750004
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/138
Pagina verder
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften
in acht nemen, inclusief het volgende:
Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de
instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine. Lever de instructies bij de naaimachine
als deze van eigenaar verwisselt.
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK:
Naaimachines mogen nooit onbewaakt blijven wanneer de stekker in het stopcontact zit. Het
stopcontact waar de machine mee is verbonden, moet makkelijk toegangbaar zijn. Haal de
stekker van deze naaimachine altijd meteen uit het stopcontact na het gebruik en voordat u de
machine gaat reinigen, afdekpanelen ervan verwijdert, voordat u de machine smeert of wanneer
u andere onderhoudswerkzaamheden uitvoert die in de gebruiksaanwijzing staan.
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN
BRANDWONDEN, BRAND, EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF
LICHAMELIJK LETSEL:
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine. Let goed op wanneer deze naaimachine wordt
gebruikt door of in de buurt van kinderen.
Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is
en zoals die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de
producent zijn aanbevolen, zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is, als de
naaimachine niet goed werkt, als de naaimachine gevallen of beschadigd is of in het water heeft
gelegen. Breng de naaimachine in dat geval naar de dichtstbijzijnde bevoegde dealer of een
onderhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische bijstelling.
Gebruik de naaimachine nooit wanneer de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn. Houd de
ventilatieopeningen van de naaimachine en het voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en
loshangende lappen stof.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naaimachinenaald.
Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald
breken.
Gebruik geen gebogen naalden.
Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof. Hierdoor kunt u namelijk de naald buigen,
waardoor deze kan breken.
Draag een veiligheidsbril.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald,
zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, de spoel plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.
Laat geen voorwerpen in een opening vallen en steek geen voorwerpen in openingen in de
naaimachine.
Gebruik de naaimachine niet buiten.
Gebruik de naaimachine niet in een omgeving waar spuitbussen worden gebruikt of waar
zuurstof wordt toegediend.
Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle knoppen op de uit-stand zetten
(“0”).
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer.
Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen. Plaats geen andere voorwerpen
op het voetpedaal.
Gebruik de machine niet als hij nat is.
Als het LED-lampje beschadigd of kapot is, moet het worden vervangen door de fabrikant of
diens service-agent of een persoon met dezelfde kwalificaties, om gevaar te voorkomen.
Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant of
diens service-agent of een persoon met dezelfde kwalificaties om gevaar te voorkomen.
Deze naaimachine heeft dubbele isolatie. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Raadpleeg
de instructies voor het repareren van dubbel geïsoleerde apparaten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
UITSLUITEND VOOR CENELEC-LANDEN:
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en kennis als ze
supervisie of instructies hebben gekregen om het apparaat op een veilige manier te kunnen
gebruiken en als ze begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet zonder supervisie door kinderen
worden uitgevoerd.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 80dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type FR5 dat is vervaardigd
door Shanghai Binao Precision Mould Co., Ltd.
VOOR NIET-CENELEC-LANDEN
Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en kennis,
als ze geen supervisie of instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben gekregen van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden
gehouden om te zorgen dat ze niet met de naaimachine spelen.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 80dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type FR5 dat is vervaardigd
door Shanghai Binao Precision Mould Co., Ltd.
SERVICE UITVOEREN AAN DUBBEL GEÏSOLEERDE APPARATEN
In een dubbel geïsoleerd product zitten twee isolatiesystemen in plaats van aarding. Dubbel
geïsoleerde apparaten hebben geen aardingsvoorziening en die mag ook niet aan het apparaat
worden toegevoegd. Het repareren van een dubbel geïsoleerd product vereist de hoogste
nauwkeurigheid en een grondige kennis van het systeem en mag alleen worden uitgevoerd door
deskundige technici. De reserveonderdelen voor dubbel geïsoleerde producten moeten identiek zijn
aan de onderdelen in het product. Een dubbel geïsoleerd product is gemarkeerd met de woorden
‘DUBBELE ISOLATIE’ OF ‘DUBBEL GEÏSOLEERD’.
INHOUDSOPGAVE
1 Inleiding.......................................................7
Welkom bij de ingebouwde
gebruikershandleiding!...................................7
Een onderwerp zoeken ..................................7
Door de gebruikershandleiding navigeren ......7
Machineoverzicht............................................8
Voorkant.......................................................8
Naaldgebied..................................................9
Rechterkant...................................................9
Achterkant....................................................9
Bovenaan .................................................... 10
Accessoiredoos............................................ 10
Opbergen van een steekplaat........................ 11
Functietoetsen ...............................................12
Naaivoet omhoog en extra hoog ................... 12
Naaivoet omlaag en draaistand .................... 12
Automatische draadinsteker......................... 12
Afsnijfunctie................................................ 13
Onmiddellijk afhechten................................ 13
Steek opnieuw starten.................................. 13
Naaldstop boven/onder............................... 13
Start/Stop................................................... 13
Achter- ....................................................... 13
Basisbewegingen voor het multi-
touchscreen ...................................................14
Accessoires....................................................15
Bijgeleverde accessoires ............................... 15
Naaivoeten....................................................16
Stekenoverzicht.............................................18
Nuttige steken............................................. 18
Stekenmenu Overzicht................................. 21
Alfabetten................................................... 21
2 Voorbereidingen.................................... 22
De machine uitpakken..................................22
Sluit het snoer en het voetpedaal aan...........22
Opbergen van de machine............................23
USB-poorten..................................................23
Een USB-apparaat gebruiken........................ 23
Aan de slag met WiFi en mySewnet
Cloud.............................................................24
LED-lampjes..................................................24
Vrije arm .......................................................24
Handmatige draadafsnijder..........................25
Kniehevel ......................................................25
Snelheidsregelaar..........................................26
Draadsensor ..................................................26
Uitschuifbare draadgeleider .........................26
Garenpennen.................................................27
Garenschijven ...............................................27
Draden ..........................................................28
Naalden.........................................................29
Belangrijke informatie over de naald............. 29
De naald verwisselen....................................30
Draad inrijgen ...............................................31
De bovendraad inrijgen................................ 31
Automatische draadinsteker......................... 33
Inrijgen - Tips en hints ................................. 36
Een tweelingnaald inrijgen........................... 37
Spoelen..........................................................39
Spoelen door de naald.................................. 40
Spoel plaatsen ...............................................41
Het spoelhuis vervangen ..............................42
IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport) .....................................................43
Het IDT™ systeem inschakelen..................... 43
Het IDT™ systeem uitschakelen ................... 43
Naaivoet verwisselen....................................44
Naaivoet verwijderen .................................. 44
Naaivoet bevestigen..................................... 44
Sensormatic-knoopsgatvoet vastklikken......44
Overgaan naar de steekplaat voor rechte
steken. ...........................................................45
3 Het multi-touchscreen ........................ 46
Multi-touchscreen.........................................46
Bewegingen ................................................ 46
Startpagina....................................................47
Beginnen met naaien.................................... 47
Laden van mySewnet................................. 47
Open Help Center........................................ 47
mySewnet™ Blog..........................................47
Belangrijkste functies....................................48
Opslaan ...................................................... 48
Home ......................................................... 48
Modusschakelaar......................................... 48
Algemene functies ........................................48
OK.............................................................. 48
Annuleren................................................... 48
Lang drukken.............................................. 48
Instellingen met afwisselfunctie.................... 49
Help Center...................................................50
Gebruikershandleiding ................................ 50
Starten ........................................................ 50
Technieken en tutorials ................................ 50
Naai-instructies ........................................... 50
Handleiding versteviging............................. 50
Instellingen....................................................51
Naai-instellingen ......................................... 51
Machine-instellingen ................................... 55
WiFi-instellingen ......................................... 56
mySewnet Instellingen ............................... 56
Machine-informatie ..................................... 56
Smart Toolbox...............................................57
Bovenste balk ................................................57
Help Center................................................. 57
Quick Help ................................................. 58
Hoofdmenu................................................. 58
Informatiegedeelte........................................59
WiFi ........................................................... 59
mySewnet ................................................. 59
Aanbevelingen ............................................ 60
Informatie................................................... 60
Actieve functies........................................... 60
Menupaneel ..................................................61
Geselecteerde opties uit het menupaneel ....... 61
Werkbalk.......................................................62
Uw werkgebied aanpassen........................... 62
Volledig scherm ............................................62
Basisbalk .......................................................62
4 WiFi & mySewnet Services .............. 63
WiFi Introductie............................................63
Aan de slag met WiFi................................... 63
Verborgen netwerk...................................... 63
Firmware update met WiFi...........................63
Firmware-update met een USB-apparaat.....63
mySewnet Services .....................................64
mySewnet Account.................................... 64
mySewnet Cloud ....................................... 64
Gebruikte ruimte in de mySewnet Cloud..... 65
Installatie van mySewnet cloud Sync
Tool for Computer....................................... 65
mySewnet Portal........................................ 66
Problemen met de verbinding oplossen.......66
5 Naaien....................................................... 68
Naaimodus Inleiding .................................68
Naaimodus Overzicht ............................... 68
Starten met naaien ........................................71
Een steek laden uit het menupaneel .............. 71
Een steek selecteren uit het selectiemenu....... 72
Een steek laden uit File Manager .................. 72
Aanbevelingen - naaien ................................73
Instellingen in de naaimodus .......................74
ActivStitch™ Technology ............................ 74
Automatische naaivoetlichter ....................... 75
Automatische draadafsnijder........................ 75
Opties voor naaien uit de vrije hand ............. 75
Steekbeperkende opties................................ 76
Naaldstoppositie ......................................... 77
Naaivoetdruk.............................................. 77
Opties voor de transporteur ......................... 77
Afhechtopties.............................................. 77
Steek bewerken .............................................78
Steekbreedte................................................ 78
Steekpositie................................................. 78
Steeklengte.................................................. 78
Steekdichtheid............................................. 79
Spiegelen .................................................... 79
Lengte opening knoopsgat ........................... 79
Toets Steek herhalen .................................... 79
ActivStitch™ Technology ............................ 80
Opties voor naaien uit de vrije hand ............81
Dynamisch verende free-motionvoet 6D ....... 81
Verende free-motionvoet.............................. 81
Sensormatic free-motion .............................. 82
Afhechtopties................................................82
Steek herhalen...............................................83
Steek opslaan ................................................84
Balans............................................................84
Naaiprogramma's .........................................85
Taperingsteken............................................ 85
Oefening met tapse cordonsteek ................... 85
Steek herhalen............................................. 86
Patchworkprogramma ................................. 86
Enkelmotiefprogramma ............................... 86
Programma's combineren............................. 86
Naaitechnieken .............................................87
Knoopsgaten............................................... 87
Knoop aannaaien......................................... 89
Naaien in vier richtingen.............................. 89
Speciale naaitechnieken ................................90
Lintsteken................................................... 90
Stapelsteken................................................ 90
Zwevende steken......................................... 91
Straalsteken................................................. 92
Kanten randsteken....................................... 92
Steken voor optionele naaivoeten ................. 92
Pop-upberichten in naaien............................93
6 Sequence Creator ................................. 95
Sequence Creator Inleiding ......................95
Sequence Creator Overzicht....................... 96
Starten met Sequence Creator.......................98
Een steek laden............................................ 98
Een lettertype laden..................................... 98
Tekst en steken aanpassen............................ 99
Een steek of letter verwijderen...................... 99
Een steek of letter dupliceren........................ 99
Een steek of letter vervangen........................ 99
Richtingssteken........................................... 100
Reeksopdrachten......................................... 101
Ware grootte ...............................................101
Reeks opslaan.............................................. 102
Naai uw reeks ............................................. 102
De hele reeks aanpassen .............................103
Sequence Creator gebruiken in de
Naaimodus.................................................. 103
Pop-upberichten in Sequence Creator ........ 104
7Stitch Creator™ Functie................... 105
Stitch Creator™ Functie Inleiding........... 105
Stitch Creator™ Functie Overzicht............106
Starten met Stitch Creator™ ...................... 107
Definitie van een steekpunt .........................107
Steken/steekpunten selecteren ....................107
Horizontaal voorbeeld ................................108
Stitch Creator™
Bewerkgereedschappen.............................. 109
Zoomen .....................................................109
Verplaatsen................................................109
Steek of steekpunt toevoegen ......................109
Geselecteerd steekpunt dupliceren...............109
Drievoudige steek.......................................109
Spiegelen ...................................................110
Geselecteerd steekpunt verwijderen.............110
Een steek bewerken die is gemaakt in
Stitch Creator™..........................................111
Een steek laden en naaien........................... 111
Een steek opslaan........................................111
Gemaakte steken gebruiken in Sequence
Creator ........................................................111
Pop-upberichten in de Stitch Creator™-
functie .........................................................111
8 Help Center .......................................... 113
Help Center Inleiding .............................. 113
Help Center Overzicht .............................113
Gebruikershandleiding............................... 114
Starten .........................................................115
Technieken en tutorials............................... 116
Kledingtechnieken......................................116
Naaitechnieken...........................................117
Quilttechnieken..........................................117
Handleiding versteviging........................... 117
Projecten...................................................... 118
Project Viewer............................................118
Videoplayer ...............................................119
9 File Manager ........................................ 120
File Manager Inleiding.............................120
Bestandsbeheer Overzicht........................ 121
Bestandsformaten ....................................... 123
Door File Manager bladeren.......................123
Een bestand of een map openen ................. 123
Meerdere selecteren .................................... 123
mySewnet Cloud-map .............................. 123
USB-apparaat .............................................. 124
Lijst-/Miniatuurweergave...........................124
Eén mapniveau omhoog .............................124
Organiseren................................................. 124
Nieuwe map maken....................................124
Hernoem bestand of map ............................124
Een bestand of map verplaatsen ..................125
Een bestand of map kopiëren ......................126
Verwijder een bestand of map .....................126
Pop-upberichten in File Manager ............... 126
10 Onderhoud ........................................... 128
De buitenkant van de naaimachine
reinigen ....................................................... 128
De steekplaat verwijderen en het
spoelhuis reinigen....................................... 128
Schoonmaken onder het spoelhuis............. 128
De steekplaat vervangen............................. 129
Problemen oplossen.................................... 129
Reparaties..................................................133
Niet-originele onderdelen en accessoires ......133
Technische specificaties ..............................133
11 BELANGRIJKE ..................................... 134
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES..................... 134
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET
RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE
SCHOK:.....................................................134
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS
VOLGT HET RISICO VAN
BRANDWONDEN, BRAND, EEN
ELEKTRISCHE SCHOK OF
LICHAMELIJK LETSEL: .............................134
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES ..................134
SERVICE UITVOEREN AAN DUBBEL
GEÏSOLEERDE APPARATEN.....................135
Licenses.......................................................135
Inleiding
1 Inleiding
Welkom bij de ingebouwde
gebruikershandleiding!
In de ingebouwde gebruikershandleiding staat alle
informatie die ook in de afgedrukte
gebruikershandleiding staat die bij uw performance
icon™ naaimachine is geleverd, plus informatie over
alle functies en kenmerken die kunnen worden geopend
via het multi-touchscreen.
De ingebouwde gebruikershandleiding bevat altijd de
laatste kenmerken, omdat hij automatisch wordt
bijgewerkt steeds wanneer uw machine wordt
bijgewerkt.
Een onderwerp zoeken
Om een onderwerp te zoeken op alfabetische volgorde,
drukt u op de index-toets.
Om een onderwerp te zoeken door in de hoofdstukken
van de gebruikershandleiding te bladeren, drukt u op
de toets van de inhoudsopgave.
Let op: De index en de inhoudsopgave worden geopend als
uitklapmenu's aan de rechterkant van het scherm en bedekken
eventuele afbeeldingen aan die kant. Om het uitklapmenu met
de index of inhoudsopgave te sluiten, drukt u opnieuw op de
toets.
Door de gebruikershandleiding navigeren
In de gebruikershandleiding kunt u omhoog/omlaag
vegen om door een pagina te bladeren, uitrekken/
samenknijpen om in/uit te zoomen op de tekst en de
afbeeldingen en op een onderstreepte link drukken om
naar dat gedeelte van de gebruikershandleiding te
springen.
Lees meer over navigeren op het multi-touchscreen in
het gedeelte bewegingen.
Als u door de gebruikershandleiding bladert door op
links te drukken, kunt u gemakkelijk met de
navigatiepijlen heen en weer bewegen tussen de
pagina's die u heeft bezocht. Vlak onder de
navigatiepijlen vindt u de titel van het hoofdstuk van de
handleiding dat u op dat moment bekijkt.
7
Inleiding
Machineoverzicht
Voorkant
1. Bovenklep
2. Draadspanningsplaatjes
3. Draadhevel
4. Draadinvoergleuf
5. Draadafsnijder
6. LED-licht
7. Steekplaat
8. Spoelhuisdeksel
9. Knop om het spoelhuisdeksel te openen
10. Bodemplaat
11. Functietoetsen, zie Functietoetsen, pagina 12 voor
een gedetailleerde beschrijving
12. Kniehevel-aansluiting
13. Opslaan
14. Modusschakelaar
15. Home
16. Multi-touchscreen
17. Draadgleuf voor opspoelen
18. Extra garenpen
19. Hoofdgarenpen
20. Uitschuifbare draadgeleider
1
23
4
5
6
7
8
9
10
6
11
6
12
13
14
15
16
17
18
19
20
8
Inleiding
Naaldgebied
1. Automatische draadinsteker, zie De automatische
draadinsteker gebruiken, pagina 34
2. Naaldstang met naaldklemschroef
3. Bovendraadgeleider
4. Naaivoetstang
5. IDT™
6. Naaivoethouder
7. Naaivoet
Rechterkant
1. Handwiel
2. Luidspreker
3. Ingebouwde USB-poorten
4. Snelheidsregelaar
5. AAN/UIT-schakelaar, aansluitingen voor snoer en
voetpedaal. Zie Sluit het snoer en het voetpedaal aan,
pagina 22.
Achterkant
1. Handvat
2. Accessoire-aansluiting
3. Vrije arm
1
2
3
4
5
6
7
1
5
4
3
2
1
2
3
9
Inleiding
Bovenaan
1. Draadhevel
2. Draadspanningsplaten
3. Draadafsnijder
4. Spoelgeleider
5. Spoelwinder
6. Voorspanningsdraadgeleider
7. Hoofdgarenpen
8. Extra garenpen
9. Spoelgeleider voor opspoelen
10. Draadspanningsgeleider voor spoelen
Let op: De machine wordt geleverd met twee rode
veiligheidsvergrendelingen; één op de naaivoetstang en één in
de accessoiredoos. Deze moeten allemaal worden verwijderd
voordat u begint te naaien.
Accessoiredoos
In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor
naaivoeten en spoeltjes, en er is ook ruimte voor
naalden en andere accessoires. Berg de accessoires op in
de doos zodat u ze altijd binnen handbereik heeft.
1. Ruimte voor accessoires
2. Ruimte voor steekplaat
3. Ruimtes voor naaivoeten
4. Ruimte voor spoeltjes
5. Ruimte met opening voor 5M Handmatige
knoopsgatvoet
6. Veiligheidsvergrendeling (verwijderen voor het
naaien)
2
3
4
5
6
7
8
10
9
1
2
3
4
5
1
6
10
Inleiding
Opbergen van een steekplaat
Berg de steekplaat, wanneer deze niet gebruikt wordt,
op in de bodem van uw accessoiredoos.
1. Steek de rechterkant van de plaat in de veer aan de
rechterkant (A), druk licht aan. Leg de plaat neer (B)
zodat de steekplaat op zijn plaats klikt.
2. Om de plaat te verwijderen, steekt u een vinger in
het gat aan de linkerkant van de plaat, duw de plaat
naar rechts en til hem op.
B
A
11
Inleiding
Functietoetsen
1. Naaivoet omhoog en extra hoog
2. Naaivoet omlaag en draaistand
3. Automatische draadinsteker
4. Afsnijfunctie
5. Onmiddellijk afhechten
6. Steek opnieuw beginnen
7. Naaldstop boven/onder
8. Start/stop
9. Achter-
10. Indicatielampje
Naaivoet omhoog en extra hoog
Druk eenmaal op de toets naaivoet omhoog om de
naaivoet omhoog te brengen. Als u nog een keer op de
toets drukt, gaat de naaivoet naar de extra hoge positie
en wordt de transporteur automatisch verzonken om
dikke stof makkelijker onder de naaivoet te kunnen
brengen.
Naaivoet omlaag en draaistand
De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht
wanneer u met naaien begint. Om de naaivoet omlaag te
brengen voordat u begint te naaien, drukt u op de toets
naaivoet omlaag en draaistand. De naaivoet wordt
helemaal omlaag gebracht en de machine houdt de stof
stevig vast. Druk opnieuw op naaivoet omlaag voor de
draaipositie.
Automatische draadinsteker
Zie De automatische draadinsteker gebruiken, pagina 34
om te leren hoe u de draad moet plaatsen voor
automatisch inrijgen. Als de draad op zijn plaats ligt,
drukt u op deze toets om de draad automatisch in de
naald te rijgen.
Om schade aan de automatische draadinsteker, de
naald, naaivoet of andere bevestigde accessoires te
voorkomen, leest u aandachtig de instructies over het
gebruik van de automatische draadinsteker voordat u
deze gebruikt.
2
3
4
5
6
8
9
7
1
10
12
Inleiding
Afsnijfunctie
Als u op de afsnijfunctietoets drukt, snijdt uw
naaimachine de boven- en onderdraad af en brengt de
naaivoet en de naald omhoog.
Om draden aan het einde van een steek of stekenreeks
af te snijden, drukt u op de afsnijfunctietoets tijdens het
naaien. Het indicatielampje gaat sterker branden om aan
te geven dat de draden moeten worden afgesneden.
Wanneer de steek of stekenreeks klaar is, snijdt uw
naaimachine de boven- en onderdraad af en brengt de
naaivoet en de naald omhoog.
Let op: Als de automatische persvoetlichter is gedeselecteerd
in de tijdelijke naai-instellingen, wordt de naaivoet niet
omhoog gebracht bij gebruik van de afsnijfunctie.
Sommige optionele accessoires worden bevestigd in
de twee ronde gaatjes in de steekplaat vlak boven het
spoelhuisdeksel. Gebruik de afsnijfunctie niet als er
een accessoire in deze gaatjes is bevestigd, omdat dit
de automatische draadafsnijder die onder de
steekplaat zit in de weg kan zitten.
Onmiddellijk afhechten
Druk op onmiddellijk afhechten tijdens het naaien. Uw
machine naait dan enkele afhechtsteken en stopt
automatisch. Door de afhechttoets nogmaals aan te
raken terwijl de actie-indicator brandt, kan de functie
worden uitgeschakeld.
Steek opnieuw starten
Wanneer u stopt met naaien in het midden van een steek,
drukt u op steek opnieuw starten om te beginnen met
naaien aan het begin van de steek. De steek of de
stekenreeks onthoudt eventuele speciale instellingen die
u hebt gemaakt.
Naaldstop boven/onder
Druk op naaldstop boven/onder om de positie van de
naald in te stellen wanneer u stopt met naaien. De naald
gaat omhoog of omlaag als u op de knop drukt. Het
indicatielampje gaat sterker branden als naaldstop onder
is ingesteld.
Tip: Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om de
naald omhoog of omlaag te brengen wanneer u stopt met
naaien. Het gebruik van het voetpedaal verandert de ingestelde
stoppositie niet.
Start/Stop
Druk op de start/stop-toets om de machine te laten
starten en stoppen met naaien zonder het voetpedaal te
gebruiken. Druk op start/stop om te beginnen en druk
nog een keer om te stoppen.
Achter-
Als achteruitnaaien is ingeschakeld, gaat de
achteruitnaai-indicator sterker branden. Druk eenmaal
op de achteruitnaaitoets voordat u begint te naaien als u
permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator gaat sterker branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt. Als u
tijdens het naaien op de achteruitnaaitoets drukt, naait
de machine achteruit zolang u de toets ingedrukt houdt.
Achteruitnaaien wordt ook gebruikt bij het naaien van
handmatige knoopsgaten, stopsteken en taperingsteken
om tussen delen van de steken heen en weer te gaan.
13
Inleiding
Basisbewegingen voor het multi-
touchscreen
U navigeert gemakkelijk over het multi-touchscreen met
de hieronder beschreven bewegingen. Zie voor meer
gedetailleerde informatie Multi-touchscreenhet gedeelte
over het multi-touchscreen in de ingebouwde
gebruiksaanwijzing.
Druk
Druk eenmaal op een toets of instelling op het scherm
om deze te selecteren.
Lang drukken
Druk eenmaal en blijf enkele seconden vasthouden om
lang te drukken. Dit wordt bij sommige toetsen en
schermgedeelten gebruikt om meer opties te openen.
Samenknijpen/Uitrekken
Raak tegelijkertijd met twee vingers het scherm aan en
vergroot/verklein zonder los te laten de afstand tussen
de vingers om uit te rekken (in te zoomen) of samen te
knijpen (uit te zoomen).
