Gebruik van het apparaat
Zie ook de interactieve instructie cd-rom.
Knippen met opzetkam
Kies de grote of de kleine opzetkam, afhankelijk van de gewenste
haarlengte.
Kniplengtestanden
◗ De kniplengtestanden zijn aangegeven in millimeters op de armen
van de opzetkam. De standen komen overeen met de resterende
haarlengte na het knippen (fig. 2).
- De kleine kam kan ingesteld worden op een kniplengte van 3 mm,
6 mm, 9 mm, 12 mm, 15 mm, 18 mm of 21 mm.
- De grote kam kan ingesteld worden op een kniplengte van 23 mm,
26 mm, 29 mm, 32 mm, 35 mm, 38 mm of 41 mm.
1 Schuif de armen van de opzetkamkam voorzichtig op de geleiders
aan weerszijden van het apparaat totdat u een klik hoort (fig. 3).
Zorg ervoor dat de armen aan beide kanten goed op de geleiders zijn
geschoven.
2 Stel de kniplengte in door de instelring (Precision Zoom Lock`)
linksom of rechtsom te draaien totdat het pijltje op de trimmer
naar de gewenste kniplengte op de opzetkam wijst (fig. 4).
◗ We raden u aan op de hoogste knipstand te beginnen (de grote
opzetkam) en de kniplengte geleidelijk te verminderen totdat u
de juiste haarlengte heeft bereikt.
3 Schakel het apparaat in.
◗ Kies de toepasselijke kniptechniek uit het boekje 'Kniptechnieken
en kapsels' of raadpleeg de interactieve instructie cd-rom.
Tip: als zich veel haar in de opzetkam heeft opgehoopt, verwijder deze
dan en blaas en/of schud het haar uit de opzetkam. De ingestelde
kniplengtestand blijft ongewijzigd wanneer u de opzetkam verwijdert.
NEDERLANDS26