13
Toetsen VCR of DVD
Verklaring technische termen
Met de afstandsbediening van de TV kunt u de meeste beeldapparatuur
uit ons productassortiment bedienen.
De afstandsbediening is compatibel met alle videorecorders van de RC5-standaard en
van alle DVD’s die de RC6-standaard gebruiken.
& Druk op de toets MODE om de gewenste modus te selecteren:VCR
(videorecorder) of DVD.Het controlelampje van de afstandsbediening licht
op
om aan te tonen welke modus werd geselecteerd. Dit gebeurt automatisch
wanneer er 20 seconden lang niets gebeurt (terug naar TV-modus).
é Afhankelijk van de uitrusting kunnen de volgende toetsen worden gebruikt:
b wachtstand,
· opname,
¢ snel terugspoelen,
Ê stop,
Æ lezen,
∫ snel voortspoelen,
∆ pauze
% videorecorder programmering,
c DVD :Taal van de ondertiteling
H oproepen menu,
cursor navigatie en instellingen,
OK bevestigen,
09 cijfertoetsen,
@
P# keuze van de programma’s,
e keuze van taal,
d OSD- menu.
EasyLink : Numerische link tussen het televisietoestel en de videorecorder die rechtstreekse overdracht van
bepaalde informatie toelaat zoals bijvoorbeeld de instelling van de zenders of de programmatie van de
videorecorder met de gids NexTView.
PIP (Picture in Picture): beeldvenster waarmee een klein beeld wordt weergegeven op het hoofdscherm.
In PC-modus kunt u in een klein scherm het beeld van uw TV of een ander toestel (DVD,
videorecorder, ...) weergeven.
RGB-signalen : dit zijn de 3 videosignalen (rood, groen, blauw) van het beeldsignaal. Met deze signalen
wordt een betere beeldkwaliteit verkregen.
S-VHS signalen : Dit zijn twee gescheiden Y/C videosignalen van de S-VHS en Hi-8 opnamestandaards.
De luminantiesignalen Y (zwart en wit) en chrominantiesignalen C (kleur) worden apart op de
videoband opgenomen. Dit geeft een betere beeldkwaliteit dan met gewone video (VHS en 8 mm)
waarbij de Y/C signalen worden gecombineerd tot één videosignaal.
NICAM geluid : Proces waarmee digitaal geluid kan worden uitgezonden.
Systeem : Televisiebeelden worden niet in alle landen op dezelfde manier uitgezonden. Er zijn
verschillende standaards: BG, DK, I, en LL’. Met de SYSTEEM instelling (p. 6) kunnen deze
verschillende standaards worden gekozen. Dit moet niet worden verward met PAL of SECAM
kleurcodering. Pal wordt in de meeste Europese landen gebruikt, Secam in Frankrijk, in het GOS en in
de meeste Afrikaanse landen. De Verenigde Staten en Japan gebruiken een ander systeem, NTSC
genaamd. De EXT1 en EXT2 ingangen kunnen opnames met NTSC kleurcodering weergeven.
16:9 :Verwijst naar de verhouding tussen de breedte en hoogte van het scherm. Breedbeeldtelevisies
hebben een verhouding van 16:9, de traditionele televisietoestellen hebben een 4:3 scherm.
.