Druk/sleepfunctie - Verplaatsen
Druk eenmaal op bijvoorbeeld een venster op uw
scherm en breng, zonder los te laten, uw vinger naar een
andere positie op het scherm.
Vegen
Druk, verplaats en laat uw vinger los met een snelle
beweging om te vegen. Vegen van links naar rechts/van
rechts naar links wordt gebruikt om door stekenmenu's
te bladeren. Vegen van boven naar beneden/van
beneden naar boven wordt gebruikt om in een
stekenmenu te bladeren.
14
Inleiding
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
1 2 3 4
6
5
7
9
8
10
11
12
13
14 15
3
8
6
1. Garennetje (4)
2. Schroevendraaier
3. Tornmesje
4. Borsteltje
5. Spoelen (6)
6. Rand-/quiltgeleider (wordt aan de persvoethouder
bevestigd)
7. Garenkloshouder (2)
8. Garenschijf, groot (2)
9. Garenschijf, medium (2)
10. Garenschijf, klein (2)
11. Grote garenpen
12. Spoelhuis voor rechte steek links (zwart)
13. Kniehevel
14. Steekplaat voor rechte steek
15. Multifunctioneel gereedschap/Knopenhulpstuk
Niet afgebeelde bijgeleverde accessoires
Zachte hoes voor de machine
Voetpedaal
Netsnoer
Naalden
15
Inleiding
Naaivoeten
Let op: Gebruik voor de beste naairesultaten alleen naaivoeten die ontworpen voor en compatibel met uw performance icon™
machine zijn.
OA - Standaard naaivoet voor IDT™ systeem
(is bij levering op de machine bevestigd)
Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met
een steeklengte van meer dan 1,0 mm.
1A - Siersteekvoet voor IDT™ systeem
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef in
de onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de
steken.
2A - Siersteekvoet
Gebruik deze voet bij het naaien van decoratieve steken of zigzagsteken en
andere nuttige steken van minder dan 1,0mm lang. De groef in de onderkant
van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
3 - Blindzoomvoet met IDT™ systeem
Deze voet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de naaivoet geleidt
de stof. De rode geleider op de naaivoet moet langs de vouw van de zoomrand
lopen.
4 - Ritsvoet met IDT™ systeem
Deze naaivoet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt,
waardoor het eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de
rits te naaien. Verplaats de naaldpositie naar rechts of naar links om dichter
langs de tandjes te naaien.
5A - Sensormatic knoopsgatvoet
Wanneer deze voet op de machine is aangesloten, wordt het knoopsgat genaaid
met de lengte die in de machine is ingevoerd.
5M - Handmatige knoopsgatvoet
Deze naaivoet wordt gebruikt voor het naaien van handmatige knoopsgaten.
Gebruik de markeringen op de voet om de rand van het kledingstuk te plaatsen.
Het hieltje aan de achterkant van de voet houdt de draad vast bij knoopsgaten
met inlegdraad.
6A Borduur-/Sensormatic free-motionvoet
Deze naaivoet wordt gebruikt voor free-motion naaien. Deze naaivoet kan ook
worden gebruikt voor stopwerk.
¼″ quiltvoet voor IDT™ systeem
Deze naaivoet is perfect voor het aan elkaar zetten van lapjes en voor patchwork,
vooral in combinatie met de steekplaat voor rechte steken. De afstand vanaf de
naald tot de buitenste rand van de rechterkant van de naaivoet is 6 mm. De
afstand vanaf de naald tot de buitenste rand van de rechterkant van de naaivoet
is 3 mm.
16
Inleiding
8 Maxi steekvoet
Deze voet wordt gebruikt voor zijwaartse steken.
Doorstikvoet met geleider midden met IDT™ systeem
Doorstikvoet met geleider midden is speciaal geschikt voor het naaien van
exclusieve steektechnieken zoals randsteken en zwevende steken. De onderkant
van de naaivoet is zo ontworpen dat de rechterkant hoger is en er een geleider
in het midden zit, waardoor de naaivoet langs een gevouwen rand kan glijden.
17
Inleiding
Stekenoverzicht
Nuttige steken
Steek Naam Beschrijving
1.1.1 Rechte steek Voor aan elkaar naaien en doorstikken.
1.1.2 Elastische drievoudige
rechte steek
Voor versterkte naden en doorstikken.
1.1.3 Elastische tricotsteek Voor het naaien van naden in elastische stoffen.
1.1.4 Rijgsteek Voor alle soorten naaiwerk.
1.1.5 Zigzagsteek Voor versterkte naden, afwerken en elastisch naaien.
1.1.6 Drievoudige zigzag
stretchsteek
Elastische steek voor decoratieve zomen of doorstikken.
1.1.7 Genaaide zigzagsteek Voor elastische naden, stopwerk, verstellen, afwerken van randen en
decoratief naaiwerk.
1.1.8 Elastische steek Voor elastische naden, stopwerk, verstellen en kant inzetten.
1.1.9 Drievoudige elastische
steek
Voor elastische naden, stopwerk, verstellen, afwerken van randen en
decoratief naaiwerk.
1.1.10 Z-zigzagsteek Voor het vastnaaien van applicaties.
1-1-
2011
Honingraatsteek Decoratieve steek voor elastische stoffen en zomen. Ook gebruikt met
elastisch garen op de spoel.
1-1-
2012
Fagotsteek Stoffen en quiltvoering aan elkaar naaien, decoratieve steek voor
quilten, ajoursteken.
1-1-
2013
Elastische decoratieve
fagotsteek
Verbindingssteek voor ondergoed, badstof, leer, dikke lagen stof bij
overlappende naden.
1-1-
2014
Flanelsteek Elastische decoratieve zoom voor elastische stoffen. Ook geschikt om
stoffen aan elkaar te naaien en quiltvoering.
1-1-
2015
Blindzoomsteek Voor het naaien van blinde zomen in geweven stoffen.
1.1.16 Elastische
blindzoomsteek
Voor het naaien van blinde zomen in stretchstoffen.
1.2.1 Gesloten overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
1.2.2 Elastische
overlocksteek
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
1.2.3 Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
18
Inleiding
Steek Naam Beschrijving
1.2.4 Patchwork voor dunne
gebreide stoffen
Voor het verstellen en zomen van elastische stoffen.
1.2.5 Gesloten overlocksteek Voor het verstellen, zomen, naaien van naden en afwerken.
1.2.6 Gesloten overlocksteek
voor elastische stoffen
Voor het verstellen, zomen, naaien van naden en afwerken van
elastische stoffen.
1.2.7 Valse dekzoom Maak een overlockzoom in elastische stoffen die eruit ziet als een
lockmachine-deksteekzoom.
1.2.8 Valse dekzoom Maak een overlockzoom in elastische stoffen die eruit ziet als een
lockmachine-deksteekzoom.
1.2.9 Open overlock
blindzoom
Maak een decoratieve overlock blindzoom in geweven stoffen.
1-2-
2010
Gesloten overlock
blindzoom
Maak een decoratieve overlock blindzoom in elastische stoffen.
1.3.1 Standaardknoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jasjes. Ook voor
kussenslopen.
1.3.2 Afgerond knoopsgat
met dwarstrens
Knoopsgat voor kleding.
1.3.3 Mantelknoopsgat met
puntvormige trens
Kleermakersknoopsgat of sierknoopsgat.
1.3.4 Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes.
1.3.5 Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen.
1.3.6 Sier-mantelknoopsgat Sierknoopsgat voor jasjes.
1.3.7 Sier-mantelknoopsgat Sierknoopsgat voor jasjes.
1.3.8 Sier-mantelknoopsgat Nostalgisch sierknoopsgat.
1.3.9 Rond sierknoopsgat Nostalgisch sierknoopsgat.
1-3-
2010
Knopen aannaaien Voor het aannaaien van knopen of rijgen.
1-3-
2011
Knoopsgat met koord Fagotsteek voor paspelknoopsgat.
1.4.1 Oogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1.4.2 Sieroogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1.4.3 Sieroogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
19
Inleiding
Steek Naam Beschrijving
1.4.4 Sieroogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1.4.5 Programmeerbare
stopsteek
Stoppen en repareren van kleine gaatjes. Begin met naaien over het gat,
druk op achteruit naaien voor doorlopend stoppen en stop.
1.4.6 Programmeerbare
versterkte stopsteek
Stop en repareer werkkleding, jeans, tafelkleden en linnen handdoeken.
Naai over het gat heen, druk op de achteruitnaaitoets voor doorlopend
stopwerk en een automatische stop.
1.4.7 Trens Verstevig zakken, openingen van shirts, riemlusjes en het onderste
deel van ritssluitingen.
1.4.8 Jeanstrens Verstevig zakken, openingen van shirts, riemlusjes en het onderste
deel van ritssluitingen.
1.4.9 Siertrens Verstevig zakken, openingen van shirts, riemlusjes en het onderste
deel van ritssluitingen.
1-4-
2010
Kruistrens Verstevig zakken, openingen van shirts en riemlusjes.
20
Inleiding
Stekenmenu Overzicht
Er zijn verschillende stekenmenu's met steken voor alle doeleinden. Gebruik de quick help-functie voor een
gedetailleerde beschrijving van een steek, zie Quick Helpquick help in de ingebouwde gebruiksaanwijzing.
Naam stekenmenu Submenu's
1 Nuttige steken
Zie ook stekentabel voor
gedetailleerde beschrijvingen.
1. Essentiële steken
2. Overlocksteken
3. Knoopsgaten
4. Oogjes en stopsteken
2 Quiltsteken 1. Handgemaakte Quiltsteken
2. Meandersteken
3. Crazy-patchworksteken
3 Naaldkunststeken 1. Kruissteken
2. Naaisteken
3. Nostalgische borduursteken
4 Cordonsteken 1. Schulpranden
2. Cordonelementen
3. Omrandingen
5 Decoratieve steken 1. Bladeren en bloemen
2. Kunststeken
3. Siersteken
4. Maxi kunststeken
6 Diverse steken 1. Strikken en harten
2. Dieren
3. Fantasiesteken
7 Monogramsteken 1. Monogram 1
2. Monogram 2
8 Steektechnieken 1. Enkele lintsteken
2. Dubbele lintsteken
3. Drievoudige lintsteken
4. Stapelsteken
5. Zwevende steken
6. Straalsteken
7. Kanten randsteken
9 Aanvullende steken 1. Steken voor optionele naaivoeten
2. Steken in vier richtingen.
Alfabetten
De lettertypes zijn beschikbaar in de alfabetten block,
comic, Cyrillic, grand, outline en script.
21
Voorbereidingen
2 Voorbereidingen
De machine uitpakken
Nadat u de machine uit de doos heeft gehaald en al het
verpakkingsmateriaal en de plastic zak heeft verwijderd,
moet u de machine eerst schoonvegen, met name
rondom de naald en de steekplaat, om eventuele olie te
verwijderen voordat u gaat naaien.
Let op: Uw performance icon™ naaimachine is erop gebouwd
om de beste resultaten te leveren bij normale
kamertemperatuur. Extreem warme en koude temperaturen
kunnen de naairesultaten nadelig beïnvloeden.
Sluit het snoer en het voetpedaal
aan
Bij de accessoires vindt u ook de voedingskabel en het
voetpedaal.
Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit of het van
het type "FR5" is (zie de onderkant van het voetpedaal).
1. Trek het snoer uit het voetpedaal. Sluit het snoer van
het voetpedaal aan op het voorste contact rechts
onder aan de machine.
2. Sluit het netsnoer aan op het achterste contact, rechts
onder aan de machine. Steek de stekker in het
stopcontact.
3. Zet de AAN/UIT-schakelaar op "I" om de
voedingsspanning en het licht in te schakelen.
Voor de VS en Canada
Deze overlockmachine heeft een gepolariseerde
stekker (waarbij het ene blad breder is dan het
andere). Om het risico van een elektrische schok te
beperken kunt u deze stekker slechts op één manier in
een gepolariseerd stopcontact steken. Als de stekker
niet volledig in het contact past, draait u de stekker
om. Als de stekker nog steeds niet past, neem dan
contact op met een erkende monteur om een geschikt
stopcontact te laten plaatsen. Breng geen wijzigingen
aan in de stekker!
123
22
Voorbereidingen
Opbergen van de machine
1. Zet de AAN/UIT-schakelaar op "O".
2. Haal de stekker van het netsnoer eerst uit het
stopcontact en vervolgens uit de naaimachine.
3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de
machine. Trek zachtjes aan het snoer en laat het los.
Het snoer wordt opgerold in het voetpedaal.
4. Berg alle accessoires op in de accessoiredoos. Schuif
de doos op de naaimachine om de vrije arm heen.
5. Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de vrije
arm.
6. Plaats de beschermhoes op de naaimachine.
Tip: De gebruiksaanwijzing en het snoer kunnen worden
opgeborgen in de zak op de achterkant van de beschermhoes.
USB-poorten
Uw machine heeft twee USB-poorten voor het
aansluiten van USB-apparaten zoals een memory stick.
USB-stekkers kunnen slechts op één manier worden
aangesloten steek ze niet met kracht in de poorten!
Om het USB-apparaat te verwijderen, trekt u het er
voorzichtig recht uit.
Let op: Controleer of de USB-stick die u gebruikt de indeling
FAT32 heeft.
Een USB-apparaat gebruiken
De toets extern apparaat in file manager is alleen actief
wanneer er een apparaat op een USB-poort van de
machine is aangesloten.
Let op: Verwijder het USB-apparaat niet wanneer de laad-
animatie op het scherm staat of wanneer de file manager te
zien is. Als u het apparaat dan verwijdert, kunnen de
bestanden die op uw USB-apparaat staan beschadigen.
23
Voorbereidingen
Aan de slag met WiFi en mySewnet
Cloud
Volg de onderstaande stappen om uw machine te
verbinden.
Verbinding maken met een netwerk met WiFi
WiFi-pictogram
Druk op de WiFi-toets in de linker bovenhoek van het
scherm. Maak een selectie van de lijst met beschikbare
netwerken. Als uw netwerk is beveiligd met een
wachtwoord, wordt u gevraagd het wachtwoord in te
voeren om verbinding te maken.
Zie voor meer informatie WiFi Introductiede
ingebouwde gebruiksaanwijzing.
Verbinding maken met de mySewnet Cloud
mySewnet™ cloud-pictogram
Wanneer u een WiFi-verbinding heeft, drukt u op de tab
mySewnet™ en dan op de knop inloggen. Er wordt een
webweergave geopend waarin u kunt inloggen. Als u
geen gebruikersnaam en wachtwoord heeft, selecteert u
Registreren om een account aan te maken.
Zie voor meer informatie mySewnet Cloudde
ingebouwde gebruiksaanwijzing.
LED-lampjes
Op uw machine zitten LED-lampjes die het licht zonder
schaduw gelijkmatig over het werkgebied verdelen. U
kunt de helderheid van het licht aanpassen in het
instellingenmenu, zie Machine-instellingen helderheid
LED-werklicht in de ingebouwde gebruiksaanwijzing.
Vrije arm
Om de vrije arm te gebruiken moet u de accessoiredoos
verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een
haak de accessoiredoos vast aan de machine. Schuif de
doos naar links om hem te verwijderen.
24
Voorbereidingen
Handmatige draadafsnijder
Er zitten drie handmatige draadafsnijders op uw
machine. De eerste zit bij de spoelas en kan de draad na
het spoelen afsnijden. De draad van vanaf de zijkant
worden afgesneden.
De tweede zit naast het spoelhuis om de spoeldraad af
te snijden nadat u die in de machine hebt geplaatst.
De derde zit op de linkerkant van de machine. U kunt er
handmatig de boven- en onderdraad mee afsnijden.
Trek beide draden van achteren naar voren in de
draadafsnijder en trek ze snel omlaag.
Kniehevel
Uw naaimachine wordt geleverd met een elektronische
kniehevel waarmee u de naaivoet met uw knie kunt
optillen. De kniehevel is zeer handig tijdens het naaien,
omdat u de stof met uw beide handen kunt hanteren,
terwijl uw knie de naaivoet naar de gewenste hoogte tilt.
Laat de ribbels op de kniehevel overeenkomen met de
uitsparingen in de kniehevelaansluiting. Stel de
rechthoekige stang van de kniehevel af totdat deze voor
u een comfortabele hoogte heeft (A).
Beweeg uw kniehevel met uw knie en de naaivoet zal
omhoog gaan. U kunt de naaivoet naar drie posities
brengen met uw kniehevel; draaihoogte, omhoog en
extra hoog. Wanneer u de naaivoet naar de extra hoge
positie wilt brengen, laat de machine de tanden van de
transporteur zakken, zodat u gemakkelijk dikke stoffen
onder de naaivoet kunt leggen. De tanden van de
transporteur gaan automatisch omhoog wanneer u
begint met naaien.
Als u de kniehevel wilt verwijderen, trekt u deze recht
uit de opening.
A
25
Voorbereidingen
Snelheidsregelaar
Met de snelheidsregelhendel kunt u de maximale
naaisnelheid instellen. Om de naaisnelheid te verhogen
schuift u de hendel omhoog, om de naaisnelheid te
verlagen schuift u de hendel omlaag.
Wanneer u de hendel aanpast, verschijnt op het scherm
een pop-upbericht waarin wordt aangegeven welke
snelheid is ingesteld. De snelheidsinstelling verschijnt
ook in het informatiegebied.
Draadsensor
Als de bovendraad breekt of de onderdraad bijna op is,
stopt de machine en verschijnt er een pop-up op het
scherm.
Als de bovendraad breekt: Verwijder het garen helemaal,
rijg de machine opnieuw in en druk op OK in de pop-up.
Als de onderdraad bijna op is: U kunt doorgaan met
naaien zonder de pop-up te sluiten totdat de
onderdraad helemaal opraakt. Dit geeft u de
mogelijkheid te plannen waar u gaat stoppen om de
spoel te vervangen. Wanneer de spoel is vervangen
door een volle, drukt u op OK in de pop-up.
Uitschuifbare draadgeleider
De uitschuifbare draadgeleider wordt altijd gebruikt bij
het inrijgen van uw machine voor naaien en bij
opspoelen. De uitschuifbare draadgeleider helpt de
draad recht te houden, zodat hij niet in de war raakt of
breekt. De draadgeleider en de verticale garenpennen
maken het mogelijk om zeer grote garenklossen te
gebruiken.
De uitschuifbare draadgeleider uit- en inschuiven
Houd de uitschuifbare draadgeleider vast zoals op de
afbeelding te zien is, trek hem recht omhoog en draai
hem totdat hij op zijn plaats klikt.
Om de draadgeleider in te schuiven, houdt u hem vast
en drukt u hem recht omlaag.
26
Voorbereidingen
Garenpennen
Hoofdgarenpen (A) en extra garenpen (B)
Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een
hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen
zijn geschikt voor alle soorten garen.
Gebruik de hoofdgarenpen (A) bij het opspoelen van de
bovendraad en voor spoelen door de naald. Gebruik
voor normaal naai- en borduurgaren de hoofdgarenpen
in de verticale positie. Plaats de garenpen in de
horizontale positie als u de machine ingeregen wilt
houden wanneer u het deksel sluit na het naaien.
Vergeet niet om de garenpen weer verticaal te zetten als
u weer gaat naaien.
Let op: De garenpennen kunnen niet worden gekanteld met
grote garenklossen.
U kunt betere resultaten krijgen als u de garenpen in de
horizontale positie kantelt wanneer u kleine klosjes of
speciaal garen gebruikt. Zie Inrijgen - Tips en hints,
pagina 36.
De extra garenpen (B) wordt gebruikt wanneer u een
spoel wilt opwinden vanaf een tweede garenklos of
voor een tweede klos wanneer u met een tweelingnaald
naait.
Garenschijven
Bij uw machine worden drie garenschijven met
verschillende grootten geleverd. Voor de meeste soorten
garenklosjes is er geen garenschijf nodig, behalve als het
garen op het klosje bijna op is. Als de draad vastloopt
aan de bovenkant van het garenklosje, plaats er dan een
garenschijfje op. Gebruik altijd een garenschijfje dat iets
groter is dan het garenklosje om te voorkomen dat de
draad vastloopt. De platte zijde van de garenschijf moet
stevig tegen het klosje worden gedrukt. Er mag geen
ruimte tussen de garenschijf en de klos zitten.
BA
27
Voorbereidingen
Draden
Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn
ontwikkeld voor verschillende doeleinden.
Uw performance icon™-machine is ontworpen voor alle
soorten garens en garenklosjes van alle grootten. Zie
Inrijgen - Tips en hints, pagina 36 voor informatie over
het behalen van optimale resultaten met verschillende
types garen en verschillende grootten/stijlen
garenklosjes.
Universeel naaigaren
Universeel naaigaren is gemaakt van synthetisch
materiaal, katoen of katoen met een polyesterlaagje. Dit
type garen wordt gebruikt voor de meeste naaiprojecten,
zoals kleding, woonaccessoires en quilten.
Decoratief garen
Decoratief garen is gemaakt van verschillende vezels:
rayon, polyester, acryl of metallic. Deze garens geven
decoratief naaiwerk een glad en glanzend effect.
Decoratief garen wordt gewoonlijk niet gebruikt op de
spoel, tenzij beide kanten van het werkstuk zichtbaar
zullen zijn. Vaak wordt er een dun onderdraad gebruikt
op de spoel. Het dunnere garen maakt de onderkant van
de steken niet dikker.
Let op: Als u metallic of ander speciaal garen gebruikt, heeft u
waarschijnlijk een naald met een groter oog nodig en moet u
de snelheid verlagen.
Transparant garen
Transparant garen, ook wel monofilament-garen
genoemd, is enkeldradig doorzichtig synthetisch garen.
Het wordt gebruikt voor quilten en ander
naaitechnieken. Als u een spoel opwindt, spoel dan met
halve snelheid en spoel tot de spoel halfvol is.
28
Voorbereidingen
Naalden
De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij
succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede
kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H aan.
In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt geleverd,
vindt u naalden in de meest gebruikte maten.
Zorg ervoor dat u een naald aanbrengt die geschikt
is voor het garen dat u gebruikt. Voor dikkere garens
is een naald met een groter oog nodig. Als het oog
van de naald te klein is voor het garen, kan het zijn
dat de automatische draadinsteker niet goed werkt.
Universele naald
Universele naalden hebben een iets afgeronde punt en
zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten. Voor
algemeen naaien in veel verschillende stoftypen en
-dikten.
Stretchnaald
Stretchnaalden hebben een speciale las om overgeslagen
steken te voorkomen wanneer er rek in de stof zit. Voor
breisels, zwemkleding, fleece en synthetische suède en
leer.
Borduurnaald
Borduurnaalden hebben een speciale las, een iets
afgeronde punt en een iets groter oog om schade aan het
garen en de materialen te voorkomen. Gebruik deze
naalden met metallic en andere speciale garens voor
decoratief naaien.
Denimnaald
Denimnaalden hebben een scherpe punt die door dicht
geweven stoffen kan prikken zonder dat de naald
verbuigt. Voor canvas, denim, microfibers.
Zwaardnaald
Zwaardnaalden hebben brede "vleugels" aan de
zijkanten van de naald om gaten in de stof te prikken bij
het naaien van entredeux en andere ajoursteken op
natuurlijke stoffen.
Belangrijke informatie over de naald
Vervang de naald regelmatig. Gebruik altijd een rechte
naald met een scherpe punt (A).
Een beschadigde naald (B) kan ervoor zorgen dat er
steken worden overgeslagen, dat de naald breekt of dat
de draad afbreekt. Een kapotte naald kan ook de
steekplaat beschadigen.
Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (C); uw
naaimachine kan erdoor beschadigen.
29
Voorbereidingen
De naald verwisselen
1. Gebruik het gat in het multifunctionele gereedschap
om de naald vast te houden.
2. Draai de naaldschroef los.
3. Verwijder de naald.
4. Plaats de nieuwe naald met het gereedschap. Duw
de nieuwe naald omhoog met de platte kant van u af
totdat hij niet verder kan.
Het is zeer belangrijk dat de naald helemaal
wordt ingebracht, anders werkt de automatische
draadinsteker niet goed.
5. Draai de naaldschroef zorgvuldig aan.
A
30
Voorbereidingen
Draad inrijgen
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
De bovendraad inrijgen
Voor de meeste soorten normale garens en
garenklosafmetingen wordt het aanbevolen om de
bovendraad in te rijgen vanaf de hoofdgarenpen (links)
in de verticale positie voor optimale naairesultaten.
Als u problemen ondervindt met het garen of de
naairesultaten, zijn er andere manieren om het
garenklosje te plaatsen. Zie Inrijgen - Tips en hints,
pagina 36.
1. Pak de uitschuifbare draadgeleider vast en trek
hem recht omhoog totdat hij op zijn plaats klikt.
2. Breng de beide garenpennen in verticale positie.
Schuif het garenklosje op de hoofdgarenpen (links).
Breng met beide handen het garen achter de linker
klem op de uitschuifbare draadgeleider (A). De
draad moet van rechts naar links lopen.
