478547
26
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/28
Pagina verder
Handleiding
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.
Elektrische aansluiting
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Opmerkingen over de veiligheid
Deze naaimachine is niet bedoeld voor gebruik door personen (ook kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of mentale functies, of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij ze onder
toezicht staan of geïnstrueerd worden over het gebruik van de naaimachine door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan, zodat ze niet met de naaimachine kunnen spelen.
Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.
Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de naaimachine uit
het stopcontact.
Schakel de naaimachine uit (“O”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald, zoals
een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en dergelijke.
Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de
naaimachinenaald.
Draag een veiligheidsbril.
Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is en zoals
die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn
aanbevolen zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Let op! Dit product moet op een veilige manier gerecycled
worden volgens de geldende nationale wetgeving voor
elektrische/elektronische producten. Raadpleeg bij twijfel
uw leverancier voor advies.
3
Inhoudsopgave
Gebruikershandleiding ............................................................. 1
Onderdelen van de machine.................................................. 4
Accessoires .................................................................................... 5
De naaivoet en het snoer aansluiten .................................. 5
De uitschuifbare garenstandaard opzetten ..................... 6
Het afvalbakje bevestigen ....................................................... 6
De voorkant openen en sluiten ............................................. 6
Het werkvlak verwijderen en terugplaatsen ..................... 6
Persvoetlichter ............................................................................. 7
De naalden vervangen .............................................................. 7
De naaivoet verwisselen ........................................................... 7
Het beweegbare bovenmes loskoppelen .......................... 8
De 2-draads overlockconvertor bevestigen ..................... 8
De machine inrijgen .................................................................. 9
De bovengrijper inrijgen (rood) ......................................... 10
De ondergrijper inrijgen (geel) ........................................... 11
De rechternaald inrijgen (groen) ....................................... 12
De linkernaald inrijgen (blauw) ......................................... 12
Draad verwisselen ................................................................... 13
Begin te naaien ........................................................................ 13
Draadspanningsinstellingen ................................................ 14
Differentieeltransport afstellen........................................... 15
Aanpassen van de naaivoetdruk ....................................... 16
Steekbreedte-instellingen..................................................... 16
Steeklengte-instellingen ........................................................ 16
Instelling hendel instelhaakje ............................................. 17
Rolzomen naaien ..................................................................... 17
Flatlocksteek .............................................................................. 18
Overlocksteek met koord ...................................................... 19
Spelden plaatsen ..................................................................... 19
De ketting vastmaken ............................................................ 19
Machine-onderhoud ............................................................... 20
Schoonmaken ........................................................................... 20
Oliën .............................................................................................. 20
Het vaste mes vervangen ..................................................... 21
Opslag .......................................................................................... 21
Reparaties ................................................................................... 21
Problemen oplossen .............................................................. 22
Stekentabel ................................................................................ 23
Stof / Naald / Garentabel .................................................... 27
SpeciÀ caties ............................................................................... 27
4
9
10
11
12
13
1
2 3 4 5 6
14
15
19
16
17
18
7
8
24
21
20
26
25
23
22
Onderdelen van de machine
1. Afstelknop naaivoetdruk
2. Draadspanningsknop linkernaald (blauw)
3. Draadspanningsknop rechternaald (groen)
4. Draadspanningsknop bovengrijper (rood)
5. Draadspanningsknop ondergrijper (geel)
6. Greep
7. Draadafsnijder
8. Persvoetlichter
9. Steekplaat
10. Werkvlak
11. Voorkant machine
12. Afstelhendel differentieeltransport
13. Aan-/uitknop en licht
14. Handwiel
15. Steeklengteknop
16. Spoelstandaard
17. Garenschijf
18. Garenpen
19. Uitschuifbare garenstandaard
20. Persvoetlichter
21. Beweegbaar bovenmes
22. Vast ondermes
23. Ondergrijper
24. Bovengrijper
25. Hendel haakje
26. Afstelknop naadbreedte/snijbreedte
5
1
2
3
4
5 6
8
9
10
7
Accessoires
1. Er zijn drie naalden maat 14/90 bijgeleverd en twee naalden
maat 12/80. Bij levering zijn twee naalden maat 14/90 op de
machine bevestigd.
2. Schroevendraaier
3. Pincet
4. Garenafrolschijven (4)
5. Borsteltje
6. Mesje (voor het vaste ondermes)
7. 2 draadconvertor
8. Netjes voor garenklosjes (4)
9. Afvalbakje
10. Stofkap
De naaivoet en het snoer aansluiten
Bij deze machine te gebruiken voetpedaal:
- Type GTC voor 220-240 V
- Type GTE voor 100-120V
Controleer voordat u de stekker van de machine in het
stopcontact steekt of het voltage gelijk is aan het voltage dat op
het plaatje op de onderkant van de machine staat aangegeven.
De speciÀ caties kunnen van land tot land verschillen.
1. Sluit het snoer van het voetpedaal/elektriciteitssnoer aan op
de machine.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Zet de schakelaar op “-” om de machine aan te zetten.
4. Duw het voetpedaal in om te beginnen met naaien. Gebruik
het voetpedaal om de naaisnelheid aan te passen. Hoe
harder u het indrukt, hoe sneller de machine naait. Om te
stoppen met naaien, haalt u uw voet van het pedaal.
