak RANDOM aan om de gewenste
manier van afspelen in willekeurige volg-
orde te selecteren.
Raak RANDOM aan totdat de gewenste ma-
nier van afspelen in willekeurige volgorde op
het display verschijnt.
! TRACK Speelt de songs binnen de gese-
lecteerde lijst in willekeurige volgorde af
! ALBUM Selecteert een willekeurig album
en speelt alle songs van het album op volg-
orde af
! OFF Annuleert het afspelen in willekeu-
rige volgorde
Songs op de iPod afspelen
Nl
74
Hoofdstuk
15
Inleiding audio-instellingen
1
1 Audiodisplay
Deze toont de audiofunctienamen.
Belangrijk
Als de multikanaalverwerker (DEQ-P6600) op dit
toestel is aangesloten, verandert de audiofunctie
in het audiomenu van de multikanaalverwerker.
Raadpleeg Inleiding DSP-aanpassingen op blad-
zijde 81 voor meer informatie.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak AUDIO aan om de namen van de
audiofuncties weer te geven.
De audiofunctienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en alleen
als EQ-EX aan staat en CUSTOM is geselecteerd
als equalizercurve, kunt u overschakelen naar
BASS en TREBLE.
# Alleen als de instelling van de subwooferrege-
ling FULL is, wordt NON FADING in plaats van
SUB WOOFER weergegeven. (Raadpleeg Achter-
uitgang en de subwooferregeling instellen op blad-
zijde 100.)
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-
bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt er automatisch
teruggekeerd naar het bij de signaalbron beho-
rende display.
Balansinstelling gebruiken
U kunt een fader-/balansinstelling selecteren
voor een optimale geluidsweergave voor alle
plaatsen in het voertuig.
1 Raak FAD/BAL aan op het audiofunctie-
menu.
# Alleen als de instelling van de achteruitgang
SUB. W is, wordt BAL in plaats van FAD/BAL
weergegeven. Raadpleeg Achteruitgang en de
subwooferregeling instellen op bladzijde 100.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de luidsprekers voorin en achterin in te
stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers voorin en achterin naar
voren of achteren worden verplaatst.
FRONT:15 REAR:15 wordt weergegeven als
de balans van de voor- en achterluidsprekers
van voren naar achteren wordt verplaatst.
# FR:00 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
Audio-instellingen
Nl
75
Hoofdstuk
16
Audio-instellingen
# Wanneer de instelling voor de achteruitgang
SUB. W is, kunt u de balans tussen de voor- en
achterluidsprekers niet instellen. Raadpleeg Ach-
teruitgang en de subwooferregeling instellen op
bladzijde 100.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts worden verplaatst.
LEFT:09 RIGHT:09 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidspre-
kers van links naar rechts schuift.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische ei-
genschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zes opgeslagen equalizercurven die u
op elk moment kunt opvragen. Hier volgt een
lijst met de equalizercurven:
Display Equalizercurve
POWERFUL Power
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
CUSTOM Aangepast
FLAT Vlak
SUPER BASS Superbas
! CUSTOM is een aangepaste equalizercurve
die u zelf maakt.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM-
curve worden gemaakt. Als u aanpassin-
gen aanbrengt, worden de instellingen van
de equalizercurve opgeslagen in CUSTOM.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er geen
aanvulling of correctie op het geluid uitge-
voerd. Het is handig het effect van de equa-
lizercurven te controleren door over te
schakelen tussen FLAT en een ingestelde
equalizercurve.
% Druk op EQ om de equalizer te selecte-
ren.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-
gende equalizer-instellingen te schakelen:
POWERFULNATURALVOCALCUSTOM
FLATSUPER BASS
Equalizercurven aanpassen
U kunt de momenteel geselecteerde equalizer-
curve naar wens instellen. De aangepaste in-
stellingen van de equalizercurve worden
opgeslagen in CUSTOM.
! U kunt de middenfrequentie en de Q-factor
(curvenkenmerken) van elke geselecteerde
curveband aanpassen (LOW/MID/HIGH).
Niveau (dB)
Middenfrequentie
Q=2N
Q=2W
Frequentie (Hz)
1 Raak EQ MENU aan op het audiofunc-
tiemenu.
2 Raak a of b aan om de gewenste func-
tie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
BAND (frequentiebanden)LEVEL (equalizer-
niveau)FREQUENCY (middenfrequentie)
Q. FACTOR (Q-factor)
Audio-instellingen
Nl
76
Hoofdstuk
16
3 Raak c of d aan en selecteer de fre-
quentieband van de equalizer die u wilt
aanpassen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer ge-
selecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
4 Raak b en daarna c of d aan om het
niveau van de frequentieband van de
equalizer aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de frequentieband van de equalizer
hoger of lager.
+6 6 wordt op het display weergegeven ter-
wijl het niveau wordt verhoogd of verlaagd.
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de gewenste frequentie.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
Laag: 40Hz80Hz100Hz160Hz
Midden: 200Hz500Hz1kHz2kHz
Hoog: 3,15kHz8kHz10kHz12,5kHz
6 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de gewenste Q-factor.
Raak c of d aan totdat de gewenste Q-factor
in het display verschijnt.
2W1W1N2N
Opmerking
Als u instellingen aanpast, wordt de CUSTOM-
curve overeenkomstig aangepast.
Lage en hoge tonen aanpassen
U kunt de instellingen voor de lage tonen en
hoge tonen aanpassen.
! Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en al-
leen als EQ-EX aan staat en CUSTOM is ge-
selecteerd als equalizercurve, kunt u
overschakelen naar de aanpassingen van
de instellingen voor lage en hoge tonen.
(Raadpleeg Equalizercurven compenseren
(EQ-EX) op bladzijde 80.)
Lage tonen aanpassen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de lage tonen aanpassen.
1 Raak BASS aan op het audiofunctieme-
nu.
2 Raak a of b aan om het niveau van de
lage tonen aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het ni-
veau van de lage tonen hoger of lager. Waar-
den van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
3 Raak c of d aan en selecteer de ge-
wenste frequentie.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
40Hz63Hz100Hz160Hz
Hoge tonen aanpassen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de hoge tonen aanpassen.
1 Raak TREBLE aan op het audiofunctie-
menu.
2 Raak a of b aan om het niveau van de
hoge tonen aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het ni-
veau van de hoge tonen hoger of lager. Waar-
den van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
Audio-instellingen
Nl
77
Hoofdstuk
16
Audio-instellingen
3 Raak c of d aan en selecteer de ge-
wenste frequentie.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
2,5kHz4kHz6,3kHz10kHz
Loudness-functie aanpassen
De loudness-functie compenseert tekortko-
mingen in de weergave van de hoge en lage
tonen bij lage volume-instellingen.
1 Raak LOUDNESS (LOUD) aan op het au-
diofunctiemenu.
2 Raak a aan om de loudness-functie in
te schakelen.
# Raak b aan om de loudness-functie uit te
schakelen.
3 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een niveau geselecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
Uitgangssignaal van de
subwoofer gebruiken
Dit toestel is voorzien van een uitgangssignaal
voor de subwoofer, dat u kunt in- of uitschake-
len.
! Wanneer het uitgangssignaal voor de sub-
woofer is ingeschakeld, kunt u ook de
drempelfrequentie en het uitgangsniveau
van de subwoofer instellen.
1 Raak SUB WOOFER aan op het audio-
functiemenu.
# Als de instelling voor de subwooferregeling al-
leen FULL is, kunt u niet overschakelen naar
SUB WOOFER.
2 Raak c aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak d aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
3 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan om de normale fase te selecteren
en NORMAL verschijnt op het display. Raak c
aan om de omgekeerde fase te selecteren en
REVERSE verschijnt op het display.
4 Raak b en daarna c of d aan om het
niveau van het uitgangssignaal van de sub-
woofer aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de subwoofer hoger of lager. Waar-
den van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de drempelfrequentie.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
50Hz80Hz125Hz
Alleen frequenties beneden het geselecteerde
bereik zullen door de subwoofer worden
weergegeven.
Audio-instellingen
Nl
78
Hoofdstuk
16
Nonfading uitgangssignaal
gebruiken
Als de instelling voor het nonfading uitgangs-
signaal is ingeschakeld, wordt het audiosig-
naal niet door het low-passfilter (voor de
subwoofer) van dit toestel verwerkt, maar
wordt het via het RCA-uitgangssignaal uitge-
zonden.
1 Raak NON FADING aan op het audio-
functiemenu.
# Als de instelling voor de subwooferregeling al-
leen FULL is, kunt u NON FADING selecteren.
(Raadpleeg bladzijde 100.)
2 Raak a aan om het non-fadinguit-
gangssignaal in te schakelen.
# Raak b aan om het non-fadinguitgangssig-
naal uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om het uitgangsni-
veau van de non-fading in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de non-fading hoger of lager. Waar-
den van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
High-passfilter gebruiken
Als u wilt dat er geen lage tonen uit het fre-
quentiebereik van het uitgangssignaal van de
subwoofer uit de voor- of achterluidsprekers
komen, kunt u het HPF (high-passfilter) aan-
zetten. Alleen frequenties boven het geselec-
teerde bereik worden weergegeven via de voor-
of achterluidsprekers.
1 Raak NEXT aan op het audiofunctieme-
nu.
2 Raak HPF aan.
3 Raak a aan om het high-passfilter in te
schakelen.
# Raak b aan om het high-passfilter uit te scha-
kelen.
4 Raak c of d aan om de drempelfre-
quentie te selecteren.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
50Hz80Hz125Hz
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het vol-
ume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onver-
anderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-
tuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Raak NEXT aan op het audiofunctieme-
nu.
3 Raak SLA aan.
4 Druk op a of b om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u a of b indrukt, wordt het bronvo-
lume hoger of lager.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het vol-
ume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Audio-instellingen
Nl
79
Hoofdstuk
16
Audio-instellingen
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner kan
wel met SLA worden aangepast.
! Video CD, CD en MP3/WMA staan automa-
tisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvo-
lume voor het niveau van de signaalbron.
! DVDs en de optionele DVD-speler staan auto-
matisch ingesteld op hetzelfde aanpassings-
volume.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-
matisch op hetzelfde volumeniveau worden in-
gesteld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) staan
automatisch ingesteld op hetzelfde aan-
passingsvolume.
Equalizercurven
compenseren (EQ-EX)
De functie EQ-EX compenseert de effecten
van elke equalizercurve. Daarnaast kunt u de
lage en hoge tonen voor elke signaalbron aan-
passen als de CUSTOM-curve is geselecteerd.
1 Raak NEXT aan op het audiofunctieme-
nu.
2 Raak EQ-EX aan.
3 Raak a aan om de EQ-EX-functie in te
schakelen.
# Raak b aan als u de EQ-EX-functie wilt uit-
schakelen.
Audio-instellingen
Nl
80
Hoofdstuk
16
Inleiding DSP-aanpassingen
1
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi-
kanaalverwerker (bijvoorbeeld DEQ-P6600) be-
dienen.
! Sommige functies kunnen afwijken, afhan-
kelijk van de multikanaalverwerker die op dit
toestel is aangesloten.
Als u de volgende instellingen/aanpassingen
op volgorde uitvoert, krijgt u heel eenvoudig
een genuanceerd geluidsbereik.
1 Luidsprekerinstelling instellen
2 Positiekeuze gebruiken
3 Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer)
4 Tijduitlijning aanpassen
5 Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers met
een testtoon aanpassen
6 Een kantelfrequentie selecteren
7 Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
aanpassen
8 Parametrische equalizer met 3 frequentieban-
den instellen
1 DSP-display
Deze toont de DSP-functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak DSP aan om de namen van de
DSP-functies weer te geven.
De DSP-functienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als u discs afspeelt die zijn opgenomen met
een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96
kHz, kunt u de audiofuncties niet gebruiken. Ook
worden de instelling van de equalizercurve,
POSITION, AUTO EQ en AUTOTA geannuleerd.
# Als u discs afspeelt die met een bemonste-
ringsfrequentie van meer dan 96 kHz zijn opgeno-
men, komt er alleen geluid uit de luidsprekers
voorin.
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-
bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u D.R.C niet inschakelen.
# Als FRONT-L of FRONT-R niet in POSITION
zijn geselecteerd, kunt u TIME ALIGN niet gebrui-
ken.
# Als zowel de middelste luidspreker als de luid-
spreker achterin in de luidsprekerinstellingen op
OFF zijn gezet, kunt u niet schakelen naar
DOLBY PL II.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
DSP-functiehandeling uitvoert, zal er automatisch
worden teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
81
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
Geluidsbereikregeling
(SFC) gebruiken
De SFC-functie geeft het gevoel van een live
optreden.
! De akoestiek van de verschillende omgevin-
gen bij optredens is nooit hetzelfde en is af-
hankelijk van de hoeveelheid en contour
van de ruimte waardoor de geluidsgolven
zich bewegen en van hoe het geluid van
het podium, muren, vloeren en grond weer-
kaatst. Bij een live optreden hoort u de mu-
ziek in drie fasen: direct geluid, vroege
weerkaatsingen en late weerkaatsingen.
Deze factoren zijn in de SFC geprogram-
meerd om zo de akoestiek van verschil-
lende optredens te recreëren.
1 Druk op de toets EQ en houd de toets
ingedrukt om de SFC-functie in te schake-
len.
Druk op EQ en houd de toets ingedrukt totdat
SFC op het display verschijnt.
# Druk op EQ en houd deze ingedrukt om de
equalizerfunctie in te schakelen.
2 Druk op EQ en selecteer de gewenste
SFC-instelling.
Druk herhaaldelijk op EQ om te schakelen tus-
sen de volgende functies:
MUSICAL (musical)DRAMA (drama)
ACTION (actie)JAZZ (jazz)HALL (zaal)
CLUB (club)OFF (uit)
Opmerking
Als de bron 2-kanaals LPCM-audio of 2-kanaals
Dolby Digital-audio is en u SFC-effecten selec-
teert die het meest geschikt zijn voor 5.1-kanaals
audio (zoals MUSICAL, DRAMA of ACTION),
raden wij u aan Dolby Pro Logic II aan te zetten.
Als u echter SFC-effecten selecteert die bedoeld
zijn voor gebruik met 2-kanaals audio (zoals
JAZZ, HALL of CLUB), raden wij u aan Dolby Pro
Logic II uit te zetten.