Let op: Als u taps toelopende garenklossen gebruikt, plaats
dan een garenkloshouder op de garenpen voordat u de
garenklos plaatst. Dit voorkomt dat de garenklos gaat
wiebelen.
Tip: Als u de garenklos van de garenpen af haalt, kan de
garenkloshouder vast komen te zitten in de garenklos. Duw
hem voorzichtig van bovenaf los.
A
31
Voorbereidingen
3. Houd de draad vast met twee handen zoals op de
afbeelding te zien is. Haal de draad van voren naar
achteren onder de draadgeleider (A) door. Trek de
draad terug in de draadinvoergleuf (B) en er
doorheen.
Let op: Blijf de draad lichtjes vasthouden naast de
draadgeleider (A) tijdens de hele inrijgprocedure.
Daardoor komt er een beetje spanning op de draad te
staan, wat ervoor zorgt dat de draad goed in de
inrijgroute komt te zitten.
4. Trek de draad tussen de spanningsschijven (C). Rijg
de draad omlaag door de rechter inrijggleuf en dan
omhoog door de linker inrijggleuf. Breng de draad
vanaf de rechterkant in de draadhefboom (D) totdat
hij op zijn plaats klikt (E) en omlaag in de linker
inrijggleuf in de laatste draadgeleider (F) vlak
boven de naald.
5. Steek de draad met de automatische draadinsteker
of met de hand in de naald.
Lees voordat u de automatische draadinsteker
gebruikt eerst goed de instructies en de
aanbevelingen door, zie De automatische
draadinsteker gebruiken, pagina 34.
B
A
C
D
E
F
32
Voorbereidingen
Automatische draadinsteker
De juiste combinatie van draad/naald selecteren
De combinatie van de garendikte en de naaldgrootte is uiterst belangrijk bij het gebruik van de automatische
draadinsteker. Ongeschikte combinaties, zoals dik garen met een dunne naald, kunnen de draadinsteker beschadigen.
Gebruik geen dunne naalden met dikke stoffen om het risico dat de naald verbuigt te voorkomen. Als u de automatische
draadinsteker gebruikt met een gebogen naald, kan dit de draadinsteker beschadigen.
Stof Garen Naald
Geweven
dun
Chiffon, organza,
batist, dunne wollen
stoffen, crêpe de
chine, etc.
Dunne garens:
dun katoenen, polyester of zijden naaigaren
rayon borduurgaren
Universeel 130/705H
70/10-80/12
Geweven
normaal
Calicot, quiltstoffen,
crêpe, laken, fluweel,
enz.
Normale garens:
dun/normaal katoenen of polyester naaigaren
rayon borduurgaren
Universeel 130/705H
80/12-90/14
Geweven
dik
Denim, tweed,
canvas, badstof, enz.
Normale/dikke garens:
normaal katoenen of polyester naaigaren
doorstikgaren
rayon borduurgaren
Universeel 130/705H
90/14-110/18
Elastisch
dun
Tricot, enkelvoudig
gebreide jerseys, enz.
Dunne garens:
dun katoenen of polyester naaigaren
rayon borduurgaren
Stretch 130/705H-S
75/11
Elastisch
normaal
Sweaterstof, dubbel
gebreide stof,
velours,
zwemkleding, enz.
Normale garens:
normaal katoenen of polyester naaigaren
rayon borduurgaren
Stretch 130/705H-S
90/14
Elastisch
dik
Sweaterstof, fleece,
enz.
Normale garens:
normaal katoenen of polyester naaigaren
rayon borduurgaren
Stretch 130/705H-S
90/14
Leer Suède en leer Normale garens:
normaal katoenen of polyester naaigaren
rayon borduurgaren
Stretch 130/705H-S
90/14
Vinyl Vinyl, kunstleer en
suède
Normale garens:
normaal katoenen of polyester naaigaren
rayon borduurgaren
Universeel 130/705H
80/12
Let op: Voor speciale stoffen en garens kan een speciale naald nodig zijn voor de beste naairesultaten. Vraag uw PFAFF®-dealer
om meer informatie over naaldtypes en -grootten die nodig kunt hebben voor uw naaiwerk.
33
Voorbereidingen
De automatische draadinsteker gebruiken
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch in de
naald steken door gewoon op een toets te drukken.
Controleer of de naald goed is aangebracht en
helemaal omhoog is geduwd in de naaldklem voordat
u de automatische draadinsteker gebruikt.
Controleer of de naald niet is beschadigd of verbogen
en zorg ervoor dat de dikte van de draad en de
grootte van de naald bij elkaar passen volgens onze
aanbevelingen in De juiste combinatie van draad/
naald selecteren, pagina 33.
1. Leg de draad onder het haakje (A) en trek hem
tussen de schijven (B) totdat hij op zijn plaats "klikt".
2. Trek de draad omhoog naar de draadafsnijder bij de
naaikop en snijd de overtollige draad af door deze
van achteren naar voren in de draadinsteker (C) te
trekken.
3. Druk op de toets van de automatische draadinsteker.
De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht
tijdens het inrijgen en gaat weer omhoog wanneer
het inrijgen is voltooid.
A
B
C
34
Voorbereidingen
De draadinsteker is ontworpen voor naalddikte nr. 70-120. U kunt de draadinsteker niet gebruiken bij naalddikte 65
of kleiner, zwaardnaalden, tweelingnaalden of drielingnaalden.
Speciale garens, zoals onzichtbaar en ander elastisch garen, metallic of platte metallic garens en sommige dikke garens
worden mogelijk niet goed gegrepen door het haakje van de automatische draadinsteker. Als dat gebeurt, wordt de
draad niet in de naald gestoken. Probeer de automatische draadinsteker opnieuw of steek de draad met de hand in de
naald.
Wanneer u de draad handmatig in de naald steekt, zorg er dan voor dat de draad van voren naar achteren door de
naald wordt gestoken.
De automatische draadinsteker kan niet met alle optionele accessoires worden gebruikt die verkrijgbaar zijn voor uw
performance icon™-machine. Om schade aan de draadinsteker en/of het optionele accessoire te voorkomen, raden we
aan om de automatische draadinsteker te gebruiken voordat u het accessoire bevestigt of om de draad met de hand in
de naald te steken.
35
Voorbereidingen
Inrijgen - Tips en hints
Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn ontwikkeld voor verschillende doeleinden. De kwaliteit en de
structuur van het garen, maar ook de vorm en de grootte van het garenklosje kunnen het gedrag van de draad
beïnvloeden. Garens kunnen zich ook anders gedragen als het garenklosje vol of bijna leeg is.
Als u problemen ondervindt, probeer dan de onderstaande tips en hints.
Let op: Maak altijd eerst een proeflapje om het naairesultaat te controleren.
Als het garenklosje omhoog wordt getrokken op de garenpen
Als het garen op het klosje bijna op is, kan de draad vast
blijven zitten op de rand van het garenklosje en het
klosje omhoog trekken op de garenpen. Plaats een
garenschijfje op het garenklosje om dit op zijn plaats te
houden. Gebruik altijd een garenschijfje dat iets groter is
dan het garenklosje om te voorkomen dat de draad
vastloopt. De platte zijde van de garenschijf moet stevig
tegen het klosje worden gedrukt. Er mag geen ruimte
tussen de garenschijf en de klos zitten.
Als het garen omlaag schuift op het staande garenklosje
Als het garen van een kwaliteit is die makkelijk afrolt en
omlaag glijdt op het staande garenklosje, kan het onder
het garenklosje vast komen te zitten om de garenpen en
afbreken. Plaats het grote garenschijfje op de garenpen
met de platte kant omhoog voordat u het garenklosje
plaatst.
Als het garenklosje dezelfde diameter heeft als het grote
garenschijfje, plaats dan een garennetje van onderaf
zoals op de afbeelding te zien is over het klosje voordat
u het op de garenpen plaatst.
Let op: Om vastlopen of een verhoogde draadspanning op het
garen te voorkomen, moet het garennetje alleen het onderste
deel van het garenklosje bedekken en niet de bovenkant waar
het garenklosje smaller wordt.
36
Voorbereidingen
Als het garen in de war raakt of opkrult bij het afwinden van het garenklosje.
Voor kleinere klosjes met speciaal garen, kan de
hoofdgarenpen worden gebruikt in gekantelde positie
om het garen van het klosje af te laten rollen.
Schuif het garenklosje op de garenpen. Plaats geen
garenschijfje bovenop het klosje omdat het klosje dan
niet meer kan draaien. Trek de draad omhoog naar de
uitschuifbare draadgeleider en rijg in zoals staat
beschreven onder De bovendraad inrijgen, pagina 31.
Een tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald.
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
1. Breng de beide garenpennen in verticale positie.
Schuif een klosje garen op iedere garenpen.
Plaats met beide handen de draad vanaf de
hoofdgarenpen achter de linker klem op de
uitschuifbare draadgeleider (A), van rechts naar
links, en plaats de draad dan vanaf de extra
garenpen achter de rechter klem op de
uitschuifbare draadgeleider (B), van rechts naar
links.
Let op: Plaats de draad vanaf de extra garenpen niet
achter beide klemmen op de uitschuifbare draadgeleider,
omdat dit te veel draadspanning oplevert.
Let op: Als u grote taps toelopende garenklossen gebruikt op
de extra garenpen, plaats dan het grote garenschijfje met de
platte kant omhoog en een garenkloshouder op de garenpen
voordat u de garenklos plaatst.
2. Houd de beide draden vast met twee handen zoals
op de afbeelding te zien is. Haal de draden van
voren naar achteren onder de draadgeleider (A)
door. Trek de draden samen terug in de
draadinvoergleuf (B) en er doorheen.
Let op: Blijf de draden lichtjes vasthouden naast de
draadgeleider ( A) tijdens de hele inrijgprocedure.
Daardoor komt er een beetje spanning op de draden te
staan, wat ervoor zorgt dat de draden goed in de
inrijgroute komen te zitten.
BA
B
A
37
Voorbereidingen
3. Trek de draden tussen de spanningsschijven (C).
Zorg ervoor dat u de ene draad langs de linkerkant
en de andere draad langs de rechterkant van
spanningsschijven leidt.
Rijg de draden omlaag door de rechter inrijggleuf
en dan omhoog door de linker inrijggleuf. Breng de
draden vanaf de rechterkant in de draadhefboom
(D) totdat ze op hun plaats klikken (E) en omlaag in
de linker inrijggleuf. De ene draad moet in de
bovendraadgeleider (E) lopen en de andere draad
aan de buitenkant daarvan. Zorg er ook voor dat de
draden niet in elkaar draaien.
4. Rijg de tweelingnaald met de hand in.
Gebruik de automatische draadinrijger niet bij
een tweelingnaald!
Let op: De dikte en het onregelmatige oppervlak van
speciale garens, zoals metallic garens, verhoogt de mate
van wrijving op de draad. Door de spanning te verlagen,
bestaat er minder gevaar dat de naald en de draad breken.
C
D
E
F
38
Voorbereidingen
Spoelen
Alle types garen, ook speciale garens zoals onzichtbare
of andere elastische garens, metallic of platte metallic
garens, moeten direct vanaf de extra garenpen worden
opgespoeld zonder door de naald en de naaivoet te gaan.
Let op: Spoel speciaal garen altijd bij een lagere snelheid op.
1. Schuif een klosje garen op de extra garenpen.
Breng met beide handen de draad achter de rechter
klem op de uitschuifbare draadgeleider (A). De
draad moet van rechts naar links lopen.
2. Breng de draad van achteren naar voren en naar
links door de draadspanningsschijven (B).
Breng de draad door de spoeldraadgeleider (C)
heen zoals op de afbeelding te zien is.
Bij sommige speciale garens wordt de spoel te
strak opgespoeld als u de normale inrijgroute
volgt. Als dit gebeurt, vermijd dan de
draadgeleider (B) om de spanning op de draad
te verlagen. Trek de draad in plaats daarvan
vanaf de draadgeleider (A) direct naar de spoel.
3. Haal de draad van binnen naar buiten door de
gleuf in de spoel (D).
Zet de spoel op de spoelas (C). De spoel past slechts
op één manier, met het logo naar de buitenkant.
De bijgeleverde spoelen zijn speciaal ontworpen
voor uw performance icon™-machine. Gebruik
geen spoelen van andere machinemodellen.
4. Duw de spoelgeleider (E) naar de spoel toe. Er
verschijnt een pop-up menu op het scherm.
Versleep de schuif om de spoelsnelheid in te stellen.
Houd het draadeinde goed vast wanneer het
spoelen begint. Druk op de knop afspelen in het
pop-upvenster en laat de draad enkele wikkelingen
maken. Druk op het pictogram pauze en knip het
losse draadeinde dicht bij de spoel af. Druk
opnieuw op afspelen.
5. De spoelgeleider gaat terug wanneer het spoeltje
vol is en het opspoelen wordt automatisch gestopt.
Het pop-upbericht wordt gesloten. Verwijder de
spoel en snijd de draad af met behulp van de
spoeldraadafsnijder (F).
A
B
C
F E
D
39
Voorbereidingen
Spoelen door de naald
Als u hetzelfde garen gebruikt als boven- en onderdraad,
is het handig om een nieuwe spoel direct door de naald
op te spoelen zonder dat u de draad uit de machine
hoeft te verwijderen en opnieuw in te rijgen.
Het opspoelen via de naald van speciaal garen zoals
transparant of ander stretchgaren, metaaldraad of
plat metaaldraad raden wij af. Ook zeer dikke en
stugge garens moeten niet door de naald worden
opgespoeld omdat de draadspanning dan te hoog kan
worden, waardoor de naald breekt. Spoel speciale
garens op zoals wordt beschreven onder Spoelen,
pagina 39.
1. Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
2. Rijg de machine in zoals beschreven onder De
bovendraad inrijgen, pagina 31.
3. Trek de draad vanaf de naald onder de naaivoet
door en omhoog naar rechts.
Let op: Gebruik wanneer u garen opspoelt vanaf de naald
altijd een metalen naaivoet.
4. Gebruik uw beide handen om de draad omhoog te
brengen door de spoeldraadgeleider (A), omhoog
door de inrijggleuf en van links naar rechts door de
draadgeleider (B).
5. Haal de draad van binnen naar buiten door de
gleuf in de spoel (D).
Zet de spoel op de spoelas. De spoel past slechts op
één manier, met het logo naar de buitenkant.
De bijgeleverde spoelen zijn speciaal ontworpen
voor uw performance icon™-machine. Gebruik
geen spoelen van andere machinemodellen.
6. Duw de spoelgeleider (E) naar de spoel toe. Er
verschijnt een pop-up menu op het scherm.
Versleep de schuif om de spoelsnelheid in te stellen.
Houd het draadeinde goed vast wanneer het
spoelen begint. Druk op de knop afspelen in het
pop-upvenster en laat de draad enkele wikkelingen
maken. Druk op het pictogram pauze en knip het
losse draadeinde dicht bij de spoel af. Druk
opnieuw op afspelen.
Let op: Gebruik altijd een metalen naaivoet.
7. De spoelgeleider gaat terug wanneer het spoeltje
vol is en het opspoelen wordt automatisch gestopt.
Het pop-upbericht wordt gesloten. Verwijder de
spoel en snijd de draad af met behulp van de
spoeldraadafsnijder (F). Knip het loshangende
draaduiteinde dicht bij de spoel af.
A
B
CF
E
D
40
Voorbereidingen
Spoel plaatsen
Gebruik alleen de spoelen die zijn ontworpen voor
uw performance icon™-machine.
1. Open het spoelhuis met het ontgrendelknopje (A)
rechts. Verwijder het deksel.
2. Plaats de spoel in het spoelhuis. De spoel past er
slechts op één manier in, met het logo omhoog. De
spoel draait dan linksom wanneer u aan de draad
trekt.
3. Plaats uw vinger op het spoeltje om te voorkomen
dat het kan draaien als u de draad stevig naar rechts
trekt en vervolgens naar links in het
spanningsveertje (B) totdat het op zijn plaats “klikt”.
Ga verder met het inrijgen om (C) heen en naar
rechts van de draadafsnijder (D).
4. Plaats het deksel weer op het spoelhuis. Trek de
draad naar links om hem af te snijden.
1 2
3
4
A
B
C
D
41
Voorbereidingen
Het spoelhuis vervangen
De performance icon™ wordt geleverd met twee
verschillende spoelhuizen. Het spoelhuis (1) is bij
aflevering op de naaimachine geplaatst en wordt
gebruikt voor bijna al het naaiwerk. Het tweede
spoelhuis (2) is het Rechte-steekspoelhuis. Wij raden aan
om dit spoelhuis te gebruiken wanneer u een rechte
steek naait met een naaldpositie die naar links is
verplaatst. Er verschijnt een symbool in het
informatievenster op uw scherm wanneer wij het
gebruik van het Rechte steek spoelhuis aanbevelen.
1. Verwijder de naaivoet. Open het spoelhuis met het
ontgrendelknopje (A) rechts. Verwijder het deksel.
2. Plaats een schroevendraaier onder de steekplaat
zoals te zien is en draai de schroevendraaier
voorzichtig om de steekplaat los te wrikken.
3. Til de spoelhuishouder (B) die het voorste deel van
het spoelhuis afdekt op en verwijder de houder.
Verwijder het spoelhuis (C) door dit op te tillen.
4. Vervang het spoelhuis (D) en plaats de
spoelhuishouder (E) weer terug. Bevestig de
steekplaat.
21
B
C
D
3
4
E
42
Voorbereidingen
IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport)
Om alle stoffen nauwkeurig te kunnen naaien, biedt de
PFAFF® performance icon™naaimachine de ideale
oplossing: het ingebouwde dubbele transport, het IDT™
systeem. Net als bij industriële machines zorgt het
IDT™ systeem voor een gelijktijdig stoftransport zowel
van onder als van boven. Het materiaal wordt
nauwkeurig getransporteerd, zodat naden in dunne
stoffen zoals zijde en rayon niet meer rimpelen. Het
dubbele transport van het IDT™ systeem zorgt dat de
lagen niet verschuiven tijdens het naaien, zodat de
quiltlagen goed op elkaar blijven liggen en zodat stoffen
met ruiten of strepen perfect op elkaar aansluiten.
Het IDT™ systeem inschakelen.
Belangrijk: Gebruik voor al uw naaiwerk met het IDT™
systeem naaivoeten met een uitsparing aan de
achterzijde (A).
Breng de naaivoet naar de extra hoge positie. Druk het
IDT™ systeem omlaag totdat het vastklikt.
Let op: Uw naaimachine is uitgerust met een IDT™-sensor,
die u waarschuwt wanneer u het IDT™ moet inschakelen.
Het IDT™ systeem uitschakelen
Breng de naaivoet omhoog. Houd het IDT™ systeem
met twee vingers bij de geribbelde greep vast. Trek het
IDT™ systeem omlaag en duw het vervolgens van u af
en laat het IDT™ systeem langzaam omhoog komen.
A
43
Voorbereidingen
Naaivoet verwisselen
Naaivoet verwijderen
Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de
naaivoethouder.
Naaivoet bevestigen
Plaats de pennetjes op de voet op één lijn met de
opening onder de naaivoethouder. Druk omhoog totdat
de voet vastklikt.
U kunt ook de toetsen voor het omhoog/omlaag
brengen van de naaivoet gebruiken om de
naaivoethouder omhoog of omlaag te brengen. Zet de
naaivoet zodanig onder de naaivoethouder dat bij het
omlaag brengen de pennetjes van de voet op de
naaivoethouder klikken.
Sensormatic-knoopsgatvoet
vastklikken
1. Klik de Sensormatic-knoopsgatvoet vast.
2. Steek de stekker, met de drie puntjes naar buiten
gericht, in de extra aansluiting op de achterkant van
de naaikop.
44
Voorbereidingen
Overgaan naar de steekplaat voor
rechte steken.
De rechtstiksteekplaat wordt gebruikt voor bepaalde
technieken in de naaimodus, zoals patchwork. Het
kleinste gat in de steekplaat voor rechte steken
ondersteunt de stof dichter bij de naald en helpt te
voorkomen dat de stof omlaag wordt getrokken in het
spoelgebied, vooral aan het begin en/of het einde van
een naad.
1. Verwijder de naaivoet. Open het spoelhuis met het
ontgrendelknopje (A) rechts. Verwijder het deksel.
2. Controleer of de transporteur is verzonken. Plaats
een schroevendraaier onder de steekplaat zoals te
zien is en draai de schroevendraaier voorzichtig om
de steekplaat los te wrikken.
Let op: Breng de transporteur omlaag door op de toets
'naaivoet omhoog en extra hoog' te drukken.
Let op: Als u de steekplaat vervangt, verwijder dan
eventueel stof en draden uit het spoelhuisgedeelte.
3. Plaats de steekplaat voor rechte steken met de
transporteur omlaag zodat de steekplaat in de
gleuven aan de achterkant past. Duw de steekplaat
voor rechte steken omlaag (B) totdat hij op zijn
plaats klikt. Plaats het deksel weer op het spoelhuis.
Verwijder alle accessoires die niet compatibel zijn
met de steekplaat voor rechte steken, zoals een
tweelingnaald, om te voorkomen dat de naald breekt
of de steekplaat beschadigd raakt.
45
Het multi-touchscreen
3 Het multi-touchscreen
Multi-touchscreen
Uw performance icon™ machine heeft een multi-touchscreen dat zeer eenvoudig te gebruiken is. U heeft alleen een
paar simpele bewegingen nodig, drukken, lang drukken, samenknijpen/uitrekken, drukken en verplaatsen en vegen,
om het multi-touchscreen te kunnen gebruiken.
Bewegingen
Druk
Druk eenmaal op een pictogram of instelling op het
scherm om deze te selecteren.
Lang drukken
Druk eenmaal en blijf enkele seconden vasthouden om
lang te drukken. Dit wordt bij sommige toetsen en
schermgedeelten gebruikt om meer opties te openen.
Samenknijpen/Uitrekken
Raak tegelijkertijd met twee vingers het scherm aan en
vergroot/verklein zonder los te laten de afstand tussen
de vingers om uit te rekken (in te zoomen) of samen te
knijpen (uit te zoomen).
Deze functie is zeer handig wanneer u in de
gebruikershandleiding op teksten en afbeeldingen wilt
inzoomen.
Drukken en verplaatsen
Druk eenmaal op het scherm en beweeg uw vinger
zonder los te laten naar een andere plaats op het scherm
om te drukken en te verplaatsen.
46
Het multi-touchscreen
Vegen
Druk, verplaats en laat uw vinger los met een snelle
beweging om te vegen. Vegen van links naar rechts/van
rechts naar links wordt bijvoorbeeld gebruikt om door
stekenmenu's te bladeren. Vegen van boven naar
beneden/van beneden naar boven wordt bijvoorbeeld
gebruikt om in een stekenmenu te bladeren.
Startpagina
Home-toets
U kunt direct vanaf de startpagina naar de naaimodus
gaan. De startpagina wordt iedere keer dat u uw
performance icon™ naaimachine start weergegeven. De
startpagina is altijd toegankelijk via de Home-toets.
Beginnen met naaien
Druk hierop om de Naaimodus te openen. U kunt ook
lang drukken om het Selectiemenu te openen en een
steek te selecteren.
Lees over hoe u kunt beginnen met naaien in het
hoofdstuk Naaien.
Laden van mySewnet
Druk op Laden van mySewnet om File Manager en de
mySewnet cloud-map te openen.
Lees meer over de mySewnet cloud-map in het
hoofdstuk File Manager.
Open Help Center
Druk hierop om het Help Center te openen. Hier vindt u
de ingebouwde Gebruikshandleiding, Starten,
Technieken en Instructies, Naai-instructies en
Handleiding versteviging.
Lees meer over het Help Center in het hoofdstuk Help
Center.
mySewnet™ Blog
Druk op deze toets om de mySewnetBlog te openen
voor het laatste productnieuws, naai-instructies en om
inspiratie op te doen!
Druk op een post voor meer informatie over dat
specifieke project.
De machine moet verbonden zijn met internet om de
feed te kunnen bekijken.
47
Het multi-touchscreen
Belangrijkste functies
De belangrijkste functies: Opslaan, Home en
Modusschakelaar vindt u direct onder het multi-
touchscreen en zijn altijd toegankelijk.
Opslaan
Druk hierop om uw steek of reeks wanneer u maar wilt
op te slaan.
Home
Druk hierop om terug te keren naar de startpagina.
Modusschakelaar
Druk hierop om af te wisselen tussen de Naaimodus en
het starten van een nieuwe naaisessie.
Algemene functies
De volgende functies op het scherm worden vaak
gebruikt.
OK
Bevestigt veranderingen en pop-upberichten en keert
terug naar het vorige venster.
Annuleren
Annuleert veranderingen en pop-upberichten en keert
terug naar het vorige venster.
Lang drukken
Sommige pictogrammen hebben extra functies,
gemarkeerd met een pijl in de rechter onderhoek. Houd
het pictogram enkele seconden ingedrukt om deze
functies te openen.