5. Zet de schakelaar op “O” om de machine uit te zetten.
Opmerking: Wanneer de voorkant van de machine openstaat,
is de veiligheidsschakelaar ingeschakeld zodat de machine niet
kan naaien, zelfs niet als het voetpedaal wordt ingedrukt.
6
A
A
De uitschuifbare garenstandaard
opzetten
Trek de spoelstandaard uit in de richting van de pijl.
Trek de uitschuifbare garenstandaard uit tot de volledige
hoogte en draai er dan aan totdat de standaard vastklikt.
Schuif de garenklosjes op de spoelstandaards op de garenpen.
Als de machine al is ingeregen, trek de draden dan recht zodat
ze niet in de war raken.
Het afvalbakje bevestigen
Zet de machine zo neer dat de voorkant bijna gelijk loopt aan de
rand van de tafel. Breng de U-vormige haken van het afvalbakje
aan op de twee zuignappen op de onderkant van de machine.
Controleer of de draden in het bakje vallen tijdens het naaien.
De voorkant openen en sluiten
De voorkant openen
Duw de voorkant eerst zo ver mogelijk naar rechts en trek hem
dan omlaag naar u toe.
De voorkant sluiten
Trek de voorkant eerst omhoog en schuif hem dan naar links
totdat hij vastklikt.
Let op: De voorkant heeft een veiligheidsschakelaar; de
machine naait niet als de voorkant open staat.
Het werkvlak verwijderen en
terugplaatsen
Naaien met de vrije arm
Deze machine wordt een vrije-armmachine als u het werkvlak
verwijdert. Met de vrije arm is het makkelijk om moeilijk
bereikbare gedeelten zoals armsgaten te naaien en zomen van
broekspijpen af te werken.
Het werkvlak verwijderen
Schuif het werkvlak naar links en verwijder het van de machine
terwijl u knop (A) op de onderkant trekken.
Het werkvlak terugplaatsen
Breng het uitstekende deel op het werkvlak goed bij de groef op
de vrije arm en schuif het naar rechts totdat het vastklikt.
7
A
A
Persvoetlichter
Breng de naaivoet omhoog met de hendel van de
persvoetlichter (A) aan de achterkant van de machine.
De naalden vervangen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
1. Draai het handwiel naar u toe totdat de naalden in de
hoogste positie staan.
2. Draai de naaldklemschroef links (B) en/of rechts (A) los
met het schroevendraaiertje terwijl u de naalden vasthoud.
Verwijder de schroeven niet.
3. Verwijder de linker en/of de rechter naald.
4. Houd de nieuwe naald(en) met het platte gedeelte naar de
achterkant.
2. Breng de naald(en) zo ver mogelijk aan in de linker en/of
rechter naaldklem.
3. Draai de linker (B) en/of rechter (A) naaldklemschroef goed
vast.
De naaivoet verwisselen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
1. Breng de naaivoet omhoog.
2. Draai het handwiel naar u toe totdat de naalden in de
hoogste positie staan.
3. Druk op de witte knop aan de achterkant van de
persvoetstang (A); de naaivoet komt los.
4. Zet de nieuwe voet met de pen recht onder de groef van de
houder en breng de naaivoet omlaag. Druk op de witte knop
op de achterkant van de persvoetstang (A); de naaivoet klikt
vast.
8
A
B
C
D
A
Het beweegbare bovenmes
loskoppelen
Zet het beweegbare bovenmes in rustpositie
1. Draai het handwiel naar u toe totdat het bovenmes in de
hoogste positie staat.
2. Open de voorkant van de naaimachine.
3. Duw de beweegbare-meshouder zo ver mogelijk naar rechts.
4. Draai de knop van u af totdat het mes in de horizontale
rustpositie (A) klikt.
Opmerking: Als het mes in de hoge positie stopt;
- Draai het handwiel naar u toe totdat het mes de bovenkant
van de machine vrijmaakt. Blijf draaien om het mes in
horizontale positie te brengen.
Om het beweegbare bovenmes weer in werkpositie
te zetten
1. Open de voorkant van de naaimachine en duw de
beweegbare-meshouder zo ver mogelijk naar rechts.
2. Draai de knop omhoog en naar u toe totdat het mes in de
werkpositie klikt.
Opmerking: Laat de draadafsnijder altijd omlaag in de
snijpositie staan tijdens het naaien; deze machine moet alle
overtollige stof afsnijden om de steek over de stofrand te
kunnen vormen.
De 2-draads overlockconvertor
bevestigen
2-draads overlocksteken worden genaaid met één bovendraad
en de ondergrijperdraad. Voordat u gaat naaien moet de
tweedraadsconvertor aan de bovengrijper worden bevestigd.
1. Open de voorkant van de naaimachine.
2. Breng de bovengrijper naar de laagste positie door het
handwiel naar u toe te draaien.
3. Breng de pen (A) van de convertor in het gat (B) van de
bovengrijper.
4. Breng de plaatsingspen (C) in contact met de bovenste rand
van de grijper.
5. Breng de punt (D) in het gat van de bovengrijper.
De 2-draads overlockconvertor verwijderen
1. Verwijder de punt (D) uit het gat van de bovengrijper en
verwijder de convertor.
2. Leg de 2-draadsconvertor weer in het accessoirebakje.
9
234 1
De machine inrijgen
Er staat een kleurcodeschema in de voorklep ter referentie.