Positiekeuze gebruiken
U krijgt een natuurlijker geluid als het stereo-
beeld juist geplaatst is, waarbij u precies in
het midden van het geluidsveld zit. Met de
functie positiekeuze kunt u automatisch de
uitgangsniveaus van de luidsprekers afstellen
waarbij er een vertragingstijd wordt ingevoerd
die overeenkomt met het aantal en de positie
van zitplaatsen met passagiers. Als deze func-
tie samen met de SFC wordt gebruikt, wordt
het geluid natuurlijker en krijgt u een panora-
misch geluid dat u van alle kanten hoort.
1 Raak POSITION aan op het DSP-functie-
menu.
2 Raak c/d/a/b aan en selecteer een
luisterpositie.
Raak c/d/a/b aan en selecteer een luisterpo-
sitie uit de tabel.
Toets Display Positie
c FRONT-L Voorstoel links
d FRONT-R Voorstoel rechts
a FRONT Voorstoelen
b ALL Alle stoelen
# Raak dezelfde toets nogmaals aan om de ge-
selecteerde luisterpositie te annuleren.
Opmerking
Als u aanpassingen aanbrengt aan de luisterposi-
tie, worden de luidsprekers automatisch inge-
steld op de juiste uitgangsniveaus. U kunt ze
desgewenst aanpassen, zoals uitgelegd onder de
kop Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen of Uitgangssignaalni-
veau van de luidsprekers aanpassen.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
82
Hoofdstuk
17
Balansinstelling gebruiken
U kunt een fader-/balansinstelling selecteren
voor een optimale geluidsweergave voor alle
plaatsen in het voertuig.
1 Raak FAD/BAL aan op het DSP-functie-
menu.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de luidsprekers voorin en achterin in te
stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers voorin en achterin naar
voren of achteren worden verplaatst.
FRONT:25 REAR:25 wordt weergegeven als
de balans van de luidsprekers voorin en ach-
terin van voren naar achteren wordt verplaatst.
# FR:00 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts worden verplaatst.
LEFT:25 RIGHT:25 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidspre-
kers van links naar rechts schuift.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het vol-
ume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onver-
anderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-
tuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Raak SLA aan op het DSP-functiemenu.
3 Druk op a of b om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u a of b indrukt, wordt het bronvo-
lume hoger of lager.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het vol-
ume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner kan
wel met SLA worden aangepast.
! Video CD, CD en MP3/WMA staan automa-
tisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvo-
lume voor het niveau van de signaalbron.
! DVDs en de optionele DVD-speler staan auto-
matisch ingesteld op hetzelfde aanpassings-
volume.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-
matisch op hetzelfde volumeniveau worden in-
gesteld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) staan
automatisch ingesteld op hetzelfde aan-
passingsvolume.
Dynamisch-bereikregeling
gebruiken
Het dynamisch bereik verwijst naar het ver-
schil tussen de hardste en zachtste geluiden.
De regeling van het dynamisch bereik verkleint
dit verschil zodat u zachte geluiden ook hoort
als het volume laag staat.
! De regeling van het dynamisch bereik is al-
leen bij Dolby Digital-geluid effectief.
! Als u een andere disc dan een DVD af-
speelt, kunt u D.R.C niet inschakelen.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
83
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
1 Raak D.R.C aan op het DSP-functieme-
nu.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u deze functie niet inschakelen.
2 Raak a aan om de regeling van het dy-
namisch bereik in te schakelen.
# Raak b aan als u de regeling van het dyna-
misch bereik wilt uitschakelen.
Functie down-mix gebruiken
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Met de functie down-mix kunt u meerkanale-
naudio in 2 kanalen afspelen.
1 Raak DOWN MIX aan op het DSP-func-
tiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
Raak c aan en selecteer Lo/Ro. Raak d aan
en selecteer Lt/Rt.
! Lo/Ro Stereo mix van de originele audio
zonder kanalenfuncties zoals surround-
componenten.
! Lt/Rt Down mix, zodat de surround-com-
ponenten kunnen worden hersteld (ge-
decodeerd).
Direct Control gebruiken
U kunt de audio-instellingen annuleren om de
effectiviteit van uw audio-instellingen te con-
troleren.
! Alle audiofuncties worden vergrendeld als
Direct Control is ingeschakeld, behalve
VOLUME.
1 Raak DIGITL DIRECT aan op het DSP-
functiemenu.
2 Raak a aan om Direct Control in te
schakelen.
# Raak b aan om Direct Control uit te
schakelen.
Dolby Pro Logic II gebruiken
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Dolby Pro Logic II maakt van bronnen met
twee kanalen vijf uitgangskanalen met volledi-
ge bandbreedte, om zo het surround sound-ef-
fect te bereiken.
! Dolby Pro Logic II ondersteunt stereobron-
nen met een bemonsteringssnelheid van
maximaal 48kHz en heeft geen effect op
andere typen signaalbronnen.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak DOLBY PL II aan.
3 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de gewenste
stand te selecteren.
! MOVIE De stand Movie is geschikt voor
het afspelen van films
! MUSIC De stand Music is geschikt voor
het afspelen van muziek
! MATRIX De stand Matrix gebruikt u als
de ontvangst van FM-radio zwak is
! OFF Dolby Pro Logic II uitschakelen
! ADJUST De stand Music aanpassen
# U kunt ADJUST alleen bedienen als MUSIC is
geselecteerd.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
84
Hoofdstuk
17
De stand Music aanpassen
U kunt de stand Music met de volgende drie
regelingen aanpassen.
! Panorama (PANORAMA) verlengt het voor-
ste stereobeeld zodat de surround-luidspre-
kers het gevoel geven dat u middenin het
geluid staat.
! Dimension (DIMENSION) zorgt dat u het
geluidsveld stapsgewijs naar voren of naar
achteren kunt aanpassen.
! Center Width Control (CENTER WDT) zorgt
dat het geluid uit het middelste kanaal tus-
sen de middelste luidspreker en de linker-
en rechterluidsprekers wordt geplaatst. De
weergave van links-midden-rechts verbetert
hierdoor voor zowel de bestuurder als de
passagier voorin.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak DOLBY PL II aan.
3 Raak MUSIC en daarna ADJUST aan.
# U kunt ADJUST alleen bedienen als MUSIC is
geselecteerd.
4 Raak a of b aan en selecteer
PANORAMA (panorama).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
PANORAMA (panorama)DIMENSION (di-
mension)CENTER WDT (center width)
5 Raak c aan om de panoramastand in te
schakelen.
# Raak d aan om de panoramastand uit te
schakelen.
6 Raak b en daarna c of d aan om de ba-
lans tussen de luidsprekers voorin en de
surround-luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat het geluid
naar de luidsprekers voorin of naar de sur-
round-luidspreker.
+3 3 wordt weergegeven als de balans van
de luidsprekers voorin en de surround-luid-
spreker wordt aangepast.
7 Raak b en daarna c of d aan en stel
het middelste geluidsbeeld af.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat het geluid
van het middelste kanaal stapsgewijs naar de
luidsprekers links en rechts voorin met een be-
reik van 07.
3 is de standaardwaarde en wordt voor de
meeste opnamen aangeraden. 0 plaatst alle
middengeluiden in de middelste luidspreker. 7
plaatst alle middengeluiden in de luidsprekers
links en rechts.
Luidsprekerinstelling instellen
U moet aanpassingen voor met/zonder (of ja/
nee) en grootte (capaciteit van de lage tonen)
selecteren/instellen, afhankelijk van de ge-
monteerde luidsprekers. De grootte moet wor-
den ingesteld op LARGE (groot) als de
luidspreker geluiden van ongeveer 100 Hz of
minder kan reproduceren. Selecteer anders
SMALL (klein).
! Het lage-frequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op OFF en de
luidsprekers voorin en achterin zijn inge-
steld op SMALL of OFF.
! Het is van groot belang dat niet-geïnstal-
leerde luidsprekers worden ingesteld op
OFF.
! Stel de luidsprekers voorin of achterin in op
LARGE als de luidsprekers lage tonen kun-
nen reproduceren of als er geen subwoofer
is geïnstalleerd.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
85
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SP SET aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instel-
ling subwoofer)
# U kunt alleen overschakelen naar PHASE als
de subwoofer is ingesteld op ON.
4 Raak c of d aan en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de groot-
te als volgt geselecteerd:
OFF (uit)SMALL (klein)LARGE (groot)
# U kunt niet OFF selecteren, als FRONT (voor-
luidsprekers) zijn ingesteld.
# U kunt ON of OFF selecteren, als
SUB WOOFER (subwoofer) is geselecteerd.
# U kunt REVERSE (tegengestelde fase) of
NORMAL (normale fase) inschakelen, als PHASE
(instelling subwoofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lagetonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken en weinig resultaat
hoort, of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de an-
dere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Pro-
beer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SP SET aan.
3 Raak a of b aan en selecteer
SUB WOOFER (subwoofer).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instel-
ling subwoofer)
4 Raak c aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak d aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan om de normale fase te selecteren
en NORMAL verschijnt op het display. Raak c
aan om de omgekeerde fase te selecteren en
REVERSE verschijnt op het display.
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen
met Pro Logic aan afspeelt, kan het volgende zich
voordoen:
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidspreker SMALL of LARGE is en er
geen middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is SMALL of LARGE.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
86
Hoofdstuk
17
Een kantelfrequentie
selecteren
U kunt een frequentie selecteren waaronder
het geluid via de subwoofer wordt gereprodu-
ceerd. Als de grootte van één van de gemon-
teerde luidsprekers is ingesteld op SMALL,
kunt u een frequentie selecteren waaronder
geluiden worden gereproduceerd via een
LARGE-luidspreker of de subwoofer.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak CROSS OVER aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)
4 Raak c of d aan en selecteer de kantel-
frequentie.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
6380100125160200 (Hz)
Opmerking
Als u een kantelfrequentie selecteert, wordt er
een kantelfrequentie van het LPF (low-passfilter)
van de subwoofer en die van het HPF (high-pass-
filter) van de SMALL-luidspreker ingesteld. De in-
stelling van de kantelfrequentie heeft geen effect
als de subwoofer is ingesteld op OFF en andere
luidsprekers zijn ingesteld op LARGEof OFF.
Uitgangssignaalniveau van
de luidsprekers aanpassen
U kunt het uitgangssignaalniveau van de luid-
sprekers opnieuw afstellen aan de hand van
een testtoon terwijl u naar muziek luistert.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SP LEVEL aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT-L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT-R (voorluidspre-
ker rechts)REAR-R (achterluidspreker
rechts)REAR-L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op OFF.
4 Raak c of d aan om het uitgangssig-
naalniveau van de luidspreker aan te pas-
sen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het uit-
gangssignaalniveau van de luidspreker hoger
of lager. Waarden van +10 10 worden weer-
gegeven terwijl het niveau hoger of lager
wordt.
Opmerking
Het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers in deze stand gaat hetzelfde
als het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers met TEST TONE. Dat levert
hetzelfde resultaat op.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
87
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
Uitgangssignaalniveau van
de luidsprekers met een
testtoon aanpassen
Met de handige testtoon kunt u eenvoudig de
algehele balans van alle luidsprekers regelen.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak TEST TONE aan.
3 Raak START aan om het uitgangssig-
naal van de testtoon te starten.
U hoort daarop de testtoon. Hij gaat in onder-
staande volgorde van luidspreker naar luid-
spreker met intervallen van ongeveer twee
seconden. De huidige instellingen voor de
luidspreker waardoor u de testtoon hoort, wor-
den in het display weergegeven.
FRONT-L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT-R (voorluidspre-
ker rechts)REAR-R (achterluidspreker
rechts)REAR-L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
Controleer het uitgangsniveau van elke luid-
spreker. Als er niets hoeft te worden aange-
past, voert u stap 5 uit om de testtoon te
stoppen.
# De instellingen verschijnen niet voor luidspre-
kers waarvan de grootte op OFF is gezet.
4 Raak c of d aan om het uitgangssig-
naalniveau van de luidspreker aan te pas-
sen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het uit-
gangssignaalniveau van de luidspreker hoger
of lager. Waarden van +10 10 worden weer-
gegeven terwijl het niveau hoger of lager
wordt.
# De testtoon gaat na ongeveer twee seconden
na de laatste handeling naar de volgende luid-
spreker.
5 Raak STOP aan om het uitgangssignaal
van de testtoon te stoppen.
Opmerkingen
! Selecteer, indien nodig, de gewenste luidspre-
kers en pas het absolute uitgangsniveau aan.
(Raadpleeg Uitgangssignaalniveau van de luid-
sprekers aanpassen op de vorige bladzijde.)
! Het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers in deze stand gaat het-
zelfde als het aanpassen van het uitgangssig-
naalniveau van de luidsprekers met SP LEVEL.
Dat levert hetzelfde resultaat op.
Tijduitlijning gebruiken
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Met tijduitlijning kunt u de afstand tussen de
luidsprekers en de luisterpositie afstellen.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak TIME ALIGN aan.
3 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de tijduitlijning
te selecteren.
! INIT Oorspronkelijke tijduitlijning (fa-
brieksinstelling)
! AUTOTA Tijduitlijning die door auto TA en
EQ wordt ingesteld. (Raadpleeg Auto TA en
EQ (automatische tijduitlijning en instelling
van de equalizer) op bladzijde 91.)
! CUSTOM Aangepaste tijduitlijning die u
zelf kunt creëren
! OFF Tijduitlijning uitzetten
! ADJUST Tijduitlijning naar wens instellen
# U kunt AUTOTA niet selecteren als auto TA
en EQ niet zijn uitgevoerd.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
88
Hoofdstuk
17
# U kunt ADJUST niet selecteren als FRONT-L
of FRONT-R niet is geselecteerd in POSITION.
Tijduitlijning aanpassen
U kunt de afstand tussen iedere individuele
luidspreker en de geselecteerde positie instel-
len.
! Een ingestelde tijduitlijning wordt opgesla-
gen in CUSTOM.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak TIME ALIGN en daarna ADJUST
aan.
# U kunt ADJUST niet selecteren als FRONT-L
of FRONT-R niet is geselecteerd in POSITION.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT-L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT-R (voorluidspre-
ker rechts)REAR-R (achterluidspreker
rechts)REAR-L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op OFF.
4 Raak c of d aan om de afstand tussen
de geselecteerde luidspreker en de luister-
positie aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de af-
stand groter of kleiner. 0.0 500.0 [cm] wordt
weergegeven als de afstand groter of kleiner
wordt.
