749981
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/92
Pagina verder
Gebruikershandleiding
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften
in acht nemen, inclusief het volgende:
Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de in-
structies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine. Lever de instructies bij de naaimachine
als deze van eigenaar verwisselt.
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE
SCHOK:
Een naaimachine mag nooit onbewaakt achter worden gelaten als de stekker in het stopcontact zit. Het
stopcontact waar de machine op is aangesloten, moet goed toegankelijk zijn. Haal de stekker van deze
naaimachine altijd meteen uit het stopcontact na het gebruik en voordat u de machine gaat reinigen,
afdekpanelen ervan verwijdert, voordat u de machine smeert of wanneer u andere servicewerkzaamheden
uitvoert die in de gebruiksaanwijzing staan.
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN BRAND-
WONDEN, BRAND, EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL:
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine. Let goed op wanneer deze naaimachine wordt
gebruikt door of in de buurt van kinderen.
Gebruik de naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor deze bedoeld is, zoals be-
schreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn aanbevo-
len, zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is, als de naai-
machine niet goed werkt, als de naaimachine gevallen of beschadigd is of in het water heeft
gelegen. Breng de naaimachine in dat geval naar de dichtstbijzijnde bevoegde dealer of een
onderhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische bijstelling.
Gebruik de naaimachine nooit wanneer de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn. Houd de
ventilatieopeningen van de naaimachine en het voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en
loshangende lappen stof.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naaimachinenaald.
Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald
breken.
Gebruik geen gebogen naalden.
Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof. Hierdoor kunt u namelijk de naald buigen, waar-
door deze kan breken.
Draag een veiligheidsbril.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald,
zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, de spoel plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.
Laat geen voorwerpen in een opening vallen en steek geen voorwerpen in openingen van de
naaimachine.
Gebruik de naaimachine niet buiten.
Gebruik de naaimachine niet in een omgeving waar spuitbussen worden gebruikt of waar zuur-
stof wordt toegediend.
Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle knoppen uitschakelen (“0”).
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer.
Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen. Plaats geen andere voorwerpen
op het voetpedaal.
Gebruik de machine niet als hij nat is.
Als het LED-lampje beschadigd of kapot is, moet het worden vervangen door de fabrikant of
GLHQVVHUYLFHDJHQWRIHHQSHUVRRQPHWGH]HOIGHNZDOLÀFDWLHVRPJHYDDUWHYRRUNRPHQ
Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant
RIGLHQVVHUYLFHDJHQWRIHHQSHUVRRQPHWGH]HOIGHNZDOLÀFDWLHVRPJHYDDUWHYRRUNRPHQ
Deze naaimachine heeft dubbele isolatie. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Raadpleeg
de instructies voor het repareren van dubbel geïsoleerde apparaten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
UITSLUITEND VOOR CENELEC-LANDEN:
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en kennis als ze super-
visie of instructies hebben gekregen om het apparaat op een veilige manier te kunnen gebruiken
en als ze begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet zonder supervisie door kinderen worden
uitgevoerd.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 75dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type "FR5", gefabriceerd
door Shanghai Binao Precision Mould Co., Ltd.
VOOR NIET-CENELEC-LANDEN:
Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en ken-
nis, als ze geen supervisie of instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben gekregen van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden
gehouden om te zorgen dat ze niet met de naaimachine spelen.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 75dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type "FR5", gefabriceerd
door Shanghai Binao Precision Mould Co., Ltd.
SERVICE UITVOEREN AAN DUBBEL GEÏSOLEERDE
APPARATEN
In een dubbel geïsoleerd product zitten twee isolatiesystemen in plaats van aarding. Dubbel geïso-
leerde apparaten hebben geen aardingsvoorziening en die mag ook niet aan het apparaat worden
toegevoegd. Het repareren van een dubbel geïsoleerd product vereist de hoogste nauwkeurigheid
en een grondige kennis van het systeem en mag alleen worden uitgevoerd door deskundige tech-
nici. De reserveonderdelen voor dubbel geïsoleerde producten moeten identiek zijn aan de onder-
delen in het product. Een dubbel geïsoleerd product is gemarkeerd met de woorden ‘DUBBELE
ISOLATIE’ OF ‘DUBBEL GEÏSOLEERD’.
Van harte gefeliciteerd!
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe PFAFF®
naaimachine.
Als naailiefhebber bent u in het bezit gekomen van één van
de meest geavanceerde en uitgebreide naaimachines ter
wereld; met deze machine kunt u al uw creatieve ideeën
uitvoeren met de allernieuwste technologie en functies.
Neem voordat u aan de slag gaat de tijd om deze handleiding
door te lezen. U zult al snel ontdekken hoe u optimaal
JHEUXLNNXQWPDNHQYDQXZPDFKLQH2Q]HRIÀFLsOH
PFAFF® dealers zullen u natuurlijk ook altijd met plezier
willen adviseren.
Met uw PFAFF® naaimachine zult u zonder twijfel een
compleet nieuwe dimensie van naaien ervaren!