Het inrijgen van de machine moet in deze volgorde worden
uitgevoerd:
1. Inrijgen bovengrijper - Rood
2. Inrijgen ondergrijper - Geel
3. Inrijgen rechternaald - Groen
4. Inrijgen linkernaald - Blauw
Belangrijk:
Ga als volgt te werk als de ondergrijper niet wordt ingeregen:
1. Verwijder de draad uit de naald(en)
2. Rijg de ondergrijper in
3. Rijg de naald(en) in
10
1
3
2
4
5
6
7
8
8
De bovengrijper inrijgen (rood)
1. Breng de draad van achteren naar voren door de
draadgeleiders op de garenstandaard (1).
2. Trek de draad van links naar rechts onder de draadgeleider
op de bovenklep (2).
3. Breng de hendel omhoog en leg de draad eronder. Houd
de draad met beide handen vast en leid de draad tussen de
spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van
te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven zit (3).
4. Rijg het grijpergedeelte van de machine in door de
draadgeleiders met rood kleurcodering te volgen (4-7).
Gebruik het pincet om het inrijgen te vergemakkelijken.
5. Gebruik het pincet om het gat in de bovengrijper van voren
naar achteren in te rijgen (8).
6. Trek ongeveer 10 cm draad door de grijper en breng het
naar de achterkant van de steekplaat.
11
1
3
2
4
5
6
7
8
10
9
10
9A
9B
De ondergrijper inrijgen (geel)
1. Breng de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenstandaard (1).
2. Trek de draad van links naar rechts onder de draadgeleider
op de bovenklep (2).
3. Breng de hendel omhoog en leg de draad eronder. Houd
de draad met beide handen vast en leid de draad tussen de
spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van
te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven zit (3).
4. Draai het handwiel naar u toe totdat de ondergrijper
helemaal rechts is.
5. Rijg het grijpergedeelte van de machine in door de
draadgeleiders met geel kleurcodering te volgen (4-8).
Gebruik het pincet om het inrijgen te vergemakkelijken.
6. Leid de draad achter en over het puntje van de
ondergrijper (9A). Trek de draad dan voorzichtig naar links
totdat de draad in de gleuf van de ondergrijper schiet (9B).
7. Pak de draad en leid hem door het gat van de
ondergrijper (10). De draad moet in de gleuf van de
ondergrijper liggen.
8. Trek ongeveer 10 cm draad door de grijper en breng
het over de bovengrijper en naar de achterkant van de
steekplaat.
12
1
1
3
3
4
5
7
8
4
6
7
2
2
6
5
De rechternaald inrijgen (groen)
1. Breng de draad van achteren naar voren door de
draadgeleiders op de garenstandaard (1).
2. Trek de draad van links naar rechts onder de draadgeleider
op de bovenklep (2).
3. Breng de hendel omhoog en leg de draad eronder. Houd
de draad met beide handen vast en leid de draad tussen de
spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van
te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven zit (3).
4. Ga verder naar inrijgpunten (4-7).
Let op: Zorg ervoor dat de draad door het bovenste draadpad
van de draadgeleider (6) gaat.
5. Rijg het oog van de rechternaald in (8). Gebruik het pincet
om de draad makkelijker door het oog van de naald te
krijgen.
6. Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald en
laat dat vrij hangen.
7. Breng de draad naar de achterkant, onder de naaivoet.
De linkernaald inrijgen (blauw)
1. Breng de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenstandaard (1).
2. Trek de draad van links naar rechts onder de draadgeleider
op de bovenklep (2).
3. Breng de hendel omhoog en leg de draad eronder. Houd
de draad met beide handen vast en leid de draad tussen de
spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van
te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven zit (3).
4. Ga verder naar inrijgpunten (4-6).
Opmerking: Zorg ervoor dat de draad door het onderste
draadpad van de draadgeleider (5) gaat.
5. Rijg het oog van de linkernaald in (7). Gebruik het pincet om
de draad makkelijker door het oog van de naald te krijgen.
6. Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald en
laat dat vrij hangen.
7. Breng de draad naar de achterkant, onder de naaivoet.
13
Draad verwisselen
Dit is een eenvoudige manier om draden te verwisselen:
1. Knip de draad die in gebruik is dichtbij het klosje af, achter
de geleiders op de uitschuifbare garenstandaard.
2. Verwijder het garenklosje en plaats het nieuwe klosje op de
garenpen.
3. Knoop het begin van de nieuwe draad aan het einde van
de oude draad. Knip de uiteinden van de draden af op
ongeveer 2-3 cm en trek aan beide draden om te controleren
of de knoop goed vastzit.
4. Breng de naaivoet omhoog.
5. Kijk eerst goed hoe de draadspanningsknoppen zijn
ingesteld en draai de spanningsknoppen dan op “0”.
6. Trek de draden één voor één door de machine totdat de
knopen voor de naald zitten. Als de draden niet makkelijk
door de machine lopen, kijk dan of ze niet in de war
zitten op de draadgeleiders of op de grijpers onder de
garenstandaard.
7. Knip de draad door achter de knoop en rijg de naald in.
8. Zet de spanningsknoppen weer in de vorige stand.
Let op: Bij het gebruik van standaard garenklossen, dient u
het garenafrolschijfje volgens de afbeelding te plaatsen om
voorkomen dat het garen de rand van de klos raakt.
Begin te naaien
1. Wanneer de machine helemaal is ingeregen, sluit u de
voorklep en brengt u alle draden over de steekplaat en iets
aan de linkerkant onder de naaivoet.