5 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische ei-
genschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zeven opgeslagen equalizercurven die
op elk moment kunt opvragen. Hier volgt een
lijst met de equalizercurven:
Display Equalizercurve
POWERFUL Power
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
FLAT Vlak
CUSTOM1 Aangepast 1
CUSTOM2 Aangepast 2
SUPER BASS Superbas
! CUSTOM1 en CUSTOM2 zijn aangepaste
equalizercurven.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er geen
aanvulling of correctie op het geluid uitge-
voerd. Het is handig het effect van de equa-
lizercurven te controleren door over te
schakelen tussen FLAT en een ingestelde
equalizercurve.
1 Druk op EQ en houd de toets ingedrukt
om de equalizerfunctie in te schakelen.
Houd EQ ingedrukt tot de naam van de equali-
zercurve op het display verschijnt.
# Druk op EQ en houd deze weer ingedrukt om
de SFC-functie in te schakelen.
2 Druk op EQ om de equalizer te selecte-
ren.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-
gende equalizer-instellingen te schakelen:
POWERFULNATURALVOCALFLAT
CUSTOM1CUSTOM2SUPER BASS
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
89
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
Parametrische equalizer met 3
frequentiebanden instellen
Voor de equalizercurven CUSTOM1 en
CUSTOM2 kunt u de voorste, achterste en
middelste equalizercurven apart aanpassen
door een middelste frequentie, een equalizer-
niveau en een Q-factor voor elke frequentie-
band in te stellen.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM1-
curve worden gemaakt.
! Een CUSTOM2-curve kan algemeen voor
alle signaalbronnen worden ingesteld.
! De middelste luidspreker bepaalt voor een
groot deel het geluid en de juiste balans
vinden is niet eenvoudig. We raden u aan
een tweekanaalsaudiobron (bijvoorbeeld
een CD) te gebruiken en de juiste balans
over alle luidsprekers, behalve de middelste
luidspreker, af te stellen. Speel daarna een
5.1-kanaalsaudiobron (Dolby Digital of
DTS) af en stel de middelste luidspreker af
op basis van de balans die u voor de andere
luidsprekers hebt ingesteld.
1 Raak NEXT tweemaal aan op het DSP-
functiemenu.
2 Raak PARA EQ aan.
3 Raak a of b aan om de gewenste func-
tie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
SP-SEL (luidsprekers)BAND (frequentieban-
den)FREQUENCY (middenfrequentie)
LEVEL (equalizerniveau)Q. FACTOR (Q-
factor)
4 Raak c of d aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Raak c of d aan totdat de gewenste luidspre-
ker in het display verschijnt.
REAR (achterluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)FRONT (voorluidsprekers)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op OFF.
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de frequentieband van de equalizer
die moet worden aangepast.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer ge-
selecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
6 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de middenfrequentie van de geselec-
teerde frequentieband.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
40Hz50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
160Hz200Hz250Hz315Hz400Hz
500Hz630Hz800Hz1kHz1.25kHz
1.6kHz2kHz2.5kHz3.15kHz4kHz
5kHz6.3kHz8kHz10kHz12.5kHz
7 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer het equalizerniveau.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de equalizer hoger of lager. Waarden
van +06 06 worden weergegeven als het ni-
veau hoger of lager wordt.
8 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de gewenste Q-factor.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende Q-factoren:
NARROW (smal)WIDE (breed)
# U kunt de parameters voor elke frequentie-
band van de andere luidsprekers op dezelfde ma-
nier instellen.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
90
Hoofdstuk
17
Opmerking
U kunt een middelste frequentie voor elke fre-
quentieband selecteren. U kunt de middenfre-
quentie in stappen van 1/3 octaaf wijzigen, maar
u kunt geen frequenties selecteren met een inter-
val kleiner dan 1 octaaf van de middenfrequenties
van de drie frequentiebanden.
Auto-equalizer gebruiken
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door auto TA en EQ (raadpleeg
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) op deze bladzijde).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
1 Raak NEXT tweemaal aan op het DSP-
functiemenu.
2 Raak AUTO EQ aan.
# U kunt deze functie niet gebruiken als auto TA
en EQ niet zijn uitgevoerd.
3 Raak a aan om de auto-equalizer in te
schakelen.
# Raak b aan om de auto-equalizer uit te
schakelen.
Auto TA en EQ (automatische
tijduitlijning en instelling
van de equalizer)
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Met automatische tijduitlijning wordt de tijd-
uitlijning automatisch afgesteld voor de af-
stand tussen iedere individuele luidspreker en
de luisterpositie.
De auto-equalizer meet automatisch de akoes-
tische kenmerken in de auto en maakt op
basis van die informatie een curve voor de
auto-equalizer.
WAARSCHUWING
Voer een auto TA en EQ nooit uit tijden het rijden
om ongelukken te voorkomen. Als deze functie de
akoestische eigenschappen van het interieur
meet om automatisch een equalizercurve te
maken, kunt u een luide meettoon (geluid) uit de
luidsprekers horen.
LET OP
! Als u een automatische TA en EQ onder de
volgende omstandigheden uitvoert, kunnen
de luidsprekers beschadigd raken. Controleer
de omstandigheden zorgvuldig voordat u auto
TA en EQ uitvoert.
Als de luidsprekers onjuist zijn aangeslo-
ten. (als een luidspreker achterin bijvoor-
beeld op een subwoofer-uitgang is
aangesloten.)
Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan de maximaal toegestane ingangscapa-
citeit van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie is
geplaatst, kan de meettoon luid worden en
kan het meten lang duren, waardoor de accu
leeg kan lopen. Zorg dat de microfoon op de
aangewezen locatie is geplaatst.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
91
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
Voordat u de functie auto TA en
EQ gebruikt
! Voer de auto TA en EQ op een zo rustig mo-
gelijke plaats uit en zorg ervoor dat de
motor en airconditioning zijn uitgescha-
keld. Onderbreek ook de voeding naar auto-
telefoons en mobiele telefoons in de auto
of verwijder ze uit de auto voordat u een au-
tomatische TA en EQ uitvoert. Andere gelui-
den dan de meettoon (geluid uit de
omgeving, motorgeluid, rinkelende tele-
foons, etc.) kunnen een juiste meting van
de akoestische eigenschappen van de auto
in de weg staan.
! Zorg dat u de automatische TA en EQ uit-
voert met de meegeleverde microfoon. Als
u een andere microfoon gebruikt, kan een
meting misschien niet lukken of krijgt u
een onjuiste meting van de akoestische ei-
genschappen van het interieur van de auto.
! Als de luidsprekers voorin niet zijn aange-
sloten, kan de auto TA en EQ niet worden
uitgevoerd.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een niveauregeling van de in-
gangssignalen, is de automatische TA en
EQ wellicht niet mogelijk als u het ingangs-
niveau van de versterker verlaagt. Stel het
ingangsniveau van de versterker in op de
standaardstand.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een LPF, zet dan de LPF op de
versterker uit voordat u een automatische
TA en EQ uitvoert. Daarnaast moet de
drempelfrequentie voor een ingebouwd
LPF van een actieve subwoofer worden in-
gesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde van de tijduitlijning die door de
automatische TA en EQ is berekend, kan in
de volgende omstandigheden afwijken van
de werkelijke afstand. De afstand die door
de computer is berekend is echter de opti-
male vertraging voor de beste resultaten op
basis van de omstandigheden, dus blijf
deze waarde gebruiken.
Als het weerkaatsen van het geluid bin-
nen een voertuig sterk is en er zich een
vertraging voordoet.
Als er zich vertragingen voor lage gelui-
den voordoen door de invloed van het
LPF op actieve subwoofers of externe
versterkers.
! Auto TA en EQ wijzigt de audio-instellingen
als volgt:
De instellingen van de fader/balans
gaan opnieuw naar de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 83.)
De curve van de equalizer gaat naar
FLAT. (Raadpleeg bladzijde 89.)
De audio-instellingen worden automa-
tisch ingesteld op de instellingen voor
het high-passfilter voor de luidsprekers
voorin, de middenluidspreker en de luid-
sprekers achterin.
! Als u auto TA en EQ uitvoert terwijl er al
een eerdere instelling voor bestaat, wordt
deze instelling vervangen.
Auto TA en EQ uitvoeren
1 Parkeer de auto op een zo rustig moge-
lijke plek, sluit alle portieren, ramen en het
schuifdak en zet de motor uit.
Als de motor blijft draaien, kan het geluid van
de motor een correcte auto TA en EQ verhinde-
ren.
2 Bevestig de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de be-
stuurdersstoel met de band (apart lever-
baar) en zorg dat de microfoon omlaag
wijst.
De automatische TA en EQ is afhankelijk van
waar u de microfoon plaatst. Indien gewenst
kunt u de microfoon voor de automatische TA
en EQ ook op de voorste passagiersstoel zet-
ten.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
92
Hoofdstuk
17
3 Zet de contactschakelaar op ON of ACC.
Zet de airconditioning en verwarming uit als
deze zijn ingeschakeld. Geluid van de ventila-
tor in de airconditioning of verwarming kan
een juiste automatische TA en EQ in de weg
staan.
# Druk op SOURCE om de signaalbron in te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
4 Selecteer de positie voor de stoel waar-
op de microfoon wordt bevestigd.
Raadpleeg Positiekeuze gebruiken op bladzijde
82.
# Als u geen positie selecteert voordat u auto TA
en EQ start, wordt FRONT-L automatisch geselec-
teerd.
5 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
6 Druk op EQ en houd deze toets inge-
drukt om de meetstand voor de auto TA en
EQ in te voeren.
7 Doe de microfoon in de microfoonstek-
ker op de multikanaalsverwerker.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de bedieningshandleiding van de multi-
kanaalsverwerker.
8 Raak START aan om de auto TA en EQ
te starten.
9 Verlaat de auto en sluit het portier bin-
nen 10 seconden nadat het aftellen vanaf
10 is begonnen.
De meettoon (geluid) wordt door de luidspre-
kers weergegeven en de automatische TA en
EQ begint.
# Als alle luidsprekers zijn aangesloten, wordt
de auto TA en EQ in ongeveer negen minuten uit-
gevoerd.
# Raak STOP aan om de auto TA en EQ te stop-
pen.
# Als u auto TA en EQ halverwege wilt onderbre-
ken, raakt u BACK of ESC aan.
10 Als auto TA en EQ is voltooid, wordt
Complete weergegeven.
Als een correcte meting van de akoestische
kenmerken in de auto niet mogelijk is, ver-
schijnt er een foutmelding. (Raadpleeg Fout-
meldingen in auto TA en EQ begrijpen op
bladzijde 111.)
11 Raak ESC aan om de stand auto TA en
EQ te annuleren.
12 Berg de microfoon voorzichtig op in
het handschoenenkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het hand-
schoenenkastje of op een andere veilige plek.
Als de microfoon langere tijd wordt blootge-
steld aan direct zonlicht, kunnen de hoge tem-
peraturen vervorming, verkleuring of storingen
veroorzaken.
Digitale signalenverwerker
(DSP)
Nl
93
Hoofdstuk
17
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DVD-instellingen
1
U kunt dit menu gebruiken om audio-instellin-
gen, ondertitelingsinstellingen, kinderbeveili-
gingsinstellingen en andere DVD-instellingen
te wijzigen.
1 Menuweergave voor de DVD-instellin-
gen
Deze toont de menunamen van de DVD-in-
stellingen.
1 Raak g aan.
SETUP wordt weergegeven in plaats van
MENU.
2 Raak SETUP aan als de disc is gestopt.
Het DVD-instellingenmenu wordt weergege-
ven.
3 Raak LANGUAGE of VISUAL aan om de
functienamen van de DVD-instellingen
weer te geven.
De functienamen van de DVD-instellingen in
het geselecteerde menu worden weergegeven.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functie van de DVD-instellingen uitvoert, wordt
automatisch teruggekeerd naar het
weergavedisplay.
Ondertitelingstaal instellen
U kunt de ondertitelingstaal naar wens instel-
len. Als de geselecteerde ondertitelingstaal op
de DVD is vastgelegd, worden de ondertitels in
die taal weergegeven.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna SUB. T LANG aan.
Er verschijnt een ondertitelingstaalmenu en
de huidige ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
U heeft een ondertitelingstaal ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg dan
Als u OTHERS selecteert op de volgende blad-
zijde.
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is
vastgelegd, wordt de taal die op de disc is ge-
selecteerd weergegeven.
! U kunt de ondertitelingstaal ook wijzigen door
SUB.T aan te raken tijdens het afspelen.
(Raadpleeg Ondertitelingstaal wijzigen tijdens
het afspelen (Multi-ondertiteling) op bladzijde
37.)
! Als u SUB.T gebruikt om de ondertitelingstaal
te wijzigen, heeft dit geen effect op de instel-
lingen hier.
DVD-speler instellen
Nl
94
Hoofdstuk
18
Als u OTHERS selecteert
Als u OTHERS selecteert, verschijnt er een in-
voerdisplay voor een andere taalcode. Raad-
pleeg Taalcodekaart voor DVD op bladzijde 117
om de viercijferige code van de gewenste taal
in te voeren.
1 Raak 09 aan om de taalcode in te
voeren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
2 Raak ENTER aan terwijl de ingevoerde
code wordt weergegeven.
Audiotaal instellen
U kunt een audiotaal naar keuze instellen.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna AUDIO LANG aan.
Er verschijnt een audiotaalmenu en de huidige
ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
De audiotaal is ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg dan
Als u OTHERS selecteert op deze bladzijde.
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is
vastgelegd, wordt de taal die op de disc is ge-
selecteerd toegepast.
! U kunt de audiotaal inschakelen door AUDIO
aan te raken tijdens het afspelen. (Raadpleeg
Audiotaal wijzigen tijdens het afspelen (Multi-
audio) op bladzijde 36.)
! Als u AUDIO gebruikt om naar de audiotaal te
gaan, heeft dit geen effect op de instellingen
hier.
Menutaal instellen
U kunt de gewenste taal waarin de menusop
een disc moeten worden weergegeven instel-
len.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna MENU LANG aan.
Er verschijnt een menutaalmenu en de huidi-
ge ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
De menutaal is ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg dan
Als u OTHERS selecteert op deze bladzijde.
Opmerking
Als de geselecteerde taal niet op de disc is vast-
gelegd, wordt de taal die op de disc is geselec-
teerd weergegeven.
Extra ondertiteling in- of
uitschakelen
Extra ondertiteling biedt uitleg voor doven of
slechthorenden. Deze ondertiteling wordt ech-
ter alleen weergegeven als deze op de DVD is
vastgelegd.