1
2
3
4
Inleiding 7
Machineoverzicht 1:8
Voorkant .......................................................................1:8
Achterkant ....................................................................1:9
Onderdelen bovenkant ...............................................1:9
Accessoiredoos .............................................................1:9
Bijgeleverde accessoires 1:10
Naaivoeten .................................................................1:11
Stekenoverzicht 1:12
Nuttige steken ............................................................ 1:12
Decoratieve steken (720) ...........................................1:14
Decoratieve steken (710) ...........................................1:17
Alfabetten ................................................................... 1:19
Voorbereidingen 2:1
Uitpakken 2:2
Het snoer van het voetpedaal aansluiten 2:2
Het snoer en het voetpedaal aansluiten 2:2
De machine opbergen na het naaien 2:3
LED-lampjes 2:3
Vrije arm 2:3
Draadafsnijder 2:3
Elektronische kniehevel (720) 2:3
Garenpennen 2:4
De machine inrijgen 2:5
Draadinsteker ...............................................................2:5
Draadsensor 2:6
Spoelen 2:7
De spoel plaatsen 2:8
IDT systeem (Ingebouwd Dubbel Transport) 2:8
De naaivoet verwisselen 2:9
Naald vervangen 2:9
Bevestig de steekplaat voor rechte steken. 2:9
De transporteur verzinken (710) 2:10
Naalden 2:10
Garens 2:11
Versteviging 2:11
USB-poort 2:12
Hoe u uw machine kunt updaten 2:12
INHOUD
Machine-instellingen en toetsen 3:1
Touchscreen 3:2
Touchscreen - overzicht ..............................................3:2
Menu Instellingen 3:3
Machine-instellingen ..................................................3:3
Naai-instellingen ......................................................... 3:4
Machine-informatie 3:5
Algemene pictogrammen 3:5
Toetsen en indicators 3:6
Naaimodus 4:1
Naaimodus 4:2
Beginaanzicht ...............................................................4:2
Naaimodus - overzicht 4:2
Selectiemenu 4:3
Een steek selecteren ..................................................... 4:3
Een lettertype selecteren ............................................. 4:3
Steekinstellingen 4:4
Steekbreedte .................................................................4:4
Steekpositie ...................................................................4:4
Steeklengte ....................................................................4:5
Steekdichtheid ..............................................................4:5
Balans ............................................................................ 4:5
Draadspanning ............................................................ 4:6
Spiegelen .......................................................................4:6
Opslaan in persoonlijk menu 4:7
Opties voor naaien/borduren uit de
vrije hand (720) 4:8
Afhechtopties 4:10
Naaiprogramma’s 4:11
Reeksen 4:12
Stitch Creator functie (720) 4:12
Naaitechnieken 4:13
Ritssluitingen naaien .................................................4:13
Zomen naaien in dikke stof......................................4:13
Genaaide zigzagsteek ...............................................4:14
Blindzoomsteek ......................................................... 4:14
Knoopsgaten .............................................................. 4:15
Een knoop aannaaien ................................................4:17
Stoppen ....................................................................... 4:17
Quilten ........................................................................4:18
Speciale naaitechnieken 4:20
Stapelsteken (720) ......................................................4:21
Enkele lintsteken (720) ..............................................4:21
Dubbele lintsteken (720) ...........................................4:22
Drievoudige lintsteken (720)....................................4:23
7
8
5
Zwevende steken (720) .............................................4:23
Algemene naaipop-ups 4:24
Reeksen 5:1
Reeksen 5:2
Reeksen - overzicht 5:2
Reeksen openen en afsluiten 5:3
Een reeks maken 5:3
Reeksopdrachten .........................................................5:4
Een reeks laden en naaien 5:5
Een reeks opslaan 5:5
Belangrijke informatie over reeksen 5:6
Algemene pop-ups van reeksen 5:6
Stitch Creator functie (720) 6:1
Stitch Creator functie 6:2
Stitch Creator functie - overzicht 6:2
De Stitch Creator functie openen en afsluiten ..... 6:3
'HÀQLWLHYDQHHQVWHHNSXQW ...................................... 6:3
Beginnen met creëren - een steek of steekpunt
toevoegen ......................................................................6:3
Steekpunten selecteren ...............................................6:3
Een geselecteerd steekpunt dupliceren ....................6:4
Een nieuw steekpunt invoegen .................................6:4
Drievoudige steek .......................................................6:4
Horizontaal spiegelen .................................................6:4
Verticaal spiegelen ......................................................6:4
Een geselecteerd steekpunt verwijderen..................6:4
Druk/sleepfuncties 6:5
Positie van het gemarkeerde steekpunt 6:5
Steek laden en naaien 6:6
Een steek opslaan 6:6
Algemene pop-ups van de
Stitch Creator functie 6:6
Let op: De naaimachinemodellen worden in deze handleiding genoemd met hun volledige naam of
gewoon als 720 en 710.
Persoonlijke bestanden 7:1
Persoonlijke bestanden 7:2
Bladeren door persoonlijke bestanden 7:3
Een map openen 7:3
Eén mapniveau omhoog.............................................7:3
Organiseren 7:4
Algemene pop-ups van de
persoonlijke bestanden 7:4
Onderhoud 8:1
De naaimachine reinigen 8:2
Niet-originele onderdelen en accessoires 8:2
Problemen oplossen 8:3
Inhoudsopgave 8:5
Intellectueel eigendom 8:11
6
1
Inleiding
1:8
Inleiding
31
29
26
27
30
28
25
32
10
20
30
40
50
2
1
mm
inch
0
0
24
1
2
3
45
6
78
9
13
12
11
10
14 15 16 17
19
18
20
21
22
23
5
33
Machineoverzicht
Voorkant
1 Klep
2. Draadinrijggleuven
3 Draadafsnijder
4 Aansluiting Sensormatic-
knoopsgatvoet
5. LED-lampjes
6 Vrije arm
7 Achteruitnaaien
8. Achteruitnaai-indicator
9. Actie-indicator
10. Draden afsnijden
11. Start/stop
12. Afwisselen tussen naaivoet
omlaag en draaistand
13. Afwisselen tussen naaivoet
omhoog en extra hoog:
14. Onmiddellijk afhechten
15. Steek opnieuw beginnen
16. Snelheidsregeling
17. Naald omhoog/omlaag
18. PFAFF® kleuren touchscreen
19. Knoopliniaal
20. Handwiel
21 Stylus-houder
22. Ingebouwde USB-poort
23. Hoofdschakelaar,
aansluitingen voor netsnoer
en voetpedaal
24 Aansluiting voor
kniehevel(720)
Naaldgebied
25. Ingebouwde draadinsteker
26 Spoelhuisdeksel
27 Steekplaat
28. Naaivoet
29. Naaivoetstang en
naaivoethouder
30. Bovendraadgeleider
31. Naaldschroef
32. Naaldstang
33. De transporteur verzinken
(710)
1:9
Inleiding
34
35
47
48
49
36 37 38 39 40 41
42434446 45
Achterkant
34. Handvat
35. IDT systeem
Onderdelen bovenkant
36. Voorspanningschijf voor inrijgen en opwinden
van de spoel
37. Spoelgeleider voor opspoelen
38. Draadgeleider
39 Spoelgeleiders voor opspoelen
40. Draadafsnijder spoelgeleider
41. Spoelas
42. Extra garenpen
43. Garenschijven
44. Garenpen
45. Draadspanningsschijf
46. Draadhefboom
Accessoiredoos
In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor
naaivoeten en spoeltjes, en er is ook ruimte voor
naalden en andere accessoires. Berg de accessoires
op in de doos zodat u ze altijd binnen handbereik
heeft.
