Bedieningselementen
7
1 sluiterknop
Druk half in om de verlichting te
controleren. Druk helemaal in om
de foto te maken.
2 metalen bevestigingsring
voor halskoord
Bevestig hier het halskoord.
3 zoekerscherm
Helpt u het onderwerp van de
foto scherp te stellen.
4 lens
Opent automatisch als de camera
wordt ingeschakeld. De lens sluit
als de camera wordt
uitgeschakeld.
TIP:
– Zorg dat de lens niet is geblokkeerd/
bedekt als u foto's maakt!
5 aan/ uit
Draai rechtsom om in te
schakelen.
Draai linksom om uit te schakelen.
6 handvat
Plaats hier uw vinger/ duim om de
power control te draaien.
7 USB port
Sluit de camera aan op de USB-
poort van uw computer om de
camera op te laden/ bestanden
over te zetten.
8 USB-klepje
Maak het beschermende USB-
klepje los om de USB-poort van
de camera te onthullen.
9 Lichtsensor
Afhankelijk van het omgevingslicht,
licht de sensor rood op/ knippert/
blijft zwart als u de sluiterknop
half indrukt.
0 POWER
Afhankelijk van de power-status/
bestandsoverdracht licht de
indicator groen op/ knippert.
! MEMORY
Afhankelijk van het beschikbare
geheugen van de camera, licht de
indicator geel op/ knippert/ blijft
zwart.
De model- en productienummers vindt u naast de USB-poort (verwijder het
USB- klepje om de nummers te zien)