48
Het multi-touchscreen
Instellingen met afwisselfunctie
Bij sommige instellingen zijn er twee groene stippen
zichtbaar onder het instellingenpictogram. Dit betekent
dat u in dezelfde bediening kunt afwisselen tussen twee
instellingen.
49
Het multi-touchscreen
Help Center
Het Help Center is altijd onder handbereik. Druk op het
pictogram van het Help Center om de
Gebruikshandleiding, Starten, Technieken en Instructies,
Naai-instructies en Handleiding versteviging te openen.
Gebruikershandleiding
Druk hierop om de complete gebruikshandleiding van
de machine te openen. De gebruikshandleiding bevat
alle informatie over uw performance icon™
naaimachine.
Starten
Druk erop voor de Snelle referentiehandleiding. Een
aantal van de handleidingen bevatten animaties.
Technieken en tutorials
Druk hierop om projecten te bekijken met stap-voor-
stap aanwijzingen voor specifieke naaitechnieken.
Naai-instructies
Druk hierop om complete naai-instructieprojecten te
bekijken.
Handleiding versteviging
Druk erop om instructies te lezen over het gebruik van
verschillende verstevigingen.
50
Het multi-touchscreen
Instellingen
Hier vindt u tabs voor naai-instellingen, machine-
instellingen enz. Veeg tussen de tabs om instellingen te
maken voor uw performance icon™ machine.
Naai-instellingen
1. Standaardinstellingen in witte keuzevakjes
2. Tijdelijke instellingen in oranje keuzevakjes
Er zijn twee manieren om uw instellingen te
veranderen;
1. Standaardinstellingen:
De instellingen die worden gemaakt in
standaardinstellingen worden opgeslagen, ook als u
uw machine uitzet. De standaardinstellingen
worden actief wanneer u een nieuwe sessie start of
wanneer u uw machine opnieuw start.
2. Tijdelijke instellingen:
De instellingen in Tijdelijke instellingen worden bij
de start van een nieuwe project in het Help Center of
bij de start van een nieuwe naaisessie gereset.
Wanneer u uw machine uitzet, gaan alle wijzigingen
in de tijdelijke instellingen terug naar standaard.
ActivStitch™ Technology
Wanneer de ActivStitch™ -technologiefunctie is
geselecteerd, gebruikt uw machine automatisch de beste
manier om de bovendraad te regelen, door middel van
draadhoeveelheid of draadspanning, op basis van de
door u geselecteerde steek en instellingen.
Draadhoeveelheid meet automatisch en doorlopend de
dikte van de stof om de juiste hoeveelheid garen voor
de geselecteerde steek af te geven. Als u draadspanning
gebruikt, houden de draadspanningsschijven de juiste
hoeveelheid spanning op de bovendraad.
Voor de beste resultaten raden we u aan om deze
instelling geselecteerd te houden, wanneer u specifieke
accessoires of speciale technieken gebruikt, die
draadhoeveelheid niet ondersteunen.
Schakel de ActivStitch™ -technologiefunctie uit in de
tijdelijke instellingen om over te gaan naar
draadspanning. De regelaar voor het aanpassen van
draadhoeveelheid/draadspanning verandert
afhankelijk van de actieve steek en het feit of de
ActivStitch™ -technologiefunctie al dan niet is
geselecteerd in tijdelijke instellingen.
In het hoofdstuk Naaien kunt u meer lezen over de
ActivStitch™ -technologie.
51
Het multi-touchscreen
Automatische naaivoetlichter
Indien geselecteerd, zal de machine automatisch de
naaivoet omhoog brengen in de volgende situaties:
Wanneer u stopt met de naald in de laagste positie,
zal de naaivoet automatisch omhooggaan naar
draaistand.
Na het afsnijden van een draad gaat de naaivoet naar
de hoge stand.
Wanneer de functie is gedeselecteerd, blijft de naaivoet
in de lage stand, ook als de machine stopt met de naald
omlaag.
Automatische draadafsnijder
Indien geselecteerd wordt het garen automatisch
afgesneden in de volgende situaties:
Bij snij-opdrachten in steken en programma's.
Na het naaien van één enkele steek, bijv. een
monogram of een oogje.
Indien uitgeschakeld, worden de draden niet
automatisch afgesneden.
Let op: Schakel uit wanneer u optionele accessoires gebruikt
die bevestigd zijn aan de twee gaten in de steekplaat net boven
het spoeldeksel, om te voorkomen dat de automatische
draadafsnijder, die net onder de steekplaat zit, beschadigd
raakt.
Opties voor naaien uit de vrije hand
Opties voor naaien uit de vrije hand
U kunt kiezen uit drie opties voor Free-motion:
Dynamisch verende voet 6D, Verende Free-motionvoet
en Sensormatic Free-motion. Wanneer één van de free
motion-opties is geselecteerd, wordt de
overeenkomstige free motion-modus automatisch
geselecteerd in de tijdelijke instellingen voor alle nieuwe
projecten of naaisessies.
Het wordt aanbevolen om geen optie in te stellen voor
free-motion in de standaardinstellingen; druk op het
Free-motion-pictogram in de naaimodus om in plaats
daarvan een tijdelijke optie te kiezen.
Raadpleeg voor meer informatie de beschrijving in de
Free-motionopties in de naaimodus.
Steekbeperkende opties
Steekbeperkende opties
Zet de machine op steekbreedtebeveiliging of selecteer
de breedte van de tweelingnaald om de steekbreedte en
steekpositie te beperken. Dit verkleint het risico op het
breken van een naald als u naait met accessoires
waarmee niet de gehele steekbreedte gebruikt kan
worden.
52
Het multi-touchscreen
Naaldstoppositie
Naaldstoppositie
Wanneer Omhoog is geselecteerd, stopt uw machine
met de naald omhoog. Wanneer Omlaag is geselecteerd,
stopt uw machine met de naald omlaag.
Deze instelling kan ook worden ingesteld door de knop
Naald omhoog/omlaag op de voorkant van de machine
in te drukken.
Naaivoetdruk
Naaivoetdruk
In de meeste gevallen hoeft u de naaivoetdruk niet aan
te passen. Voor speciale technieken kan een aanpassing
nodig zijn. Hoe hoger het cijfer, hoe meer druk op de
stof.
53
Het multi-touchscreen
Opties voor de transporteur
1. Transporteur omlaag
2. Transporteur omhoog
Wanneer auto is geselecteerd (aanbevolen) verhoogt of
verlaagt uw machine automatisch de transporteur,
afhankelijk van de steek en andere geselecteerde
instellingen. De transporteur wordt bijvoorbeeld
verzonken bij het aanzetten van knopen of bij het naaien
uit de vrije hand.
Selecteer omhoog en de transporteur wordt omhoog
gebracht voor al het naaiwerk. Selecteer omlaag en de
transporteur wordt omlaag gebracht voor al het
naaiwerk.
Let op: De machine brengt altijd automatisch de transporteur
omlaag als de naaivoet omhoog wordt gebracht in de extra
hoge positie.
Let op: De transporteur-opties worden automatisch gereset
aan het begin van een nieuw project uit het Help Center.
Afhechtopties
Afhechtopties
Met deze opties kunt u afhechtingen programmeren aan
het begin en het einde van een steek. Het is ook mogelijk
om te programmeren dat de draad wordt afgesneden
aan het einde van een steek.
Let op: Voor onmiddellijk afhechten moet u de afhechttoets op
de voorkant van de machine gebruiken.
54
Het multi-touchscreen
Machine-instellingen
Alle instellingen die worden gemaakt in de standaard
machine-instellingen worden opgeslagen, ook als u uw
machine uitzet.
Taal
Selecteer de gewenste taal. Alle teksten in de machine
worden gewijzigd na het herstarten.
Volume geluid
Wijzig het geluidsvolume met de schuifbalk. Alle
geluiden in uw machine worden aangepast wanneer het
geluidsvolume wordt gewijzigd. Wanneer de schuif
helemaal links staat, is het geluid helemaal uit.
Geluid herhalen
Wanneer dit is ingeschakeld, wordt het signaal voor
sommige waarschuwings- of 'let op'-pop-ups met
intervallen herhaald totdat de pop-up wordt gesloten.
Machinenaam
Druk hierop om uw machine een naam te geven. Dit
kan handig zijn wanneer u meer dan één machine heeft
om de machines uit elkaar te houden, wanneer u werkt
met mySewnet™. De naam verschijnt op de
schermbeveiliging.
Scherm vergrendelen
Indien geselecteerd, wordt het scherm automatisch
vergrendeld, nadat het tien seconden inactief is . Er
verschijnt een pop-up op het scherm dat geblokkeerd
blijft totdat u op OK in het pop-up bericht drukt.
Eenheden
Druk op millimeter of inch om de meeteenheid van uw
voorkeur in te stellen.
Helderheid LED-werklampje
Pas de helderheid van de led-lampjes aan de
lichtomstandigheden in uw naaikamer aan. Breng de
schuif gewoon naar rechts om de led-lampjes helderder
te maken of naar rechts om ze minder helder te maken.
Achtergrondafbeelding
Maak uw performance icon™ machine persoonlijk door
de achtergrondafbeelding-opties te selecteren.
55
Het multi-touchscreen
WiFi-instellingen
In Wifi-instellingen kunt u WiFi op uw machine
inschakelen/uitschakelen, naar beschikbare netwerken
zoeken en verbinding maken. Wanneer u met een
netwerk met internetverbinding bent verbonden, zal
altijd de nieuwste firmware update beschikbaar zijn.
Wanneer er een WiFi-verbinding is en u bent ingelogd
in de mySewnet cloud, worden alle opgeslagen
bestanden in de machine gesynchroniseerd met de
mySewnet cloud.
Lees meer over de WiFi-verbinding in uw machine in
het hoofdstuk WiFi.
mySewnet Instellingen
In de mySewnet™-instellingen kunt u inloggen bij de
mySewnet cloud of de gebruiker wijzigen. U kunt hier
ook een nieuwe gebruiker aanmaken. Met een
mySewnet account heeft u toegang tot alle mySewnet
services.
Lees meer over mySewnet™-services.
Machine-informatie
De machine-informatie bevat technische machine-
informatie zoals: het serienummer van de machine, het
MAC-adres van de machine en de huidige firmware. In
machine-informatie kunt u een gebruikersaccount
wissen en bestanden verwijderen.
56
Het multi-touchscreen
Smart Toolbox
De Smart Toolbox is beschikbaar in het naaigebied.
Druk lang ergens in het werkgebied om de Smart
Toolbox te openen en selecteer de gewenste optie.
De opties in de smart toolbox variëren afhankelijk van
waar ze worden gebruikt.
Bovenste balk
De bovenste balk laat zien in welke modus u bent. Deze
balk bevat het Help Center, Quick Help en het
Hoofdmenu.
1. Help Center
2. Quick Help
3. Hoofdmenu
Help Center
Druk op het Help Center-pictogram om het Help Center
te openen. Hier vindt u de ingebouwde
Gebruikshandleiding, Starten, Technieken en Instructies,
Naai-instructies en Handleiding versteviging. Lees meer
in het hoofdstuk Help Center.
57
Het multi-touchscreen
Quick Help
Druk op het vraagteken om Quick Help te openen. Het
pictogram wordt groen gemarkeerd en begint te
knipperen, wat aangeeft dat de Quick Help actief is.
Druk op een pictogram of een deel van het scherm
waarover u informatie wenst. Er verschijnt een pop-up
met een korte tekst over het pictogram of schermdeel.
Druk op OK om de pop-up te sluiten en de Quick Help
te verlaten.
Sommige Quick Helps verwijzen naar de ingebouwde
gebruikshandleiding voor meer informatie. Druk op de
tekst om het hoofdstuk in de Gebruikshandleiding te
openen.
Hoofdmenu
Druk op het Hoofdmenu en selecteer een van de tabs:
Selectiemenu of File Manager.
Selectiemenu
Druk op de tab van het selectiemenu om Steek
selecteren, Borduurmotief selecteren of Lettertype
selecteren te openen.
File Manager
Druk op de File Manager-tab om lettertypebestanden en
steekbestanden te openen. Bewaar uw opgeslagen
bestanden in de mySewnet cloud-map of op een USB-
apparaat dat met uw machine is verbonden.
Lees meer over het laden en organiseren van uw
opgeslagen steken en lettertypes in het hoofdstuk File
Manager.
58
Het multi-touchscreen
Informatiegedeelte
1. WiFi-signaalsterkte
2. mySewnet cloud
3. Aanbevelingen
4. Informatie
5. Actieve functies
Het Informatiegedeelte geeft u informatie over uw Wifi,
aanbevelingen voor uw steek, geselecteerde steek en
geactiveerde functies gemaakt in de Tijdelijke
instellingen.
Ieder menu in het Informatiegedeelte kan worden in- en
uitgeklapt door op de pijl aan te drukken.
U kunt het hele Informatiegedeelte verbergen door naar
links te vegen. Druk op het informatiepictogram om het
Informatiegedeelte weer te zien.
WiFi
1. Geeft de WiFi-status aan
2. WiFi
3. WiFi-signaalsterkte
4. Firmware-update wacht
op installatie
5. Firmware-update
beschikbaar
6. Geeft de mySewnet™-
status aan
7. mySewnet cloud
Druk op het WiFi-pictogram om de WiFi-instellingen te
openen. Selecteer een net werk uit de lijst met
beschikbare netwerken. Als uw netwerk is beveiligd
met een wachtwoord, wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren.
Als u geen signaal krijgt of een lage signaalsterkte heeft,
raadpleeg dan Problemen oplossen.
Lees meer over WiFi in uw machine in het hoofdstuk
WiFi.
mySewnet
Druk nadat u verbinding met WiFi heeft gemaakt op de
mySewnet Instellingen, of druk op het mySewnet
cloud-pictogram in het Informatiegedeelte. Log in bij
uw mySewnet account of maak een nieuw mySewnet
account aan.
Wanneer u bent ingelogd, ziet u hoe veel beschikbare
ruimte er is in de mySewnet cloud.
De synchronisatiestatus wordt weergegeven met een
groen knipperende stip in het Informatiegedeelte.
Als uw machine geen verbinding kan maken met de
mySewnet cloud of niet kan synchroniseren, raadpleeg
dan Problemen oplossen.
Lees meer over de mySewnet cloud in het mySewnet
hoofdstuk.
59
Het multi-touchscreen
Aanbevelingen
Aanbevelingen zijn alleen beschikbaar in de naaimodus.
Er worden aanbevelingen getoond voor de
geselecteerde steek met betrekking tot de naaivoet, IDT
™-systeem, steekplaat, spoelhuis en/of het gebruik van
versteviging gewenst is. Er wordt ook weergegeven of u
het spoelhuis moet vervangen. Het Aanbevelingenmenu
kan worden uit- en ingeklapt door op de pijl te drukken.
Het is ook mogelijk om het hele Informatie gedeelte te
verbergen door naar links te vegen.
Let op: Druk op het informatiepictogram om het
Informatiegedeelte weer te zien.
Informatie
Toont het geselecteerde steeknummer en de
snelheidsinstelling voor de geselecteerde steek. Het
Informatiemenu kan worden uit- en ingeklapt door op
de pijl te drukken. Het is ook mogelijk om het hele
Informatiegedeelte te verbergen door te vegen.
Let op: Druk op het informatiepictogram om het
Informatiegedeelte weer te zien.
Actieve functies
In dit gedeelte worden geactiveerde functies getoond,
zoals Afhechtopties, naald omlaag of veranderingen die
u heeft aangebracht in de Tijdelijke instellingen. Het
Actieve-functiemenu kan worden uit- en ingeklapt door
op de pijl te drukken. Het is ook mogelijk om het hele
Informatiegedeelte te verbergen door te vegen.
Let op: Druk op het informatiepictogram om het
Informatiegedeelte weer te zien.
60
Het multi-touchscreen
Menupaneel
Het menupaneel verschilt afhankelijk van de modus
waarin u bent. Het menupaneel kan op het scherm
worden verplaatst. Druk lang op de gekleurde
bovenkant van het paneel om het paneel te verplaatsen
naar waar u het wilt hebben. Druk op een pictogram in
het paneel om een menu te openen.
Geselecteerde opties uit het menupaneel
Sommige menu's bevatten meer dan aanvankelijk wordt
weergegeven. Veeg om door categorieën in het venster
te bladeren en/of het venster uit te breiden tot een
grootte van uw keuze door op de gekleurde driehoek in
de onderste hoek van het venster te drukken en deze te
verslepen.
61
Het multi-touchscreen
Werkbalk
De onderste werkbalk verschilt afhankelijk van de
modus waarin u bent. Druk op een van de
pictogrammen om het te openen.
Als u een functie heeft geactiveerd, zoals Afhechten,
wordt het pictogram op de werkbalk gemarkeerd en
wordt de actieve functie getoond onder Actieve functies.
Uw werkgebied aanpassen
1. Loskoppelen
2. Verplaatsen
Met de performance icon™ kunt u de functies openen
die u het vaakst gebruikt door ze naar wens op het
scherm te rangschikken. Druk op het pictogram
Loskoppelen om te zien welke regelaars verplaatst
kunnen worden. Druk lang op het pictogram
Verplaatsen in het midden totdat de regelaar verschijnt.
Sleep hem naar de gewenste plaats en zet hem neer. Uw
machine onthoudt uw veranderingen wanneer u de
machine uitschakelt. Druk op de x om de regelaar te
sluiten. Om de werkbalk op de standaardinstelling te
resetten, gebruikt u Smart Toolbox en selecteert u
Werkbalk resetten.
Volledig scherm
Druk hierop om te wisselen tussen volledig scherm
aan/uit.
Basisbalk
Functies die vensters op volledig scherm openen, staan helemaal onderaan het scherm.
62
WiFi & mySewnet Services
4 WiFi & mySewnet Services
WiFi Introductie
Uw performance icon™ machine heeft WiFi, waardoor
het mogelijk is om uw machine draadloos te verbinden
met de mySewnet services.
Aan de slag met WiFi
Druk op het WiFi-pictogram in het informatiegedeelte
om WiFi te activeren. Selecteer een net werk uit de lijst
met beschikbare netwerken. Als uw netwerk is beveiligd
met een wachtwoord, wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren in de pop-up om verbinding te
maken.
Druk op het informatiepictogram om een pop-up met
informatie over het netwerk te openen. U kunt hier ook
de signaalsterkte bekijken en of het netwerk met een
wachtwoord beveiligd is. Dat wordt aangegeven met een
dicht hangslot.
U kunt ook verbinding maken met een netwerk via WiFi
in WiFi-instellingen.
Als u geen signaal krijgt of een lage signaalsterkte heeft,
raadpleeg dan Problemen oplossen.
Verborgen netwerk
Druk op Verborgen netwerk om verbinding te maken
met een verborgen netwerk. Er verschijnt een pop-up op
het scherm waar u de naam van het verborgen netwerk
kunt invoeren.
Firmware update met WiFi
1. Firmware wacht op download. Alleen zichtbaar als u
ervoor heeft gekozen om het later te downloaden.
2. Nieuwe firmware-update beschikbaar.
Uw performance icon™ is een moderne naaimachine,
die geupdate kan worden. Wij raden altijd aan om de
nieuwste firmware in uw machine te installeren.
Firmware updates zijn altijd ten gunste van de gebruiker
en het product.
Om de nieuwste firmware te kunnen binnenhalen, moet
u verbinding maken met een netwerk door WiFi te
gebruiken. Eenmaal verbonden, zoekt uw machine
automatisch naar een beschikbare firmware-update. Als
de machine detecteert dat er nieuwere firmware
beschikbaar is, wordt de toets firmware-update
zichtbaar in het informatiegedeelte. Druk op het
pictogram om een pop-up te openen om de nieuwste
firmware te downloaden en te installeren. De installatie
van de nieuwe firmware wordt weergegeven met een
groen knipperende stip in het Informatiegedeelte.
Als u ervoor kiest om de firmware later te installeren,
ziet u een gele stip in het informatiegedeelte die u eraan
herinnert dat de nieuwste firmware klaar is voor
installatie.
Wanneer de update is voltooid, start de machine
automatisch opnieuw. Controleer het
firmwareversienummer bij Instellingen, Machine-
informatie.
Firmware-update met een USB-
apparaat
Bezoek de PFAFF® website vanaf uw computer op www.
pfaff.com en zoek uw machine op. Hier vindt u de
beschikbare updates.
U kunt ook inloggen op het mySewnet portal om te
zoeken naar de firmware update.
1. Download het update firmware zip-bestand. Pak het
bestand uit en kopieer het bestand (.clo) naar een
USB-apparaat.
Let op: Wijzig de naam van het bestand niet en kopieer het
bestand niet in een bestaande map op het USB-apparaat.
Let op: Zorg dat er geen oud firmware update-bestand (.
clo) op het USB-apparaat staat wanneer u het nieuwe
firmware update-bestand (.clo) er naartoe kopieert. De
bestandsnaam is niet uniek.
2. Zorg dat de machine uit staat. Sluit het USB-apparaat
met de nieuwe firmwareversie aan op de USB-poort
van uw machine.
3. Druk lang op de achteruittoets, die op de voorkant
van de machine zit, en zet uw machine aan met de
AAN/UIT-schakelaar. Laat de achteruittoets los
wanneer er op het scherm een update-pictogram
verschijnt.
4. De firmware update wordt gecontroleerd en
geïnstalleerd. Tijdens het updateproces kan de
machine meerdere malen opnieuw opstarten. Zet de
machine niet uit.
5. Wanneer de update is voltooid, start de machine
automatisch opnieuw. Controleer het software
versienummer in Instellingen, Machine-informatie.
63
WiFi & mySewnet Services
mySewnet Services
Uw performance icon™ machine heeft de mySewnet™-
services, die het volgende inhouden:
mySewnet account Een persoonlijk account
waarop moet worden ingelogd voor toegang tot de
verschillende mySewnet services.
mySewnet cloud Een cloud-gebaseerde service
waarin u uw persoonlijke bestanden kunt opslaan en
openen op drie verschillende plaatsen: de mySewnet
cloud-map op de machine, de mySewnet cloud sync
tool op uw computer en het mySewnet portal.
Vanuit de mySewnet cloud kunt u de huidige
machinestatus bekijken via de SewNotice-app.
mySewnet portaal Een website met verschillende
mySewnet services zoals het registreren van
machines, het persoonlijk gebruikersprofiel bewerken
en bestanden beheren in de mySewnet cloud.
mySewnet Account
Begin met het registeren van een mySewnet account
om de mySewnet services te kunnen gebruiken. U kunt
uw account creëren met het mySewnet™-pictogram of in
mySewnet™-instellingen.
Druk op inloggen en er verschijnt een pop-up, waar u
eventueel een nieuw mySewnet account kunt
registeren.
U kunt ook een mySewnet account aanmaken via het
mySewnet portal op pfaff.mysewnet.com.
mySewnet Cloud
De mySewnet cloud is een service die bestanden in de
cloud bewaart en die toegankelijk is voor alle bezitters
en gebruikers van een mySewnet machine met cloud-
functie zoals uw performance icon™ machine. De
mySewnet cloud biedt een eenvoudige manier om
persoonlijke bestanden te beheren en te openen vanaf
drie verschillende plaatsen: de mySewnet cloud-map
op de machine, de mySewnet cloud sync tool op uw
computer en het mySewnet portaal.
mySewnet cloud-map op de performance icon™
machine In File Manager vindt u de mySewnet
cloud-map waar u uw bestanden kunt opslaan en
synchroniseren met de mySewnet cloud.
mySewnet cloud sync tool op uw PC Installeer de
mySewnet cloud sync tool op uw computer om een
lokale map op uw PC gesynchroniseerd te houden
met de mySewnet cloud.
mySewnet portal Beheer de bestanden in de
mySewnet cloud met een gewone internetbrowser.
De synchronisatiestatus wordt weergegeven met een
groen knipperende stip in het Informatiegedeelte.
Als uw machine geen verbinding kan maken met de
mySewnet cloud of niet kan synchroniseren, raadpleeg
dan Problemen oplossen.
64
WiFi & mySewnet Services
Gebruikte ruimte in de mySewnet Cloud
De mySewnet cloud slaat lettertypes, steken en andere
bestanden van uw machine op.
Druk op mySewnet op de bovenbalk of ga naar
mySewnet instellingen. Wanneer er nog maar een klein
gedeelte van de ruimte over is, meldt uw machine u dat
eenmaal. Als u de ruimte blijft vullen, geeft de machine
geen herinnering meer totdat de ruimte helemaal vol is.
Verwijder bestanden of verplaats ze naar een USB-
apparaat om ruimte vrij te maken.
Let op: De mySewnet™ cloudruimte wordt geactiveerd
wanneer u voor de eerste keer inlogt bij uw mySewnet™
account vanaf uw machine.
Installatie van mySewnet cloud Sync
Tool for Computer
Installeer de mySewnet cloud sync tool om de
synchronisatie van een lokale map op uw computer met
de inhoud in de mySewnet cloud te ondersteunen.
