10
Verklaring technische termen
RGB-signalen : dit zijn de 3 videosignalen (rood, groen, blauw) van het beeldsignaal. Met deze signalen
wordt een betere beeldkwaliteit verkregen.
S-VHS signalen: Dit zijn twee gescheiden Y/C videosignalen van de S-VHS en Hi-8 opnamestandaards.
De luminantiesignalen Y (zwart en wit) en chrominantiesignalen C (kleur) worden apart op de
videoband opgenomen. Dit geeft een betere beeldkwaliteit dan met gewone video (VHS en 8 mm)
waarbij de Y/C signalen worden gecombineerd tot één videosignaal.
NICAM geluid: Proces waarmee digitaal geluid kan worden uitgezonden.
Systeem: Televisiebeelden worden niet in alle landen op dezelfde manier uitgezonden. Er zijn
verschillende standaards: BG, DK, I, en LL’. Met de
Systeem instelling (p. 6) kunnen deze verschillende
standaards worden gekozen. Dit moet niet worden verward met PAL of SECAM kleurcodering. Pal
wordt gebruikt in de meeste landen van Europa, Secam in Frankrijk, Rusland en de meeste Afrikaanse
landen. De Verenigde Staten en Japan gebruiken een ander systeem, NTSC genaamd. De EXT1 en
EXT2 ingangen kunnen opnames met NTSC kleurcodering weergeven.
16:9:Verwijst naar de verhouding tussen de breedte en hoogte van het scherm. Breedbeeldtelevisies
hebben een verhouding van 16:9, de traditionele televisietoestellen hebben een 4:3 scherm.
Tips
Slechte ontvangst
Geen beeld
Geen geluid
De
afstandsbediening
werkt niet meer ?
Stand-by
Schoonmaken
Nog steeds geen
resultaten?
Dubbele beelden, echobeelden of schaduwen kunnen het gevolg zijn van de
nabijheid van bergen of hoge gebouwen. Probeer in zo’n geval het beeld
handmatig bij te stellen: zie “
fijnafstemming” (p. 6) of verander de oriëntatie van
de buitenantenne. Is uw antenne geschikt voor ontvangst van uitzendingen in dit
frequentiebereik (UHF of VHF band)?
Is de antenne op de juiste manier aangesloten? Hebt u het juiste systeem
gekozen? (p. 6) Slecht aangesloten euroconnector kabels of antenne aansluitingen
zijn vaak de oorzaak van problemen met beeld of geluid (soms gaan de
aansluitingen gedeeltelijk los als het TV toestel wordt verplaatst of gedraaid.
Controleer alle aansluitingen.
Als u op bepaalde kanalen wel beeld ontvangt, maar geen geluid, betekent dit dat
u niet het juiste TV systeem hebt.Wijzig de
Systeem instelling (p. 6).
De versterker die is aangesloten op de televisie geeft geen geluid. Controleer of
u de audio ingang en uitgang niet hebt verwisseld.
Reageert het TV toestel niet op de afstandsbediening of knippert het
indicatielampje aan het toestel niet meer wanneer u de afstandsbediening
gebruikt ? Vervang de batterij.
Als het toestel gedurende 15 minuten geen signaal ontvangt, gaat het automatisch
in de wachtstand. Om energie te sparen bestaat uw TV uit onderdelen die in de
wachtstand slechts zeer weinig stroom verbruiken (minder dan 1W).
Het scherm en de kast van uw TV mogen alleen worden schoongemaakt met een
zacht en niet-pluizend doekje. Gebruik nooit een schoonmaakmiddel op basis van
alcohol of oplosmiddel.
Trek de stekker van de TV gedurende minstens 30 seconden uit. Steek nadien de
stekker opnieuw in het stopcontact.
Als uw TV toestel defect is, probeer het dan nooit zelf te repareren: neem
contact op met de serviceafdeling van uw verkoper.