U kunt de extra ondertiteling naar wens in- of
uitschakelen.
DVD-speler instellen
Nl
95
Hoofdstuk
18
DVD-speler instellen
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak A SUB TITL aan om de extra on-
dertiteling in te schakelen.
# Raak A SUB TITL nogmaals aan om de extra
ondertiteling uit te schakelen.
Weergave van het
camerahoekpictogram
instellen
U kunt het camerahoekpictogram laten ver-
schijnen bij scènes waarbij meerdere camera-
hoeken mogelijk zijn.
1 Raak SETUP en VISUAL aan om het visu-
ele DVD-instellingenmenu weer te geven.
2 Raak M. ANGLE aan om de weergave
van het camerahoekpictogram in te scha-
kelen.
# Raak M. ANGLE nogmaals aan om de weer-
gave van het camerahoekpictogram uit te
schakelen.
Beeldformaat instellen
Er zijn twee soorten weergaven. Breedbeeld-
weergave heeft een breedte-hoogteverhouding
(TV-aspect) van 16:9, terwijl een normale weer-
gave een beeldformaat van 4:3 heeft. Selecteer
het juiste beeldformaat voor de weergave die
bij VIDEO OUTPUT hoort.
! Als u de normale weergave gebruikt, selec-
teert u LETTER BOX of PANSCAN. Als u
16 : 9 selecteert, krijgt u een onnatuurlijk
beeld.
! Als u het beeldformaat selecteert, krijgt het
display van dit toestel dezelfde instelling.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna TV ASPECT aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het beeldfor-
maat te selecteren.
! 16 : 9 Breedbeeld (16:9), het beeld wordt
weergegeven zoals het is (begininstelling)
! LETTER BOX Het beeld heeft de vorm van
een brievenbus met zwarte strepen boven
en onder in het scherm
! PANSCAN Het beeld is aan de linker- en
rechterkant van het scherm ingekort
Opmerkingen
! Bij het afspelen van discs die geen PANSCAN
specificeren, wordt de weergave LETTER BOX
geselecteerd, zelfs als u de instelling
PANSCAN hebt geselecteerd. Controleer of de
verpakking van de disc de markering
16 : 9 LB
heeft. (Raadpleeg bladzijde 12.)
! Bij sommige discs kan de beeldverhouding
niet worden veranderd. Raadpleeg voor meer
informatie de instructies bij de disc.
Kinderbeveiliging instellen
Bij sommige DVDs kunt u een kinderbeveili-
ging instellen, zodat kinderen gewelddadige
en seksueel getinte scènes niet te zien krijgen.
U kunt de kinderbeveiliging stapsgewijs naar
wens instellen.
! Als u een niveau voor de kinderbeveiliging
instelt en daarna een disc met kinderbevei-
liging afspeelt, kunnen indicaties voor het
invoeren van het codenummer worden
weergegeven. In dat geval begint het afspe-
len nadat het juiste codenummer is inge-
voerd.
DVD-speler instellen
Nl
96
Hoofdstuk
18
Codenummer en niveau instellen
Als u deze functie voor het eerst gebruikt,
moet u uw codenummer registreren. Als u het
codenummer niet registreert, werkt de kinder-
beveiliging niet.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna PARENTAL aan.
2 Raak 09 aan om een viercijferig code-
nummer in te voeren.
3 Raak ENTER aan terwijl de ingevoerde
code wordt weergegeven.
Het codenummer is ingesteld en u kunt nu
het niveau instellen.
4 Raak één van de toetsen 18 aan en
selecteer het gewenste niveau.
Het niveau van de kinderbeveiliging is inge-
steld.
! LEVEL 8 Het afspelen van de hele disc is
mogelijk (begininstelling)
! LEVEL 7LEVEL 2 Het afspelen van discs
voor kinderen en discs voor volwassen zon-
der aanstootgevende inhoud is mogelijk
! LEVEL 1 Alleen het afspelen van discs
voor kinderen is mogelijk
Opmerkingen
! We raden u aan uw codenummer te noteren
voor het geval u dit vergeet.
! Het niveau van de kinderbeveiliging is op de
disc vastgelegd. U kunt dit controleren door
op de verpakking van de disc, het boekje bij de
disc of op de disc zelf te kijken. Bij discs zon-
der vastgelegde kinderbeveiliging kunt u de
kinderbeveiliging niet gebruiken.
! Bij sommige discs slaat de kinderbeveiliging
alleen bepaalde scènes over, waarna het nor-
maal afspelen wordt hervat. Raadpleeg voor
meer informatie de instructies bij de disc.
Niveau wijzigen
U kunt het ingestelde niveau van de kinderbe-
veiliging wijzigen.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna PARENTAL aan.
2 Raak 09 aan en voer het geregi-
streerde codenummer in.
3 Raak ENTER aan.
Hiermee wordt het codenummer bevestigd. U
kunt nu het niveau wijzigen.
# Als u een onjuist codenummer invoert, ver-
schijnt het pictogram
. Raak C aan en voer het
juiste codenummer in.
# Raadpleeg Als u het codenummer bent verge-
ten op deze bladzijde als u uw codenummer ver-
geten bent.
4 Raak één van de toetsen 18 aan en
selecteer het gewenste niveau.
Het nieuwe niveau van de kinderbeveiliging is
ingesteld.
Als u het codenummer bent
vergeten
Raadpleeg Niveau wijzigen op deze bladzijde
en raak C 10 keer aan. Het geregistreerde co-
denummer wordt geannuleerd, waardoor u
een nieuw nummer kunt registreren.
DVD-speler instellen
Nl
97
Hoofdstuk
18
DVD-speler instellen
Begininstellingen aanpassen
1
Met de begininstellingen kunt u de diverse be-
gininstellingen van dit toestel aanpassen.
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna OFF aan om het toestel uit te scha-
kelen.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Druk op de toets A.MENU en raak ver-
volgens INIT aan om de standaardfunc-
tienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als de multikanaalprocessor (bijv., DEQ-
P6600) op dit toestel is aangesloten, kunt u
D. ATT en RESET bedienen in plaats van
REARSP.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
FM-afstemstap instellen
Normaal gesproken wordt er een FM-afstem-
stap van 50 kHz gebruikt bij het automatisch
afstemmen. Als AF of TA is ingeschakeld, ver-
andert de afstemstap automatisch naar 100
kHz. Het kan soms beter zijn de afstemstap in
te stellen op 50 kHz als AF is ingeschakeld.
% Raak FMSTEP aan in het standaardme-
nu om de FM-afstemstap te selecteren.
Als u FMSTEP aanraakt schakelt u de FM-af-
stemstap tussen 50 kHz en 100 kHz terwijl AF
of TA aanstaat. De geselecteerde FM-afstem-
stap verschijnt op het display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap op
50 kHz staan.
Aan- en uitzetten van de
automatische PI-zoekfunctie
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met eenzelfde soort program-
ma, zelfs bij het oproepen van een voorkeuze-
zender.
% Raak AUTOPI in het standaardmenu
aan om de automatische PI-zoekfunctie in
te schakelen.
# Raak AUTOPI nogmaals aan om de automati-
sche PI-zoekfunctie uit te schakelen.
Begininstellingen
Nl
98
Hoofdstuk
19
Waarschuwingstoon in-/
uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel is verwijderd, zal er een waar-
schuwingstoon klinken. U kunt deze waar-
schuwingstoon uitschakelen.
% Raak D. WARN in het standaardmenu
aan om de waarschuwingstoon in te scha-
kelen.
# Raak D. WARN nogmaals aan om de waar-
schuwingstoon uit te schakelen.
Externe aansluiting in-/
uitschakelen
U kunt externe apparaten met dit toestel ge-
bruiken. Activeer de externe aansluiting als u
externe apparaten die op dit toestel zijn aange-
sloten gebruikt.
% Raak AUX in het standaardmenu aan
om de externe instelling in te schakelen.
# Raak AUX nogmaals aan om de externe in-
stelling uit te schakelen.
De lichtstand instellen
U kunt kiezen of de verlichting van dit toestel
aan of uit moet worden gezet als de contact-
schakelaar op ACC wordt gezet of wordt uitge-
schakeld.
! U kunt deze functie niet gebruiken als er
een navigatiesysteem of AVG-VDP1 op dit
toestel is aangesloten.
% Raak ILM SW in het standaardmenu
aan om de lichtstand in te schakelen.
Zet de lichtstand op ON als u wilt dat de ver-
lichting van dit toestel blijft branden als de
contactschakelaar op ACC wordt gezet. Zet de
lichtstand op OFF als u wilt dat de verlichting
wordt uitgeschakeld als de contactschakelaar
op ACC wordt gezet.
# Raak ILM SW nogmaals aan als u de licht-
stand wilt uitschakelen.
Opmerking
Zet de lichtstand nooit op ON als de auto niet
over een ACC-stand beschikt. Dat kan lekkage
aan de accu veroorzaken.
Kleur van de verlichting
selecteren
Dit toestel is uitgerust met twee verlichtings-
kleuren, groen en rood. U kunt de gewenste
kleur van de verlichting selecteren.
% Raak ILM CL in het standaardmenu aan
om de gewenste verlichtingskleur te selec-
teren.
Als u ILM CL aanraakt schakelt u de verlich-
tingskleur tussen GREEN (groen) en RED
(rood).
Begininstellingen
Nl
99
Hoofdstuk
19
Begininstellingen
Achteruitgang en de
subwooferregeling instellen
De achteruitgang van dit toestel (kabels voor
de uitgang van de achterluidspreker) kan wor-
den gebruikt voor het aansluiten van luidspre-
kers met het volle bereik (FULL) of een
subwoofer (SUB. W). Als u de instelling van de
achteruitgang op SUB. W zet, kunt u de kabel
van de achterluidspreker direct aansluiten op
een subwoofer zonder een hulpversterker te
gebruiken.
Dit toestel is standaard ingesteld voor de aan-
sluiting van achterste luidsprekers met het
volle bereik (FULL). Als de achteruitgang is
aangesloten op luidsprekers met het volle be-
reik (als FULL is geselecteerd), kunt u de uit-
gang van de RCA-subwoofer op een
subwoofer aansluiten. In dit geval kunt u se-
lecteren of u de ingebouwde SUB.W van de
subwooferregelaar (low-passfilter, fase) of de
extra FULL wilt gebruiken.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie niet gebruiken.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
2 Raak REARSP aan.
3 Raak a of b aan om de gewenste in-
stelling voor de achteruitgang in te schake-
len.
Raak a aan en selecteer de luidspreker met
het volle bereik. FULL verschijnt op het display.
Raak b aan en selecteer de subwoofer.
SUB. W verschijnt op het display.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u FULL.
# Als er een subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, stelt u SUB. W in voor de subwoo-
fer.
# Als de instelling voor de achteruitgang
SUB. W is, kunt u de subwooferregeling niet wijzi-
gen.
4 Raak c of d aan om het uitgangssig-
naal voor de subwoofer of het uitgangssig-
naal van de non-fading in te schakelen.
Raak c aan en selecteer de subwooferuit-
gang. SUB.W verschijnt op het display. Raak
d aan en selecteer het uitgangssignaal voor
de non-fading. FULL verschijnt op het display.
Opmerkingen
! Zelfs als u deze instelling wijzigt, is er geen
uitgangssignaal, tenzij u het uitgangssignaal
voor nonfading (raadpleeg Nonfading uit-
gangssignaal gebruiken op bladzijde 79) of het
uitgangssignaal voor de subwoofer (raadpleeg
Uitgangssignaal van de subwoofer gebruiken
op bladzijde 78) in het audiomenu inschakelt.
! Als u de subwooferregeling wijzigt, worden
het uitgangssignaal voor de subwoofer en het
uitgangssignaal voor nonfading in het audio-
menu opnieuw ingesteld op de
fabrieksinstellingen.
Vervormd geluid corrigeren
U kunt vervormingen die door de instellingen
van de equalizercurve worden veroorzaakt mi-
nimaliseren.
Als u het niveau van de equalizer hoog instelt,
kan dit vervorming veroorzaken. Als de hoge
tonen verstoord of vervormd zijn, kunt u LOW
proberen. Laat onder normale omstandighe-
den de instelling op HIGH staan voor een
goede geluidskwaliteit.
! Alleen als de multikanaalverwerker (bijv.
DEQ-P6600) is aangesloten op dit toestel,
kunt u deze functie gebruiken.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
Begininstellingen
Nl
100
Hoofdstuk
19
2 Raak D. ATT aan om de instelling voor
digitale demping op te roepen.
Als u D. ATT aanraakt schakelt u de instelling
voor digitale demping in onderstaande volg-
orde:
HIGHLOW
Tijdelijke uitschakeling/
demping van het geluid
activeren
Het geluid van dit systeem wordt in de vol-
gende gevallen automatisch uitgeschakeld,
gedempt of gemengd:
! Er wordt gebeld met een mobiele telefoon
die op dit toestel is aangesloten.
! Er is een navigatiesysteem met spraakbe-
geleiding van Pioneer op dit toestel aange-
sloten.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
2 Raak TEL/GUIDE aan om uitschakeling,
demping of een combinatie te selecteren.
Raak TEL/GUIDE aan tot de gewenste instel-
ling op het display verschijnt.
! MUTE Uitschakeling
! ATT 20 Demping (ATT 20 heeft meer ef-
fect dan ATT 10)
! ATT 10 Demping
! OFF Geluid uitschakelen/dempen uitscha-
kelen
Opmerkingen
! Het geluid wordt uitgeschakeld of gedempt en
MUTE of ATT verschijnt op het display; het ge-
luid kan niet worden aangepast.
! De bediening keert weer terug naar de norma-
le stand als het telefoongesprek of de spraak-
begeleiding is afgelopen.
Navigatiestem/AVG-VDP1-
signaal en audiogeluid
mengen
Navigatiestem/
waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen
Bij navigatiebegeleiding kunt u de begelei-
dingsstem/het piepgeluid van een navigatie-
systeem van Pioneer mengen met het geluid
van dit toestel. U kunt de begeleidingsstem en
de piepgeluiden mengen, of alleen de begelei-
dingsstem.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een navigatiesysteem van Pioneer is aange-
sloten op het toestel.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie niet gebruiken.
! We raden u aan GUIDE te selecteren voor
een goede geluidskwaliteit.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
2 Raak NAVI MIX aan om het mengen
van de navigatiestem/het waarschuwings-
signaal in te schakelen.