1. Download de synchronisatietool naar uw computer
vanaf het mySewnet portaal op pfaff.mysewnet.com.
2. Dubbelklik op uw computer op het bestand
mySewnetCloudSyncSetup.exe om de setup wizard
te starten. Volg de stappen in de setup wizard om te
installeren.
3. Wanneer het is geïnstalleerd, ziet u een mySewnet
cloud sync map op uw harde schijf. U kunt inhoud
toevoegen, wijzigen of verwijderen in uw
mySewnet map op uw computer om inhoud in de
mySewnet cloud-map op uw performance icon™
machine toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen.
Ingelogd bij de mySewnet cloud.
Bezig bestanden te synchroniseren met de
mySewnet cloud.
Niet ingelogd bij het mySewnet cloud
sync tool.
Kan niet synchroniseren met de
mySewnet cloud sync tool. Controleer de
gebruikte ruimte in de mySewnet cloud.
65
WiFi & mySewnet Services
Een bestand synchroniseren
Zorg dat u bent ingelogd bij het mySewnet account op uw machine. Zorg er ook voor dat de mySewnet cloud sync
tool is geïnstalleerd en werkt op uw computer.
1. Sleep het bestand in de mySewnet cloud-map op
uw computer.
2. Het pictogram wordt weergegeven zolang de
synchronisatie bezig is.
3. Het pictogram betekent dat uw bestand klaar is met
synchroniseren en nu beschikbaar is in de
mySewnet cloud-map in file manager op uw
performance icon™ machine en ook in het
mySewnet portal.
mySewnet Portal
Het mySewnet portal is een persoonlijke internetpagina
met toegang tot de verschillende mySewnet services.
Log in bij het mySewnet portal met uw mySewnet
account. U kunt het mySewnet portal bereiken op
pfaff.mysewnet.com om de volgende services te
gebruiken:
Mijn machines Overzicht van het aan uw machine
gerelateerde materiaal zoals een gebruikshandleiding,
inspiratie voor naaiprojecten, informatie over
optionele accessoires enz.
My profile Overzicht van uw persoonlijke profiel,
met contactgegevens, e-mail-abonnementen,
informatie over belangstelling en accountgegevens
enz.
mySewnet cloud De mogelijkheid om uw
persoonlijke bestanden te beheren. De bestanden
worden automatisch gesynchroniseerd met de
mySewnet cloud-map in de performance icon™
machine en het mySewnet cloud sync tool.
Problemen met de verbinding
oplossen
De machine maakt geen verbinding met een WiFi-netwerk
De machine maakt geen verbinding met een WiFi-
netwerk
Zorg dat WiFi geactiveerd is op uw machine. Druk op
het WiFi-pictogram in het informatiegedeelte om WiFi-
instellingen te openen.
Controleer of de machine een signaal van uw WiFi-
netwerk detecteert. Als er geen signaal is, kunt u de
machine dichter bij de WiFi-router zetten.
Zorg dat u uw Wifi-netwerk heeft geselecteerd.
De machine heeft geen internetverbinding Zorg dat uw WiFi-router toegang tot internet heeft.
Het Wifi-netwerk is beveiligd met een wachtwoord Controleer of u uw WiFi-netwerk heeft geselecteerd en
het juiste wachtwoord heeft ingevoerd. Wanneer u het
wachtwoord niet kent, kunt u contact opnemen met uw
netwerkbeheerder.
66
WiFi & mySewnet Services
De machine kan niet synchroniseren met de mySewnet cloud
De machine kan geen bestanden synchroniseren met de
mySewnet cloud
Controleer of u een werkende WiFi-verbinding heeft.
Controleer of u bent ingelogd bij uw mySewnet
account. Nieuwe mySewnet accounts worden in de
machine bijgehouden of op pfaff.mysewnet.com
Controleer of er voldoende ruimte is in de mySewnet
cloud.
Indien de mySewnet cloud niet toegankelijk is
alhoewel u de WiFi-aansluiting heeft gecontroleerd, kan
de server tijdelijk onbereikbaar zijn. Probeert u het later
opnieuw.
67
Naaien
5 Naaien
Naaimodus Inleiding
In de naaimodus kunt u steken selecteren, aanpassen en naaien. Gebruik de Stitch Creator™-functie en Sequence
Creator om uw eigen steken en reeksen te maken. De geselecteerde steek wordt in ware grootte weergegeven in het
steekgebied.
Naaimodus Overzicht
Aanbevelingen, informatie en actieve functies worden weergegeven onder de uitklapbare koppen van het
Informatiegedeelte.
68
Naaien
1. Help Center
2. mySewnet cloud
3. WiFi-signaalsterkte
4. Aanbevelingen - naaien
5. Informatie
6. Actieve functies
7. Steek herhalen
8. Steek bewerken
69
Naaien
9. Instellingen
10. Stitch Creator™ functie
11. Sequence Creator
12. Balans aanpassen
13. Full Screen View
14. Afhechtopties
15. Opties voor naaien uit de vrije hand
16. Tapering
17. mySewnet cloud-map
18. Steek laden
19. Menupaneel
20. Quick Help
21. Hoofdmenu
70
Naaien
Starten met naaien
Druk op Starten met naaien om de naaimodus te openen.
Er wordt standaard een rechte steek geladen. Als u dat
wilt, kunt u een andere steek instellen als
standaardsteek. Druk op Stekenmenu in het
Menupaneel om een nieuwe steek te laden. Het is ook
mogelijk om het Hoofdmenu te openen om een steek te
laden uit de tab Selectiemenu.
Een steek laden uit het menupaneel
Druk op Steek laden en selecteer de gewenste steek. De
beschikbare naaicategorieën staan in een horizontale lijst,
veeg voor meer categorieën. Selecteer een categorie door
erop te drukken en druk dan op een subcategorie om de
beschikbare steken te bekijken. Druk op een steek om
deze in de naaimodus te laden. Het venster steek
selecteren kan worden uitgebreid als u op de driehoek
in de onderste hoek drukt en deze versleept. Het hele
menupaneel kan over het scherm worden verplaatst:
druk lang op de gekleurde bovenkant van het paneel
om het te verplaatsen naar waar u het wilt hebben.
71
Naaien
Een steek selecteren uit het selectiemenu
Druk op Hoofdmenu om de selectiemenutab te openen.
De beschikbare naaicategorieën staan in een horizontale
lijst, veeg voor meer categorieën. Selecteer een categorie
door erop te drukken en druk dan op een subcategorie
om de beschikbare steken te bekijken. Druk op een steek
om een voorbeeld te zien van de steek met een
beschrijving van de steek. Gebruik de pijlen in de
voorbeeldweergave om tussen de steken in de
geselecteerde subcategorie te stappen. Druk op LADEN
om de geselecteerde steek te openen in de naaimodus.
Druk lang op een steek om deze direct naar de
naaimodus te laden zonder het voorbeeld.
Een steek laden uit File Manager
Druk op Hoofdmenu en selecteer de File Manager-tab
om steken te openen die u heeft opgeslagen in uw
mySewnet cloud-map of op een USB-apparaat. Druk
lang op de steek om deze te laden.
Let op: De mySewnet™ cloud-map is ook toegankelijk in het
menupaneel.
72
Naaien
Aanbevelingen - naaien
1. Aanbevolen naaivoet
2. Aanbevolen IDT™
3. Aanbevolen versteviging
4. Steekplaat voor rechte steek
5. Spoelhuis rechte steken
Aanbevelingen worden weergegeven in het
informatiegedeelte Uw machine geeft automatisch
aanbevelingen afhankelijk van de geselecteerde steek en
de huidige instelling.
De volgende aanbevelingen kunnen verschijnen:
Naaivoet, IDT™ systeem en versteviging. De
aanbeveling voor de rechtstiksteekplaat wordt
weergegeven als er een optie voor naaien of borduren
uit de vrije hand wordt geselecteerd met een rechte
steek. Het spoelhuis rechte steken wordt weergegeven
als u uw rechte steek naar links verplaatst.
We raden u aan om de Handleiding versteviging in het
Help Center te gebruiken voor gedetailleerde informatie
over de verschillende verstevigingen.
73
Naaien
Instellingen in de naaimodus
1. Standaardinstellingen in witte keuzevakjes
2. Tijdelijke instellingen in oranje keuzevakjes
Er zijn twee manieren om uw instellingen te veranderen.
1. Standaardinstellingen De instellingen die worden
gemaakt in standaardinstellingen worden opgeslagen,
ook als u uw machine uitzet.
2. Tijdelijke instellingen De instellingen in Tijdelijke
instellingen worden bij de start van een nieuw project in
het Help Center of bij de start van een nieuwe naaisessie
gereset. Wanneer u uw machine uitzet, gaan alle
wijzigingen in de tijdelijke instellingen terug naar
standaard.
Veranderingen die in de Tijdelijke instellingen worden
gemaakt, worden weergegeven onder Actieve functies
in het informatiegedeelte.
ActivStitch™ Technology
1. Draadspanning
2. Draadhoeveelheid
Wanneer de ActivStitch™ -technologiefunctie is
geselecteerd, gebruikt uw machine automatisch de beste
manier om de bovendraad te regelen, door middel van
draadhoeveelheid of draadspanning, op basis van de
door u geselecteerde steek en instellingen.
Draadhoeveelheid meet automatisch en doorlopend de
dikte van de stof om de juiste hoeveelheid garen voor
de geselecteerde steek af te geven. Als u draadspanning
gebruikt, houden de draadspanningsschijven de juiste
hoeveelheid spanning op de bovendraad.
We raden u aan om deze instelling geselecteerd te
houden, behalve wanneer u speciale technieken of
accessoires gebruikt die draadhoeveelheid niet
ondersteunen.
Schakel de ActivStitch™ technologiefunctie uit in de
tijdelijke instellingen om over te gaan naar
draadspanning. De regelaar voor het aanpassen van
draadhoeveelheid/draadspanning verandert
afhankelijk van de actieve steek en het feit of de
74
Naaien
ActivStitch™ technologiefunctie al dan niet is
geselecteerd in tijdelijke instellingen.
Automatische naaivoetlichter
Indien geselecteerd, zal de machine automatisch de
naaivoet omhoog brengen in de volgende situaties:
Wanneer u stopt met de naald in de laagste positie,
zal de naaivoet automatisch omhooggaan naar
draaistand.
Na het afsnijden van een draad gaat de naaivoet naar
de hoge stand.
Wanneer de functie is gedeselecteerd, blijft de naaivoet
in de lage stand, ook als de machine stopt met de naald
omlaag.
Automatische draadafsnijder
Indien geselecteerd wordt het garen automatisch
afgesneden in de volgende situaties:
Bij snij-opdrachten in steken en programma's.
Na het naaien van één enkele steek, bijv. een
monogram of een oogje.
Indien uitgeschakeld, worden de draden niet
automatisch afgesneden.
Let op: Schakel uit wanneer u optionele accessoires gebruikt
die bevestigd zijn aan de twee gaten in de steekplaat net boven
het spoeldeksel, om te voorkomen dat de automatische
draadafsnijder, die net onder de steekplaat zit, beschadigd
raakt.
Opties voor naaien uit de vrije hand
Opties voor naaien uit de vrije hand
Alle steken op uw machine kunnen in de free-
motionmodus worden genaaid voor fantastische
effecten. U kunt kiezen uit drie verschillende Free-
motion opties. Voor al het naaien uit de vrije hand
wordt de transporteur automatisch omlaag gebracht en
moet de stof met de hand worden bewogen.
Free-motion opties zijn toegankelijk in Instellingen en
als u op het Free-motion pictogram drukt in de
naaimodus. Uw tijdelijke instellingen worden
weergegeven onder Actieve functies in het
informatiegedeelte.
Let op: Controleer of het IDT™ systeem is uitgeschakeld.
75
Naaien
Steekbeperkende opties
Zet de machine op steekbreedtebeveiliging of selecteer
de breedte van de tweelingnaald om de steekbreedte en
steekpositie te beperken. Dit verkleint het risico op het
breken van een naald als u naait met accessoires
waarmee niet de gehele steekbreedte gebruikt kan
worden.
Steekbreedtebeveiliging
Steekbreedtebeveiliging
Indien geselecteerd zal de machine alleen een
gecentreerde rechte steek toestaan om schade aan naald,
naaivoet en steekplaat te voorkomen. Selecteer
steekbreedtebeveiliging wanneer u een accessoire
gebruikt dat alleen een gecentreerde naaldpositie
ondersteunt, bijv. de rechte steek naaivoet. De
steekbreedtebeveiliging wordt automatisch geselecteerd
wanneer de rechtstiksteekplaat op de machine wordt
bevestigd en kan niet worden uitgeschakeld zolang de
rechtstiksteekplaat bevestigd blijft.
Wanneer de rechtstiksteekplaat wordt verwijderd, krijgt
u de optie om de steekbreedtebeveiliging te behouden
of uit te schakelen. Wanneer steekbreedtebeveiliging is
geactiveerd, worden alle tweelingnaaldafmetingen
uitgeschakeld, omdat ze niet met de
steekbreedtebeveiliging gebruikt kunnen worden.
Let op: De instelling wordt gereset bij de start van een nieuw
project in Starten of bij een nieuwe naaisessie. Zorg er altijd
voor dat u een accessoire waarvoor deze instelling nodig is
verwijdert of selecteer de instelling opnieuw na het starten
van een nieuw project of een nieuwe sessie.
Tweelingnaald
Tweelingnaald
Wanneer een tweelingnaald breedte is geselecteerd,
worden de steekbreedte en steekpositie van alle steken
beperkt volgens de afmeting van de geselecteerde
tweelingnaald om schade aan naald, naaivoet en
steekplaat te voorkomen. In de naaimodus geeft Actieve
functies aan dat een tweelingnaald is geselecteerd.
Wanneer een tweelingnaald is geselecteerd, wordt de
steekbreedtebeveiliging uitgeschakeld omdat deze niet
met een tweelingnaald gebruikt kan worden.
Let op: De instelling wordt gereset bij de start van een nieuw
project in Starten of bij een nieuwe naaisessie. Zorg er altijd
voor dat u een accessoire waarvoor deze instelling nodig is
verwijdert of selecteer de instelling opnieuw na het starten
van een nieuw project.
76
Naaien
Naaldstoppositie
Naaldstoppositie
Wanneer Omhoog is geselecteerd, stopt uw machine
met de naald omhoog. Wanneer Omlaag is geselecteerd,
stopt uw machine met de naald omlaag. Deze instelling
kan ook worden gemaakt door op de toets Naald
omhoog/omlaag op de voorkant van de machine te
drukken.
Naaivoetdruk
Naaivoetdruk
In de meeste gevallen hoeft u de naaivoetdruk niet aan
te passen. Voor speciale technieken kan een aanpassing
nodig zijn. Hoe hoger het cijfer, hoe meer druk op de
stof.
Opties voor de transporteur
1. Transporteur omlaag
2. Transporteur omhoog
Wanneer Auto is geselecteerd (aanbevolen) verhoogt of
verlaagt uw machine automatisch de transporteur,
afhankelijk van de steek en andere geselecteerde
instellingen. De transporteur wordt bijvoorbeeld
verzonken bij het aanzetten van knopen of bij het naaien
uit de vrije hand.
Selecteer omhoog en de transporteur wordt omhoog
gebracht voor al het naaiwerk. Selecteer omlaag en de
transporteur wordt omlaag gebracht voor al het
naaiwerk.
Let op: De machine brengt altijd automatisch de transporteur
omlaag als de naaivoet omhoog wordt gebracht in de extra
hoge positie.
Let op: De transporteur-opties worden automatisch gereset
aan het begin van een nieuw project vanuit het Help Center.
Afhechtopties
Afhechtopties
Met deze opties kunt u afhechtingen programmeren aan
het begin en het einde van een steek. Het is ook mogelijk
om te programmeren dat de draad wordt afgesneden
aan het einde van een steek.
Wanneer u op het afhechtpictogram drukt, gaan er drie
opties open waarmee u verschillende functies kunt
selecteren: afhechten begin, afhechten einde en draden
afsnijden.
Druk op afhechten om het venster afhechtopties te
sluiten. Uw instellingen worden weergegeven onder
Actieve functies in het informatiegedeelte.
Let op: Voor onmiddellijk afhechten moet u de afhechttoets op
de voorkant van de machine gebruiken.
77
Naaien
Steek bewerken
Druk op Steek bewerken om het bedieningsvenster voor
het aanpassen van de geselecteerde steek te openen.
Druk op Steek bewerken om het bedieningsvenster te
sluiten.
Let op: De standaardinstelling wordt altijd in witte getallen
weergegeven.
Met de performance icon™ kunt u de functies openen
die u het vaakst gebruikt door ze naar wens op het
naaigebied te rangschikken. Druk op het pictogram
Loskoppelen om te zien welke regelaars verplaatst
kunnen worden. Druk lang op het pictogram
Verplaatsen in het midden totdat de regelaar verschijnt.
Sleep hem naar de gewenste plaats en zet hem neer. Uw
machine onthoudt uw veranderingen wanneer u de
machine uitschakelt. Druk op de x om de regelaar te
sluiten. Om de werkbalk op de standaardinstelling te
resetten, gebruikt u Smart Toolbox en selecteert u
Werkbalk resetten.
Steekbreedte
Vergroot of verklein de steekbreedte met de toetsen + en
- op de regelaar. Het nummer boven de regelaar geeft
de steekbreedte aan in mm.
Een veranderde steekpositie kan ook de steekbreedte-
aanpassingen beperken.
Steekpositie
Op bepaalde steken met een breedte van minder dan 9
mm, is het mogelijk om de steekpositie te wijzigen.
Gebruik om de steek naar links te verplaatsen en + om
de steek naar rechts te verplaatsen. Het getal boven de
regelaar geeft de naaldpositie weer in mm ten opzichte
van de middelste naaldpositie. De machine heeft een
maximum van 37 naaldposities (voor een rechte steek).
De steekpositie kan niet verder worden veranderd dan
tot de limiet van de maximum-steekbreedte. Het
veranderen van de steekpositie beperkt ook de
mogelijkheid om de steekbreedte aan te passen.
Steeklengte
Vergroot of verklein de steeklengte met de en + op de
regelaar. Het getal boven de regelaar geeft de
steeklengte weer in mm. Als u een zigzagsteek of een
decoratieve steek verlengt, wordt de hele steek langer.
Als u een steek verlengt waarvan de dichtheid kan
worden aangepast, wordt de hele steek langer, maar
blijft de dichtheid hetzelfde.
78
Naaien
Steekdichtheid
Met de steekdichtheidscontrole wordt de dichtheid
aangepast (de afstand tussen de afzonderlijke
cordonsteken die de hele steek vormen). De dichtheid
heeft geen invloed op de werkelijke lengte van de hele
steek.
Druk op om de dichtheid te vergroten. Druk op + om
de dichtheid te verkleinen. Het nummer boven de
regelaar geeft de afstand tussen cordonsteken weer in
mm.
Tip: Verlaag de dichtheid voor andere visuele effecten, bijv.
wanneer u speciaal garen gebruikt.
Spiegelen
1. Horizontaal spiegelen
2. Verticaal spiegelen
Druk op de toets horizontaal spiegelen voor het
spiegelen van een steek of stekenreeks naar de zijkant.
Druk op de toets verticaal spiegelen voor het spiegelen
van een steek of stekenreeks in de lengte.
Tip: Gebruik de Smart Toolbox voor een sneltoets voor
spiegelen.
Let op: Sommige steken, zoals knoopsgaten, kunnen niet
worden gespiegeld.
Lengte opening knoopsgat
Stel de lengte van de opening van het knoopsgat in:
korter met en langer met + wanneer u een knoopsgat
naait met de Sensormatic-knoopsgatvoet.
U kunt ook een handmatig knoopsgat naaien. Lees over
het naaien en het herhalen van een handmatig
knoopsgat in het hoofdstuk Naaitechnieken.
Toets Steek herhalen
Bij het aannaaien van een knoop kunt u het aantal
steekherhalingen instellen. Druk op de of de + in de
regelaar om het aantal steekherhalingen te verlagen of te
verhogen.
79
Naaien
ActivStitch™ Technology
1. Draadspanning
2. Draadhoeveelheid
De ActivStitch™ -technologiefunctie kan op twee
manieren de bovendraad regelen: met
draadhoeveelheid en draadspanning. Voor het beste
naairesultaat gebruikt het waar mogelijk de
automatische draadhoeveelheid. Draadhoeveelheid
meet automatisch en doorlopend de dikte van de stof
om de juiste hoeveelheid garen voor de geselecteerde
steek af te geven.
Als u draadspanning gebruikt, houden de
draadspanningsschijven de juiste hoeveelheid spanning
op de bovendraad. Voor sommige speciale technieken is
het gebruik van draadspanning nodig. Schakel de
ActivStitch™ -technologiefunctie uit in Tijdelijke
instellingen om ervoor te zorgen dat draadspanning
ingeschakeld is. Wanneer de ActivStitch™
-technologiefunctie is geselecteerd wisselt de regelaar
die zichtbaar is in naaimodus tussen draadhoeveelheid
en draadspanning, afhankelijk van de huidige
instellingen en de geladen steek.
Gebruik de regelaar voor draadhoeveelheid/
draadspanning om de balans tussen de boven- en
onderdraad aan te passen. Dat wil zeggen verlagen
wanneer u metallic garen gebruikt en verhogen
wanneer u dik garen gebruikt. Voer enkele testen met
verschillende instellingen uit op een proeflapje van de
stof die u wilt gebruiken en controleer de balans tussen
de boven- en onderdraad.
Let op: Wanneer u de waarde van de draadhoeveelheid/
draadspanning-instellingen wijzigt, hebben de wijzigingen
alleen invloed op de geselecteerde steek. Uw veranderde
instellingen worden teruggezet op standaard wanneer u een
andere steek selecteert.
Tip: Verhoog de draadhoeveelheid/draadspanning-instelling
voor de beste resultaten wanneer u op spijkerstof naait met dik
garen.
Draadspanning/draadhoeveelheid aanpassen
De juiste spanning
Om de steken zo mooi en duurzaam mogelijk te maken,
zorg ervoor dat de garens op gelijke afstand tussen de
twee stoflagen verknopen.
Spanning te hoog
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van de
stof, is de draadspanning/draadhoeveelheid te hoog.
Verlaag de draadspanning/draadhoeveelheid.
Spanning te laag
Als de bovendraad zichtbaar is op de onderkant van de
stof, is de draadspanning/draadhoeveelheid te laag.
Verhoog de draadspanning/draadhoeveelheid.
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de
bovendraad zichtbaar zijn op de onderkant van de stof.
Voer een paar testen uit op een proeflapje van de stof
die u gaat gebruiken en controleer de spanning.
80
Naaien
Opties voor naaien uit de vrije hand
Alle steken op uw machine kunnen in free-motion
worden genaaid voor fantastische effecten. Druk op
Free-motion om een venster te openen waarin u kunt
kiezen uit drie verschillende free-motion-opties. Voor al
het naaien uit de vrije hand wordt de transporteur
automatisch omlaag gebracht en moet de stof met de
hand worden bewogen.
Druk op Free-motion om het venster met free-motion
opties te sluiten. Uw instellingen worden weergegeven
onder Actieve functies in het informatiegedeelte.
Let op: Controleer of het IDT™ systeem is uitgeschakeld.
Dynamisch verende free-motionvoet 6D
Dynamisch verende free-motionvoet 6D
Activeer dit om de machine in te stellen op de
Dynamisch verende voet Free-motion-modus voor de
Dynamisch verende voet 6D. De Dynamisch verende
voet meet de dikte van de stof en gaat met iedere steek
omhoog en omlaag om de stof vast te houden op de
steekplaat terwijl de steek wordt gevormd.
Let op: De Dynamisch verende voet 6D wordt aanbevolen
voor gebruik met rechte steken. Activeer
Steekbreedtebeveiliging in Instellingen.
Verende free-motionvoet
Schakel dit in om de machine in de free-motionmodus
verend te zetten voor optionele verende naaivoeten. Een
"verende" naaivoet gaat bij elke steek omhoog en
omlaag om de stof op de steekplaat te houden terwijl de
steek wordt gemaakt.
Let op: Optionele verende naaivoeten kunt u aanschaffen bij
uw plaatselijke erkende PFAFF®-dealer.
Gebruik geen verende naaivoet als Sensormatic free-
motion is ingeschakeld omdat de naald de naaivoet
kan beschadigen.
81
Naaien
Sensormatic free-motion
Sensormatic free-motionvoet 6A
Activeer dit om de machine in de Sensormatic free-
motionmodus te zetten voor naaivoet 6A of een andere
sensormatic-naaivoet, zoals garendecoratie.
Bij free-motion naaien met lage snelheid, gaat de
naaivoet bij elke steek omhoog en omlaag om de stof op
de steekplaat te houden terwijl de steek wordt gemaakt.
Bij een hogere snelheid zweeft de naaivoet tijdens het
naaien over de stof.