47. Ruimte voor accessoires
48. Uitneembaar bakje voor naaivoeten
49. Uitneembare spoelhouder
1:10
Inleiding
50 51 52 53
54 55 56 57
58 59
60 61 62
63
Bijgeleverde accessoires
Accessoires
50. Stylus
51. Garennetje (1)
52. Geleider voor doorstikken/quilten
53 Vilten onderlegger (1)
54. Schroevendraaier
55. Tornmesje
56. Borsteltje
57. Garenschijf, groot (2)
58 Garenschijf, medium
59. Garenschijf, klein
60 Multifunctioneel gereedschap
61 Spoeltjes (5)
62. Kniehevel (720)
63. Steekplaat voor rechte steek (720)
Niet afgebeelde bijgeleverde accessoires
• Voetpedaal
• Netsnoer
• Naalden
• Microvezel doekje
1:11
Inleiding
Naaivoeten
0A - Standaardnaaivoet met IDT systeem
(op de naaimachine bevestigd bij levering)
Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een
steeklengte van meer dan 1,0mm.
1A - Siersteekvoet met IDT systeem
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef in de
onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
2A - Siersteekvoet
Gebruik deze voet bij het naaien van decoratieve steken of zigzagsteken en andere nuttige
steken van minder dan 1,0mm lang. De groef in de onderkant van de naaivoet is bedoeld
voor een soepel transport over de steken.
3 - Blindzoomvoet met IDT systeem
Deze naaivoet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de naaivoet geleidt de
stof. De rode geleider op de naaivoet moet langs de vouw van de zoomrand lopen.
4 - Ritsvoet met IDT systeem
Deze naaivoet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor
het eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de rits te naaien.
Verplaats de naaldpositie naar rechts of naar links om dichter langs de tandjes te naaien.
5A - Sensormatic knoopsgatvoet
Wanneer deze voet op de machine is aangesloten, wordt het knoopsgat genaaid met de
lengte die in de machine is ingevoerd.
5M - Handmatige knoopsgatvoet
Deze naaivoet wordt gebruikt voor het naaien van handmatige knoopsgaten. Gebruik de
markeringen op de voet om de rand van het kledingstuk te plaatsen. Het hieltje aan de
achterkant van de voet houdt de draad vast bij knoopsgaten met inlegdraad.
6A - Borduur-/Sensormatic free-motionvoet
Deze voet wordt gebruikt voor borduren en free-motion naaien. Deze voet kan ook
worden gebruikt voor stopwerk.
Quilt- en patchworkvoet met IDT™ systeem
Deze naaivoet is perfect voor het aan elkaar zetten van lapjes en voor patchwork, vooral
in combinatie met de steekplaat voor rechte steken. De afstand vanaf de naald tot de
buitenste rand van de rechterkant van de naaivoet is 6 mm. De afstand vanaf de naald tot
de binnenste rand van de rechterkant van de naaivoet is 3 mm.
8 - Maxi-steekvoet (720)
Deze voet wordt gebruikt voor zijwaartse steken.
Belangrijk: Controleer of het IDT systeem is uitgeschakeld als u naaivoet 2A, 5A, 5M, 6A en 8 gebruikt.
1:12
Inleiding
Steek Steek-
nummer
(710)
Steek-
nummer
(720) Naam Beschrijving
1.1.1 1.1.1 Rechte steek Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Kies uit 37 verschillende
naald posities. Let op: Deze steek vormt een sterkere afhechting dan steek
2.1.1.
1.1.2 1.1.2 Elastische drievoudige
rechte steek Voor versterkte naden en doorstikken.
1.1.3 1.1.3 Elastische tricotsteek Voor het naaien van naden in elastische stoffen.
1.1.4 1.1.4 Rijgsteek
Enkele steek gebruikt om te rijgen. Druk op voetpedaal om één
steek te naaien. Beweeg de stof met de hand naar de gewenste
positie en druk opnieuw op het voetpedaal om nog een steek te
naaien.
1.1.5 1.1.5 Zigzagsteek Voor versterkte naden, afwerken en elastisch naaien.
1.1.6 1.1.6 Drievoudige zigzag
stretchsteek Elastische steek voor decoratieve zomen of doorstikken.
1.1.7 1.1.7 Genaaide zigzagsteek Voor elastische naden, stopwerk, verstellen, afwerken van
randen en decoratief naaiwerk.
1.1.8 1.1.8 Elastische steek Voor elastische naden, stopwerk, verstellen en kant inzetten.
1.1.9 1.1.9 Z-zigzagsteek Voor het vastnaaien van applicaties.
1.1.10 1.1.10 Honingraatsteek Decoratieve steek voor elastische stoffen en zomen. Ook gebruikt
met elastisch garen op de spoel.
1.1.11 1.1.11 Fagotsteek Stoffen en quiltvoering aan elkaar naaien, decoratieve steek voor
quilten, ajoursteken.
1.1.12 1.1.12 Elastische decoratieve
fagotsteek Verbindingssteek voor ondergoed, badstof, leer, dikke lagen stof
bij overlappende naden.
1.1.13 1.1.13 Flanelsteek Elastische decoratieve zoom voor elastische stoffen. Ook geschikt
om stoffen aan elkaar te naaien en quiltvoering.
1.1.14 1.1.14 Blindzoomsteek Voor het naaien van blinde zomen op geweven stoffen.
1.1.15 1.1.15 Elastische
blindzoomsteek Voor het naaien van blinde zomen op stretch stoffen.
1.2.1 1.2.1 Gesloten overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
1.2.2 1.2.2 Elastische
overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
1.2.3 1.2.3 Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
1.2.4 1.2.4 Patchwork voor dunne
gebreide stoffen Voor het verstellen en zomen van elastische stoffen.
Stekenoverzicht
Nuttige steken
1:13
Inleiding
1.2.5 1.2.5 Gesloten overlocksteek Voor het verstellen, zomen, naaien van naden en afwerken.
1.2.6 1.2.6 Gesloten overlocksteek
voor elastische stoffen Voor het verstellen, zomen, naaien van naden en afwerken van
elastische stoffen.
1.2.7 1.2.7 Valse dekzoom Maak een overlockzoom in elastische stoffen die eruit ziet als een
lockmachine-dekzoom.
N.A 1.2.8 Valse dekzoom Maak een overlockzoom in elastische stoffen die eruit ziet als een
lockmachine-dekzoom.
1.2.8 1.2.9 Open overlock
blindzoom Maak een decoratieve overlock blindzoom in geweven stoffen.
1.2.9 1.2.10 Gesloten overlock
blindzoom Maak een decoratieve overlock blindzoom in elastische stoffen.
1.3.1 1.3.1 Standaardknoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jasjes. Ook voor
kussenslopen.