Als u NAVI MIX aanraakt wordt geschakeld
tussen de volgende navigatieopties ALL (zowel
de stem als het waarschuwingssignaal wor-
den gemend) en GUIDE (alleen de stem wordt
gemengd).
AVG-VDP1-signaal en
audiogeluid mengen
Als de AVG-VDP1 op dit toestel is aangesloten,
zal de AVG-VDP1 af en toe een piepgeluid
laten horen. Zet deze functie op GUIDE om het
piepgeluid en het audiogeluid op de juiste ma-
nier te mengen.
Begininstellingen
Nl
101
Hoofdstuk
19
Begininstellingen
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een Vehicle Dynamics Processor (AVG-
VDP1) van Pioneer op dit toestel is aange-
sloten.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie niet gebruiken.
! We raden u aan GUIDE te selecteren voor
een goede geluidskwaliteit.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
2 Raak NAVI MIX aan om over te schake-
len naar het mengen van het piepgeluid
van de AVG-VDP1.
Als u NAVI MIX aanraakt, schakelt u tussen
de menginstellingen ALL (continue mengen)
en GUIDE (mengen wanneer het piepgeluid
hoorbaar is).
Audiofuncties resetten
U kunt alle audiofuncties resetten, behalve het
volume.
! Alleen als de multikanaalverwerker (bijv.
DEQ-P6600) is aangesloten op dit toestel,
kunt u deze functie gebruiken.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
2 Raak RESET aan.
3 Raak RESET aan.
4 Raak RESET opnieuw aan om de audio-
functies te resetten.
# Als u het resetten van de audiofuncties wilt
annuleren, raakt u CANCEL aan.
Het TV-signaal instellen
Als dit toestel op een TV-tuner is aangesloten,
moet u het TV-signaal aanpassen aan de sig-
naalinstellingen van uw land.
! Standaard is deze functie ingesteld op
AUTO zodat dit toestel automatisch de TV-
signaalinstellingen aanpast.
1 Raak NEXT aan op het standaardmenu.
2 Raak TV SIG aan om een geschikt TV-
signaal te selecteren.
Als u TV SIG aanraakt schakelt u de instelling
voor het TV-signaal in onderstaande volgorde:
AUTOPALSECAM
Opmerking
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Pioneer-
leverancier voor informatie over het TV-signaal
van uw land.
Begininstellingen
Nl
102
Hoofdstuk
19
Inleiding tot het aanpassen
van de instellingen
1
1 Weergave instellingenmenu
Deze toont de functienamen voor de instel-
lingen.
% Druk op de toets A.MENU en raak ver-
volgens SETUP aan om de functienamen
voor de instellingen weer te geven.
De functienamen voor de instellingen worden
weergegeven en de functienamen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een in-
stellingsfunctie gebruikt, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
AV-ingangssignaal instellen
U kunt overschakelen tussen de instellingen
van het aangesloten apparaat.
! Selecteer VIDEO om een video van een
aangesloten apparaat als AV signaalbron
te bekijken.
! Selecteer M-DVD om een video van een
aangesloten DVD-speler als S-DVD signaal-
bron te bekijken.
! Selecteer EXT-V om een video van een aan-
gesloten videospeler als EXT signaalbron
te bekijken.
% Raak AV IN op het instellingenmenu
aan om het AV-ingangssignaal te selecte-
ren.
Raak AV IN aan tot de gewenste instelling op
het display verschijnt.
! OFF Er is geen video-apparaat aangeslo-
ten
! VIDEO Extern video-apparaat (zoals een
draagbare videospeler)
! M-DVD Er is een multi-DVD-speler met
RCA-kabel aangesloten
! EXT-V Extern video-apparaat (zoals toe-
komstig leverbare Pioneer-apparaten)
# Als er een multi-DVD-speler met een AV-BUS-
kabel is aangesloten, moet u M-DVD niet selecte-
ren omdat u anders geen beeld heeft, zelfs niet
als u S-DVD heeft geselecteerd.
Instelling voor
achteruitrijdcamera
LET OP
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die de beelden in spiegelbeeld weergeeft,
omdat het beeld op het scherm er anders ver-
keerd om uit kan zien.
Overige functies
Nl
103
Hoofdstuk
20
Overige functies
Dit toestel is voorzien van een functie die auto-
matisch overschakelt naar het beeld van de
achteruitrijdcamera (stekker REAR VIEW CA-
MERA IN) als er een achteruitrijdcamera op
uw auto is gemonteerd. Als de versnellings-
hendel in de stand ACHTERUIT (R) staat,
schakelt de video automatisch over naar het
beeld van de achteruitrijdcamera. (Raadpleeg
voor meer informatie uw dealer.)
! Controleer onmiddellijk of het display over-
schakelt naar de achteruitrijdcamera als de
versnellingspook in ACHTERUIT (R)
wordt gezet.
! Als het display naar het beeld van de ach-
teruitrijdcamera overschakelt tijdens nor-
maal rijden, kunt u beter een andere
instelling gebruiken.
! Druk op V.ADJ om terug te keren naar het
display van de signaalbron.
1 Raak B-CAM aan op het instellingenme-
nu.
2 Raak c aan om de instelling voor de
achteruitrijdcamera in te schakelen.
# Raak d aan om de instelling voor de achteruit-
rijdcamera uit te schakelen.
3 Raak b en vervolgens c of d aan om
een geschikte polariteitsinstelling te selec-
teren.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende polariteitsinstellingen:
! BATTERY Als de polariteit van de aange-
sloten kabel positief is als de versnellings-
pook in de stand ACHTERUIT (R) staat
! GND Als de polariteit van de aangesloten
kabel negatief is als de versnellingspook in
de stand ACHTERUIT (R) staat
De achteruitrijdcamera in
beeld houden
U kunt het beeld van de achteruitrijdcamera
continu laten weergeven (bijvoorbeeld om een
caravan in de gaten te houden). Het beeld van
de achteruitrijdcamera wordt in een klein ven-
ster boven de navigatiekaart weergegeven. Om
het beeld van de achteruitrijdcamera weer te
kunnen geven, moet u zowel het navigatiesys-
teem als de achteruitrijdcamera op dit toestel
aansluiten.
1 Raak B-CAM aan op het instellingenme-
nu.
2 Raak b aan tot P in P is geselecteerd.
# Als u B. CAMERA heeft uitgeschakeld, kunt u
PinPniet selecteren.
3 Raak c aan om beeld-in-beeld in te
schakelen.
# Raak d aan om beeld-in-beeld uit te schake-
len.
4 Raak b aan en selecteer PinP SIZE.
5 Raak c of d aan om het beeldformaat
van de achteruitrijdcamera in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende beeldformaten:
1/161/91/4
6 Raak b aan en selecteer PinP POS.
7 Raak c of d aan om de positie van het
beeld van de achteruitrijdcamera in te stel-
len.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende posities:
UPPER L (linksboven)UPPER R (rechtsbo-
ven)LOWER R (rechtsonder)LOWER L
(linksonder)
Overige functies
Nl
104
Hoofdstuk
20
Het beeld van de
achteruitrijdcamera direct aan-
of uitzetten.
Als het beeld van de achteruitrijdcamera de
weergave van het navigatiesysteem of de AVG-
VDP1 belemmert, kunt u dit eenvoudig uit-
schakelen.
% Houd ENTERTAINMENT (ENT) ingedrukt
om het beeld van de achteruitrijdcamera in
of uit te schakelen.
Functie automatisch
openen instellen
Om te voorkomen dat het display de versnel-
lingspook van een voertuig met automatische
versnellingsbak raakt wanneer deze in P (par-
keerstand) staat, of als u niet wilt dat het dis-
play automatisch opent en sluit, kunt u de
functie automatisch openen op handmatig
zetten.
U kunt daarnaast het achteruitplaatsen in- of
uitschakelen om de schuifpositie van het LCD-
paneel aan te passen.
1 Raak FLP ST aan op het instellingenme-
nu.
2 Raak a aan om het achteruitplaatsen in
te schakelen en het LCD-paneel schuift
naar achteren.
# Raak b aan om het achteruitplaatsen uit te
schakelen en het LCD-paneel schuift naar voren.
3 Raak c of d aan en selecteer het dis-
play voor automatisch of handmatig ope-
nen/sluiten.
Raak c aan en selecteer MANUAL. Nu moet u
op OPEN/CLOSE drukken om het display te
openen/sluiten. Raak d en selecteer AUTO.
Het display opent/sluit automatisch als dit toe-
stel voeding krijgt.
Klok instellen
Gebruik deze instructies om de klok in te stel-
len.
1 Raak CLOCK ADJUST aan op het instel-
lingenmenu.
2 Raak OFF aan om de klokweergave in
te schakelen.
ON verschijnt in het display in plaats van OFF.
De klokweergave staat nu aan.
# Raak ON aan als u de klokweergave wilt uit-
schakelen.
3 Raak c of d aan en selecteer het deel
van de klokweergave dat u wilt instellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er een
deel van de klokweergave geselecteerd:
UurMinuut
Als u een deel van de klokweergave selecteert,
wordt het geselecteerde deel gemarkeerd.
4 Raak a of b aan om de klok in te stel-
len.
Telkens als u a aanraakt, gaat het uur of de
minuut omhoog. Telkens als u b aanraakt,
gaat het uur of de minuut omlaag.
Overige functies
Nl
105
Hoofdstuk
20
Overige functies
Opmerkingen
! U kunt de klok aan een tijdsignaal koppelen
door JUST aan te raken.
Als de minuut op 0029 staat, wordt dit
naar beneden afgerond. (bijv., 10:18 wordt
10:00.)
Als de minuut op 3059 staat, wordt dit
naar boven afgerond. (bijv., 10:36 wordt
11:00.)
! Zelfs als de signaalbronnen uit staan, ver-
schijnt de klok op het display.
Het beeld voor het display
achterin selecteren
U kunt het display achterin zodanig instellen
dat het beeld van het navigatiesysteem of de
AVG-VDP1 automatisch op het display ver-
schijnt als dat op het display voorin verschijnt.
U kunt er echter ook voor zorgen dat de huidi-
ge videobron geselecteerd blijft en dat het dis-
play achterin niet verandert als het display
voorin wijzigt.
! U kunt het beeld van het navigatiesysteem
of de AVG-VDP1 laten weergeven als er een
navigatiesysteem of VDP (Vehicle Dyna-
mics Processor) van Pioneer op het toestel
is aangesloten.
! Als u SOURCE selecteert terwijl de geselec-
teerde bron een audiobron is, wordt er op
het display achterin niets weergegeven.
% Raak R.DISP op het instellingenmenu
aan om de geselecteerde signaalbron op
het display achterin weer te geven.
Raak R.DISP aan tot de gewenste video-instel-
ling op het display verschijnt.
! SOURCE Weergave van de video van de
geselecteerde signaalbron op het display
achter
! NAVI De navigatiebeelden of AVG-VDP1
op het display achterin weergeven
AUX-signaalbron gebruiken
Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de CD-
RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u dit
toestel aansluiten op externe apparatuur met
een RCA-uitgang. Raadpleeg voor meer infor-
matie de gebruikershandleiding van de IP-
BUS-RCA-adapter.
AUX als signaalbron selecteren
% Raak het bronpictogram aan en raak
daarna AUX aan om AUX als signaalbron
te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als de externe aansluiting niet is ingescha-
keld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raad-
pleeg Externe aansluiting in-/uitschakelen op
bladzijde 99 voor meer informatie.
AUX-titel instellen
De naam die op het display verschijnt voor de
AUX signaalbron kan worden gewijzigd.
1 Nadat u AUX als signaalbron heeft ge-
selecteerd, drukt u op de toetsen A.MENU
en FUNCTION. Raak vervolgens NAME EDIT
aan.
2 Raak ABC aan en selecteer het gewen-
ste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt cijfers en symbolen invoeren door 123
aan te raken.
Overige functies
Nl
106
Hoofdstuk
20
3 Raak a of b aan en selecteer een letter
uit het alfabet.
Telkens als u a aanraakt, verschijnt er een let-
ter van het alfabet in de volgorde A B C ... X Y
Z, cijfers en symbolen in de volgorde 1 2 3 ... |
. Telkens als u b aanraakt, verschijnt er een
letter in de omgekeerde volgorde, zoals ZYX
... C B A.
4 Raak d aan om de cursor naar de vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display ver-
schijnt, raakt u d aan om de cursor op de vol-
gende positie te zetten waarna u de volgende
letter kunt selecteren. Raak c aan om terug te
bladeren in het display.
5 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
6 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Achtergronddisplay
selecteren
U kunt de achtergronddisplays in- of uitscha-
kelen terwijl u naar een signaalbron luistert.
% Druk op ENTERTAINMENT (ENT).
Telkens als u ENTERTAINMENT (ENT) indrukt,
verandert het display als volgt:
Audiosignaalbron
AchtergrondafbeeldingBGV (achtergrond
zichtbaar)AV (AV-ingangssignaal)NAVI
(achtergrondafbeelding navigatiesysteem of
AVG-VDP1)
Videosignaalbron
Video van huidige geselecteerde bronach-
tergrondafbeeldingBGV (achtergrond zicht-
baar)AV (AV-ingangssignaal)NAVI
(achtergrondafbeelding navigatiesysteem of
AVG-VDP1)
Opmerking
In de volgende gevallen zal de achtergrondweer-
gave niet veranderen:
! Als er een lijst wordt weergegeven.
! Als de AV (AV-ingang) niet is ingesteld op
VIDEO (raadpleeg bladzijde 103).
! Als er geen navigatiesysteem of VDP (Vehicle
Dynamics Processor) van Pioneer op het toe-
stel is aangesloten.
Overige functies
Nl
107
Hoofdstuk
20
Overige functies
Storingen
Algemeen
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Geen voeding.
Het toestel werkt niet.
Kabels en stekkers zijn verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle aansluitingen juist zijn.
De zekering is gesprongen. Verhelp de reden waardoor de zekering is ge-
sprongen en vervang vervolgens de zekering.
Zorg dat u de juiste zekering met dezelfde
waarde gebruikt.
Door geluid en andere factoren
werkt de ingebouwde microproces-
sor niet goed.
Druk op RESET. (Bladzijde 12)
Het afspelen is niet mogelijk. De disc is vuil. Maak de disc schoon. (Bladzijde 112)
De disc is van een type dat dit toe-
stel niet kan afspelen.