Er kunnen steken worden overgeslagen als uw stof met
de naald mee omhoog en omlaag beweegt tijdens het
naaien. Door de naaivoethoogte omlaag te brengen,
wordt de ruimte tussen de naaivoet en de stof
verminderd en de overgeslagen steken opgeheven.
Om de naaivoethoogte aan te passen in de Sensormatic
free-motionmodus, opent u het venster Free-motion-
opties en verandert u de naaivoethoogte door op + of op
te drukken om de naaivoethoogte te verkleinen of te
vergroten.
Let op: Wees voorzichtig dat u de naaivoethoogte niet te veel
vermindert. De stof moet vrij onder de naaivoet blijven
bewegen.
Afhechtopties
Met deze opties kunt u afhechtingen programmeren aan
het begin en het einde van een steek. Het is ook mogelijk
om te programmeren dat de draad wordt afgesneden
aan het einde van een steek.
Wanneer u op het afhechtpictogram drukt, gaan er drie
opties open waarmee u verschillende functies kunt
selecteren: afhechten begin, afhechten einde en draden
afsnijden.
Druk op afhechten om het venster afhechtopties te
sluiten. Uw instellingen worden weergegeven onder
Actieve functies in het informatiegedeelte.
Let op: Voor onmiddellijk afhechten moet u de afhechttoets op
de voorkant van de machine gebruiken.
82
Naaien
Naaien met afhechtopties geselecteerd
Afhechttoets
Achteruitnaaitoets
Afhechten aan het begin wordt uitgevoerd zodra u
begint te naaien.
Druk op de achteruitnaaitoets om afhechten aan het
einde uit te voeren. Het actie-indicatorlampje gaat
branden om aan te geven dat de machine de steek
afmaakt en daarna afhecht.
Wanneer draad afsnijden is geprogrammeerd, snijdt
de machine automatisch de draden af na het
uitvoeren van een steek. De naald en de naaivoet
gaan omhoog.
Let op: Stop met naaien en druk tweemaal op de
achteruitnaaitoets om achteruitnaaien te activeren. De
achteruitnaai-indicator gaat branden. Er wordt geen
afhechting gemaakt.
Druk op de achteruitnaaitoets tijdens het achteruit naaien om
afhechten aan het einde te activeren. Het actie-indicatorlampje
gaat branden.
Om weer vooruit te naaien, stopt u met achteruitnaaien en
drukt u op de achteruitnaaitoets. Er wordt geen afhechting
gemaakt.
Steek herhalen
Met Steek herhalen kunt u een exacte steeklengte
programmeren en kunt u ook beslissen hoeveel
herhalingen van een steek u wilt naaien.
U kunt meer lezen over Steek herhalen,
Patchworkprogramma en Enkele steek in het hoofdstuk
Steek herhalen.
83
Naaien
Steek opslaan
Toets opslaan
1. Opslaan in mySewnet
cloud-map
2. Opslaan op USB-
apparaat
3. Selectiegebied
4. Bestandsnaam
5. Huidige status opslaan
6. OK
7. Sluiten
8. Nieuwe map maken
9. Lijst- en
miniatuurweergave
Druk op de toets opslaan, onder het multi-touchscreen,
om uw bestand op te slaan en er verschijnt een pop-up
op het scherm. In de pop-up opslaan kunt u kiezen of u
het bestand opslaat in de mySewnet cloud-map of op
een USB-apparaat. Eerder opgeslagen steken, reeksen
en/of lettertypes worden weergegeven. Geef uw
bestand een naam via het toetsenbord en druk op OK
om te bevestigen.
Als u wilt opslaan in een map, drukt u lang op de map
om deze te openen, geeft u het bestand vervolgens een
naam via het toetsenbord en drukt u op OK in de pop-
up om te bevestigen. Om een nieuwe map te maken,
drukt u lang op nieuwe map maken, geeft u de map een
naam via het toetsenbord en drukt u op OK. Druk dan
lang op de map om deze te openen en op te slaan in de
nieuwe map.
Druk op de toets Lijst- en Miniatuurweergave om af te
wisselen tussen weergave van de bestanden als lijst of
als miniaturen. In Lijstweergave wordt elk bestand met
bestandsnaam en bestandstype weergegeven. In
Miniatuurweergave wordt elk bestand weergegeven
met de bestandsnaam en een miniatuurafbeelding van
het bestand.
Om het opslagproces te annuleren, sluit u het pop-
upvenster door op Sluiten te drukken. De pop-up voor
opslaan wordt gesloten en u keert terug naar de
naaimodus.
Lees meer over het organiseren van uw opgeslagen
steken in File Manager.
Balans
Bij het naaien op speciale stoffen of bij het uitvoeren van
een speciale techniek moet u soms de balans aanpassen.
Naai de steek eerst op een proeflapje. Druk op Balans op
de Basisbalk om het venster Balans aanpassen te openen.
Wijzig de voorbeeldweergave op het scherm zo, dat
deze overeenkomt met uw genaaide voorbeeld door
gebruik te maken van de + en - toetsen in de regelaars.
Wanneer u opnieuw gaat naaien, wordt de balans
gecorrigeerd.
84
Naaien
Naaiprogramma's
Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en
accessoires nodig zijn.
Taperingsteken
De taperingopdrachten worden zichtbaar wanneer een
steek wordt geselecteerd die getaperd kan worden.
Druk op het taperingmenu voor een overzicht van de
hoeken voor het beginnen en eindigen van tapering.
Selecteer een hoek door erop te drukken in het
selectiegebied. De machine naait de getaperde punt aan
het begin en gaat dan door met de geselecteerde steek.
Wanneer de gewenste lengte genaaid is, drukt u op de
achteruittoets. De steek wordt getaperd naar het einde
toe. Selecteer tapering Uit als u geen tapering wilt aan
het begin of het einde van de steek. Als u tapering Uit
selecteert aan het begin en aan het einde, wordt het een
gewone steek zonder tapering.
Let op: De taperingopdrachten zijn niet zichtbaar als u
bijvoorbeeld een knoopsgat selecteert.
Oefening met tapse cordonsteek
De tapse steek past automatisch tapering toe op de
cordonsteek voor hoeken en punten. De steek kan
worden gebruikt voor tekst in cordonsteek. Oefen met
de cordonsteek en naai een hoek van de getaperde
cordonsteek op een stuk stof met versteviging.
1. Selecteer steek 4.3.6 in menu 4 - cordonsteken.
2. Open tapering en selecteer 45 graden voor zowel het
begin als het einde.
3. Activeer naaldstop omhoog/omlaag op uw machine
en begin met naaien. De machine naait de getaperde
punt en gaat dan door met een cordonsteek met de
geselecteerde breedte.
4. Wanneer de cordonsteek zo lang is als gewenst, drukt
u op de achteruitnaaitoets. Dit start de tapering van het
einde.
5. Draai de stof om verder te gaan met de volgende
getaperde cordonsteek.
85
Naaien
Steek herhalen
Met Steek herhalen kunt u een exacte naadlengte
programmeren en kunt u ook beslissen hoeveel
herhalingen van een steek u wilt naaien.
Patchworkprogramma
Met het patchworkprogramma kunt u een exacte
steeklengte programmeren die herhaaldelijk genaaid
kan worden. Dit is erg handig voor het quilten.
Om een steeklengte te programmeren, houdt u Steek
herhalen op de werkbalk ingedrukt en selecteert u het
Patchworkprogramma. Naai uw gewenste steeklengte
en druk op de achteruitnaaitoets terwijl u naait. De
achteruitnaai-indicator op de machine brandt totdat de
laatste herhaling van de steek is voltooid. Hiermee
wordt de lengte van de steek ingesteld.
Zodra u de lengte van een steek heeft ingesteld, is het
Patchworkprogramma niet meer actief. Het
Enkelmotiefprogramma wordt in plaats daarvan
ingeschakeld. De geprogrammeerde lengte van uw
patchworknaad wordt weergegeven in millimeters
boven de +/- regelaar. Pas de lengte aan met de
regelaars +/-.
Enkelmotiefprogramma
Met het Enkelmotiefprogramma kunt u beslissen
hoeveel herhalingen van de steek u wilt naaien. Druk op
Steek herhalen en selecteer Enkelmotiefprogramma. Stel
het aantal herhalingen in met +/-. Het aantal
herhalingen wordt weergegeven boven +/- en de
geschatte lengte van de herhalingen wordt weergegeven
in het werkgebied. De machine stopt automatisch
wanneer de herhalingen zijn genaaid.
Programma's combineren
Door tapering en patchworkprogramma's te combineren,
is het mogelijk een getaperde naad te herhalen met
dezelfde lengte.
Activeer tapering zoals beschreven in Tapering. Naai
uw gewenste lengte. Wanneer de achteruitnaaitoets
wordt ingedrukt, gaat de actie-indicator steeds sterker
branden totdat tapering aan het einde en de laatste
herhaling van de steek is voltooid.
De naad is nu geprogrammeerd en het
enkelmotiefprogramma is geactiveerd. Wanneer u weer
gaat naaien, wordt de naad automatisch herhaald met
dezelfde lengte.
Het aantal herhalingen en de geschatte lengte in
millimeters worden weergegeven boven de +/-. Pas de
lengte aan met de +/-.
Let op: De tapering is inbegrepen in de herhalingen die op het
scherm staan.
86
Naaien
Naaitechnieken
Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en
accessoires nodig zijn.
Knoopsgaten
Sensormatic-knoopsgat
Sensormatic-knoopsgatvoet
Wanneer u een knoopsgat naait met de Sensormatic-
knoopsgatvoet, pas de lengte van de opening dan aan
tot iets groter dan de maat van de knoop. U kunt uw
knoop meten met de knoopmeter op het deksel.
Stel de lengte van de opening in en zorg ervoor dat de
rode pijl gelijk loopt met de markering op de naaivoet.
Begin te naaien door het voetpedaal in te drukken of
door op de start/stoptoets te drukken. Het knoopsgat
wordt automatisch afgemaakt en de draden worden
afgesneden. U kunt het knoopsgat zo vaak herhalen als
u maar wilt.
Handmatig knoopsgat
Naaivoet 5M
Gebruik naaivoet 5M om een handmatig knoopsgat te
naaien.
Naai de eerste rups zo lang als u het knoopsgat wilt
maken.
Druk op de achteruitnaaitoets.
De machine naait de trens en de tweede rups.
Wanneer de rupsen even lang zijn, drukt u op de
achteruitnaaitoets om de tweede trens te naaien.
Een handmatig knoopsgat herhalen
1. Knoopsgat herhalen
2. Startpositie knoopsgat
3. Achter-
Wanneer u uw knoopsgat heeft aangepast, kunt u het
pictogram Knoopsgat herhalen gebruiken om identieke
kopieën te naaien. Zo lang dat pictogram is geselecteerd,
herhaalt de machine het knoopsgat steeds opnieuw. Het
pictogram Knoopsgat herhalen is alleen zichtbaar bij het
handmatig naaien van een knoopsgat. Om deze functie
te annuleren, deselecteert u het pictogram.
87
Naaien
Knoopsgat met inlegdraad
Knoopsgaten met inlegdraad die worden genaaid met
contourdraden zijn stabieler, duurzamer en zien er
professioneel uit. Gebruik perlé-garen of normaal
contourdraad.
1. Leg het midden van een stuk contourdraad over het
metalen stangetje dat aan de achterkant van de
handmatige-knoopsgatvoet 5M uitsteekt. Leid de
draaduiteinden onder de naaivoet door naar de
voorkant van de naaivoet.
2. Klik de handmatige-knoopsgatvoet 5M vast.
3. Als u klaar bent met het knoopsgat, trekt u aan de
uiteinden van de contourdraad totdat de draadlus
verborgen is onder de trens van het knoopsgat.
4. Rijg de contourdraden in een naald en trek ze naar de
verkeerde kant van het kledingstuk. Knoop de
uiteinden aan elkaar vast en knip het overtollige draad
af.
88
Naaien
Knoop aannaaien
Om een knoop aan te naaien, verwijdert u de naaivoet
en selecteert u Knoop aanzetten. De transporteur wordt
automatisch omlaag gebracht.
Leg de knoop onder de naaivoethouder. Gebruik het
spiegelpictogram om ervoor te zorgen dat de naald
precies in de gaten van de knoop komt en dat de
breedte geschikt is voor de gebruikte knoop. Als dat
nodig is, verandert u de breedte tussen de gaten met de
breedte-pictogrammen.
Vergroot of verklein indien nodig het aantal steken
waarmee de knoop op de stof wordt bevestigd met het
pictogram Steek herhalen. Begin met naaien. De
naaimachine zal het programma voor u naaien.
Naaien in vier richtingen
Gebruik de vierrichtingssteken voor het opnaaien van
lapjes zonder dat u de stof hoeft te draaien en voor
decoratieve steekmotieven. Als u een steek selecteert in
categorie 9 en subcategorie 2, wordt de
vierrichtingssteek in de naaimodus geladen.
Het startpunt wordt met een x gemarkeerd in het
steekgebied. Om van richting te veranderen, drukt u op
een van de vier steken. Wanneer de gewenste lengte in
één richting is genaaid, selecteert u de nieuwe richting
door op één van de vier richtingen te drukken.
89
Naaien
Speciale naaitechnieken
Bij de steken van de speciale naaitechnieken in uw
performance icon™-machine zitten steken als de
lintsteek, stapelsteek, zwevende steek, straalsteek en
kanten randsteek.
Lintsteken
Voeg dimensionale elementen toe aan uw decoratieve
naaiwerk met de prachtige enkele, dubbele en
drievoudige lintsteken op uw machine. Terwijl u naait
worden er smalle linten in deze speciale steken geweven.
Voor enkele en dubbele lintsteken worden linten van 2-5
mm breed aangeraden. Voor drievoudige lintsteken 2-10
mm. De beste resultaten krijgt u met een versteviging
die geschikt is voor het type en de dikte van uw stof, die
u onder de stof legt ter ondersteuning van de steken.
Wij raden u aan om het Help Center te gebruiken en de
projecten met lintsteken op te zoeken voor instructies
voor het naaien en automatisch verkrijgen van de juiste
instellingen.
Stapelsteken
Naai prachtige decoraties in twee kleuren met de
stapelsteken. De stapelsteken bestaan uit paren bij
elkaar horende steken die zijn ontworpen om op elkaar
te worden genaaid.
Naai de eerste steek en naai dan de tweede, die de eerste
overlapt. Gebruik voor beide steken hetzelfde startpunt.
Druk op Quick Help en op één van de stapelsteken om
een voorbeeld te zien van hoe de steken eruit zullen
zien als ze worden gecombineerd/gestapeld.
90
Naaien
Zwevende steken
Zwevende steken geven een speciaal effect waarbij de
verbindingssteken onzichtbaar zijn. Er zijn twee
verschillende manieren om deze techniek te gebruiken.
De eerste techniek is om te naaien met de doorstikvoet
met geleider midden, een stukje versteviging en een
stukje dubbelgevouwen stof. De tweede techniek is om
twee stukjes stof aan elkaar te naaien.
Genaaid met de Doorstikvoet met geleider midden:
1. Vouw de stof met de goede kanten op elkaar en leg
er versteviging onder, die u laat uitsteken buiten de
gevouwen rand.
2. Bevestig de doorstikvoet met geleider midden en
schakel het IDT™ in. Laat de gevouwen rand met de
geleider op de naaivoet volgen.
3. Trek de stof naar de andere kant wanneer u klaar
bent.
Genaaid met naaivoet 1A:
1. Leg twee stukken stof met de goede kanten op
elkaar en leg er een versteviging onder.
2. Bevestig naaivoet 1A en schakel het IDT™ in. Begin
te naaien met de gewenste naadtoeslag.
3. Trek de stof plat wanneer u klaar bent.
91
Naaien
Straalsteken
Straalsteken zijn een exclusieve PFAFF®-naaitechniek.
Deze steken hebben een ingebouwde stop waarmee u
een lijn steken kunt naaien in iedere gewenste vorm.
Maak prachtige halslijnen of zaklijnen op
kledingstukken.
1. Trek met een markeerstift een lijn op uw stof waar u
wilt dat de steek wordt geplaatst. Klik naaivoet 2A
vast.
2. Leg de stof en de versteviging onder de naaivoet.
3. Activeer de functie naald omlaag.
4. Plaats de middelste markering van de naaivoet op
de getekende lijn.
5. Druk op Start/Stop en naai totdat de machine stopt.
De volgende keer dat u op start/stop drukt, naait de
machine achteruit.
6. Draai de stof zodat de twee zijmarkeringen op de
naaivoet gelijk liggen met de getekende lijn. Druk op
Start/Stop en naai totdat de machine stopt.
7. Herhaal stap 4-6 totdat u de gewenste lengte heeft
bereikt.
Kanten randsteken
Naai prachtige kanten randsteken op uw projecten met
de doorstikvoet met geleider midden en wateroplosbare
versteviging.
1. Bevestig de Doorstikvoet met geleider midden en
schakel het IDT™ in.
2. Vouw de stof en leg er wateroplosbare versteviging
onder, die u laat uitsteken buiten de gevouwen
stofrand.
3. Laat de gevouwen rand de geleider op de naaivoet
volgen. Naai zo lang als u het kant wilt hebben en
verwijder het dan van de naaimachine.
4. Los de wateroplosbare versteviging op in lauw
water.
Steken voor optionele naaivoeten
Pictogram optionele naaivoeten
Deze subcategorie bevat speciale steken voor het naaien
van technieken als de bolletjessteek, parelsteken en
randsteken. Voor deze technieken zijn speciale
naaivoeten en accessoires nodig.
Let op: Druk op Quick help en druk dan op de geselecteerde
steek in het stekenselectiegebied om te zien welke speciale
naaivoet nodig is voor die steek.
92
Naaien
Pop-upberichten in naaien
Onderdraad bijna op
Wanneer de onderdraad bijna op is, verschijnt er een
pop-up bericht dat u erop wijst dat de spoel binnenkort
zal moeten worden vervangen. Als u door wilt gaan met
naaien zonder de spoel te vervangen, drukt u het
voetpedaal in zonder de pop-up te sluiten.
Wanneer de spoel is vervangen door een volle, drukt u
op OK in de pop-up.
Controleer bovendraad
De machine stopt automatisch als de bovendraad op is
of breekt. Rijg de bovendraad opnieuw in, sluit het pop-
up bericht en ga verder met naaien.
De Sensormatic-knoopsgatvoet verwijderen
De Sensormatic-knoopsgatvoet moet worden
verwijderd voordat u een van de volgende zaken
uitvoert:
Een steek naaien die geen knoopsgat is.
Een knoopsgat naaien dat niet met de Sensormatic-
knoopsgatvoet kan worden genaaid.
Een aangepast knoopsgat naaien dat zonder de
Sensormatic-knoopsgatvoet is opgeslagen in de
mySewnet™-cloud-map.
93
Naaien
Kan automatische draadinsteker niet gebruiken
Druk op OK wanneer u een tweelingnaald gebruikt en
rijg met de hand in. Wanneer u een gewone naald
gebruikt - druk op OK en schakel de tweelingnaald uit
bij de instellingen. Druk opnieuw op de toets van de
automatische draadinsteker.
Tweelingnaald
Het volgende pop-upbericht verschijnt wanneer u een
steek kiest die niet geschikt is voor een tweelingnaald.
Steekbreedtebeveiliging
Wanneer steekbreedtebeveiliging is ingeschakeld,
verschijnt het volgende pop-upbericht wanneer een
steek kiest die niet geschikt is voor
steekbreedtebeveiliging.
Let op!
Als de machine stopt en deze pop-up op het scherm
verschijnt, moet u stoppen met naaien. Wacht even en
druk op OK wanneer dat mogelijk is. Controleer de
naalddikte en de staat van de naald. Controleer of de
machine goed is ingeregen.
94
Sequence Creator
6 Sequence Creator
Sequence Creator Inleiding
In Sequence Creator kunt u een reeks steken maken en aanpassen. Combineer verschillende 9 mm-steken, zijwaartse
steken en steeklettertypes van de machine, de mySewnet™-cloud of van een USB-apparaat. Ook steken die in de
functie Stitch Creator™ zijn gemaakt kunnen in een reeks worden ingevoegd. U kunt reeksen maken tot maximaal
ongeveer 500 mm (20") lang. In het informatiegedeelte kunt u zien hoe lang uw werkelijke reeks is.
95
Sequence Creator
Sequence Creator Overzicht
1. Log in bij de mySewnet cloud.
2. WiFi-signaalsterkte
3. Lengte van de reeks
4. Door steken lopen
5. Venster Steekinstellingen
6. Steekbreedte
96
Sequence Creator
7. Steeklengte
8. Steekinstellingen
9. Toetsenbord
10. Annuleren
11. OK
12. Full Screen View
13. Ware grootte
14. Dupliceren
15. Verwijderen
16. Verticaal spiegelen
17. Horizontaal spiegelen
18. Richtingssteken
19. Reeksopdrachten
20. Laden uit de mySewnet™-cloud-map
21. Lettertype laden
22. Steek laden
23. Menupaneel
97
Sequence Creator
Starten met Sequence Creator
Om te beginnen met het maken van een reeks, selecteert
u een gewenste steek in het menupaneel en voegt u deze
toe aan de reeks. Om een reeks van letters te maken,
selecteert u een gewenst lettertype in het menupaneel en
voegt u dit toe aan de reeks. De actieve positie wordt
gemarkeerd door een cursor en de geselecteerde steek of
letter wordt met groen gemarkeerd. Alleen de
geselecteerde steek/steken kunnen worden aangepast.
Ingevoegde steken worden op de plaats van de cursor
gezet. Beweeg de cursor door de reeks met de pijlen.
Het nummer van de geselecteerde steek en het totale
aantal steken in de reeks worden weergegeven tussen
de pijlen. Wanneer u een reeks naait kunt u overal in de
reeks beginnen met naaien. Gebruik de pijlen om door
de reeks te stappen.
Een steek laden
Breng de cursor naar de plaats waar u een steek wilt
toevoegen. Druk op Steek laden en selecteer de
gewenste steek. De beschikbare naaicategorieën staan in
een horizontale lijst, veeg voor meer categorieën.
Selecteer een categorie door erop te drukken en druk
dan op een subcategorie om de beschikbare steken te
bekijken. Druk op een steek om deze in de naaimodus te
laden. Het venster steek selecteren kan worden
uitgebreid als u op de driehoek in de onderste hoek
drukt en deze versleept. Het hele menupaneel kan over
het scherm worden verplaatst: druk lang op de
gekleurde bovenkant van het paneel om het te
verplaatsen naar waar u het wilt hebben. De steek wordt
op de plaats van de cursor gezet.
Een lettertype laden
Breng de cursor naar de plaats waar u een letter wilt
toevoegen en druk op Lettertype laden om een gewenst
lettertype te selecteren. De beschikbare lettertypes staan
in een verticale lijst, veeg om er meer te zien. Druk op
een lettertype om een toetsenbord te openen en druk op
de letters die u wilt toevoegen.
98
Sequence Creator
Tekst en steken aanpassen
1. Horizontaal spiegelen
2. Verticaal spiegelen
3. Steeklengte
4. Steekbreedte
U kunt de geselecteerde steek spiegelen, de lengte en
breedte ervan aanpassen of de dichtheid of positie ervan
veranderen. De aanpassingen werken hetzelfde als in de
naaimodus.
Een steek of letter verwijderen
Verwijderen
Als u een steek of letter wilt verwijderen, drukt u op de
steek om de cursor naar de steek of letter te brengen die
u wilt verwijderen en drukt u op Verwijderen. Druk
lang om de hele reeks te verwijderen.
Een steek of letter dupliceren
Dupliceren
Om een steek te kopiëren brengt u de cursor naar die
steek. Druk op het symbool voor dupliceren om de
geselecteerde steek te kopiëren.
Let op: Als u eerst de steek aanpast en dan kopieert, zitten de
aanpassingen ook in de gekopieerde steek.
Druk lang om een pop-up te openen waarin u het exacte
aantal kopieën dat u wilt invoegen kunt invoeren.
Een steek of letter vervangen
Om een steek te vervangen, selecteert u de steek, drukt
u op Verwijderen en voegt u de nieuwe steek in.
De steek wordt op de plaats van de cursor gezet.
99
Sequence Creator
Richtingssteken
Richtingssteken
Richtingssteken toevoegen tussen steken in een reeks.
Deze steken maken het mogelijk om steken in
verschillende richtingen te verplaatsen en u kunt
nieuwe vormen maken en bredere borders voor grote
gebieden.
Richtingssteken zijn rechte steken met een lengte van
ongeveer 1 mm. Ze kunnen in 16 verschillende
richtingen worden gemaakt.
Druk op Richtingssteken om het Menupaneel te openen
en bij de verschillende hoeken te komen.
Druk op het richtingsgebied om te selecteren met welke
hoek u een steek wilt invoegen.
Wanneer de gewenste hoek is geselecteerd, drukt u op
het pictogram voor invoegen. Er wordt één steek op de
cursorpositie in de reeks ingevoegd.
