Bijlage C: Woordenlijst 367
FireWire: Merkaanduiding van het seriële dataprotocol IEEE-
1394 van Apple.
Half beeld (veld): Een frame met interlaced video bestaat uit
horizontale lijnen en is verdeeld in twee velden. De oneven lijnen in
het frame zijn Veld 1; de even lijnen zijn Veld 2.
Framesnelheid: De framesnelheid bepaalt hoeveel frames van een
videosequentie per seconde worden afgespeeld. De framesnelheid
voor NTSC-video is 30 beelden per seconde. De framesnelheid
voor PAL-video is 25 beelden per seconde.
Framegrootte: De maximale grootte voor het weergeven van
beelddata in een video of een bewegende sequentie. Wanneer een
voor de sequentie bedoeld beeld de framegrootte overstijgt, moet het
worden getrimd of geschaald om het passend te maken.
Frequentie: Aantal periodiek terugkerende slagen (bijv.
geluidschommelingen, beelden, wisselspanning) per tijdseenheid,
meestal per seconde (Hertz).
GOP: Bij MPEG-compressie wordt de gegevensstroom eerst
opgesplitst in gebieden die elk meerdere frames bevatten, genaamd
GOP's ('Groups Of Pictures'). In een GOP komen drie soorten
frames voor: I-frames, P-frames (afbeeldingen) en B-frames.
GOP-lengte: De GOP-lengte geeft aan hoeveel I-, B- of P-frames er
in een GOP aanwezig zijn. Gebruikelijke lengten zijn bijv. een
GOP-lengte van 9 of 12.
Hardwarecodec: Compressiemethode die speciale hardware
gebruikt voor het maken en afspelen van gecomprimeerde digitale
videofrequenties. Een hardwarecodec kan betere coderingssnelheid
en een hogere beeldkwaliteit bieden dan codecs die volledig in de
software zijn geïmplementeerd. Codec, Softwarecodec
HD: High Definition-video. De meeste HD-formaten hebben een
resolutie van ofwel 1920x1080 ofwel 1280x720. Er bestaat een
substantieel verschil tussen 1080 en 720: het grotere type gebruikt
2,25 pixels meer per frame. Dit verschil zorgt ervoor dat de
systeemeisen voor het verwerken van 1080-inhoud wat betreft
coderingstijd, decoderingssnelheid en opslag aanzienlijk stijgen. De
720-formaten zijn allemaal progressief. Het 1080-formaat is een