2. Controleer of het bovenste mes goed tegen het onderste mes
komt door het handwiel langzaam naar u toe te draaien. Als
de messen niet goed bewegen, controleer dan of er geen stof
of draden vastzitten tussen de messen.
3. Houd de draden vast en iets gespannen.
4. Draai het handwiel 2 of 3 hele draaien naar u toe om het
begin van een draadketting te maken. Controleer of alle
draden om het instelhaakje van de steekplaat worden
gewonden. Als de draden niet om het instelhaakje worden
gewonden, controleert u of de draden goed zijn ingeregen.
5. Blijf de draadketting vasthouden terwijl u het voetpedaal
indrukt. Blijf naaien totdat de ketting 5-8 cm lang is.
6. Leg stof onder de voorkant van de naaivoet en naai een
proeÁ apje. Geleid de stof lichtjes met uw linkerhand tijdens
het naaien. Trek niet aan de stof, daardoor kan de naald
verbuigen en breken.
7. Wanneer u aan het einde van de stof bent, blijft u
doornaaien terwijl u de afgewerkte stof voorzichtig achteruit
en naar links trekt. Dit wordt het afhechten van de ketting
genoemd. Zo wordt voorkomen dat de draden losraken en
wordt de machine voorbereid om verder te naaien.
8. Snijd de ketting op 2-5 cm achter de naaivoet af met de
draadafsnijder op de achterkant van de machine.Trek de
draden vanaf de achterkant om de draadafsnijder heen en
dan naar u toe.
Draadketting
Ketting afhechten Draadafsnijder
14
Draadspanningsinstellingen
Stel de draadspanning af op het type stof en het garen dat u
gebruikt. Hoe hoger het cijfer op de draadspanningsschijven,
hoe strakker de draadspanning.
De onder- en bovengrijperdraad moeten goed uitgebalanceerd
zijn met dezelfde spanning (de grijperdraden moeten elkaar
kruisen op de rand van de stof). De bovendraden mogen niet te
los of te strak zijn, maar moeten gelijkmatig gespannen zijn.
In de stekentabel op pagina 23-26 vindt u voor alle steken
aanbevelingen voor de draadspanning.
Wanneer de bovengrijperdraad te los is
De bovengrijperdraad is niet gebalanceerd en ligt op de
verkeerde kant van de stof. Verhoog de draadspanning van
de bovengrijper (rood) of verlaag de draadspanning van de
ondergrijper (geel).
Wanneer de ondergrijperdraad te los is
De ondergrijperdraad is niet gebalanceerd en verschijnt aan
de goede kant van de stof. Verhoog de draadspanning van
de ondergrijper (geel) of verlaag de draadspanning van de
bovengrijper (rosso).
Wanneer de linker bovendraad te los is
De linker bovendraad is te los. Verhoog de draadspanning van
de linkernaald (blauw) of zet de beide grijperdraden losser
(rood en geel).
Wanneer de rechter bovendraad te los is
De rechter bovendraad is te los. Verhoog de draadspanning van
de rechternaald (groen).
Bovengrijperdraad
Ondergrijperdraad
Rechter bovendraad
Linker bovendraad
Goede kant
Verkeerde kant
Bovengrijperdraad
Ondergrijperdraad
Rechter bovendraad
Linker bovendraad
Goede kant
Verkeerde kant
Bovengrijperdraad
Ondergrijperdraad
Rechter bovendraad
Linker bovendraad
Goede kant
Verkeerde kant
Bovengrijperdraad
Ondergrijperdraad
Rechter bovendraad
Linker bovendraad
Goede kant
Verkeerde kant
Bovengrijperdraad
Ondergrijperdraad
Rechter bovendraad
Linker bovendraad
Goede kant
Verkeerde kant
15
Differentieeltransport afstellen
Het differentieeltransportsysteem bestaat uit twee reeksen
tandjes achter elkaar. De reeksen transporttanden werken
onafhankelijk van elkaar en geven perfecte resultaten bij het
naaien op speciale stoffen. Wanneer de hoeveelheid transport
van de voorste transporttanden wordt veranderd ten opzichte
van het transport van de achterste transporttanden, wordt de
stof “uitgerekt” of “gerimpeld”.
Gebruik het differentieeltransport om te voorkomen dat
gebreide stoffen rekken en dat dunne stoffen gaan rimpelen.
Zet voor overlocken op normale stof de hendel van het
differentieeltransport op 1.0.
Gerimpeld overlocken (elastische, gebreide stoffen)
Bij het afwerken van elastische stoffen, zoals gebreide stoffen en
jersey, stelt u het differentieeltransport in op een waarde tussen
1,0 en 2,0. De instellingen hangen af van het genaaide materiaal
en van de gewenste hoeveelheid rimpels. Naai daarom eerst
een proeÁ apje met verschillende instellingen voordat u uw
kledingstuk gaat naaien.
Elastische overlock (dunne stoffen)
Bij het afwerken van dunne geweven of los gebreide
stoffen zoals zijde en zijdeachtige breisels, stelt u het
differentieeltransport in op een waarde tussen 0,7 en 1,0.
Breng tijdens het naaien de stof lichtjes op spanning door
de zoom voor en achter de naaivoet licht vast te houden. De
instellingen hangen af van het genaaide materiaal en van de
gewenste hoeveelheid rek. Naai daarom eerst een proeÁ apje
met verschillende instellingen voordat u uw kledingstuk gaat
naaien.