Controleer het type van de disc.
Er is een niet-compatibele videosys-
teemdisc in het toestel gestoken.
Gebruik een disc die compatibel is met uw vi-
deosysteem.
Er is geen geluid.
Het volume kan niet hoger.
De kabels zijn niet goed aangeslo-
ten.
Sluit de kabels op de juiste manier aan.
Het toestel geeft stilstaand beeld,
speelt in slowmotion of beeld voor
beeld af.
Er is geen geluid bij stilstaand beeld, afspelen
in slowmotion of beeld voor beeld afspelen.
Er is geen beeld. De kabel van de handrem is niet
aangesloten.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De handrem is niet ingeschakeld. Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
Het pictogram
wordt weerge-
geven. Bediening is niet moge-
lijk.
Deze handeling is verboden voor
deze disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Deze handeling is niet compatibel
met de organisatie van de disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Het beeld stopt (wordt onderbro-
ken) en het toestel kan niet wor-
den bediend.
Gegevens kunnen tijdens het afspe-
len niet worden afgelezen.
Druk één maal op g en probeer opnieuw af te
spelen.
Er is geen geluid.
Het volume staat laag.
Het volume staat laag. Stel het volume af.
De demping staat aan. Zet de demping uit.
Er worden delen van het geluid
en beeld overgeslagen.
Het toestel is niet stevig bevestigd. Zet het toestel stevig vast.
Het beeld is uitgerekt, het beeld-
formaat is onjuist.
De beeldinstelling is niet juist voor
de weergave.
Selecteer de juiste instelling voor uw display.
(Bladzijde 96)
Als u de contactschakelaar op
ON zet (of ACC), hoort u de
motor.
Het toestel controleert of er een disc
in het toestel zit.
Dit is normaal.
Aanvullende informatie
Nl
108
Aanhangsel
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Er wordt niets weergegeven.
De toetsen van het aanraakpa-
neel kunnen niet worden ge-
bruikt.
De achteruitrijdcamera is niet aan-
gesloten.
B-CAM is een onjuiste instelling.
Sluit een achteruitrijdcamera aan.
Druk op V.ADJ om terug te keren naar het dis-
play van de signaalbron en selecteer daarna
de juiste instelling voor B-CAM. (Bladzijde
103)
Het beeld van de achteruitrijdca-
mera (of het zwarte beeld als de
achteruitrijdcamera niet is aan-
gesloten) vóór het beeld van het
navigatiesysteem kan niet wor-
den uitgeschakeld.
PinPis ingeschakeld. Houd de toets ENTERTAINMENT (ENT) inge-
drukt om het beeld van de achteruitrijdcame-
ra uit te schakelen.
Problemen bij het afspelen van een DVD
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het afspelen is niet mogelijk. De disc heeft een ander regionum-
mer dan het toestel.
Vervang de disc door een disc met hetzelfde
regionummer als dit toestel. (Bladzijde 9,
Bladzijde 120)
Er verschijnt een bericht van de
kinderbeveiliging en afspelen is
niet mogelijk.
De kinderbeveiliging staat aan. Zet de kinderbeveiliging uit of verander het ni-
veau. (Bladzijde 96)
De kinderbeveiliging kan niet
worden geannuleerd.
Het codenummer is niet juist. Voer het juiste codenummer in. (Bladzijde 96)
U bent uw codenummer vergeten. Druk 10 keer op CLEAR om het codenummer
te annuleren. (Bladzijde 97)
Gesproken taal (en ondertiteling-
staal) kunnen niet worden gewij-
zigd.
De DVD bevat geen opnamen met
meerdere talen.
U kunt niet uit verschillende talen kiezen als
ze niet op de disc zijn vastgelegd.
U kunt alleen functies selecteren
die in het menu van de disc staan.
Schakel over met het discmenu.
Er verschijnt geen ondertiteling. De DVD heeft geen ondertitelings-
mogelijkheden.
De ondertiteling wordt niet weergegeven als
deze niet op de disc staat.
U kunt alleen functies selecteren
die in het menu van de disc staan.
Schakel over met het discmenu.
Afspelen is niet mogelijk met de
audiotaal en ondertitelingstaal
die in DVD SETUP zijn geselec-
teerd.
De DVD bevat geen gesproken taal
of ondertiteling in de taal die in
DVD SETUP is geselecteerd.
Overschakelen naar een geselecteerde taal is
niet mogelijk als die taal in DVD SETUP niet
op de disc is vastgelegd.
Overschakelen naar een andere
camerahoek is niet mogelijk.
De DVD heeft geen scènes die van-
uit meerdere hoeken zijn opgeno-
men.
U kunt niet overschakelen tussen meerdere
camerahoeken als de DVD geen scènes heeft
die vanuit meerdere hoeken zijn opgenomen.
U probeert over te schakelen naar
een andere camerahoek van een
scène die niet vanuit meerdere hoe-
ken is opgenomen.
Schakel over tussen meerdere camerahoeken
bij scènes die vanuit meerdere hoeken zijn
opgenomen.
Aanvullende informatie
Nl
109
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het beeld is erg onscherp of ver-
vormd en donker tijdens het af-
spelen.
Deze disc is voorzien van een sig-
naal dat kopiëren voorkomt. (Som-
mige discs hebben dit.)
Omdat dit toestel incompatibel is met het
anti-kopieersysteem, kan het beeld bij het af-
spelen van een disc met zon signaal op som-
mige displays horizontale strepen of andere
problemen vertonen. Dit betekent niet dat het
toestel niet goed werkt.
Problemen bij het afspelen van een Video-CD
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het PBC-menu (afspeelregeling)
kan niet worden opgeroepen.
De Video-CD heeft geen PBC. Deze handeling is niet mogelijk met Video-
CDs zonder PBC.
Herhaalde weergave en frag-
ment-/tijdzoeken zijn niet moge-
lijk.
De huidige Video-CD heeft PBC. Deze handeling is niet mogelijk bij Video-
CDs met PBC.
Foutmeldingen
Als u contact opneemt met uw leverancier of het dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum, zorg er
dan voor dat u de foutmelding opschrijft.
Melding Oorzaak Maatregel (Zie)
ERROR-02 Vuile disc Maak de disc schoon.
Bekraste disc Vervang de disc.
ERROR-05 Elektrisch of mechanisch probleem Druk op RESET.
DIFFERENT REGION DISC (RE-
GION ERR)
De disc heeft een ander regionum-
mer dan het toestel
Vervang de DVD door een DVD met het juiste
regionummer.
NON PLAYABLE DISC (NON-
PLAY)
Dit type disc kan niet op dit toestel
worden afgespeeld
Vervang de disc door een disc die wel op dit
toestel kan worden afgespeeld.
De disc is ondersteboven geplaatst Controleer of de disc er op de juiste manier in
zit.
THERMAL PROTECTION IN
MOTION (TEMP)
De temperatuur van het toestel valt
buiten het normale bedrijfsbereik
Wacht totdat de temperatuur van het toestel
binnen de normale grenzen valt.
PROTECT Alle bestanden op de ingestoken
disc zijn beveiligd met digital rights
management (digitaal rechtenbe-
beer (DRM)).
Vervang de disc.
TRK SKIPPED De ingestoken disc bevat WMA-be-
standen die door digital rights ma-
nagement (digitaal rechtenbeheer,
DRM) zijn beschermd.
Vervang de disc.
Aanvullende informatie
Nl
110
Aanhangsel
Foutmeldingen in auto TA en EQ begrijpen
Als een juiste meting van de akoestische eigenschappen van de auto niet mogelijk is met automa-
tische TA en EQ, kan er een foutmelding op het display verschijnen. Als er een foutmelding op het
display verschijnt, raadpleeg dan de onderstaande tabel om het probleem en de voorgestelde her-
stelmaatregel te achterhalen. Probeer het na de controle opnieuw.
Melding Oorzaak Maatregel
Error check MIC De microfoon is niet aangesloten. Doe de plug van de microfoon in de micro-
fooningang van het toestel.
Error check front SP, Error
check FL SP, Error check FR SP,
Error check center SP, Error
check RL SP, Error check RR SP,
Error check subwoofer
De microfoon kan de meettoon van
een luidspreker niet waarnemen.
! Controleer of de luidsprekers juist zijn aan-
gesloten.
! Corrigeer de instelling van het ingangsni-
veau van de versterker die op de luidsprekers
is aangesloten.
! Plaats de microfoon op de juiste manier.
Error check noise Het geluid uit de omgeving is te
hard.
! Parkeer de auto op een zo rustig mogelijke
plaats en zet de motor, airconditioning of ver-
warming uit.
! Plaats de microfoon op de juiste manier.
Berichten begrijpen
Berichten Vertaling
VIDEO VIEWING IS NOT AVAILABLE
WHILE DRIVING
Het is niet mogelijk tijdens het rijden video te kijken.
YOU CANNOT USE THIS FUNCTION
WHILE DRIVING
U kunt deze functie tijdens het rijden niet gebruiken.
Please source unit off Hold EQ button 2
sec, Set Auto EQ&TA
Schakel het toestel uit. Houd de EQ-toets 2 seconden ingedrukt. Stel
Auto EQ&TA in.
Can`t adjust Time Alignment. Set Position
FL or FR
Kan de tijduitlijning niet aanpassen. Stel positie FL of FR in.
Press track list to play and title will appe-
ar
Druk op de lijst met fragmenttitels om die af te spelen, en de titel
wordt weergegeven.
Aanvullende informatie
Nl
111
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Zorgen voor uw DVD-speler
! Gebruik alleen normale, ronde discs. Onre-
gelmatige, niet-ronde discs kunnen vast
komen te zitten in de DVD-speler of niet
naar behoren worden afgespeeld.
! Controleer alle discs op barsten, krassen of
vervorming voordat u ze afspeelt. Discs
met barsten, krassen of vervormingen, kun-
nen niet goed worden afgespeeld. Gebruik
zulke disc daarom niet.
! Probeer het opnameoppervlak (de kant
waar niets op gedrukt is) niet aan te raken
wanneer u de disc vasthoudt.
! Bewaar disc in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Houd disc uit direct zonlicht en stel ze niet
bloot aan hoge temperaturen.
! Plak geen labels op disc, schrijf er niet op
en behandel het oppervlak niet met chemi-
sche middelen.
! Om een disc te reinigen veegt u de disc
vanaf de buitenste rand naar het midden
met een zachte doek schoon.
! Als de verwarming bij lage temperaturen
wordt gebruikt, kan er vocht op de onderde-
len in de DVD-speler ontstaan. Door con-
densatie kan de werking van de DVD-speler
niet naar behoren zijn. Als u denkt dat u
last van condensvorming heeft, zet u de
DVD-speler ongeveer een uur uit zodat hij
kan drogen. Veeg eventueel vochtige CDs
af met een zachte doek om het vocht te ver-
wijderen.
! Schokken tijdens het rijden van de auto
kunnen de disc laten overslaan.
DVD-discs
! Bij sommige DVD-videodiscs zijn bepaalde
functies niet te gebruiken.
! Sommige DVD-videodiscs kunnen niet wor-
den afgespeeld.
! DVD-R-/DVD-RW-discs kunnen alleen wor-
den afgespeeld als ze voltooid zijn.
! Als u DVD-R-/DVD-RW-discs gebruikt, kunt
u ze alleen afspelen als ze met het Video-
formaat (videomodus) zijn opgenomen. Het
is niet mogelijk DVD-RW-discs af te spelen
die in het formaat Video Recording (VR-
modus) zijn opgenomen.
! Het kan gebeuren dat u geen DVD-R-/DVD-
RW-discs kunt afspelen die zijn opgeno-
men met de Video-formaat (videomodus)
vanwege de eigenschappen van de disc,
krassen of vuil op de disc of vuil, condens,
enzovoort op de lens van het toestel.
! Dit toestel kan geen DVD-ROM-/DVD-RAM-
discs afspelen.
! Het afspelen van discs die op een compu-
ter zijn opgenomen is soms niet mogelijk.
Dit is afhankelijk van de instellingen van de
toepassing. Neem op in het juiste formaat.
(Neem voor meer informatie contact op
met de fabrikant van de toepassing.)
Aanvullende informatie
Nl
112
Aanhangsel
CD-R/CD-RW-discs
! CD-R/CD-RW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld als ze voltooid zijn.
! Het kan gebeuren dat u bepaalde CD-R/
CD-RW-discs niet kunt afspelen die zijn op-
genomen op een audio CD-recorder of een
computer. Dat kan ook worden veroorzaakt
door bepaalde eigenschappenen van de
CD, krassen of vuil op de disc, of door vuil,
condens en dergelijke op de lens van dit
toestel.
! Het afspelen van discs die op een compu-
ter zijn opgenomen is soms niet mogelijk.
Dit is afhankelijk van de instellingen van de
toepassing. Neem op in het juiste formaat.
(Neem voor meer informatie contact op
met de fabrikant van de toepassing.)
! Het kan gebeuren dat u geen CD-R/CD-
RW-discs kunt afspelen omdat deze zijn
blootgesteld aan direct zonlicht of hoge
temperaturen, of vanwege de omstandighe-
den waaronder de discs in de auto zijn be-
waard.
! Titels en andere tekstinformatie die zijn
vastgelegd op een CD-R/CD-RW-disc wor-
den mogelijk niet door dit toestel weergege-
ven (in het geval van audiogegevens (CD-
DA)).
! Dit toestel is geschikt voor de functie voor
het overslaan van fragmenten op CD-R/CD-
RW-discs. De fragmenten waarop deze
functie betrekking heeft, worden automa-
tisch overgeslagen (in het geval van audio-
gegevens (CD-DA)).
! Als u een CD-RW-disc in dit toestel plaatst,
zal het langer duren voordat het afspelen
begint dan bij een conventionele CD of CD-
R.
! Lees de voor CD-R/CD-RW-discs geldende
voorzorgsmaatregelen voor u ze gaat ge-
bruiken.
MP3- en WMA-bestanden
! MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3 en ver-
wijst naar een standaard voor audiocom-
pressietechnologie.
! WMA staat voor Windows Media" Audio
en verwijst naar een audiocompressietech-
nologie die door Microsoft Corporation is
ontwikkeld. WMA-gegevens kunnen met de
Windows Media Player versie 7 of nieuwer
worden gecodeerd.
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen kan
dit toestel minder goed werken.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-be-
standen te coderen, kan het voorkomen dat
CD-titels en andere tekstinformatie soms
niet goed worden weergegeven.