1.3.2 1.3.2 Afgerond knoopsgat
met dwarstrens Knoopsgat voor kleding.
1.3.3 1.3.3 Mantelknoopsgat met
puntvormige trens Kleermakersknoopsgat of sierknoopsgat.
1.3.4 1.3.4 Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes.
1.3.5 1.3.5 Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen.
1.3.6 1.3.6 Sier-mantelknoopsgat Sierknoopsgat voor jasjes.
N.A 1.3.7 Sier-mantelknoopsgat Sierknoopsgat voor jasjes.
N.A 1.3.8 Sier-mantelknoopsgat Nostalgisch sierknoopsgat.
1.3.7 1.3.9 Sier-mantelknoopsgat Nostalgisch sierknoopsgat.
1.3.8 1.3.10 Knopen aannaaien Voor het aannaaien van knopen of rijgen.
1.3.9 1.3.11 Paspel knoopsgat Knoopsgat met paspels.
1.4.1 1.4.1 Oogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1.4.2 1.4.2 Sieroogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1:14
Inleiding
N.A 1.4.3 Sieroogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1.4.3 1.4.4 Sieroogje Voor ceinturen, koordjes, nostalgisch naaien enz.
1.4.4 1.4.5 Programmeerbare
stopsteek
Stoppen en repareren van kleine gaatjes. Begin met naaien over
het gat, druk op achteruit naaien voor doorlopend stoppen en
stop.
1.4.5 1.4.6 Programmeerbare
versterkte stopsteek
Stop en repareer werkkleding, jeans, tafelkleden en
linnen handdoeken. Naai over het gat heen, druk op de
achteruitnaaitoets voor doorlopend stopwerk en een automatische
stop.
1.4.6 1.4.7 Trens Verstevig zakken, openingen van shirts, riemlusjes en het
onderste deel van ritssluitingen.
1.4.7 1.4.8 Jeanstrens Verstevig zakken, openingen van shirts, riemlusjes en het
onderste deel van ritssluitingen.
1.4.8 1.4.9 Siertrens Verstevig zakken, openingen van shirts, riemlusjes en het
onderste deel van ritssluitingen.
1.4.9 1.4.10 Kruistrens Verstevig zakken, openingen van shirts en riemlusjes.
2.1 Quiltsteken -
Handgemaakte Quiltsteken 2.2 Quiltsteken -
Meandersteken 2.2 Quiltsteken -
Meandersteken
3.1 Naaldkunststeken -
Kruissteken
2.3 Quiltsteken -
Crazy-patchworksteken 2.3 Quiltsteken -
Crazy-patchworksteken
Decoratieve steken (720)
1:15
Inleiding
3.1 Naaldkunststeken -
Kruissteken 3.2 Naaldkunststeken -
Naaisteken 3.3 Naaldkunststeken -
Nostalgische borduursteken
4.1 Cordonsteken -
Schulpranden
3.3 Naaldkunststeken -
Nostalgische borduursteken 4.1 Cordonsteken -
Schulpranden
4.2 Cordonsteken -
Cordonelementen 4.3 Cordonsteken -
Omrandingen
5.1 Decoratieve steken -
Bladeren en bloemen
4.2 Cordonsteken -
Cordonelementen
4.3 Cordonsteken -
Omrandingen 5.1 Decoratieve steken -
Bladeren en bloemen
5.2 Decoratieve steken -
Kunststeken 5.2 Decoratieve steken -
Kunststeken 5.3 Decoratieve steken -
Siersteken
1:16
Inleiding
5.3 Decoratieve steken -
Maxi kunststeken 6.1 Diverse steken -
Strikken en harten
5.4 Decoratieve steken -
Maxi kunststeken
6.2 Diverse steken -
Strikken en harten 6.3 Diverse steken -
Fantasiesteken
6.3 Diverse steken -
Dieren
7.1 Monogramsteken -
Monogram 1
8.1 Steektechnieken -
Lintsteken 8.1 Steektechnieken -
Lintsteken
7.1 Monogramsteken -
Monogram 1 7.1 Monogramsteken -
Monogram 1
8.2 Steektechnieken -
Stapelsteken
8.2 Steektechnieken -
Stapelsteken 8.3 Steektechnieken -
Zwevende steken 9.1 Aanvullende steken -
Steken voor optionele naaivoeten
1:17
Inleiding
9.1 Aanvullende steken -
Steken voor optionele naaivoeten 9.2 Aanvullende steken -
Steken in vier richtingen
Decoratieve steken (710)
2.1 Quiltsteken -
Handgemaakte Quiltsteken 2.2 Quiltsteken -
Meandersteken 2.3 Quiltsteken -
Crazy-patchworksteken
2.3 Quiltsteken -
Crazy-patchworksteken 3.1 Naaldkunststeken -
Kruissteken 3.2 Naaldkunststeken -
Naaisteken
1:18
Inleiding
7.1 Aanvullende steken - Steken voor optionele naaivoeten
3.3 Naaldkunststeken -
Nostalgische borduursteken 4.1 Cordonsteken -
Schulpranden 4.2 Cordonsteken -
Cordonelementen
4.3 Cordonsteken -
Omrandingen 5.1 Decoratieve steken -
Bladeren en bloemen 5.1 Decoratieve steken -
Bladeren en bloemen
5.2 Decoratieve steken -
Kunststeken 5.3 Decoratieve steken -
Siersteken 5.3 Decoratieve steken -
Siersteken
6.1 Diverse steken -
Strikken en harten 6.2 Diverse steken -
Strikken en harten 6.3 Diverse steken -
Dieren
1:19
Inleiding
Comic
CyrillicOutline (720)
Script
Alfabetten
1:20
Inleiding
2
Voorbereidingen
2:2
Voorbereidingen
C A B
Uitpakken
1 Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til de machine uit de doos, verwijder de buitenste
verpakking en til de beschermkap eraf.
2. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal en de plastic zakken.
3. Schuif de accessoiredoos van de machine en verwijder het piepschuim onder de vrije arm.
Let op: Als er piepschuim in de accessoiredoos blijft zitten tijdens het naaien, kan de steekkwaliteit worden benadeeld.
Het piepschuim is alleen voor verpakkingsdoeleinden en moet worden verwijderd.
Let op: Uw naaimachine is erop gebouwd om de beste resultaten te leveren bij normale kamertemperatuur. Extreem
warme en koude temperaturen kunnen de naairesultaten nadelig beïnvloeden.
