Nederlands
137
Overige bedieningsfuncties (vervolg)
Hifi-stereo-geluidssysteem
Met uw videorecorder wordt hifi-stereogeluid opgenomen
en weergegeven. Het apparaat heeft tevens een digitale
stereo-NICAM geluidsdecoder, waarmee u het geluid op
verschillende manieren kunt opnemen en weergeven.
Videocassettes waarop met de videorecorder is
opgenomen hebben een normale mono-audiotrack en twee
VHS hifi-stereo audiotracks. Dankzij deze stereotracks kunt
u audio-opnamen in hifi stereo of tweetalige opnamen
maken van een tv-uitzending, een stereogeluidsinstallatie,
een video-cd of een andere hifi-videorecorder.
1
Dankzij de digitale NICAM-geluidsdecoder van uw
videorecorder kunt u genieten van uitzendingen met
NICAM-geluid, alsmede het normale stereo-, tweetalige
en monogeluid. Het specifieke type geluid dat ontvangen
wordt of opgenomen is, wordt gedurende een paar
seconden weergegeven op het tv-scherm:
STEREO NICAM
Het geluid wordt automatisch opgenomen op de hifi-
stereo- en monotracks van de videoband.
BIL NICAM
Beide geluidskanalen worden opgenomen op de hifi-
stereotracks. Het kanaal van de hoofdtaal (linker kanaal)
wordt opgenomen op de monotrack van de videoband.
MONO
Het geluid wordt zonder enige scheiding opgenomen op
de hifi-tracks en de monotrack van de videoband.
2
Druk op SYSTEM MENU.
Kies de AUD met
F of G.
3
Kies een van de volgende instellingen met D of E:
STEREO, LEFT, RIGHT en MONO.
Bij weergave in BIL NICAM wordt de hoofdtaal
uitgezonden op het linker kanaal en wordt de tweede
taal gelijktijdig uitgezonden op het rechter kanaal
wanneer het uitgangsgeluid op STEREO is ingesteld. De
hoofdtaal wordt uitgezonden op beide kanalen wanneer
het uitgangsgeluid op MONO is ingesteld.
Houd u er rekening mee dat bij het activeren van de
tracking-functie het hifi-stereogeluid weer kan worden
overgeschakeld naar MONO.
TV Audio Kanaal veranderen
Sommige TV programma’s worden tweetalig
uitgezonden. Kies een van de volgende instellingen met
33
of
44
: STEREO/MAIN, STEREO/SUB en
MONO/MAIN.
Compatibiliteit met breedbeeldformaat
(16:9)
De videorecorder kan programma’s opnemen en weergeven
die worden uitgezonden in breedbeeldformaat
(beeldverhouding 16:9). Om een programma met succes in
breedbeeldformaat te kunnen opnemen, moet het juiste type
breedbeeldsignaal door het tv-station worden uitgezonden.
1
Schakel uw videorecorder in.
Druk op SYSTEM MENU.
Kies met
F of G.
Druk op OK.
2
Kies AUTO, 4:3 of 16:9 door herhaalde malen op D of
E te drukken.
AUTO (Alleen Afspeelstand):
Geeft breedbeeldprogramma’s automatisch weer in
breedbeeldformaat en normale programma’s in het
normale beeldformaat .
4:3
Alleen voor het weergeven en opnemen van
programma’s in het normale beeldformaat (4:3).
16:9:
Alleen voor het weergeven en opnemen van
programma’s in breedbeeldformaat (16:9).
3
Druk op SYSTEM MENU om de menu’s van het tv-
scherm te verwijderen. Om te kunnen genieten van
weergave in breedbeeldformaat moet de videorecorder
via een scartkabel op de tv zijn aangesloten.
Instellen van de decoder
Op pagina 114 is al beschreven hoe een decoder voor een
betaal-tv-zender als CANAL+ of PREMIERE moet worden
aangesloten. Om op te kunnen nemen van een zender die
een gecodeerd signaal uitzendt, hoeft u geen speciale
handelingen te verrichten. U hoeft alleen maar de zender
te kiezen en even te wachten totdat de signaaldecodering
begint.
1
Druk op SYSTEM MENU.
Het hoofdmenu verschijnt op het tv-scherm. Kies de
DECODER met
F of G.
Druk op OK.
2
Kies een van de volgende instellingen met D of E.
ON:Als de decoder is aangesloten op de AV2-
connector.
OFF:Als een andere videorecorder is aangesloten op de
AV2-connector.
Druk op SYSTEM MENU om terug te gaan naar een
tv-beeld .
Laatste instellingen-geheugen
Deze speler onthoudt de laatste instellingen voor de
laatste disc die u afgespeeld hebt. Deze instellingen blijven
in het geheugen, zelfs als u de disc uit de speler verwijdert
of de speler uitschakelt.Als u een disc laadt waarvan de
instellingen in het geheugen zijn opgeslagen, gaat de speler
automatisch naar de laatste stopstand.
Opmerkingen
– De instellingen die in het geheugen worden opgeslagen,
kunnen op elk gewenst moment opnieuw worden gebruikt.
– De speler onthoudt geen instellingen van een disc als u de
speler uitschakelt voordat het afspelen van de disc is
gestart.
VCD1.1
CD
DVD