Stof Differentieeltransport 1.0 Aanpassing Resultaat
Elastische stof
(Gebreide stoffen, jersey)
1.0 - 2.0
Niet-elastische stof
(Zware katoen, denim)
1.0
Dunne stof
(Zijde, zijdeachtig
breisel)
0.7 - 1.0
16
Aanpassen van de naaivoetdruk
De naaivoetdruk is vooraf ingesteld voor naaien in normale
omstandigheden. In sommige gevallen is een aanpassing nodig.
Verhoog of verlaag de druk totdat u tevreden bent met het
resultaat. Maak altijd eerst een proeÁ apje van uw stof voordat u
op uw kledingstuk gaat naaien.
Minder druk: Verlaag de druk door de afstelknop naar links te
draaien.
Meer druk: Verhoog de druk door de afstelknop naar rechts te
draaien.
Terug naar de standaardinstelling: Draai aan de afstelknop
totdat het tekentje op de knop bij de pijl staat.
Steekbreedte-instellingen
De steekbreedte kan worden vergroot of verkleind door de
naaldpositie te veranderen of met de breedte-afstelknop.
Breedte-afstelling door veranderen naaldpositie
A) Wanneer alleen de linkernaald of beide naalden worden
gebruikt, is de steekbreedte 5,7 mm.
B) Wanneer alleen de rechternaald wordt gebruikt, is de
steekbreedte 3,5 mm.
Breedte-afstelling met de breedte-afstelknop
Door de snijbreedte nauwkeurig af te stellen met de breedte-
afstelknop, zijn verdere afstellingen mogelijk binnen het
onderstaande bereik:
A) Wanneer alleen de linkernaald wordt gebruikt: 5,2 - 6,7 mm
B) Wanneer alleen de rechternaald wordt gebruikt: 3,0 - 4,5 mm
Draai aan de knop om de gewenste zoombreedte in te stellen.
Gebruik de schaalverdeling op de steekplaten als leidraad.
Steeklengte-instellingen
De steeklengteknop moet in de meeste naai-omstandigheden
op “3” staan. Pas de steeklengte aan tot 4 mm wanneer u dikke
stoffen naait. Pas de steeklengte aan tot 2 mm wanneer u dunne
stoffen naait voor fantastische zomen zonder rimpels.
A) Linkernaald B) Rechternaald5,7 mm 3,5 mm
17
Instelling hendel instelhaakje
De hendel van het instelhaakje moet op “S” worden gezet voor
al het standaard-overlockwerk. Voor het naaien van rolzomen
moet u het haakje intrekken door de hendel op “R” te zetten.
Duw de hendel zo ver mogelijk naar alle richtingen.
Rolzomen naaien
De rolzoomsteek is geschikt voor dunne stoffen zoals batist,
voile, organdie, crêpe, enz. De rolzoom ontstaat door de
draadspanning zo aan te passen dat de rand van de stof onder
de stof rolt tijdens het overlocken. U kunt de mate waarmee de
stof oprolt veranderen door de draadspanning aan te passen. Om
een rolzoom te naaien, moet u de hendel van het instelhaakje op
“R” zetten. De minimum-overlocksteekbreedte die kan worden
verkregen voor het naaien van rolzomen is ongeveer 1,5 mm,
aangezien de snijbreedte niet op minder dan 3,5 mm kan worden
gezet.
Een variant van de rolzoomsteek is de smalle rand. Die kan
worden verkregen door de draadspanning af te stellen volgens
de stekentabel op pagina 23-26.
Tip: Voor een mooie rolzoom rijgt u de bovengrijper in met
decoratief garen en de naald en ondergrijper met lichtgewicht
gewoon garen.
Tweedraads rolzoom / smalle rand
1. Bevestig de 2-draads overlockconvertor (zie pagina 8).
2. Gebruik de rechter naald en de ondergrijper.
3. Zet de hendel van het instelhaakje op “R”.
4. Zet de steeklengteknop op “1-2” voor een smalle zoom.
5. Stel de draadspanning af volgens de stekentabel op pagina
23-26.
6. Maak een ketting en naai een proeÁ apje van uw stof voordat
u echt op het kledingstuk gaat naaien. Houd de ketting vast
voordat u gaat naaien zodat hij niet in de zoom krult.
Driedraads rolzoom / smalle rand
1. Gebruik de rechternaald en de boven- en ondergrijper.
2. Zet de hendel van het instelhaakje op “R”.
3. Zet de steeklengteknop op “1-2” voor een smalle zoom.
4. Stel de draadspanning af volgens de stekentabel op pagina
23-26.
5. Maak een ketting en naai een proeÁ apje van uw stof voordat
u echt op het kledingstuk gaat naaien. Houd de ketting vast
voordat u gaat naaien zodat hij niet in de zoom krult.
Tweedraads rolzoom Tweedraads smalle rand
Tweedraads rolzoom Driedraads smalle rand
18
Flatlocksteek
Een Á atlocksteek wordt gemaakt door de spanning van de
2- of 3-draads overlocksteek aan te passen, de zoom te naaien
en de stof uit elkaar te trekken om de zoom plat te maken. De
spanningen moeten goed worden afgesteld, zodat de stof plat
wordt getrokken.