Het snoer van het voetpedaal
aansluiten
Bij de accessoires zit ook het snoer van het
voetpedaal. U hoeft het snoer alleen de eerste keer
dat u de machine gaat gebruiken aan het voetpedaal
te bevestigen.
1. Pak het snoer van het voetpedaal. Draai het
voetpedaal om. Sluit het snoer aan op de
uitgang in de ruimte aan de onderkant van het
voetpedaal, zoals op de afbeelding te zien is.
2. Duw goed aan zodat het snoer goed verbinding
maakt.
3. Trek het snoer in de gleuf links van het contact
om ervoor te zorgen dat het voetpedaal
gelijkmatig op de vloer rust.
Het snoer en het voetpedaal
aansluiten
Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit
of het van het type “FR5” is (zie de onderkant van het
voetpedaal).
1. Sluit het snoer van het voetpedaal aan op het
voorste contact rechts onder aan de machine (A).
2 Sluit het netsnoer aan op het achterste contact,
rechts onder aan de machine (B). Steek de
stekker in een stopcontact.
3. Zet de I/O-schakelaar op “I” om de
voedingsspanning en het licht in te schakelen
(C).
2:3
Voorbereidingen
A
De machine opbergen na het naaien
1 Zet de hoofdschakelaar I/0 op “0” (C).
2. Haal de stekker van de voedingskabel eerst uit
het stopcontact en vervolgens uit de machine (B).
3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de
machine (A). Rol het snoer van het voetpedaal op
en leg het in de ruimte op de onderkant van het
voetpedaal.
4. Berg alle accessoires op in de accessoiredoos.
Schuif de doos op de naaimachine om de vrije
arm heen.
5 Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de vrije
arm.
6 Plaats de beschermkap op de machine.
LED-lampjes
Op uw machine zitten LED-lampjes die het licht
zonder schaduw gelijkmatig over het werkgebied
verdelen.
Vrije arm
Om de vrije arm te gebruiken moet u de
accessoiredoos verwijderen. Wanneer de doos is
bevestigd, houdt een haak de accessoiredoos vast
aan de machine. Schuif de doos naar links om hem te
verwijderen.
Draadafsnijder
Trek de draad zoals afgebeeld van achteren naar
voren om de draadafsnijder te gebruiken.
Elektronische kniehevel (720)
Uw machine is uitgerust met een elektronische
kniehevel waarmee u de hoogte van de naaivoet kunt
regelen.
Breng de kniehevel aan in de daarvoor bedoelde
opening in de naaimachine. De platte kant moet
omhoog wijzen. Stel de rechthoekige stang van de
kniehevel af totdat deze voor u een comfortabele
hoogte heeft (A).
Als u de kniehevel naar rechts drukt, gaat de
naaivoet omhoog. Nu kunt u de stof met beide
handen geleiden.
Als u de kniehevel wilt verwijderen, trekt u deze
recht uit de opening.
2:4
Voorbereidingen
Kleine garenschijf
Hoofdgarenpen in verticale positie
Grote garenschijf
Garenpennen
Uw naaimachine heeft twee garenpennen:
een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De
garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen.
De hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden
gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt
van het klosje afgerold) of in een verticale positie
(het klosje draait). Gebruik de horizontale positie
voor normaal garen en de verticale positie voor
grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
Horizontale positie
Plaats een passende garenschijf en het klosje op
de garenpen. Controleer of de draad linksom van
het klosje wordt afgerold en schuif dan een tweede
garenschijf op de pen.
Let op: Niet alle garenklosjes zijn op dezelfde manier
gemaakt. Als u problemen heeft met het garen, draai het
klosje dan om of gebruik de verticale positie.
Gebruik een garenschijf die iets breder is dan het
klosje. Gebruik bij smalle garenklosjes een kleinere
garenschijf voor het klosje. Gebruik bij brede
garenklosjes een grotere garenschijf voor het klosje.
De platte zijde van de schijf moet stevig tegen het
klosje worden gedrukt. Er mag geen ruimte tussen
de garenschijf en het klosje zitten.
Verticale positie
Til de garenpen op tot in verticale positie. Schuif het
grote schijfje erop en plaats een vilten onderlegger
onder het klosje. Dit voorkomt dat het garen te snel
van het klosje wordt afgewikkeld.
Plaats geen garenschijf op de garenpen omdat het
klosje dan niet meer kan draaien.
Let op: Wanneer de garenpen in verticale positie wordt
gebruikt, kan het zijn dat de draadspanning handmatig
moet worden aangepast.
Extra garenpen
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u
een spoeltje wilt opwinden vanaf een tweede
garenklosje of voor een tweede klosje wanneer u
met een tweelingnaald naait.
Breng de extra garenpen omhoog. Schuif een grote
garenschijf erop en plaats een vilten onderlegger
onder het klosje. Extra garenpen en hoofdgarenpen in verticale positie.
2:5
Voorbereidingen
D
E
F
G
CBA
CB
A
De machine inrijgen
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald omhoog
staan.
1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze
vast met een passende garenschijf.
Let op: Houd de draad met uw beide handen vast zodat
deze niet slap gaat hangen tijdens het inrijgen. Op deze
manier wordt de draad goed door de inrijgroute geleid.
2. Trek de draad van voren naar achteren door de
draadgeleider (A). Zorg ervoor dat de draad
op zijn plaats klikt. Trek de draad dan onder
de spoelgeleider voor het opspoelen (B) op de
voorspanningsschijf (C).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf
en dan omhoog door de linker inrijggleuf.
4 Breng de draad vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (D) en omlaag in de linker
inrijggleuf naar de bovendraadgeleider (E).
5. Rijg de bovendraad in.
Draadinsteker
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch
in de naald steken. Wanneer u de draadinsteker wilt
gebruiken, moet de naald zich in de bovenste stand
bevinden.
1. Laat de naaivoet zakken.
2. Gebruik de hendel om de draadinsteker
helemaal omlaag te trekken. De inrijghaak (G)
zwenkt door het oog van de naald.
3. Leg de draad vanaf de achterkant over de
haak (F) en onder de inrijghaak (G).
4. Laat de draadinsteker voorzichtig terugdraaien.
Het haakje trekt de draad door het oog van de
naald en vormt een lus achter de naald. Trek de
lus er achter de naald uit.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalden
nr. 70-120. U kunt de draadinsteker niet gebruiken
bij naalden van nr. 60 of kleiner, de zwaardnaald,
tweelingnaald of drielingnaald. Er zijn ook enkele
optionele accessoires waarbij u de draad met de hand
moet insteken.
