Hieronder behandelen we het volgende:
– Digitaal opnemen vanaf de interne CDC (met normale of
hoge snelheid)
– Opnemen vanaf externe CD-speler
– Digitaal
– Digitaal (met synchroon starten van externe CD-speler)
– Analoog
– CD's finaliseren
Finaliseren van een CD is een simpele bewerking, die nodig is om:
– Een opgenomen CD(RW) in een gewone CD-speler te kunnen
afspelen.
– Een opgenomen CD(RW) in een voor CD(RW) geschikte CD-
speler te kunnen afspelen.
•
De opnameprocedure is gelijk voor CDR en CDRW-discs
Zorg dat de CDR(W) absoluut vrij van krassen en
stofdeeltjes is.
•We raden u aan de eerste keer bij het opnemen een CD(RW)-
disc te gebruiken.
•Als de disc al opnamen bevat, zoekt de CD-recorder
automatisch naar het einde van de laatste titel om vanaf
dat punt met opnemen te beginnen.
• Een op te nemen titel moet minimaal 4 seconden speelduur
hebben. U kunt per CD 99 titels opslaan. De resterende vrije
opnameduur op een CD is 7 seconden. Is er minder ruimte over,
dan geeft de melding
NOT FITTING
dat aan en kunt u niet
meer naar de standbymodus voor opname gaan.
•Als de aanduiding COPY PROTECT op het display
verschijnt, kunt u geen digitale opname van het
bronmateriaal maken. Het opnemen zal niet worden gestart.
•Het Serial Copy Management System (SCMS) zorgt
ervoor dat u alleen onder bepaalde voorwaarden digitaal
kunt opnemen:
– Het is niet mogelijk om een digitale kopie van een digitale
kopie te maken.
– Analoog opnamen is altijd mogelijk !
– Van het origineel kan een onbeperkt aantal kopieën
worden gemaakt.
•Opnamen van een DAT-recorder of DCC-speler zullen niet
altijd automatisch worden gestopt.
Belangrijk:
Als u een opgenomen disc wilt afspelen op een gewone
CD-speler, moet de disc eerst gefinaliseerd worden.
Zie Finaliseren van CDR- en CDRW-discs.
Gefinaliseerde CDRW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld op een CD-speler die geschikt is voor het
afspelen van CDRW-discs.
Voor opnames van een externe CD-wisselaar moet u
altijd gebruik maken van AUX TRACK of AUX CD en
niet van AUX MANUAL.
De CD-recorder is uitgerust met de op hoge prestaties
afgestemde
Direct Line Recording
techniek. Deze waarborgt
een perfecte opname van het bronmateriaal, wat neerkomt op
een echte “bit voor bit” opname.
DLR wordt altijd actief zodra u
op normale snelheid opneemt en daarbij meeluistert.
Auto Level Control
zorgt ervoor dat de titels op de opgenomen
disc een vergelijkbaar volumeniveau hebben. De reeds
opgenomen titels van de CDR(W)-disc zullen altijd als
referentie worden genomen voor het volumeniveau van de
volgende opnames. ALC is actief wanneer
ALC
wordt getoond.
Automatische niveauregeling wordt actief, wanneer:
–
COMPILE CD wordt gebruikt,
–
een CD, een titel of een titelopmaak met hoge snelheid
wordt opgenomen,
–
een programma van de CD-wisselaar met hoge snelheid
wordt opgenomen.
Automatische niveauregeling wordt niet actief,
wanneer:
–
CD™CD
wordt gebruikt voor een lege CDR(W),
– opnamen van een externe bron worden gemaakt, of
– normale opnamen in luisterstand worden gemaakt
U kunt de balansinstelling zowel voor digitaal als analoog
opnemen aanpassen.
1 Houd BALANCE ingedrukt, zodat u met de
¡ JOG CONTROL ™ de balansinstelling kunt aanpassen.
2 Draai de ¡ JOG CONTROL ™ om de gewenste instelling te
kiezen.
➜ De geselecteerde instelling verschijnt in het display
• De standaard balansinstelling wordt automatisch hersteld
zodra u naar standby gaat.