De Á atlocksteek kan als decoratieve constructiesteek worden
gebruikt, om twee delen aan elkaar te naaien (standaard-
Á atlocksteek) of om één stuk stof te versieren (sierÁ atlocksteek)
Er zijn twee manieren om een Á atlocksteek te naaien. Met de
verkeerde kanten van de stof op elkaar voor een decoratief
effect of met de goede kanten op elkaar om een laddersteek te
maken.
Standaard-Á atlocksteek
1. Gebruik de linkernaald.
2. Voor 2-draads Á atlock: Bevestig de 2-draads convertor (zie
pagina 8). Rijg de ondergrijper en de linkernaald in.
Voor 3-draads Á atlock: Rijg de onder- en bovengrijper en de
linkernaald in.
3. Stel de draadspanning af volgens de stekentabel op pagina
23-26.
4. Leg de verkeerde kanten van de twee stukken stof op elkaar
om een decoratieve steek te naaien op de goede kant van het
kledingstuk.
5. Naai de zoom en knip de overtollige stof af. De
bovendraad vormt een V op de onderkant van de stof. De
ondergrijperdraad wordt in een rechte lijn getrokken op de
rand van de stof.
6. Vouw de stof open en trek aan beide kanten van de zoom
om de steken plat te trekken.
SierÁ atlocksteek
1. Zet het beweegbare bovenmes in rustpositie. De stof moet
bij deze stof niet worden afgesneden.
2. Volg de stappen 1-3 hierboven.
3. Vouw de stof met de verkeerde kanten op elkaar om een
decoratieve steek te naaien op de goede kant van de stof.
4. Leg de stof zo dat de naad wordt genaaid met een gedeelte
van de steek buiten de stof.
5. Vouw de stof open en trek aan beide kanten van de zoom
om de steken plat te trekken.
Tip: De bovengrijperdraad is de meest opvallende draad in
de Á atlocksteek. Doe decoratief garen in de bovengrijper en
gewoon garen in de ondergrijper en de naald.
Laddersteek
Om een laddersteek te maken, naait u met de goede kanten
van de stof op elkaar. De bovendraad is de draad die de ladder
vormt.
Tweedraads Á atlocksteek Driedraads Á atlocksteek
Tweedraads laddersteek
Standaard-Á atlocksteek SierÁ atlocksteek
Driedraads laddersteek
19
Overlocksteek met koord
De overlocksteek met koord kan worden gebruikt om steken te
verstevigen bij het aan elkaar naaien van elastische stoffen zoals
breisels. Het meenaaien van een koord zorgt ervoor dat breisels
niet rekken en stabiliseren de naden.
1. Haal het koord door het gat aan de voorkant van de voet.
2. Leg het koord onder de naaivoet naar de achterkant van de
machine en naai de naad in het kledingstuk.
3. Het koord wordt bevestigd terwijl de naad wordt genaaid.
Spelden plaatsen
Breng spelden aan de linkerkant van de naaivoet aan. De
spelden zijn dan gemakkelijk te verwijderen en zijn uit de buurt
van de messen.
Waarschuwing: Als u over spelden heen naait, wordt de rand van de
messen beschadigd.
De ketting vastmaken
1. Rijg de ketting in een handnaainaald met een groot oog.
2. Steek de naald in het einde van de zoom om de draad vast
te zetten.
20
Machine-onderhoud
Een overlock heeft meer onderhoud nodig dan een gewone
machine, voornamelijk om 2 redenen:
- Er wordt veel stof geproduceerd wanneer de messen de stof
snijden.
- Een overlockmachine loopt op een zeer hoge snelheid en
moet vaak worden geolied om de interne delen te smeren.
Schoonmaken
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Open de voorkant en verwijder al het stof met het borsteltje uit
de accessoiredoos.
Oliën
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Om de machine soepel en stil te laten lopen, moeten de
bewegende delen die op de afbeelding staan aangegeven
regelmatig worden gesmeerd.
Gebruik naaimachineolie. Gebruik geen andere olie, anders kan
de machine beschadigen.
Verwijder alle overtollige olie voordat u begint te naaien.
21
1
2
3
Het vaste mes vervangen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
Het vaste mes moet worden vervangen wanner het bot wordt.
Het vaste mes kan op de volgende manier worden vervangen.
Als u problemen ondervindt, neem dan contact op met uw
dealer om de nodige aanpassingen te maken.
1. Open de voorkant van de machine en stel het beweegbare
bovenmes (1) in de ruststand.
2. Draai de afstelschroef van het vaste mes (2) los en verwijder
het vaste mes (3).
3. Plaats een nieuw vast mes in de groef van de vaste-
meshouder.
4. Draai de afstelschroef van het vaste mes (2) vast.
5. Zet het beweegbare bovenmes (1) weer in de werkstand.
6. Draai aan het handwiel totdat de naalden in de laagste
positie staan.
7. Zorg ervoor dat de voorste rand van het beweegbare
bovenmes 1-2 mm lager staat dan de snijrand van het vaste
mes.
Opslag
Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet
wordt gebruikt. Doe de vinyl hoes over de machine om de
machine tegen stof te beschermen. Berg de machine niet op in
direct zonlicht of een vochtige omgeving.
Reparaties
Als u vragen hebt over reparaties en/of de werking van de
machine, kunt u die stellen in de winkel waar u de machine
hebt gekocht.
22
Problemen oplossen
Probleem Oplossing Pagina
De stof wordt niet goed getransporteerd - Maak de steeklengte groter.