2:6
Voorbereidingen
D
E
CB
F
A
CB
A
G
De tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald.
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald omhoog
staan.
1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze
vast met een passende garenschijf. Breng de
extra garenpen omhoog. Schuif een grote
garenschijf en een vilten onderlegger op de pen.
Plaats het tweede naaigaren op de garenpen.
Let op: Houd de draden met uw beide handen vast zodat
deze niet slap gaan hangen tijdens het inrijgen. Op deze
manier wordt de draad goed door de inrijgroute geleid.
2. Trek de draden van voren naar achteren door de
draadgeleider (A). Zorg ervoor dat de draden op
hun plaats klikken. Trek de draden dan onder
de spoelgeleider voor het opspoelen (B) op de
voorspanningsschijf (C).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf
en dan omhoog door de linker inrijggleuf. Zorg
ervoor dat u de ene draad langs de linkerkant
en de andere draad langs de rechterkant van
spanningsschijf (F) leidt.
4. Breng de draden vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (D) en omlaag in de linker
inrijggleuf. Zorg ervoor dat één draad door de
draadgeleider bij de naald (E) gaat en de andere
draad aan de buitenkant daarvan. Zorg er ook
voor dat de draden niet in elkaar draaien.
5 Rijg de draad door de naalden.
Let op: Activeer ‘tweelingnaald’ en selecteer de juiste
tweelingnaaldbreedte in het instellingenmenu. Hierdoor
wordt de breedte van alle steken voor die naaldgrootte
beperkt om schade aan de naaivoet en naald te voorkomen.
Let op: De dikte en het onregelmatige oppervlak van
speciale garens, zoals metallic garens, verhoogt de mate
van wrijving op de draad. Door de spanning te verlagen,
voorkomt u dat de naald breekt.
Let op: Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (G);
uw naaimachine kan erdoor beschadigen.
Draadsensor
Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine en
verschijnt er een pop-up op het scherm. vervang het
spoeltje door een volle en ga verder met naaien.
Let op: Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine
en verschijnt de pop-up ‘spoel bijna leeg’ op het scherm.
U kunt doorgaan met naaien zonder de pop-up te sluiten
totdat de onderdraad helemaal opraakt.
2:7
Voorbereidingen
C
D
B
A
F
E
C
A
Spoelen
Spoelen vanuit horizontale positie
1. Plaats een lege spoel op de spoelas, met het logo
omhoog. Gebruik alleen de originele PFAFF®
spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
2. Plaats het klosje op de garenpen in horizontale
positie. Schuif een garenschijf stevig op het klosje.
3 Plaats de draad van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek de draad linksom
boven de spoelgeleider voor het opspoelen (B)
en dan door de spoeldraadgeleiders (C) aan de
achterkant.
Let op: Zorg ervoor dat de draad goed in de voor-
spanningsschijf wordt getrokken voor de juiste
draadspanning.
4. Haal de draad van binnen naar buiten door de
gleuf in de spoel (D).
5. Duw de spoelas naar rechts om op te spoelen. Er
verschijnt een pop-up op het scherm die u laat
weten dat opspoelen actief is. Gebruik de schuif in
de pop-up om de spoelsnelheid te regelen. Begin
met opspoelen door op het voetpedaal te drukken
of druk op start/stop.
Als de spoel vol is, stopt het spoelen. Laat
het voetpedaal los of druk op start/stop
om de opspoelmotor te stoppen. Duw de
spoelgeleider naar links om de pop-up te sluiten.
Verwijder de spoel en snijd de draad af met de
onderdraadafsnijder (F).
Opspoelen met ingeregen machine
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden. Trek de draad uit de naald
om te voorkomen dat de naald verbuigt.
Breng de draad omhoog vanaf de draadgeleider (E),
verder omhoog door de linker inrijggleuf en door
de onderdraadgeleiders (C) Volg dan stap 4 en 5
hierboven.
2:8
Voorbereidingen
B
CA
1
3
2
4
A
De spoel plaatsen
1. Verwijder het spoelhuisdeksel door het naar u
toe te schuiven.
2. Plaats de spoel in het spoelhuis met het
merkteken naar boven. De draad moet afrollen
vanaf de linkerkant van de spoel. Het spoeltje
zal tegen de wijzers van de klok in draaien,
wanneer u de draad naar buiten trekt.
3. Plaats uw vinger op het spoeltje om te
voorkomen dat het kan draaien als u de draad
stevig naar rechts trekt en vervolgens naar links
in het spanningsveertje (A) totdat het op zijn
plaats “klikt”.
4. Ga verder met het inrijgen om (B) heen en naar
de rechterkant van de draadafsnijder (C). Plaats
het deksel weer op het spoelhuis. Trek de draad
naar links om hem af te snijden.
Het spoelhuisdeksel kan worden gebruikt als
vergrootglas.
IDT systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport)
Om alle stoffen nauwkeurig te kunnen naaien, biedt
de PFAFF® naaimachine de ideale oplossing: het
ingebouwde dubbele transport, het IDT systeem.
Net als bij industriële machines zorgt het IDT
systeem voor een gelijktijdig stoftransport zowel
van onder als van boven. Het materiaal wordt
nauwkeurig getransporteerd, zodat naden in dunne
stoffen zoals zijde en rayon niet meer rimpelen.
Het dubbele transport van het IDT systeem zorgt
dat de lagen niet verschuiven tijdens het naaien,
zodat quiltlagen goed op elkaar blijven liggen en
zodat stoffen met ruiten of strepen perfect op elkaar
aansluiten.
Het IDT systeem inschakelen
Belangrijk: Gebruik voor al uw naaiwerk met het IDT
naaivoeten met een uitsparing aan de achterzijde (A).
Breng de naaivoet omhoog. Druk het IDT systeem
omlaag totdat het vastklikt.
Het IDT systeem uitschakelen.
Breng de naaivoet omhoog. Houd het IDT systeem
met twee vingers bij de geribbelde greep vast. Trek
het IDT systeem omlaag en duw het vervolgens
van u af en laat het IDT langzaam omhoog komen.
2:9
Voorbereidingen
1
2
3D
De naaivoet verwisselen
De naaivoet verwijderen
Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de
naaivoethouder.
De naaivoet bevestigen
Plaats de pennetjes op de voet op één lijn met de
opening onder de naaivoethouder. Druk omhoog
totdat de voet vastklikt.
