MIN
|
|
1
|
|
|
|
2
|
||
3
MAX
Het apparaat gereed maken voor gebruik
- Verwijder,vóórdat u gaat strijken,een eventueel op
de zoolplaat aangebrachte sticker of beschermfolie.
Wrijf de zoolplaat even schoon met een zachte
doek.
- Wikkel het aansluitsnoer (M) en de verbindingsslang
(O) geheel af.
- Zet de stoomtank (B) op een stevige,vlakke
ondergrond.
- Zet het strijkijzer op de wegzetplaat (C).
Tips
- Kijk altijd eerst of er een etiket met
strijkvoorschrift op het stuk textiel is genaaid.
Volg in alle gevallen de aanwijzingen van het
strijkvoorschrift op.
• Als het strijkvoorschrift ontbreekt maar u wel weet
welke soort textiel het betreft, zie dan de tabel voor
de aanbevolen strijktemperaturen.
• De tabel heeft alleen betrekking op de
vezelmaterialen.
Indien het textiel een bepaalde finish heeft gekregen
(glans, plooien, reliëf),dan kunt u het beter op een
lagere temperatuur strijken.
• Sorteer het strijkgoed vooraf, rekening houdend
met de strijktemperatuur:wol bij wol,katoen bij
katoen, enz.
• Het strijkijzer warmt snel op,maar koelt langzamer
af. Daarom kunt u het beste eerst de synthetische
stoffen (kunststoffen) strijken: die vereisen de
laagste strijktemperatuur. Daarna gaat u verder met
de hogere strijktemperaturen.
• Wanneer het textiel uit verschillende vezelsoorten
bestaat, kies dan altijd de temperatuur die geldt
voor de gevoeligste stof van deze samenstelling.
(Bijvoorbeeld:Indien een stuk textiel bestaat uit
‘60% polyester en 40% katoen’,kies dan de
temperatuur voor polyester (1) en strijk zonder
stoom.)
FF
X
X
Etiket met
strijk-
voorschrift
Textiel Temperatuur-
regelaar
Stoom-
regelaar
B
Synthetische
stoffen, bijv.
acetaat, acryl,
viscose,
polyamide
(nylon),
polyester
Zijde
C Wol
D
Katoen
Linnen
Z
Let op! Z op het etiket betekent: ‘Dit artikel kan niet gestreken worden!’
Stoomstoot Stoomstraal
Tabel
1 - 2
3 - 4
20