- Verhoog de naaivoetdruk voor dikke stoffen.
- Verlaag de naaivoetdruk voor dunne stoffen.
- Controleer het differentieeltransport.
16
16
16
15
De naald breekt - Breng de naald op de goede manier aan.
- Trek niet aan de stof tijdens het naaien.
- Draai de naaldklemschroef aan.
- Gebruik een dikkere naald bij dikke stoffen.
7
13
7
7
De draad breekt - Controleer of de machine goed is ingeregen.
- Controleer of er draden in de war of vast zitten.
- Breng de naald op de goede manier aan.
- Breng een nieuwe naald aan, de gebruikte naald kan gebogen zijn of een
botte punt hebben.
- Gebruik garen van een goede kwaliteit.
- Zet de draadspanning lager.
9-12
7
7
27
14
Er worden steken overgeslagen - Breng een nieuwe naald aan, de gebruikte naald kan gebogen zijn of een
botte punt hebben.
- Draai de naaldklemschroef aan.
- Breng de naald op de goede manier aan.
- Verander het type of de maat van de naald.
- Controleer of de machine goed is ingeregen.
- Verhoog de naaivoetdruk.
- Gebruik garen van een goede kwaliteit.
7
7
7
7
9-12
16
27
Onregelmatige steken - Stel de draadspanning beter af.
- Controleer of er draden in de war of vast zitten.
- Controleer of de machine goed is ingeregen.
14
9-12
De stof trekt - Zet de draadspanning lager.
- Controleer of er draden in de war of vast zitten.
- Gebruik dun garen van een goede kwaliteit.
- Kies een kortere steeklengte.
- Verlaag de naaivoetdruk voor dunne stoffen.
- Controleer het differentieeltransport.
14
27
16
16
15
De stof wordt onregelmatig afgesneden - Controleer of de messen goed zijn uitgelijnd.
- Vervang één of beide messen.
21
21
De stof loopt vast - Controleer of de draadafsnijders in de naaistand staan.
- Controleer of er draden in de war of vast zitten.
- Maak dikke lagen stof compacter met een gewone naaimachine voordat
u ze met de lockmachine naait.
De machine werkt niet - Sluit de machine goed aan op de elektriciteit. 5
23
Stekentabel
Uitleg van de stofpictogrammen
Geweven stof, dun
Chiffon, voile,
organza, batist, zijde,
enz.
Elastische stof, dun
charmeuse, nylon, tricot,
enkelvoudig gebreide
jerseys, enz.
Geweven stof,
normaal
Katoen, zware katoen,
wol, satijn, enz.
Elastische stof, normaal
dubbel gebreide jerseys,
velours, zwemkleding,
enz.
Geweven stof, dik
denim, canvas,
badstof, enz.
Elastische stof, zwaar
sweatertricot, Á eece, enz.
Combinatie Naald-
positie
Steek-
lengte
Steek-
breedte
Differen-
tieel-
transport
Instel-
haakje
2 draad-
conver-
tor
Draadspanning
Steek Stof
BGrRGe
2-draads overlock,
breed
Links 3 R(3.5)
1
SJa
0.0 - - 5.0
0.5 - - 5.0
1.0 - - 5.0
0.0 - - 5.0
1.0 - - 5.0
1.5 1.0 - - 5.0
2-draads overlock,
smal
Rechts 3 R(3.5)
1
SJa
- 0.0 - 4.0
- 0.5 - 5.0
- 1.0 - 5.0
- 0.0 - 4.5
- 0.5 - 4.5
1.5 - 1.0 - 5.0
2-draads overlock, rol,
breed
Links 3 R(3.5)
1
SJa
2.5 - - 1.0
3.5 - - 1.0
4.0 - - 1.0
2.5 - - 1.0
3.5 - - 1.0
1.5 4.0 - - 1.0
Let op:
De instellingen in deze tabel zijn onze aanbevelingen,
gebaseerd op normale omstandigheden. Het kan nodig
zijn de draadspanning aan te passen volgens de steek,
het type stof en het garen dat u gebruikt. Maak voor het
beste resultaat spanningsaanpassingen in kleine stappen
van niet meer dan een half nummer tegelijk. Maak
altijd eerst een proeÁ apje van uw stof voordat u op uw
kledingstuk gaat naaien.