U kunt ook de toetsen voor het omhoog/omlaag
brengen van de naaivoet gebruiken om de naai-
voethouder omhoog of omlaag te brengen. Zet de
naaivoet zodanig onder de naaivoethouder dat bij
het omlaag brengen de pennetjes van de voet op de
naaivoethouder klikken.
Naald vervangen
1 Gebruik het gat in het universele gereedschap
om de naald vast te houden.
2 Draai de naaldschroef los.
3. Verwijder de naald.
4 Plaats de nieuwe naald met het gereedschap.
Duw de nieuwe naald omhoog met de platte
kant van u af totdat hij niet verder kan.
5 Draai de schroef van de naald zoveel mogelijk
aan.
Bevestig de steekplaat voor rechte
steken.
1. Verwijder de naaivoet en schuif het
spoelhuisdeksel open.
2. Controleer of de transporteur is verzonken.
Plaats een schroevendraaier onder de steekplaat
zoals te zien is op de afbeelding en draai de
schroevendraaier voorzichtig om de steekplaat
los te wrikken.
3. Plaats de steekplaat voor rechte steken met de
transporteur omlaag zodat de steekplaat in
de gleuf aan de achterkant (D) past. Duw de
steekplaat voor rechte steken omlaag totdat hij
op zijn plaats klikt. Schuif het spoelhuisdeksel
weer op zijn plaats.
2:10
Voorbereidingen
F
G
H
A B C D E
De transporteur verzinken (710)
Naalden
De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij
succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede
kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H
aan. In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt
geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte
maten.
Universele naald (A)
Universele naalden hebben een iets afgeronde
punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende
maten. Voor algemeen naaien in veel verschillende
stoftypen en -dikten.
Stretchnaald (B)
Stretchnaalden hebben een speciale las om
overgeslagen steken te voorkomen wanneer er rek
LQGHVWRI]LW9RRUEUHLVHOV]ZHPNOHGLQJÁHHFHHQ
synthetische suède en leer.
Borduurnaald (C)
Borduurnaalden hebben een speciale las, een iets
afgeronde punt en een iets groter oog om schade
aan het garen en de materialen te voorkomen.
Gebruik deze naalden met metallic en andere
speciale garens voor borduurwerk en decoratief
naaien
Denimnaald (D)
Denimnaalden hebben een scherpe punt die door
dicht geweven stoffen kan prikken zonder dat de
QDDOGYHUEXLJW9RRUFDQYDVGHQLPPLFURÀEHUV
Zwaardnaald (E)
De zwaardnaald heeft brede “vleugels” aan de
zijkanten van de naald om gaten in de stof te
prikken bij het naaien van entredeux en andere
ajoursteken op natuurlijke stoffen.
Let op: Vervang de naald regelmatig. Gebruik altijd een
rechte naald met een scherpe punt (F).
Een beschadigde naald (G) kan ervoor zorgen dat er
steken worden overgeslagen, dat de naald breekt of dat de
draad afbreekt. Een kapotte naald kan ook de steekplaat
beschadigen.
Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (H); uw
naaimachine kan erdoor beschadigen.
U kunt de transporteur verzinken door de hendel
aan de voorkant van de naaimachine naar links
te schuiven. Schuif de hendel naar rechts als u de
transporteur omhoog wilt brengen.
2:11
Voorbereidingen
Garens
Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn
ontwikkeld voor verschillende doeleinden.
Universeel naaigaren
Universeel naaigaren is gemaakt van synthetisch
materiaal, katoen of katoen met een polyesterlaagje.
Dit type garen wordt gebruikt voor het naaien van
kleding en werkstukken.
Borduurgaren
Borduurgaren is gemaakt van verschillende vezels:
rayon, polyester, acryl of metallic. Deze garens
geven borduurmotieven en ander decoratief
naaiwerk een glad en glanzend effect.
Transparant garen
7UDQVSDUDQWJDUHQRRNZHOPRQRÀODPHQWJDUHQ
genoemd, is enkeldradig helder synthetisch garen.
Het wordt gebruikt voor quilten en ander decoratief
naaiwerk. Rijg de naaimachine in met de spoel in
verticale positie. Als u een spoel opwindt, spoel dan
met lage snelheid en spoel tot de spoel halfvol is.
Let op: In sommige stoffen zit nog overtollige verf,
waardoor ze kunnen afgeven op andere stoffen of op uw
naaimachine. De afgegeven kleur kan zeer moeilijk of
zelfs helemaal niet te verwijderen zijn.
Fleece en denim geven vaak af, vooral rood en blauw.
Als u denkt dat uw stof/kant en klare kledingstukken af
kunnen geven, was ze dan altijd eerst voordat u ze gaat
naaien/borduren om te voorkomen dat ze afgeven op
uw machine.
Versteviging
Scheurversteviging
Scheurversteviging wordt gebruikt bij stevige
geweven stoffen. Gebruik scheurversteviging
onder de stof voor decoratief naaiwerk of span de
versteviging samen met de stof in de borduurring
als u gaat borduren. Scheur na het naaien de
overtollige versteviging weg.
Opstrijkversteviging
Opstrijkversteviging is een volledig stevige
versteviging met een gladde kant die op de stof kan
worden gestreken. Deze soort wordt aanbevolen
voor jersey en alle soorten gevoelige stoffen. Strijk
deze versteviging op de verkeerde kant van de stof
voordat u begint met naaien of voordat u de stof
in de borduurring spant. Scheur na het naaien de
overtollige versteviging weg.
Knipversteviging
Knipversteviging scheurt niet, dus moet overtollig
materiaal worden weggeknipt. Deze soort wordt
aanbevolen voor jersey en alle soorten onstabiele
stoffen en in het bijzonder voor borduren in de
borduurring.
Wateroplosbare versteviging
Wateroplosbare versteviging wordt op de stof
gelegd bij het versieren/borduren van stoffen
met een vleug of met lussen, zoals badstof. Bij
opengewerkt borduren gebruikt u de versteviging
onder de stof. Leg uw werk in water om overtollige
versteviging op te lossen. De versteviging is
verkrijgbaar in diverse dikten.
Versteviging die vanzelf uit elkaar valt
Dit is een stabiele, losjes geweven stof die wordt
gebruikt voor technieken zoals opengewerkt
borduurwerk en wanneer u een gehaakt randje aan
de stofrand wilt maken. De versteviging verdwijnt
met warmte.
