13
Installeren
Opmerking:
• Voor u het toestel definitief installeert, dient u de
bedrading tijdelijk aan te sluiten om te
controleren of alle verbindingen correct zijn en of
het systeem naar behoren functioneert.
• Gebruik voor het installeren uitsluitend de bij het
apparaat geleverde onderdelen. Toepassing van
andere dan de goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storing in de werking van het apparaat.
• Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als het voor
het installeren van het apparaat nodig blijkt gaten
te boren, of andere wijzigingen aan te brengen
aan de auto.
• Installeer het apparaat op een plaats waar het de
bestuurder niet in de weg kan zitten en waar het
ook bij een noodstop e.d. geen gevaar voor de
inzittenden kan opleveren.
• Bevestig het display niet in een positie waar dit
het zicht van de bestuurder of de werking van de
air- bags van uw voertuig kan belemmeren.
• De halfgeleider-laser in het apparaat is gevoelig
voor beschadiging door oververhitting, dus
installeer het apparaat niet te dicht in de buurt van
de autoverwarming of de warme luchtsroom
daarvan.
• Als u het apparaat onder een al te steile hoek
installeert, d.w.z. meer dan 30° uit het horizontale
vlak, zal het niet naar behoren kunnen werken.
(Afb. 9)
Afb. 9
• Om er zeker van te kunnen zijn dat product niet
oververhit raakt, dient u er in het bijzonder op te
letten dat de kant waar zich de koelventilator van
dit product bevindt niet wordt afgedekt.
• Bij het monteren van de verborgen eenheid moet
u erop letten dat geen van de draden klem komt
te zitten tussen de verborgen eenheid en het
metaal van het koetswerk of de andere onderde-
len eromheen.
• Monteer de verborgen eenheid niet in de buurt
van de verwarming, waar deze last zou kunnen
ondervinden van de hitte, of bij een portier, waar
er regenwater op zou kunnen spetteren.
• Alvorens gaten te boren moet u altijd de plek
achter het te boren gat controleren. Boor niet in
gasleidingen, remleidingen, elektrische onderde-
len en andere belangrijke onderdelen van de
auto.
• Als de verborgen eenheid in het passagierscom-
partiment wordt gemonteerd, dient u hem goed
vast te zetten zodat hij niet los komt wanneer de
auto beweegt en zo letsel of ongelukken
veroorzaakt.
• Als de verborgen eenheid wordt gemonteerd
onder een voorstoel, mag hij de beweging van
die stoel niet belemmeren. Leid alle snoeren en
kabels voorzichtig langs het schuifmechanisme
zodat ze niet daarin bekneld raken en kortsluit-
ing veroorzaken.
Installeren van de verborgen
eenheid
Bevestigen met velcroband
Reinig het oppervlak goed alvorens
het velcroband op te plakken.
Afb. 10