24
Combinatie Naald-
positie
Steek-
lengte
Steek-
breedte
Differ-
entieel-
transport
Instel-
haakje
2 draad-
conver-
tor
Draadspanning
Steek Stof
BGrRGe
2-draads overlock, rol,
smal
Rechts 3 R(3.5)
1
SJa
- 3.5 - 2.0
- 4.0 - 2.0
- 5.0 - 2.0
- 3.0 - 2.0
- 4.0 - 2.0
1.5 - 5.0 - 2.0
Tweedraads rolzoom
Rechts 1 3 1 R Ja
- 3.0 - 2.0
- 3.0 - 2.0
Niet aanbevolen
Rechts 1 3 1 R Ja - 3.0 - 2.0
Niet aanbevolen
Tweedraads smalle rand
Rechts 1 3 1 R Ja
- 1.5 - 4.0
- 1.5 - 4.0
Niet aanbevolen
Rechts 1 3 1 R Ja - 2.0 - 4.0
Niet aanbevolen
Tweedraads Á atlocksteek
Links 3 R(3.5)
1
SJa
0.0 - - 5.0
0.5 - - 5.0
1.0 - - 5.0
0.0 - - 5.0
0.5 - - 5.0
1.5 1.0 - - 5.0
25
Combinatie Naald-
positie
Steek-
lengte
Steek-
breedte
Differ-
entieel-
transport
Instel-
haakje
2 draad-
conver-
tor
Draadspanning
Steek Stof
BGrRGe
3-draads overlocksteek,
breed
Links 3 R(3.5)
1
SNee
2.5 - 3.0 3.0
3.0 - 3.0 3.0
3.5 - 3.0 3.0
2.5 - 3.0 3.0
3.0 - 3.0 3.0
1.5 3.0 - 3.0 3.0
3-draads overlocksteek,
smal
Rechts 3 R(3.5)
1
SNee
- 2.5 3.0 3.0
- 3.0 3.0 3.0
- 3.5 3.0 3.0
- 2.5 3.0 3.0
- 3.0 3.0 3.0
1.5 - 3.0 3.0 3.0
Driedraads Á atlocksteek,
smal
Links 2 R(3.5) 1 S Nee
4.0 - 0.0 8.0
4.0 - 0.0 8.5
5.0 - 0.0 8.5
4.0 - 0.0 8.0
5.0 - 0.0 8.5
5.0 - 0.0 8.5
3-draads elast. overlock
Rechts 2 R(3.5) 1 S Nee
- 3.0 1.0 7.0
- 3.5 1.0 7.0
- 4.0 1.0 7.0
- 3.5 1.0 6.0
- 3.5 1.0 6.0
- 3.0 1.0 6.0
26
Combinatie Naald-
positie
Steek-
lengte
Steek-
breedte
Differ-
entieel-
transport
Instel-
haakje
2 draad-
conver-
tor
Draadspanning
Steek Stof
BGrRGe
Driedraads rolzoom
Rechts 1 3 1 R Nee
- 2.0 5.0 7.0
- 2.0 5.0 8.0
Niet aanbevolen
Rechts 1 3 1 R Nee - 3.0 4.0 6.0
Niet aanbevolen
Driedraads smalle rand
Rechts 1 3 1 R Nee
- 3.0 5.0 3.0
- 3.0 5.0 4.0
Niet aanbevolen
Rechts 1 3 1 R Nee - 3.0 5.0 3.0
Niet aanbevolen
Driedraads Á atlock-
steek, breed
Links 2 R(3.5) 1 S Nee
0.5 - 5.0 7.0
0.5 - 5.0 7.0
0.5 - 5.0 7.0
0.5 - 5.0 7.0
0.5 - 5.0 7.0
0.5 - 5.0 7.0
Vierdraads overlock-
steek
Beide 3 R(3.5)
1
SNee
2.5 2.5 3.0 3.0
3.0 3.0 3.0 3.0
3.5 3.5 3.0 3.0
2.5 2.5 3.0 3.0
1.5 3.0 3.0 3.0 3.0
2.0 3.5 3.5 3.0 3.0
27
Stof / Naald / Garentabel
Stof Dunne stof
(voile crêpe, georgette, enz.)
Normale stof
(katoen, zware katoen, wol,
satijn, enz.)
Dikke stof
(denim, jersey, tweed, enz.)
Naald
#12/80 #12/80, #14/90 #14/90
Garen
Polyester (gesponnen draad)
Getwist garen
#60/2 - #80/2
(Getwist garen
#80/3 - #100/3)
Getwist garen
#60/2
Getwist garen
#50/2 - #60/2
SpeciÀ caties
Naaisnelheid
Maximaal 1300 steken/min
Steeklengte
1,0-4,0 mm
Verhouding differentieel-
transport
0,7-2,0
Overlocksteekbreedte
Linkernaald: 5,2-6,7 mm
Rechternaald: 3,0-4,5 mm
Rolzoom: 1,5 mm
Slag naaldstang
27 mm
Naaivoet omhoog
4,5 mm
Naalden
INSPIRA overlocknaalden -
systeem ELx705
maat: #14/90, #12/80
Aantal naalden
2, 1
Aantal draden
2, 3, 4
Type lamp
LED-licht
Afmetingen machine
Breedte
Diepte
Hoogte
290 mm
300 mm
276 mm
Gewicht
6,0 kg
Wij behouden ons het recht voor de machine-uitrusting en het
as sor ti ment accessoires zonder voorafgaande kennisgeving te
wij zi gen of wijzigingen aan te brengen in de prestaties of het
ont werp.
Dergelijke wijzigingen zullen echter altijd in het voordeel zijn
van de gebruiker en ten goede komen aan het product.
Intellectueel eigendom
PFAFF en HOBBYLOCK zijn handelsmerken van KSIN
Luxembourg II, S.ar.l.
413 17 36 - 36E• Dutch • Inhouse • © 2010 KSIN Luxembourg II, S. ar. l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environment friendly paper
www.pfaff.com
26

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Pfaff-Hobbylock-2.0

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pfaff Hobbylock 2.0 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pfaff Hobbylock 2.0 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,65 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pfaff Hobbylock 2.0

Pfaff Hobbylock 2.0 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 28 pagina's

Pfaff Hobbylock 2.0 Gebruiksaanwijzing - English - 28 pagina's

Pfaff Hobbylock 2.0 Gebruiksaanwijzing - Français - 28 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info