16
Identificatie
bij uitgaande
gesprekken
Identificatie bij
inkomende
gesprekken
-
of
schakel aan of uit - sla op
-
-
of
schakel aan of uit - sla op
2.9 Identificeren
"Identificeren" is het overdragen en weergeven van uw telefoonnummer bij
degene die u belt. Uw telefoonnummer kan worden overgedragen:
1.Als u zelf iemand belt (identificatie bij uitgaande gesprekken).
2.Als u gebeld wordt, op het moment dat u het gesprek aanneemt (identifi-
catie bij inkomende gesprekken). De beller kan uw nummer zien op
zijn/haar display (aannemende dat de beller een display heeft). Dit kan
belangrijk zijn in geval een oproep is doorgeschakeld.
Als u een ISDN lijn aanvraagt, moet u aangeven of weergave van uw num-
mer altijd moet worden onderdrukt of niet.
Voorwaarde voor identificatie:
1.Telefoonnummer weergave moet beschikbaar zijn op uw ISDN lijn.
2.De ISDN functie "selective identification changeover" moet als functie
beschikbaar zijn voor uw lijn. Deze functie moet dan zijn geactiveerd op
uw SmartLine D750 (zie 5.12: Invoeren type verbinding en extra functies).
Ingesteld kunt u telefoonnummerweergave zoals hier beschreven gebrui-
ken(identificatie uit = onderdrukking van de weergave). De weergave kan
verschillen voor inkomende en uitgaande gesprekken.
2.9.1 Standaard instelling
U kunt weergave van uw telefoonnummer (= identificatie) altijd aan of altijd
uit schakelen (bij aflevering: aangeschakeld).
A - Telefoneren: 2 Basis functies