De richtingssteek kan worden verwijderd, gedupliceerd
of gespiegeld zonder het pop-upvenster van de
richtingssteken te sluiten.
100
Sequence Creator
Reeksopdrachten
1. Bewerkbare steek in groen
2. Afhechten einde
3. Afsnij-opdracht
4. Reeksopdrachten
5. Afhechten begin
U kunt afhechtingen, stops en opdrachten voor het
afsnijden van de draad in de reeks programmeren. Deze
opdrachten worden in de reeks opgenomen en worden
altijd uitgevoerd tijdens het naaien.
Gebruik de afhechtopdracht als u een stevige afhechting
wilt. U kunt op iedere gewenste plaats in de reeks
afhechtopdrachten invoegen.
Voeg een stopopdracht in als u wilt dat de machine
stopt. Dit is bijvoorbeeld handig aan het einde van de
reeks als u de reeks maar één keer wilt naaien of als u
een reeks wilt naaien over verschillende rijen.
Voeg de opdracht voor het afsnijden van de draden in
als u wilt dat de machine afhecht, de draden afsnijdt en
de naaivoet omhoog brengt.
Breng de cursor naar de plaats waar u een opdracht wilt
toevoegen. Selecteer de plaats; er wordt een pictogram
toegevoegd in de reeks. Het pictogram geeft aan dat de
opdracht is ingevoegd en laat ook zien waar de
opdracht in de reeks wordt uitgevoerd.
Let op: De opdrachten verschijnen op het scherm in de
volgorde waarin u ze programmeert.
Ware grootte
Druk op Ware grootte als u wilt dat de reeks teruggaat
naar de originele afmeting.
101
Sequence Creator
Reeks opslaan
1. Toets opslaan
1. Opslaan in mySewnet
2. Opslaan op een USB-
apparaat
3. Selectiegebied
4. Bestandsnaam
5. Huidige status opslaan
6. OK
7. Sluiten
8. Nieuwe map maken
9. Wisselen tussen de
weergave als lijst of als
miniatuur
Druk op de toets Opslaan om uw bestand op te slaan en
er verschijnt een pop-up op het scherm. In de pop-up
opslaan kunt u kiezen of u het bestand opslaat in de
mySewnet cloud-map of op een USB-apparaat. Eerder
opgeslagen steken, reeksen en/of lettertypes worden
weergegeven. Geef uw bestand een naam via het
toetsenbord en druk op de toets OK.
Als u een bestand in een map wilt opslaan, drukt u lang
op de map om deze te openen. Geef het bestand
vervolgens een naam via het toetsenbord en druk op OK
in de pop-up om op te slaan. Voor het maken van een
nieuwe map, drukt u lang op de toets nieuwe map
maken, geeft u de map een naam via het toetsenbord en
drukt u op OK. Druk dan lang op de map om deze te
openen en op te slaan in de nieuwe map.
Druk op de toets Lijst- en miniatuurweergave om af te
wisselen tussen de weergave van de bestanden als lijst
of als miniaturen. In Lijstweergave wordt elk bestand
met bestandsnaam en bestandstype weergegeven. In
Miniatuurweergave wordt elk bestand weergegeven
met de bestandsnaam en een miniatuurafbeelding van
het bestand.
Om het opslagproces te annuleren, sluit u het pop-
upvenster door op Sluiten te drukken. De pop-up voor
opslaan wordt gesloten en u keert terug naar Sequence
Creator.
Leer hoe u uw opgeslagen bestanden kunt organiseren
in File Manager.
Naai uw reeks
Voor het naaien van uw stekenreeks, laadt u deze in de
naaimodus door op OK te drukken in Sequence Creator.
102
Sequence Creator
De hele reeks aanpassen
Om de hele reeks aan te passen, opent u de naaimodus
door op OK te drukken. Aanpassingen die in de
naaimodus worden gemaakt, hebben invloed op de hele
reeks. Lees meer over Steek bewerken in het hoofdstuk
Naaien.
Sequence Creator gebruiken in de
Naaimodus
In de naaimodus kunt u overal in de reeks beginnen met
naaien. Gebruik de pijlen om door de reeks te stappen.
In de naaimodus kunt u uw hele reeks bewerken.
Als u iedere steek wilt bewerken in de reeks die in de
naaimodus is geladen, drukt u op de reeks en Reeks
bewerken wordt gemarkeerd. Druk om Sequence
Creator opnieuw te openen. Maak uw aanpassingen en
druk op OK om deze naar de naaimodus te laden. Druk
op annuleren om het ongedaan te maken.
Let op: Druk lang in het stekengebied om de Smart Toolbox te
openen en Bewerken in Sequence Creator te openen.
103
Sequence Creator
Pop-upberichten in Sequence
Creator
Steek kan niet aan een reeks worden toegevoegd
Sommige steken kunnen niet in een stekenreeks worden
ingevoegd, bijvoorbeeld knoopsgaten en speciale steken
zoals 4-richtingssteken.
Het maximale aantal steken is bereikt
De steek die u probeert toe te voegen maakt de
stekenreeks te lang. Uw stekenreeks kan maximaal
ongeveer 500 mm (20") lang zijn en tot 199 steken en
opdrachten bevatten. Als de stekenreeks de
maximumlengte overschrijdt, verschijnt dit pop-
upbericht.
104
Stitch Creator™ Functie
7Stitch Creator™ Functie
Stitch Creator™ Functie Inleiding
In de Stitch Creator™-functie kunt u compleet nieuwe steken maken en ieder afzonderlijk steekpunt aanpassen. U
kunt helemaal zelf een steek maken of ingebouwde steken of letters veranderen.
De breedte van het steekgebied is 9 mm en de maximale steeklengte is 5mm. Het raster en de verticale middellijn
helpen u de steek te maken. Uw steek kan worden opgeslagen in de mySewnet™-cloud-map of op een USB-apparaat.
Om de functie Stitch Creator™ te openen, drukt u op het pictogram van de Stitch Creator™-functie.
105
Stitch Creator™ Functie
Stitch Creator™ Functie Overzicht
1. WiFi-verbinding
2. mySewnet cloud
3. Meerdere selecteren
4. Alles selecteren
5. Pijlen (toont huidige steek)
6. Horizontaal voorbeeld
106
Stitch Creator™ Functie
7. Verplaatsingswiel met steekpositie (X=naaldpositie
steek, Y=transportlengte)
8. Zoombalk
9. Bewerken
10. Toetsenbord
11. Annuleren
12. OK
13. Volledig scherm
14. Nieuw steekpunt
15. Drievoudige steek
16. Ware grootte
17. Dupliceren
18. Verwijderen
19. Horizontaal spiegelen
20. Verticaal spiegelen
21. Lettertype laden
22. Steek laden
23. Stekengebied
Starten met Stitch Creator™
Definitie van een steekpunt
Een steekpunt is het punt waarop de naald door de stof
gaat. Steken zijn verbonden door steekpunten.
Ieder steekpunt wordt aangegeven met een punt. Een
geselecteerd steekpunt wordt aangegeven met een open
vierkantje (A). Een gemarkeerd steekpunt wordt
aangegeven met een opgevuld vierkantje (B).
Steken/steekpunten selecteren
Om een steekpunt te selecteren, drukt u er op het
scherm op. Als u meer dan één steekpunt selecteert,
worden de steken daartussen automatisch ook
geselecteerd.
Om het vorige of volgende steekpunt in uw steek te
markeren, drukt u op het pictogram Meerdere
selecteren en gebruikt u de pijlen. De huidige
steekpositie wordt weergegeven tussen de pijlen. Het
eerste getal is het gemarkeerde steekpunt. Het tweede
getal is het totale aantal steekpunten.
Om alle steekpunten tegelijkertijd te selecteren, drukt u
op het pictogram Alle selecteren.
Als het pictogram groen is, betekent dit dat het is
geactiveerd. Als het wit is, is het gedeactiveerd.
107
Stitch Creator™ Functie
Meerdere selecteren
Meerdere selecteren
Om de steekpunten naast het gemarkeerde steekpunt te
selecteren, drukt u op Meerdere selecteren en dan op de
pijlen om het volgende steekpunt te selecteren.
Gebruik de pijl omhoog om steekpunten voor het
gemarkeerde steekpunt te selecteren en de pijl omlaag
om de steekpunten na het gemarkeerde steekpunt te
selecteren.
Let op: Bij het selecteren van steekpunten met de pijl omhoog
kunt u steekpunten deselecteren door op de pijl omlaag te
drukken.
Als het pictogram groen is, betekent dit dat het is
geactiveerd. Als het wit is, is het gedeactiveerd.
Alles selecteren
Alles selecteren
Om alle steekpunten tegelijkertijd te selecteren, drukt u
op het pictogram Alle selecteren. Om alles te
deselecteren, drukt u opnieuw op het pictogram.
Als het pictogram groen is, betekent dit dat het is
geactiveerd. Als het wit is, is het gedeactiveerd.
Horizontaal voorbeeld
Als u een steek maakt in Stitch Creator™, verschijnt er
een voorbeeldweergave van uw gemaakte steek. Dat
helpt u te zien hoe de steek eruit zal zien als er meerdere
herhalingen van worden gemaakt.
108
Stitch Creator™ Functie
Stitch Creator™
Bewerkgereedschappen
Zoomen
Wanneer u de zoombalk gebruikt, blijft de focus op het
gemarkeerde steekpunt.
De afstand tussen de rasterlijnen bij 100% zoom is gelijk
aan 1 mm op de stof. Als u inzoomt op het stekengebied,
verandert de afstand tussen de rasterlijnen. Als u
uitzoomt, zijn alleen de randlijnen van het stekengebied
zichtbaar.
U kunt ook in-/uitzoomen door samen te knijpen en uit
te rekken.
Verplaatsen
Om uw steek of steekpunt te verplaatsen, kunt u
steekpunten direct op het multi-touchscreen selecteren
met uw vingers of door op de pijlen in het wiel te
drukken.
Het getal boven het wiel (X) laat de huidige naaldpositie
vanaf de middellijn zien voor het gemarkeerde
steekpunt.
Het getal boven het wiel (Y) laat de huidige
transportlengte zien vanaf het vorige steekpunt.
Steek of steekpunt toevoegen
Nieuwe steek
U kunt ook een bestaande steek toevoegen uit de
stekenselectiesneltoets op de menubalk of uit het
selectiemenu.
Druk op het pictogram om één enkel steekpunt in te
voegen. De twee steekpunten vormen een nieuwe steek.
Geselecteerd steekpunt dupliceren
Dupliceren
Als u een steekpunt wilt dupliceren, selecteert u het
steekpunt en gebruikt u Dupliceren om een kopie te
maken.
Als diverse steekpunten zijn geselecteerd, worden die
allemaal gekopieerd en na het gemarkeerde steekpunt
ingevoegd.
Druk lang op het pictogram Dupliceren om een pop-up
op te roepen waarin u het exacte aantal kopieën dat u
wilt invoegen kunt aangeven.
Drievoudige steek
Drievoudige steek
Druk op het pictogram Drievoudige steek en de
geselecteerde steek/steken worden verdriedubbeld.
Let op: Alleen mogelijk als er meer dan één steekpunt is
geselecteerd.
109
Stitch Creator™ Functie
Spiegelen
1. Horizontaal spiegelen
2. Verticaal spiegelen
De geselecteerde steekpunt(en) worden horizontaal en/
of verticaal gespiegeld.
Let op: Alleen mogelijk als er meer dan één steekpunt is
geselecteerd.
Geselecteerd steekpunt verwijderen
Verwijderen
Als u één steekpunt wilt verwijderen, selecteert u het en
drukt u op het pictogram Verwijderen. Als meer dan
één steekpunt is geselecteerd, worden die allemaal
verwijderd als u op het pictogram drukt.
Druk lang op het pictogram Verwijderen om alle
steekpunten uit het stekengebied te verwijderen.
110
Stitch Creator™ Functie
Een steek bewerken die is gemaakt
in Stitch Creator™
Als u in de naaimodus bent en een steek wilt bewerken
die is gemaakt in Stitch Creator™, drukt u lang op het
werkgebied om de Smart Toolbox op te roepen. Selecteer
Bewerken in Stitch Creator™ en de steek wordt
geopend in Stitch Creator™.
Een steek laden en naaien
Om de gemaakte steek te naaien, drukt u op OK in de
rechter onderhoek van het scherm. Uw steek wordt in de
Naaimodus geladen en is klaar om te worden genaaid.
Als u op Annuleren drukt in Stitch Creator™, keert u
terug naar de naaimodus zonder de steek die u heeft
gemaakt in Stitch Creator™.
Als u een andere steek selecteert in de naaimodus en dan
de Stitch Creator™-functie opnieuw opent, blijft uw
gemaakte steek niet in Stitch Creator™.
Een steek opslaan
Om een steek op te slaan die is gemaakt in Stitch
Creator, drukt u op de toets Opslaan buiten het scherm.
Er verschijnt een pop-up waarmee u de steek een naam
kunt geven en kunt beslissen waar u hem wilt opslaan.
Uw steek kan worden opgeslagen in de mySewnet™-
cloud-map of op een USB-apparaat. Zie Steek opslaan
voor meer informatie. Klik op OK om te bevestigen.
Gemaakte steken gebruiken in
Sequence Creator
Een steek die is gemaakt in de Stitch Creator™-functie
kan worden gebruikt als onderdeel van een reeks. In
Sequence Creator opent u het selectiemenu en zoekt u
uw opgeslagen steek op. De steek wordt ingevoegd op
de cursorpositie in de reeks.
Pop-upberichten in de Stitch
Creator™-functie
Geen bewerkbare steek.
Sommige steken kunnen niet worden bewerkt in de
Stitch Creator™-functie. Knoopsgaten, steken die
breder zijn dan 9 mm en vierrichtingssteken kunnen
niet worden geopend in de Stitch Creator™-functie.
111
Stitch Creator™ Functie
Reeks buiten bereik
Uw stekenreeks mag tot maximaal ongeveer 500 mm
(20″) lang zijn. Als de steek de maximumlengte
overschrijdt, laat deze pop-up u weten dat de steek of
het steekpunt dat u probeert toe te voegen de reeks te
lang maakt.
112
Help Center
8 Help Center
Help Center Inleiding
In het Help Center vindt u informatie over het gebruik van uw performance icon™-machine en kunt u meer lezen
over de functies van de machine.
Help Center Overzicht
1. Help Center-venster
2. Gebruikershandleiding
3. Starten
4. Technieken en tutorials
5. Naai-instructies
6. Handleiding versteviging
7. mySewnet
8. WiFi-instellingen
9. Quick Help
10. Terug naar het vorige venster
113
Help Center
Gebruikershandleiding
1. Navigatiepijlen
2. Index
3. Categorie
4. mySewnet
5. WiFi-instellingen
6. Quick Help
7. Terug naar het vorige
venster
Druk op Gebruikshandleiding om de ingebouwde
gebruikshandleiding te openen. Hierin vindt u
informatie over hoe u uw performance icon™-machine
moet bedienen en wat de verschillende functies van uw
machine zijn.
U kunt de Gebruikshandleiding bekijken per Index of
door in de Categorie te kijken. De categorie-optie geeft
de helponderwerpen verdeeld in categorieën weer die
overeenkomen met de structuur in de
Gebruikshandleiding. De index-optie toont
onderwerpen in alfabetische volgorde.
114
Help Center
Starten
1. Snelle referentiehandleidingen
2. mySewnet
3. WiFi-instellingen
4. Quick Help
5. Terug naar het vorige venster
In dit gedeelte vindt u hulp die te maken heeft met het
basisgebruik van de machine, zoals het inrijgen van de
machine, het IDT™ in- en uitschakelen en dergelijke.
Een aantal van de handleidingen bevatten animaties.
Selecteer het onderwerp dat u interesseert door erop te
drukken. Er wordt een Project Viewer geopend met
stap-voor-stap-instructies en animaties.
De bovendraad inrijgen
Automatische draadinsteker
Het IDT™ systeem inschakelen/uitschakelen
Spoelen
Opspoelen via de naald
Spoel plaatsen
115
Help Center
Technieken en tutorials
1. Tutorials
2. mySewnet
3. WiFi-instellingen
4. Quick Help
5. Terug naar het vorige venster
Druk hierop om Technieken en tutorials te openen Er
zijn verschillende categorieën waar u uit kunt kiezen,
zoals Kleding-, Naai- en Quilttechnieken. Selecteer een
techniekencategorie en selecteer dan een technieken-
subcategorie om de beschikbare projecten te zien. Druk
op een project om het te openen.
Kledingtechnieken
In dit gedeelte vindt u tutorials over het naaien van
verschillende technieken voor kledingstukken, zoals
kragen, ritsen, zakken, enz.
In elk project vindt u stap-voor-stap-instructies met
afbeeldingen en/of animaties. De steken die nodig zijn
voor de gekozen techniek worden voor u uitgefilterd en
zijn beschikbaar in de tab Inhoud. Het kan echter nodig
zijn om de instelling van de steken aan te passen (lengte,
breedte, enz.) afhankelijk van welk stoftype u voor uw
project gebruikt. De steken zijn altijd ingesteld voor
naaien met geweven, normale stof.
116
Help Center
Naaitechnieken
In dit gedeelte vindt u tutorials over het naaien van
verschillende technieken zoals de exclusieve
naaitechnieken, enz.
In elk project vindt u een instructie met afbeeldingen
en/of animaties. De steken die nodig zijn voor de
gekozen techniek worden voor u uitgefilterd. Het kan
echter nodig zijn om de instelling van de steken aan te
passen (lengte, breedte, enz.) afhankelijk van welk
stoftype u voor uw project gebruikt. Als u een steek
selecteert uit de projectviewer, worden alle benodigde
instellingen voor de specifieke techniek voor u ingesteld.
Quilttechnieken
In dit gedeelte vindt u tutorials over het naaien van
verschillende quilttechnieken zoals patchwork,
afwerken, enz.
In elk project vindt u stap-voor-stap-instructies met
afbeeldingen en/of animaties. De steken die nodig zijn
voor de gekozen techniek worden voor u uitgefilterd.
Het kan echter nodig zijn om de instelling van de steken
aan te passen (lengte, breedte, enz.) afhankelijk van
welk stoftype u voor uw project gebruikt.
Handleiding versteviging
1. Handleidingen versteviging
2. mySewnet
3. WiFi-instellingen
4. Quick Help
5. Terug naar het vorige venster
Druk erop om de versteviging-gids te openen. Selecteer
een verstevigingsgroep om de verschillende
verstevigingen binnen de groep te bekijken. Druk op
een versteviging om meer informatie over het gebruik te
zien. De informatie over de versteviging wordt
weergegeven in een viewer. Sluit de viewer om een
andere versteviging in de groep te selecteren.
Speciaal: In deze categorie vindt u versteviging voor
speciale toepassingen.
Scheurversteviging: Tear-a-way versteviging is een
tijdelijke versteviging. Na het naaien is het
gemakkelijk te verwijderen.
Tussenvulling: Gebruik tussenvulling tussen uw
bovenkant- en achterkantstof om uw project meer
volume te geven.
117
Help Center
Projecten
1. Pictogram Project Viewer in het menupaneel
Wanneer u een project laadt van het Help Center, wordt
het weergegeven in de Project Viewer, die altijd
toegankelijk is op het scherm. Druk, wanneer de Project
Viewer geminimaliseerd is, op het pictogram Project
Viewer om de viewer uit te breiden.
Project Viewer
1. Project Viewer
2. Instructies
3. Actieve stap
4. Minimaliseren
5. Stappen tussen de
projectstappen
6. Tekstgrootte verkleinen
7. Tekstgrootte vergroten
8. Venster uitbreiden
9. Afspelen
10. Inhoud
11. Sluiten
12. Huidige stap
Als u een project heeft geselecteerd, wordt er een Project
Viewer geopend. De Viewer kan worden
geminimaliseerd of gesloten door op het pictogram
Sluiten of Minimaliseren te drukken. De Viewer kan ook
worden verplaatst over uw scherm, zodat u bij
pictogrammen kunt komen die verborgen kunnen zijn
als u de instructies volgt.
U kunt de tekst in de Viewer verkleinen of vergroten
door op een van de A-pictogrammen te drukken.
Er zijn twee tabs waartussen u kunt afwisselen:
Instructie en Inhoud. De Instructie-tab bevat alle
instructies, afbeeldingen en animaties die u moet zien
om het project te kunnen doen.
In de inhoud-tab vindt u de steken die u nodig heeft
voor het specifieke project.
Gebruik de pijlen of veeg verticaal om naar de volgende
stap te gaan. De stap met een groene omranding is de
actieve stap.
Alle afbeeldingen kunnen worden vergroot door erop te
drukken. Dit kan zeer handig zijn als u naar de lijst met
materialen kijkt.
Als u op het pictogram Afspelen drukt, wordt er een
videoplayer geopend die u laat zien hoe u dat specifieke
gedeelte moet maken.
Sommige projecten bevatten een pictogram Steek. Als u
erop drukt, laadt u de steek die nodig is voor die stap.
118
Help Center
Videoplayer
1. Pictogram hoofdstuk/
gedeelte
2. Schuif
3. Terugspoelen
4. Afspelen/pauzeren
5. Snel vooruit
6. Herhalen
7. Volledig scherm
Druk op het afspeel-pictogram om de animatie te
bekijken. In de videospeler die wordt geopend, kunt u
afspelen/pauzeren, terugspoelen, snel vooruit spoelen,
de animatie op herhalen zetten en de volledige scherm-
weergave aan/uit zetten. U kunt de schuif ook slepen
om vooruit of achteruit te bewegen in de animatie.
Druk lang op terugspoelen om de animatie vanaf het
begin te starten.
Druk op het pictogram hoofdstuk/gedeelte om af te
wisselen tussen de hele video of het huidige hoofdstuk
bekijken.
Sluit de animatie door op de X te drukken. U kunt ook
buiten het videoplayervenster drukken om het te sluiten.
119
File Manager
9 File Manager
File Manager Inleiding
Druk op Hoofdmenu en selecteer de tap File Manager om de File Manager te openen.
De File Manager wordt gebruikt voor het openen van lettertypebestanden en steekbestanden. Bewaar uw opgeslagen
bestanden in de mySewnet cloud-map of op een USB-apparaat dat met uw performance icon™-machine is
verbonden.
120
File Manager
Bestandsbeheer Overzicht
1. Terug naar het vorige venster
121
File Manager
2. Quick Help
3. WiFi-signaalsterkte
4. mySewnet cloud-map
5. Selectiegebied
6. Bestandsinformatie
7. Knippen
8. Kopiëren
9. Plakken
10. Naam van bestand of map veranderen
11. Nieuwe map maken
12. Verwijderen
13. Lijst-/Miniatuurweergave
14. Meerdere selecteren
15. Eén map omhoog
16. USB-apparaat
17. mySewnet cloud-map
122
File Manager
Bestandsformaten
Uw performance icon™-machine kan de volgende
bestandsformaten laden:
.SPX (steekbestand)
.JOS (projectbestanden)
Let op: Als het bestandstype of de bestandsversie niet wordt
ondersteund door uw machine of als het bestand is beschadigd,
wordt het weergegeven in het selectiegebied als niet-herkend
bestand.
Door File Manager bladeren
Bewaar uw lettertypes en steken in de mySewnet
cloud-map of op een USB-apparaat dat is aangesloten op
de USB-poorten. Het pictogram USB-apparaat is alleen
beschikbaar wanneer er een USB-apparaat op uw
machine is aangesloten.
Om de inhoud weer te geven, drukt u op de mySewnet™-
cloud-map of op het USB-apparaat. Veeg met uw vinger
omhoog en omlaag om te bladeren en de inhoud te
bekijken. Lettertypebestanden worden weergegeven als
miniatuur of met een pictogram afhankelijk van of u
Lijstweergave of Miniatuurweergave heeft geselecteerd.
Een bestand of een map openen
Druk op een bestand om informatie over het bestand te
lezen in de bestandsinformatie. Druk lang op het
bestand om het te laden.
Als u een steeklettertypebestand laadt, wordt het
geladen in Sequence Creator.
Druk lang op een map om deze te openen. De inhoud
van de map verschijnt in het selectiegebied. De plaats
van een open map staat in het huidige mapgebied.
Meerdere selecteren
Als u meerdere steken of lettertypes tegelijkertijd wilt
selecteren, drukt u op het pictogram Meerdere
selecteren. Wanneer Meerdere selecteren is ingeschakeld,
drukt u op de bestanden die u wilt gebruiken. Kopieer
en plak de geselecteerde bestanden bijv. in een andere
map in File Manager.
Let op: Als u probeert een combinatie van bestanden/mappen
te laden, die niet naar dezelfde bestemming geladen kan
worden, verschijnt een pop-upbericht.
mySewnet Cloud-map
Sla steken en lettertypes op in de mySewnet cloud-map
op de machine. Wanneer u bent ingelogd bij een
mySewnet account en verbonden met mySewnet
worden uw opgeslagen bestanden automatisch
gesynchroniseerd met de mySewnet cloud. Lees meer
over de mySewnet™-cloud.
