U
USB of Universele seriële bus (Universal Serial Bus)
Een “slimme” stekker voor PC-randapparaten. USB bepaalt de bronnen automatisch (zoals driver-
software en de bandbreedte van de bus) die vereist zijn voor de randapparatuur. USB stelt de
benodigde bronnen beschikbaar zonder tussenkomst van de gebruiker.
● USB verwijdert de "case-angst" – de angst om de computerbehuizing eraf te halen om
uitbreiding-randapparatuur te installeren. En USB maakt het bijstellen van gecompliceerde
IRQ-instellingen ook overbodig bij de installatie van nieuwe randapparatuur.
● USB elimineert "poortblokkering." Zonder USB zijn PC’s gewoonlijk beperkt tot één printer,
twee Com-poorten (normaal een muis en een modem), één uitgebreide parallelpoort-
uitbreiding (bijvoorbeeld voor een scanner of videocamera) en een joystick. Er komt elke dag
meer en meer randapparatuur in de handel voor multimedia-computers. Met USB kunnen t/
m 127 apparaten gelijktijdig op een computer draaien.
● USB maakt "hot plug-in" mogelijk. Er hoeft niet te worden afgesloten, ingestoken (plug-in) of
opnieuw gestart en setup hoeft niet te worden uitgevoerd om randapparatuur te installeren.
En u hoeft niet door de omgekeerde procedure te gaan om een apparaat uit te schakelen.
Kortom, USB hervormt het huidige "plug-and-pray" (“insteken en bidden”) tot waarachtig plug-and-
play!
Hub
Een universeel, serieel busapparaat dat extra aansluitingen verschaft op de Universele seriële bus.
Hubs zijn sleutelelementen in de plug-and-play-architectuur van USB. De afbeelding toont een
typische hub. Hubs doen dienst om de USB-connectiviteit te vereenvoudigen vanuit het standpunt
van de gebruiker, en robuustheid te verschaffen tegen lage kosten en zonder gecompliceerd te
zijn.
Hubs zijn bedradingsconcentrators, die de meerdere aansluitingskenmerken van USB mogelijk
maken. De aansluitingspunten worden poorten genoemd. Elke hub zet een enkel aansluitingspunt
om tot meerdere aansluitingspunten. De architectuur ondersteunt aaneenschakeling van meerdere
hubs.
De stroomopwaartse poort van een hub sluit aan op de hub van de host. Alle andere
stroomafwaartse poorten van een hub maken aansluiting mogelijk naar een andere hub of functie.
Hubs kunnen waarnemen, aansluiten en ontkoppelen op elke stroomafwaartse poort, en
stroomverdeling mogelijk maken naar stroomafwaartse apparaten. Elke stroomafwaartse poort kan
afzonderlijk worden aangesloten en geconfigureerd op vol of laag vermogen. De hub isoleert
poorten met laag vermogen, zodat deze geen vol vermogen signaleren.
Een hub bestaat uit twee gedeelten: de hub-controller en de hub-versterker. De versterker is een
door een protocol gecontroleerde schakelaar tussen de stroomopwaartse poort en de