! Met dit toestel kunt u MP3/WMA-bestan-
den op CD-ROM, CD-R en CD-RW afspelen.
Discopnamen die compatibel zijn met ni-
veau 1 en niveau 2 van ISO9660 met het be-
standssysteem Romeo and Joliet kunnen
worden afgespeeld.
! U kunt discs afspelen waarop meerdere
sessies zijn opgenomen.
! MP3/WMA-bestanden zijn niet compatibel
met packet write data transfer.
! Er kunnen maximaal 64 tekens, inclusief de
extensie (.mp3 of .wma), voor een bestands-
naam vanaf het eerste teken worden weer-
gegeven.
! Van een mapnaam kunnen er maximaal 64
tekens worden weergegeven.
! Bij bestanden die met het bestandssysteem
Romeo zijn opgenomen, worden alleen de
eerste 64 tekens weergegeven.
! Als u CDs met MP3/WMA-bestanden en
audiogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA
en MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen
beide types alleen afspelen door tussen
MP3/WMA en CD-DA over te schakelen.
Aanvullende informatie
Nl
113
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! De volgorde voor selectie van de mappen
voor het afspelen en andere handelingen is
de schrijfvolgorde die door de schrijfsoft-
ware wordt gebruikt. Daarom kan de ver-
wachte volgorde bij het afspelen afwijken
van de werkelijke afspeelvolgorde. Er be-
staat echter ook schrijfsoftware waarmee
de afspeelvolgorde wel kan worden inge-
steld.
! Sommige audio-cds bevatten fragmenten
die zonder pauze in elkaar overlopen. Als
deze discs worden omgezet in MP3-/WMA-
bestanden en op een CD-R/CD-RW/CD-
ROM worden gebrand, worden de bestan-
den op deze speler afgespeeld, ongeacht
de lengte van de pauze tussen de fragmen-
ten op de originele audio-cd.
Belangrijk
! Als u een MP3- of WMA-bestand een naam
geeft, moet u de bijbehorende extensie (.mp3
of .wma) toevoegen.
! Dit toestel speelt bestanden met de extensie
van de bestandsnaam (.mp3, .wma) af als een
MP3/WMA-bestand. Om ruis en storingen te
voorkomen kunt u deze extensies beter niet
gebruiken voor andere bestanden dan MP3 of
WMA.
Extra informatie over MP3
! De bestanden zijn compatibel met ID3 Tag
Ver. 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 voor de weergave
van het album (disctitel), fragment (frag-
menttitel), artiest (artiest fragment) en op-
merkingen. Ver. 2.x of ID3 Tag heeft
prioriteit als zowel Ver. 1.x en Ver. 2.x be-
staan.
! De versterker werkt alleen als er MP3-be-
standen met frequenties van 32, 44,1 en 48
kHz worden afgespeeld. (Bemonsterings-
frequenties van 16, 22,05, 24, 32, 44,1, 48
kHz kunnen worden afgespeeld.)
! Er is geen compatibiliteit met m3u-speel-
lijsten.
! Er is geen compatibiliteit met de formaten
MP3i (MP3 interactive) of mp3 PRO.
! De geluidskwaliteit van MP3-bestanden is
doorgaans beter bij een hogere bitsnelheid.
Dit toestel kan opnamen met een bitsnel-
heid van 8 kbps tot 320 kbps afspelen,
maar voor een goede geluidskwaliteit,
raden wij u aan alleen disc die met een bit-
snelheid van tenminste 128 kbps zijn opge-
nomen te gebruiken.
Extra informatie over WMA
! Dit toestel speelt WMA-bestanden af die
met de Windows Media Player versie 7 en 8
zijn gecodeerd.
! U kunt alleen WMA-bestanden met fre-
quenties van 32, 44,1 en 48 kHz afspelen.
! De geluidskwaliteit van WMA-bestanden
wordt meestal beter bij een hogere bitsnel-
heid. Dit toestel kan opnamen met een bit-
snelheid van 48 kbps tot 192 kbps afspelen,
maar voor een goede geluidskwaliteit
raden wij u aan alleen CDs met een hogere
bitsnelheid te gebruiken.
! Dit toestel kan geen WMA-bestanden af-
spelen die als VBR (variabele bitsnelheid)
zijn opgenomen.
Over mappen en MP3/WMA-
bestanden
! U ziet hieronder een overzicht van een CD-
ROM met MP3/WMA-bestanden. De sub-
mappen worden als mappen in de geselec-
teerde map weergegeven.
Aanvullende informatie
Nl
114
Aanhangsel
3
1
2
1 Eerste niveau
2 Tweede niveau
3 Derde niveau
Opmerkingen
! Dit toestel wijst mapnummers toe. Als gebrui-
ker kunt u geen mapnummers toewijzen.
! U kunt geen mappen zonder MP3/WMA-be-
standen openen. (Deze mappen worden over-
geslagen zonder het mapnummer weer te
geven.)
! MP3/WMA-bestanden in maximaal 8 lagen
mappen kunnen worden weergegeven. Er zit
echter een vertraging in het begin van het af-
spelen van discs met talloze lagen. Daarom
raden wij u aan geen discs met meer dan 2
lagen te maken.
! U kunt maximaal 253 fragmenten uit de map-
pen van één disc afspelen.
Display correct gebruiken
LET OP
! Als er vloeibare stoffen of materialen van bui-
ten in het toestel komen, moet u onmiddellijk
de voeding naar het toestel onderbreken en
uw dealer of het dichtstbijzijnde Servicesta-
tion van PIONEER raadplegen. Gebruik het
toestel niet langer, omdat er dan brand, elek-
trische schokken of andere storingen kunnen
optreden.
! Als u rook, een vreemd geluid, een vreemde
geur of andere ongebruikelijke signalen van
het display waarneemt, moet u de voeding on-
middellijk onderbreken en uw dealer of het
dichtstbijzijnde Servicestation van PIONEER
raadplegen. Als u het toestel zo blijft gebrui-
ken, kan het systeem permanent beschadigd
raken.
! Demonteer het toestel niet en breng geen aan-
passingen aan, omdat er hoogspanningson-
derdelen in zitten die een elektrische schok
kunnen veroorzaken. Raadpleeg uw dealer of
het dichtstbijzijnde bevoegde Servicestation
van PIONEER voor een interne controle van
het apparaat en eventuele aanpassingen of re-
paraties.
Met het display omgaan
! Als het display langere tijd wordt blootge-
steld aan direct zonlicht, wordt het bijzon-
der heet, wat schade aan het LCD-scherm
kan veroorzaken. Als u het toestel niet ge-
bruikt, kunt u het display het beste sluiten
zodat het niet wordt blootgesteld aan direct
zonlicht.
! Het display moet worden gebruikt binnen
de onderstaande temperatuurbereiken.
Bereik temperatuur bij opslag: 20 tot +80
°C
Als de temperatuur hoger of lager is dan de
bedrijfstemperatuur, kan het gebeuren dat
het display niet normaal functioneert.
Aanvullende informatie
Nl
115
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Het LCD-scherm van dit toestel is blootge-
steld om de zichtbaarheid ervan in de auto
te verbeteren. Druk er niet te hard op,
omdat dit het scherm kan beschadigen.
! Plaats geen voorwerpen op het display als
het is geopend. Probeer de hoek van het
display niet met de hand aan te passen of
het display met de hand te openen of te
sluiten. Als u drukt uitoefent op het display,
kan het beschadigd raken.
! Druk niet te hard tegen het LCD-scherm,
omdat er dan krassen op kunnen komen.
! Zorg dat er niets tussen het display en het
toestel staat als u het display opent of sluit.
Als er een voorwerp tussen het display en
het toestel komt, kan dat de werking van
het display in de weg staan.
! Wees voorzichtig met vingers, lang haar en
loshangende kleding die tussen het display
en het toestel kunnen komen en zo ernstig
letsel kunnen veroorzaken.
LCD-scherm (Liquid Crystal
Display)
! Als het display zich vlak bij de uitvoer van
een airconditioning bevindt als het is ge-
opend, moet u ervoor zorgen dat de lucht
van de airconditioning niet tegen het dis-
play blaast. De warmte uit de verwarming
kan het LCD-scherm beschadigen en de
koele lucht uit de koeler kan vochtvorming
in het display veroorzaken, waardoor scha-
de kan ontstaan. Als het display door de
koeling wordt afgekoeld, kan het scherm
donker worden, of kan de levensduur van
de kleine TL-buis in het display nadelig wor-
den beïnvloed.
! Er kunnen kleine zwarte of witte (heldere)
stippen op het LCD-scherm verschijnen.
Dit komt door de eigenschappen van het
LCD-scherm en betekent niet dat er een
probleem is met het display.
! Bij lage temperaturen kan het LCD-scherm
even donker blijven nadat het is ingescha-
keld.
! Het LCD-scherm is onduidelijker als het
wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
! Als u een draadloze telefoon gebruikt, houd
de antenne van de telefoon dan uit de
buurt van het display om te voorkomen dat
het beeld door vlekken, gekleurde strepen,
etc. wordt gestoord.
Display in goede staat houden
! Als u het scherm afveegt, zorg dan dat u
het oppervlak niet bekrast. Gebruik geen
agressieve chemische reinigingsmiddelen.
Kleine TL-buis
! Er zit een kleine TL-buis in het display dat
het LCD-scherm verlicht.
De TL-buis moet ongeveer 10.000 uur
meegaan, afhankelijk van de omstandig-
heden waaronder deze wordt gebruikt.
(Als het display bij lage temperaturen
wordt gebruikt, wordt de levensduur van
de TL-buis korter.)
Als de TL-buis het einde van de levens-
duur bereikt, wordt het scherm donker
en wordt er geen beeld meer weergege-
ven. Als dit gebeurt, kunt u het beste
contact opnemen met uw leverancier of
het dichtstbijzijnde bevoegde servicesta-
tion van PIONEER.
Aanvullende informatie
Nl
116
Aanhangsel
Taalcodekaart voor DVD
Taal (code), invoercode Taal (code), invoercode Taal (code), invoercode
Japans (ja), 1001 Guarani (gn), 0714 Pashtoe (Zuid-Afghaans) (ps), 1619
Engels (en), 0514 Gujarati (gu), 0721 Quechua (qu), 1721
Frans (fr), 0618 Haussa (ha), 0801 Retro-Romaans (rm), 1813
Spaans (es), 0519 Hindi (hi), 0809 Kirundi (rn), 1814
Duits (de), 0405 Kroatisch (hr), 0818 Roemeens (ro), 1815
Italiaans (it), 0920 Hongaars (hu), 0821 Kinyarwanda (rw), 1823
Chinees (zh), 2608 Armeens (hy), 0825 Sanskriet (sa), 1901
Nederlands (nl), 1412 Interlingua (ia), 0901 Sindhi (sd), 1904
Portugees (pt), 1620 Interlingue (ie), 0905 Sangho (sg), 1907
Zweeds (sv), 1922 Inupiak (ik), 0911 Servisch Kroatisch (sh), 1908
Russisch (ru), 1821 Indonesisch (in), 0914 Singalees (si), 1909
Koreaans (ko), 1115 IJslands (is), 0919 Slowaaks (sk), 1911
Grieks (el), 0512 Hebreeuws (iw), 0923 Sloveens (sl), 1912
Afar (aa), 0101 Jiddisch (ji), 1009 Samoaans (sm), 1913
Abkhaziaans (ab), 0102 Javaans (jw), 1023 Shona (sn), 1914
Afrikaans (af), 0106 Georgisch (ka), 1101 Somalisch (so), 1915
Amharisch (am), 0113 Kazaks (kk), 1111 Albanees (sq), 1917
Arabisch (ar), 0118 Groenlands (kl), 1112 Servisch (sr), 1918
Assamitisch (as), 0119 Cambodjaans (km), 1113 Siswati (ss), 1919
Aymara (ay), 0125 Kanarees (kn), 1114 Sesotho (st), 1920
Azerbeidzjaans (az), 0126 Kashmiri (ks), 1119 Soendanees (su), 1921
Bashkir (ba), 0201 Koerdisch (ku), 1121 Swahili (sw), 1923
Wit-Russisch (be), 0205 Kirgizisch (ky), 1125 Tamil (ta), 2001
Bulgaars (bg), 0207 Latijns (la), 1201 Telugu (te), 2005
Bihari (bh), 0208 Lingala (ln), 1214 Tadzieks (tg), 2007
Bislama (bi), 0209 Laotiaans (lo), 1215 Thais (th), 2008
Bengaals (bn), 0214 Litouws (lt), 1220 Tigrinya (ti), 2009
Tibetaans (bo), 0215 Lets (lv), 1222 Turkmeens (tk), 2011
Bretons (br), 0218 Malagasi (mg), 1307 Tagalog (tl), 2012
Catalaans (ca), 0301 Maori (mi), 1309 Setswana (tn), 2014
Corsicaans (co), 0315 Macedonisch (mk), 1311 Tongaans (to), 2015
Tsjechisch (cs), 0319 Malayalam (ml), 1312 Turks (tr), 2018
Wels (cy), 0325 Mongools (mn), 1314 Tsonga (ts), 2019
Deens (da), 0401 Moldavisch (mo), 1315 Tataars (tt), 2020
Bhutaans (dz), 0426 Marathi (mr), 1318 Twi (tw), 2023
Esperanto (eo), 0515 Maleis (ms), 1319 Oekraïens (uk), 2111
Estlands (et), 0520 Maltees (mt), 1320 Urdu (ur), 2118
Baskisch (eu), 0521 Birmaans (my), 1325 Oezbeeks (uz), 2126
Perzisch (fa), 0601 Nauruaans (na), 1401 Vietnamees (vi), 2209
Fins (fi), 0609 Nepalees (ne), 1405 Volapük (vo), 2215
Fiji (fj), 0610 Noors (no), 1415 Wolof (wo), 2315
Farøers (fo), 0615 Occitan (oc), 1503 Xosa (xh), 2408
Fries (fy), 0625 Oromo (om), 1513 Yoruba (yo), 2515
Iers (ga), 0701 Orija (or), 1518 Zoeloe (zu), 2621
Schots-Keltisch (gd), 0704 Panjabi (pa), 1601
Galicisch (gl), 0712 Pools (pl), 1612
Aanvullende informatie
Nl
117
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Begrippen
Afspeelregeling (PBC)
Dit is een afspeelregelingsignaal dat op Video-
CDs is vastgelegd (Versie 2.0). Via de menus
op Video-CDs met PBC kunt u eenvoudige, in-
teractieve software en software met zoekfunc-
ties afspelen. U kunt ook stilstaande beelden
met een hoge of standaardresolutie bekijken.