123
File Manager
USB-apparaat
Het pictogram USB-apparaat is alleen actief wanneer er
een USB-apparaat op de machine is aangesloten. Druk
op het pictogram USB-apparaat om alle aangesloten
apparaten weer te geven. Druk op een USB-apparaat om
het te bekijken.
Lijst-/Miniatuurweergave
Lijst-/Miniatuurweergave
Druk op het pictogram Lijst-/Miniatuurweergave om af
te wisselen tussen de weergave van de bestanden in een
lijst of als miniatuurpictogrammen. In lijstweergave
wordt elk bestand met bestandsnaam en bestandstype
weergegeven. In miniatuurweergave wordt elk bestand
weergegeven met een miniatuurafbeelding van het
bestand.
In de lijstweergave zijn alle bestanden gesorteerd in
categorieën met aparte koppen; Map, Steek,
Borduurmotief en Overige. Dit maakt het eenvoudiger
om een specifiek bestand te vinden als u veel
verschillende bestandstypes in dezelfde map heeft staan.
Eén mapniveau omhoog
Eén mapniveau omhoog
Gebruik het pictogram Eén mapniveau omhoog om
door de niveaus van mappen te lopen. U kunt helemaal
omhoog gaan naar het eerste niveau. In het
selectievenster kunt u de bestanden en mappen zien
voor ieder niveau. Druk lang op een map om deze te
openen.
Organiseren
Hieronder vindt u instructies hoe u uw bestanden kunt
organiseren in File Manager.
Nieuwe map maken
Nieuwe map maken
Druk op het pictogram Nieuwe map aanmaken om een
nieuwe map op de huidige plaats te maken. Er
verschijnt een pop-upbericht waarin u een naam voor
uw map kunt invoeren.
Hernoem bestand of map
Naam veranderen
Om de naam van een bestand of map te veranderen,
drukt u erop om te selecteren en daarna drukt u op het
pictogram Naam bestand of map veranderen. Er gaat
een pop-upbericht open waarin u de nieuwe naam voor
een bestand of map kunt invoeren.
124
File Manager
Een bestand of map verplaatsen
Knippen
Plakken
Gebruik knippen en plakken om een bestand(en) of map
(pen) ergens anders op te slaan.
Selecteer de bestanden of mappen en druk dan op het
pictogram knippen. Open de map waarin u de selectie
wilt plaatsen. Druk op het pictogram plakken. De
bestanden of mappen worden verwijderd op hun
oorspronkelijke locatie en opgeslagen in de nieuwe map.
Let op: Activeer Meerdere selecteren om in één keer meer dan
één bestand en/of map te kunnen selecteren en verplaatsen.
125
File Manager
Een bestand of map kopiëren
Kopiëren
Plakken
Gebruik kopiëren en plakken om bestand(en) of map
(pen) ergens anders op te slaan.
Selecteer de bestanden of folders en druk dan op het
pictogram kopiëren. Open de map waarin u de selectie
wilt plaatsen. Druk op het pictogram Plakken. De
bestanden of mappen zijn nu opgeslagen in de nieuwe
map en de oorspronkelijke bestanden of mappen
bestaan nog steeds in de vorige map.
Let op: Activeer Meerdere selecteren om tegelijkertijd meer
dan één bestand en/of map te kunnen selecteren en
verplaatsen.
Verwijder een bestand of map
Verwijderen
Om een bestand of map te verwijderen, selecteert u deze
en drukt u op het pictogram verwijderen. Er verschijnt
een pop-up bericht zodat u het verwijderen kunt
bevestigen. Als een map wordt verwijderd, worden ook
alle bestanden die in de map staan verwijderd.
Om alle bestanden en mappen in de actieve map te
verwijderen, houdt u het pictogram Verwijderen enkele
seconden ingedrukt. Er verschijnt een pop-up bericht
zodat u het verwijderen van alle inhoud kunt bevestigen.
Pop-upberichten in File Manager
Bestand of map verwijderen
Wanneer u een bestand of een map verwijdert, moet u
het verwijderen bevestigen in het pop-upbericht dat op
het scherm verschijnt. Dit voorkomt dat u onbedoeld
dingen verwijdert.
Map bestaat al
U kunt geen nieuwe map aanmaken met dezelfde naam
als een andere map op hetzelfde niveau. Maak uw map
aan op een ander niveau of voer een andere naam in
voor de map.
126
File Manager
Niet voldoende geheugen beschikbaar
Wanneer er nog maar weinig ruimte over is, meldt uw
machine u dat eenmaal. Als u de ruimte blijft vullen,
geeft de machine geen herinnering meer totdat de
ruimte helemaal vol is. Verplaats bestanden naar een
USB-apparaat met de knippen en plakken functies om
ruimte te maken.
De combinatie van geselecteerde bestandstypes kan niet worden geladen
Sommige bestandscombinaties kunnen niet naar
dezelfde bestemming worden geladen met Meerdere
selecteren.
127
Onderhoud
10 Onderhoud
De buitenkant van de naaimachine
reinigen
Maak uw naaimachine regelmatig schoon om ervoor te
zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine
hoeft niet te worden gesmeerd (geolied).
Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een
zachte doek om eventueel opgehoopt stof of
textielresten te verwijderen.
Neem het scherm af met een schone, iets vochtige
microvezeldoek.
De steekplaat verwijderen en het
spoelhuis reinigen
Zet de naaimachine uit.
Verwijder de naaivoet. Open het spoelhuis met het
ontgrendelknopje (A) rechts. Verwijder het deksel.
Plaats de meegeleverde schroevendraaier onder de
steekplaat zoals te zien is en draai de schroevendraaier
voorzichtig om de steekplaat los te wrikken. Maak de
transporteur schoon met het borsteltje dat bij de
accessoires zit.
Schoonmaken onder het spoelhuis.
Maak het gedeelte onder het spoelhuis schoon na
diverse naaiprojecten of wanneer u merkt dat zich
textielresten in het spoelhuisgedeelte hebben opgehoopt.
Til de spoelhuishouder (A) die het voorste deel van het
spoelhuis afdekt op en verwijder de houder. Verwijder
het spoelhuis (B) door dit op te tillen. Reinig met het
borsteltje.
Wees voorzichtig wanneer u het gebied rondom het
mes van de draadafsnijder (C) schoonmaakt.
Plaats het spoelhuis en de spoelhuishouder weer terug.
Let op: Blaas geen lucht in het spoelhuisgedeelte. Het stof en
de pluisjes worden dan in uw machine geblazen.
Let op: Verwijder regelmatig stof en draden uit het
spoelhuisgedeelte. Controleer het spoelhuisgedeelte als u de
steekplaat vervangt.
A
B
C
128
Onderhoud
De steekplaat vervangen
Plaats de steekplaat zo, dat de steekplaat in de gleuf aan
de achterkant (D) past. Duw de steekplaat omlaag totdat
hij op zijn plaats klikt. Plaats het deksel weer op het
spoelhuis.
Problemen oplossen
In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u
oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden
met uw machine. Neem voor meer informatie contact op
met uw plaatselijke officiële PFAFF®-dealer, die u graag
zal helpen.
Let op: Raadpleeg bij problemen met de firmware, zoals WiFi-
verbinding en my Sewnet™-diensten het gedeelte Problemen
oplossen in de ingebouwde gebruiksaanwijzing.
Algemene problemen
Spoelsignaal werkt niet Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik
alleen de originele PFAFF®-spoelen die speciaal voor dit
model zijn ontworpen.
De draadafsnijder snijdt de draad niet af Verwijder de steekplaat en verwijder textielresten uit het
spoelgedeelte.
Schakel de automatisch draadafsnijder in in het
instellingenmenu.
De stof wordt niet getransporteerd Controleer of de machine niet is ingesteld op naaien uit
de vrije hand.
Controleer of de transporteur niet is ingesteld op
verzonken in het instellingenmenu.
Verkeerde steek, onregelmatige of smalle steek Schakel tweelingnaald of steekbreedtebeveiliging uit in
het instellingenmenu.
De naald breekt Breng de naald op de juiste manier aan volgens de
beschrijving, zie De naald verwisselen, pagina 30.
Gebruik een geschikte naald voor de geselecteerde stof.
Zie De juiste combinatie van draad/naald selecteren,
pagina 33.
De machine naait niet Controleer of alle stekkers goed in de machine en in het
stopcontact zitten.
Slecht naairesultaat Gebruik alleen accessoires die zijn ontworpen voor uw
performance icon™-machine.
Volg de aanbevelingen op het scherm op.
D D
129
Onderhoud
Het scherm van de naaimachine en/of de functietoetsen
reageren niet op aanrakingen
De contacten en functietoetsen van de machine kunnen
gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Als het scherm
niet op aanrakingen reageert, zet u de machine UIT en
weer AAN. Neem contact op met uw erkende PFAFF®-
dealer als het probleem blijft bestaan.
Bij het naaien op dikke en/of dichte stoffen maakt de
machine een duidelijk te horen geluid dat anders is dan
het geluid dat u gewoonlijk hoort tijdens het naaien.
Dit geluid betekent niet dat er een storing is. De machine
heeft een pulserende naaldkrachtfunctie die de naald
helpt om door dikke en/of dichte stoffen te prikken. Het
geluid is te horen als de naaivoet en de stof samen met
de naald omhoog komen. Verhoog de naaivoetdruk om
te voorkomen dat de naaivoet omhoog komt.
Als het geluid niets met de pulserende
naaldkrachtfunctie te maken lijkt te hebben, neem dan
contact op met uw erkende PFAFF®-dealer om uw
naaimachine na te laten kijken.
De automatische draadinsteker werkt niet goed
Het oog van de naald is te klein voor de draad Gebruik een grotere naald of dunner garen. Zie De juiste
combinatie van draad/naald selecteren, pagina 33
Gebruikt u speciaal garen, zoals "onzichtbaar" of ander
rekbaar garen, metallic of plat metallic garen of dik
garen?
Speciale garens worden niet altijd goed gegrepen door
het haakje van de automatische draadinsteker. Als dat
gebeurt, wordt de draad niet in de naald gestoken.
Probeer de automatische draadinsteker opnieuw of steek
de draad met de hand in de naald.
Pop-upbericht: De automatische draadinsteker staat niet
in de beginstand. Druk op OK om te kalibreren
De draadinsteker is uit de beginstand geraakt mogelijk
doordat er iets tegenaan is gestoten tijdens het naaien.
Druk op OK om de draadinsteker te kalibreren en ga
weer door met naaien.
Pop-upbericht: De kalibratie van de automatische
draadinsteker is mislukt. Druk op OK om opnieuw te
kalibreren. Neem contact op met uw plaatselijke
erkende servicecentrum als de automatische
draadinsteker dan nog steeds niet goed wordt
gekalibreerd.
Wordt weergegeven als de machine de draadinsteker
niet kan kalibreren wanneer u de machine aanzet.
Verwijder alles wat de draadinsteker zou kunnen
blokkeren en druk op OK.
Pop-upbericht: De automatische draadinsteker lijkt
geblokkeerd te zijn en kan niet terugkeren naar de
beginstand. Druk op OK om de automatische
draadinsteker naar de stand voor handmatig
schoonmaken te brengen.
Als u garen gebruikt dat te dik is voor de naald, kan de
automatische draadinsteker mogelijk de draad niet door
het oog van de naald trekken. Druk op OK om naar
handmatig schoonmaken te gaan. Er verschijnt een
nieuw pop-upbericht met verdere instructies.
Als u het probleem niet kunt vinden of als u de draad
niet kunt verwijderen, drukt u op annuleren.
Pop-upbericht: Verwijder voorzichtig alle draden die
vastzitten in de automatische draadinsteker of in het oog
van de naald. Druk op OK om de automatische
draadinsteker terug te brengen naar de startpositie.
Als u garen gebruikt dat te dik is voor de naald, kan de
automatische draadinsteker mogelijk de draad niet door
het oog van de naald trekken. Verwijder de draad
voorzichtig om het haakje dat door het oog van de naald
gaat niet te beschadigen. Druk op OK wanneer de draad
is verwijderd.
130
Onderhoud
Pop-upbericht: De automatische draadinsteker staat niet
in de beginstand. U kunt niet verder naaien om schade
aan de machine te voorkomen. Druk na het sluiten van
deze pop-up op de toets van de automatische
draadinsteker op uw machine om een nieuwe poging tot
inrijgen te doen of neem contact op met uw plaatselijke
erkende servicecentrum.
Neem contact op met uw erkende PFAFF®-dealer om de
machine na te laten kijken.
Pop-upbericht: De automatische draadinsteker kan niet
terugkeren naar de beginstand. U kunt niet verder
naaien om schade aan de machine te voorkomen. Neem
contact op met uw plaatselijke erkende servicecentrum.
Neem contact op met uw erkende PFAFF®-dealer om de
machine na te laten kijken.
De naaimachine slaat steken over
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald op de juiste manier aan volgens de
beschrijving, zie De naald verwisselen, pagina 30.
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.
Gebruik een geschikte naald voor de geselecteerde stof
en garen. Zie De juiste combinatie van draad/naald
selecteren, pagina 33.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Verwijder de draad helemaal en rijg de machine
opnieuw in, zie De bovendraad inrijgen, pagina 31.
Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juiste naaivoet.
Is de naald te dun voor de draad? Vervang de naald.
Beweegt de stof omhoog en omlaag met de naald tijdens
het naaien uit de vrije hand?
Als u de 6A Borduur-/Sensormatic free-motionvoet
gebruikt, verlaag dan in het instellingenmenu de
draaihoogte met kleine stapjes totdat het probleem is
opgelost.
De bovendraad breekt.
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald op de juiste manier aan, zie De naald
verwisselen, pagina 30.
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.
Gebruik een geschikte naald voor de geselecteerde stof
en garen. Zie De juiste combinatie van draad/naald
selecteren, pagina 33.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Verwijder de draad helemaal en rijg de machine
opnieuw in, zie De bovendraad inrijgen, pagina 31.
Schuift de draad omlaag en komt deze vast te zitten
onder het garenklosje?
Plaats het grote garenschijfje met de platte kant omhoog
onder het klosje op de garenpen, of gebruik voor grote
garenklosjes een garennetjes over het klosje. Zie Inrijgen
- Tips en hints, pagina 36.
Is de naald te dun voor de draad? Plaats een naald die groot genoeg is voor de draad.
Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of garen dat is
uitgedroogd?
Neem nieuw garen van hoge kwaliteit dat u heeft
gekocht bij een erkende PFAFF®-dealer.
Is het garenschijfje dat u op het garenklosje gebruikt te
klein, zodat de draad vastloopt bovenaan het klosje?
Plaats een garenschijfje dat iets breder is dan het klosje.
Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of
horizontaal)
131
Onderhoud
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Is de draadspanning te hoog voor het geselecteerde
garen?
Verlaag de draadspanning in kleine stappen totdat het
probleem is opgelost.
Onderdraad breekt
Gebruikt u de juiste spoel? Gebruik alleen spoelen die speciaal zijn ontworpen voor
uw performance icon™-machine.
Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad.
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Zitten er veel textielresten in het spoelhuisgedeelte? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik
alleen de originele spoelen die voor dit model zijn
goedgekeurd.
Is de spoel goed opgewonden? Spoel garen op een ander spoeltje.
De naad heeft ongelijke steken
Is de draadspanning goed afgesteld? Controleer de bovendraadspanning.
Verwijder de draad helemaal en rijg de machine
opnieuw in, zie De bovendraad inrijgen, pagina 31.
Is het garen dat u gebruikt dik of of van slechte
kwaliteit?
Vervang het garen.
Is de onderdraad gelijkmatig opgewonden? Controleer het opwinden van de spoel.
Wordt er een correcte naald gebruikt? Breng een geschikte naald aan op de juiste manier
volgens de beschrijving, zie De naald verwisselen,
pagina 30.
Gebruik een geschikte naald voor de geselecteerde stof.
Zie De juiste combinatie van draad/naald selecteren,
pagina 33.
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Verwijder de draad helemaal en rijg de machine
opnieuw in, zie De bovendraad inrijgen, pagina 31.
Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van de
transporteur?
Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met
het borsteltje schoon.
Is de instelling free motion ingeschakeld? Schakel de instelling free motion uit in de naaimodus.
Staat de transporteur ingesteld op verzonken? Controleer of de transporteur niet is ingesteld op
verzonken in het instellingenmenu.
Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juiste naaivoet.
132
Onderhoud
Reparaties
Laat uw naaimachine regelmatig door uw plaatselijke officiële dealer controleren en onderhouden!
Als u deze aanwijzingen voor het oplossen van
problemen heeft opgevolgd en nog steeds problemen
heeft, neem dan contact op met uw dealer. Het kan
nuttig zijn om de stof, het garen en de versteviging die u
gebruikt mee te nemen. Als u een proeflapje heeft
waarop het probleem te zien is, neemt u dat dan ook
mee. Een proeflapje geeft vaak betere informatie dan
woorden en helpt uw technicus om vast te stellen wat
het probleem is.
Niet-originele onderdelen en accessoires
De garantie geldt niet voor storingen of schade als
gevolg van het gebruik van niet-originele accessoires of
onderdelen.
Technische specificaties
performance icon™ Machine
Aansluitspanning 100–120V/200–240V, 50–60Hz
Nominaal verbruik <100W
Verlichting LED-lampjes
Naaisnelheid 1050 steken/minuut maximaal
Model voetpedaal FR5
Veiligheidsklasse II
WiFi-module:
Frequentie
Zendvermogen
Gevoeligheid ontvanger
2.4GHz band 802.11 b/g/n
+17dBm
-97dBm
Nettogewicht (kg), alleen machine 14,5
Afmetingen naaimachine:
Lengte (mm)
Breedte (mm)
Hoogte (mm)
590
220
400
De technische specificaties en deze
gebruikershandleiding kunnen zonder kennisgeving
vooraf worden gewijzigd.
133
BELANGRIJKE
11 BELANGRIJKE
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van
IEC/EN 60335-2-28 en UL1594.
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u
altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften in acht
nemen, inclusief het volgende:
Lees alle instructies door voordat u deze
huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de
instructies op een geschikte plaats, dicht bij de
naaimachine. Lever de instructies bij de naaimachine als
deze van eigenaar verwisselt.
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET
RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK:
Naaimachines mogen nooit onbewaakt blijven
wanneer de stekker in het stopcontact zit. Haal de
stekker van deze naaimachine altijd meteen uit het
stopcontact na het gebruik en voordat u de machine
gaat reinigen, afdekpanelen ervan verwijdert, voordat
u de machine smeert of wanneer u andere
onderhoudswerkzaamheden uitvoert die in de
gebruiksaanwijzing staan.
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS
VOLGT HET RISICO VAN BRANDWONDEN,
BRAND, EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF
LICHAMELIJK LETSEL:
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine. Let
goed op wanneer deze naaimachine wordt gebruikt
door of in de buurt van kinderen.
Gebruik de naaimachine alleen voor de
werkzaamheden waarvoor deze bedoeld is, zoals
beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen
hulpstukken die door de producent zijn aanbevolen,
zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het
netsnoer of de stekker beschadigd is, als de
naaimachine niet goed werkt, als de naaimachine
gevallen of beschadigd is of in het water heeft gelegen.
Breng de naaimachine in dat geval naar de
dichtstbijzijnde bevoegde dealer of een
onderhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en
elektrische of mechanische bijstelling.
Gebruik de naaimachine nooit wanneer de
ventilatieopeningen geblokkeerd zijn. Houd de
ventilatieopeningen van de naaimachine en het
voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en
loshangende lappen stof.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende
delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de
naaimachinenaald.
Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de
verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald breken.
Gebruik geen gebogen naalden.
Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof.
Hierdoor kunt u namelijk de naald buigen, waardoor
deze kan breken.
Draag een veiligheidsbril.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt
veranderen in de omgeving van de naald, zoals een
draad door de naald halen, een andere naald plaatsen,
de spoel plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en
dergelijke.
Laat geen voorwerpen in een opening vallen en steek
geen voorwerpen in openingen van de naaimachine.
Gebruik de naaimachine niet buiten.
Gebruik de naaimachine niet in een omgeving waar
spuitbussen worden gebruikt of waar zuurstof wordt
toegediend.
Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u
eerst alle knoppen uitschakelen (“0”).
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het
stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer.
Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te
bedienen. Plaats geen andere voorwerpen op het
voetpedaal.
Gebruik de machine niet als hij nat is.
Als het LED-lampje beschadigd of kapot is, moet het
worden vervangen door de fabrikant of diens service-
agent of een persoon met dezelfde kwalificaties, om
gevaar te voorkomen.
Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet
het worden vervangen door de fabrikant of diens
service-agent of een persoon met dezelfde
kwalificaties om gevaar te voorkomen.
Deze naaimachine heeft dubbele isolatie. Gebruik
alleen originele reserveonderdelen. Raadpleeg de
instructies voor het repareren van dubbel geïsoleerde
apparaten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
ALLEEN VOOR EUROPA:
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf
8 jaar en door personen met verminderde fysieke,
sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek
aan ervaring en kennis als ze supervisie of instructies
hebben gekregen om het apparaat op een veilige manier
te kunnen gebruiken en als ze begrijpen welke gevaren
eraan verbonden zijn. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud
134
BELANGRIJKE
mogen niet zonder supervisie door kinderen worden
uitgevoerd.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het
geluidsniveau minder dan 80dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een
voetpedaal van het type FR5, gefabriceerd door
Shanghai Binao Precision Mould Co., Ltd.
VOOR BUITEN EUROPA:
Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt
door personen (inclusief kinderen) met verminderde
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een
gebrek aan ervaring en kennis, als ze geen supervisie of
instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben
gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden
gehouden om te zorgen dat ze niet met de naaimachine
spelen.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het
geluidsniveau minder dan 80dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een
voetpedaal van het type FR5, gefabriceerd door
Shanghai Binao Precision Mould Co., Ltd.
SERVICE UITVOEREN AAN DUBBEL
GEÏSOLEERDE APPARATEN
In een dubbel geïsoleerd product zitten twee
isolatiesystemen in plaats van aarding. Dubbel
geïsoleerde apparaten hebben geen aardingsvoorziening
en die mag ook niet aan het apparaat worden
toegevoegd. Het repareren van een dubbel geïsoleerd
product vereist de hoogste nauwkeurigheid en een
grondige kennis van het systeem en mag alleen worden
uitgevoerd door deskundige technici. De
reserveonderdelen voor dubbel geïsoleerde producten
moeten identiek zijn aan de onderdelen in het product.
Een dubbel geïsoleerd product is gemarkeerd met de
woorden ‘DUBBELE ISOLATIE’ OF ‘DUBBEL
GEÏSOLEERD’.
Licenses
Placeholder for links to licence documents.
135
INTELLECTUEEL EIGENDOM
De octrooien die op dit product rusten staan vermeld op een etiket op de onderkant
van de naaimachine.
ICON, IDT, IDT™ in, MYSEWNET, PERFORMANCE, PFAFF, en PERFECTION
STARTS HERE zijn handelsmerken van Singer Sourcing Limited LLC.
U heeft een moderne naaimachine gekocht waarvan de software kan worden
bijgewerkt. Aangezien we regelmatig firmware-updates uitgeven, is het mogelijk dat
er verschillen zijn tussen de machine-firmware en de firmware die staat beschreven in
de gebruiksaanwijzing. Raadpleeg uw plaatselijke erkende PFAFF® dealer en bezoek
regelmatig onze website op www.pfaff.com voor de nieuwste updates van de
firmware en de gebruiksaanwijzing.
Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging vooraf veranderingen aan te
brengen in de machine en het assortiment accessoires, of aanpassingen te doen in
functies of ontwerp. Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste van de
gebruiker van het product.
Bij het afvoeren van dit product moet u erop letten dat het op de juiste
wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen voor
elektrische/elektronische producten. Gooi elektrische apparaten niet
weg als ongesorteerd afval, maar maak gebruik van gescheiden
afvalinzameling. Neem contact op met de gemeente voor informatie
over de aanwezige inzamelpunten. Als u oude apparaten vervangt
door nieuwe, kan de verkoper wettelijk verplicht zijn om uw oude
apparaat gratis terug te nemen om het af te voeren.
Als elektrische apparaten worden weggegooid op stortplaatsen of
vuilnisbelten kunnen er gevaarlijke stoffen in het grondwater lekken, in
de voedselketen terechtkomen en schade aanrichten aan uw
gezondheid en welzijn.
Manufacturer
VSM GROUP AB, SVP Worldwide
Drottninggatan 2, SE-56184, Huskvarna, SWEDEN
4710467-36C · © 2018 Singer Sourcing Limited LLC · All rights reserved
www.pfaff.com
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pfaff Performance Icon bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pfaff Performance Icon in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 10,84 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pfaff Performance Icon

Pfaff Performance Icon Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 140 pagina's

Pfaff Performance Icon Gebruiksaanwijzing - English - 130 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info