Beeldformaat
Dit is de breedte-hoogteverhouding van een te-
levisiescherm. Een normaal beeldscherm
heeft een formaat van 4:3. Een breedbeelds-
cherm heeft een formaat van 16:9, een groter
beeld voor een betere weergave en sfeer.
Bitsnelheid
De bitsnelheid staat voor het datavolume per
seconde of de bps-eenheden (bits per se-
conde). Hoe hoger de bitsnelheid, hoe meer
informatie er is voor het reproduceren van het
geluid. Bij dezelfde codeermethode (zoals
MP3) geldt: hoe hoger de bitsnelheid, hoe
beter het geluid.
Dolby Digital
Dolby Digital geeft multikanaalsaudio tot
maximaal 5,1 individuele kanalen. Dit is het-
zelfde systeem als het Dolby Digital-geluids-
systeem dat in bioscopen wordt gebruikt.
DTS
Dit staat voor Digital Theater Systems. DTS is
een geluidssysteem met multi-kanaalsaudio
met maximaal 6 aparte kanalen.
Hoofdstuk
DVDs zijn verdeeld in hoofdstukken die op de-
zelfde manier zijn genummerd als de hoofd-
stukken van een boek. Bij DVDs met
hoofdstukken kunt u via de hoofdstuknum-
mers snel een bepaalde scène zoeken.
ID3-tag
Dit is een methode voor het opslaan van infor-
matie behorend bij MP3-bestanden. Deze in-
formatie kan de fragmenttitel, de naam van de
artiest, de albumtitel, het muziekgenre, het
productiejaar, opmerkingen en andere gege-
vens zijn. De inhoud kan worden bewerkt met
software met bewerkingsfuncties voor ID3 Tag.
Hoewel de tags beperkt zijn tot het aantal te-
kens, kan de informatie worden bekeken als
het fragment wordt afgespeeld.
ISO9660-formaat
Dit is de internationale standaard voor de inde-
ling van mappen en -bestanden op een CD-
ROM. Voor het ISO9660-formaat zijn er bepa-
lingen voor de volgende twee niveaus.
Niveau 1:
De bestandsnaam is in het 8.3-formaat (de
naam bestaat uit maximaal 8 tekens, inclusief
hoofdletters, cijfers en het teken _, met een
bestandsextensie van drie tekens.)
Niveau 2:
De bestandsnaam kan uit maximaal 31 tekens
bestaan (inclusief het scheidingsteken . en
de bestandsextensie). Elke map bevat minder
dan 8 hiërarchieën.
Uitgebreide formaten
Joliet:
Bestandsnamen mogen maximaal 64 tekens
bevatten.
Romeo:
Bestandsnamen mogen maximaal 128 tekens
bevatten.
Aanvullende informatie
Nl
118
Aanhangsel
Kinderbeveiliging
Sommige DVDs met gewelddadige of seksu-
eel getinte scènes hebben een kinderbeveili-
ging die voorkomt dat kinderen dergelijke
scènes te zien krijgen. Bij dit type disc wordt
bij het instellen van het niveau van de kinder-
beveiliging de weergave van scènes die niet
geschikt zijn voor kinderen uitgeschakeld of
worden deze scènes overgeslagen.
Lineaire PCM (LPCM)/
Pulscodemodulatie
Dit staat voor lineaire pulscodemodulatie, het
signaalopnamesysteem dat voor muziek-CDs
en DVDs wordt gebruikt. Meestal worden
DVDs opgenomen met een hogere bemonste-
ringsfrequentie en bitsnelheid dan CDs. Daar-
om hebben DVDs een betere geluidskwaliteit.
m3u
Speellijsten die met WINAMP-software zijn
gemaakt, hebben een bestandsextensie voor
speellijsten (.m3u).
Meerdere camerahoeken
Bij normale TV-programmas worden meer-
dere cameras gebruikt om scènes vanuit ver-
schillende standpunten op te nemen, maar
alleen de beelden van een van de cameras
worden naar uw TV doorgestuurd. Sommige
DVDs bevatten scènes die vanuit meerdere
camerahoeken zijn opgenomen, zodat u zelf
het camerastandpunt kunt kiezen.
Meerdere ondertitelingstalen
Op een DVD kunnen ondertitels in maximaal
32 talen worden vastgelegd, waaruit u kunt
kiezen.
MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3. Het is
een audiocompressiestandaard die is inge-
steld door een werkgroep (MPEG) van de ISO
(International Standards Organization). MP3
kan audiogegevens tot ongeveer een tiende
van het niveau van een normale disc compri-
meren.
MPEG
Dit staat voor Moving Pictures Experts Group,
een internationale compressiestandaard voor
videobeelden. Sommige DVDs bevatten digi-
tale audio die met dit systeem is gecompri-
meerd en opgenomen.
Multi-audio (Meerdere gesproken
talen)
Bij sommige DVDs zijn de dialogen in meer-
dere talen opgenomen. Op een DVD kunnen
maximaal 8 talen worden opgenomen, waaruit
u kunt kiezen.
Multisessie
Multisessie is een opnamemethode waarbij
gegevens later aan een disc kunnen worden
toegevoegd. Als u gegevens op een CD-ROM,
CD-R of CD-RW, etc. opneemt, worden alle ge-
gevens van begin tot eind als een enkele een-
heid of sessie beschouwd. Multisessie is een
methode waarbij meer dan 2 sessies op een
disc worden opgenomen.
Optische digitale uitgangs-/
ingangssignalen
Audiosignalen die in een digitaal signaalfor-
maat worden verstuurd en ontvangen, zorgen
dat de kans dat de sonische kwaliteit tijdens
de uitzending verslechtert kleiner is. Een op-
tisch digitaal uitgangs-/ingangssignaal is ont-
worpen om digitale signalen optisch te
versturen en te ontvangen.
Packet write
Dit is een algemene aanduiding voor de
brandmethode op CD-R, etc, die nodig is voor
een bestand, net als bij het opslaan van be-
standen op diskettes of harde schijven.
Aanvullende informatie
Nl
119
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Regionummer
DVD-spelers en DVDs hebben regionummers
die aangeven in welke regio ze zijn gekocht.
De weergave van een DVD is niet mogelijk als
het regionummer niet hetzelfde is als dat van
de DVD-speler. Het regionummer van dit toe-
stel is op de onderzijde van het toestel weerge-
geven.
Titel
DVD-video-discs hebben een hoge gegevens-
capaciteit, waardoor er meerdere films op een
disc kunnen worden opgenomen. Als een disc
bijvoorbeeld drie films bevat, zijn ze onderver-
deeld in titel 1, titel 2 en titel 3. Zo kunt u op de
DVD naar de titel zoeken en andere functies
gebruiken.
VBR
VBR staat voor variable bit rate (variabele bit-
snelheid). Meestal wordt CBR (constant bit
rate; constante bitsnelheid) gebruikt. Maar om
de bitsnelheid flexibel aan de behoeften van
de audiocompressie aan te passen, kunt u ge-
luidskwaliteit met compressieprioriteiten krij-
gen.
WMA
WMA staat voor Windows Media" Audio en
verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden geco-
deerd.
Microsoft, Windows Media en het Windows-
logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Aanvullende informatie
Nl
120
Aanhangsel
Technische gegevens
Algemeen
Nominale vermogensbron
..................................................... 14,4 V gelijkstroom
(toegelaten spanningsbe-
reik: 12,0 14,4 V gelijk-
stroom)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ............................... 178 × 50 × 160 mm
Voorpaneel ........................ 188 × 58 × 30 mm
D
Chassis ............................... 178 × 50 × 165 mm
Voorpaneel ........................ 170 × 46 × 25 mm
Gewicht ........................................ 2,3 kg
Display
Schermgrootte/beeldformaat
..................................................... 6,5 inch breed/16:9
(effectief beeld: 144 × 77
mm)
Pixels ............................................. 336.960 (1.440 × 234)
Type ................................................ TFT actieve matrix, transmis-
sietype
Kleursysteem ............................. NTSC/PAL/SECAM-compati-
bel
Bereik opslagtemperatuur
..................................................... 20 +80 °C
Camerahoekafstelling ........... 50 110°
(begininstellingen: 110°)
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
50 W × 2/4 W +70W×1/2
W (voor de subwoofer)
Continuvermogen ................... 27 W × 4 (DIN 45324, +B =
14,4 V)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 8 W [2 W voor 1 ka-
naal] toelaatbaar)
Preout maximaal uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
..................................................... 2,2 V/1kW
Equalizer (3-bands parametrische equalizer):
Laag
Frequentie ............... 40/80/100/160 Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Midden
Frequentie ............... 200/500/1k/2k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Hoog
Frequentie ............... 3,15k/8k/10k/12,5k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Loudness contouren:
Laag ..................................... +3,5 dB (100 Hz), +3 dB (10
kHz)
Midden ............................... +10 dB (100 Hz), +6,5 dB
(10 kHz)
Hoog .................................... +11 dB (100 Hz), +11 dB
(10 kHz)
(volume: 30 dB)
Toonregeling:
Lage tonen
Frequentie ............... 40/63/100/160 Hz
Gain ............................ ±12 dB
Hoge tonen
Frequentie ............... 2,5k/4k/6,3k/10k Hz
Gain ............................ ±12 dB
HPF:
Frequentie ......................... 50/80/125 Hz
Afval ..................................... 12 dB/oct
Subwoofer:
Frequentie ......................... 50/80/125 Hz
Afval ..................................... 18 dB/oct
Gain ...................................... ±12 dB
Fase ...................................... Normaal/tegengesteld
DVD-speler
Systeem ....................................... DVD-video, Video-CD, Sys-
teem Compact Disc Audio
Bruikbare discs ........................ DVD-video, Video-CD, Com-
pact disc
Regionummer ........................... 2
Signaalformaat:
Bemonsteringsfrequentie
........................................... 44,1/48/96 kHz
Aantal kwantisatiebits
........................................... 16/20/24; lineair
Frequentierespons .................. 5 44.000 Hz (met DVD, bij
bemonsteringsfrequentie 96
kHz)
Aanvullende informatie
Nl
121
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 97 dB (1 kHz) (IEC-A-net-
werk)
(CD: 96 dB (1 kHz) (IEC-A-
netwerk))
Dynamisch bereik ................... 95 dB (1 kHz)
(CD: 94 dB (1 kHz))
Vervorming ................................. 0,008 % (1 kHz)
Niveau uitgangssignaal:
Video .................................... 1,0 Vp-p/75 W (±0,2 V)
Audio ................................... 1,0 V (1 kHz, 0 dB)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Ver. 7 & 8
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/N: 30 dB)
Gevoeligheid bij 50 dB demping
..................................................... 10 dBf (0,9 µV/75 W, mono)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 75 dB (IEC -A netwerk)
Vervorming ................................. 0,3 % (bij 65 dBf, 1 kHz, ste-
reo)
0,1 % (bij 65 dBf, 1 kHz,
mono)
Frequentierespons .................. 30 15.000 Hz (±3 dB)
Stereoscheiding ....................... 45 dB (bij 65 dBf, 1 kHz)
Selectiviteit ................................. 80 dB (±200 kHz)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 1.602 kHz (9 kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 65 dB (IEC -A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 65 dB (IEC -A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter pro-
ductverbetering zonder voorafgaande kennisge-
ving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
Nl
122
Aanhangsel
A
Afspeelregeling (PBC) ..................................118
Audiotaal ....................................................36,.95
B
Beeldformaat ...........................................96,.118
Boekenlegger ...................................................39
Breedbeeldstand .............................................20
C
Camerahoekpictogram ...................................96
Codenummer ...................................................97
Contrast ............................................................20
D
Direct zoeken ...................................................36
Dolby Digital ............................................10,.118
DTS ...........................................................10,.118
H
Helderheid .......................................................20
Hoekpictogram ................................................37
Hoofdstuk .......................................................118
K
Kinderbeveiliging ....................................96,.119
Kleur .................................................................20
L
Lineaire PCM (LPCM) ...................................119
M
Meerdere camerahoeken .............................119
Meerdere ondertitelingstalen ......................119
Menutaal ..........................................................95
MPEG ..............................................................119
Multi-audio ...............................................36,.119
Multihoek .........................................................37
Multi-ondertiteling ...........................................37
O
Ondertitelingstaal ......................................37,.94
Optische digitale uitgangs-/ingangssigna-
len ...................................................................119
P
PBC (afspeelregeling) .....................................40
R
Regionummer ............................................9,.120
T
Taalcodekaart .................................................117
Tint ....................................................................20
Titel .................................................................120
TV-aspect ..........................................................96
V
Video-CD ............................................................8
Inhoudsopgave
Nl
123
PIONEER CORPORATION
4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU, TOKYO 153-8654, JAPAN
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A.
TEL: (800) 421-1404
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium
TEL: (0) 3/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936
TEL: 65-6472-7555
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
178-184 Boundary Road, Braeside, Victoria 3195, Australia
TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
300 Allstate Parkway, Markham, Ontario L3R OP2, Canada
TEL: 1-877-283-5901
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO, S.A. de C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso
Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000
TEL: 55-9178-4270
HÒ¡ýÉPlø
=lø : ðÂ-qïµ44_13
ûq : (02) 2521-3588
HÒûPÈ/ÉÉPlø
/]w/ÎLFm-Ã
9901-6¤
ûq : (0852) 2848-6488
Uitgegeven door Pioneer Corporation.
Copyright © 2004 by Pioneer Corporation.
Alle rechten voorbehouden.
Gedrukt in Japan
<CRB2052-A> EW
<KNNZF> <05B00000>
112

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pioneer AVHP5700DVD bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pioneer AVHP5700DVD in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,81 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pioneer AVHP5700DVD

Pioneer AVHP5700DVD Installatiehandleiding - Nederlands, Deutsch - 86 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 128 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Installatiehandleiding - English - 86 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Gebruiksaanwijzing - English - 116 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Installatiehandleiding - Français - 86 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Gebruiksaanwijzing - Français - 127 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Installatiehandleiding - Italiano - 86 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Gebruiksaanwijzing - Português - 80 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Installatiehandleiding - Espanõl - 86 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Gebruiksaanwijzing - Espanôl - 128 pagina's

Pioneer AVHP5700DVD Gebruiksaanwijzing - Dansk, Svenska, Norsk - 310 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info