Plakversteviging
Plakversteviging wordt gebruikt voor borduren in
de borduurring wanneer de stof te kwetsbaar of te
klein is om in de borduurring te spannen. Span de
plakversteviging in de borduurring met de papieren
kant omhoog. Verwijder het papier en plak de stof
op het plakkende gedeelte. Scheur na het naaien de
overtollige versteviging weg.
2:12
Voorbereidingen
USB poort
USB-poort
Uw machine heeft een USB-poort waarop u een
USB-stick kunt aansluiten.
Let op: Controleer of de USB-stick die u gebruikt de
indeling FAT32 heeft.
Aansluiten op en loskoppelen van USB-poort
Steek een USB-stick in de poort. De USB-stekker kan
slechts op één manier worden aangesloten – steek
hem niet met kracht in de poort!
Om de USB-stick te verwijderen, trekt u de stick er
voorzichtig recht uit.
Let op: USB stick niet verwijderen als deze actief is.
Hoe u uw machine kunt updaten
Raadpleeg de website www.pfaff.com en/
of uw plaatselijke erkende PFAFF® dealer voor
updates en upgrades voor uw machine en de
gebruiksaanwijzing.
Update-instructies
Ga naar de PFAFF® website op www.pfaff.com
en zoek uw naaimachine op. Hier vindt u de
updates die beschikbaar zijn voor uw machine.
Download de update-software op een USB-stick
en pak het bestand uit
Zorg dat uw machine uit staat. Sluit de USB-
stick met de nieuwe softwareversie aan op de
USB-poort van uw machine.
Zet uw machine aan terwijl u de
achteruitnaaitoets ingedrukt houdt.
De update start automatisch en u kunt de
achteruitnaaitoets loslaten wanneer de
voortgangsbalk verschijnt.
Let op: Het kan een minuut duren voordat de
voortgangsbalk verschijnt en u de achteruitnaaitoets
los kunt laten.
Wanneer de update is voltooid, start de
machine automatisch opnieuw. Controleer
het nummer van de softwareversie in het
instellingenmenu.
Achteruitnaaitoets
3
Machine-instellingen
en toetsen
3:2
Machine-instellingen en toetsen
Selectiemenu
Menu Instellingen
Quick help
Horizontaal spiegelen
Verticaal spiegelen
Verwijderen
Touchscreen
Werken met het touchscreen van uw PFAFF® naaimachine is heel gemakkelijk - raak het gewoon aan met
uw stylus of uw vinger om uw keuzes te maken. Hieronder wordt het touchscreen beschreven buiten het
PFAFF® kleuren touchscreen. Dit aanraakgebied blijft er hetzelfde uitzien wanneer u overschakelt tussen
verschillende modi.
Touchscreen - overzicht
Selectiemenu
Druk op dit pictogram om het selectiemenu
te openen. In het selectiemenu kunt u steken,
steeklettertypes selecteren, persoonlijke bestanden
of een USB-apparaat openen.
Menu Instellingen
Druk op dit pictogram om het instellingenmenu
te openen. In deze weergave kunt u
standaardinstellingen veranderen en handmatig
aanpassingen maken aan de machine-instellingen
en de naai-instellingen. U vindt ook machine-
informatie in het instellingenmenu.
Quick help
Uw machine heeft een ingebouwde Quick-
helpfunctie die u direct informatie geeft over alles
wat u op het touchscreen ziet. Druk op het quick
help-pictogram om quick help te activeren. Er
verschijnt een vraagteken op het PFAFF® kleuren
touchscreen. Druk op een pictogram, tekst of gebied
op het deel van het scherm waarover u informatie
wenst. Een pop-up geeft u een korte uitleg. Druk op
OK in de pop-up om quick help te sluiten.
Horizontaal spiegelen
Spiegel een steek of reeks horizontaal door op het
pictogram ‘horizontaal spiegelen’ te drukken.
Verticaal spiegelen
Spiegel een steek of reeks verticaal door op het
pictogram ‘verticaal spiegelen’ te drukken.
Verwijderen
Druk op het pictogram ‘verwijderen’ als u een
steek, reeks of map wilt verwijderen. Als een map
wordt verwijderd, worden ook alle bestanden die
in de map staan verwijderd. Om alle bestanden en
mappen uit de huidige map te verwijderen, drukt u
lang op het pictogram ‘verwijderen’.
Let op: U kunt geen ingebouwde steken of lettertypes
verwijderen.
3:3
Machine-instellingen en toetsen
Menu Instellingen
In het instellingenmenu kunt u standaardinstellingen
veranderen en handmatig aanpassingen maken aan
de machine-instellingen en de naai-instellingen.
Druk op de pictogrammen om een functie in
te schakelen of een keuzelijst te openen. De
instellingen blijven ook bewaard nadat u de
machine uitzet.
Machine-instellingen
Taal
Druk op het taalpictogram om de beschikbare talen
te bekijken. Selecteer uw gewenste taal uit de lijst
door erop te drukken.
Geluid herhalen
Wanneer dit is ingeschakeld, wordt het signaal voor
waarschuwings- of ‘let op’-pop-ups met intervallen
herhaald totdat het wordt geannuleerd.
Scherm vergrendelen
Indien de kans bestaat dat tegen het scherm wordt
gestoten waardoor de steek wordt gewijzigd als u
aan het naaien bent, kunt u het scherm eenvoudig
blokkeren.
Wanneer dit is ingeschakeld, wordt het scherm tien
seconden nadat het voor het laatst is aangeraakt
uitgeschakeld. Het scherm blijft vergrendeld totdat
u het ontgrendelt door op OK te drukken.
Touchscreen kalibreren
Het touchscreen kan worden gekalibreerd voor de
individuele gebruiker.
Druk op het pictogram ‘touchscreen kalibreren’ om
een speciaal scherm te openen voor het kalibreren
van het PFAFF® kleuren touchscreen. Volg de
instructies op het scherm om te kalibreren.
Pop-up voor taalselectie
Machine-instellingen
Naai-instellingen
Machine-informatieMenu Instellingen
Pop-up voor het vergrendelen van het scherm
3:4
Machine-instellingen en toetsen
Naai-instellingen
Tweelingnaald
Druk op het pictogram van de tweelingnaald
om een lijst voor het selecteren van de breedte
van tweelingnaalden te openen. Wanneer het
formaat van de tweelingnaald is geselecteerd,
wordt de breedte van alle steken beperkt tot die
naaldgrootte omdat de naalden anders kunnen
breken. De instelling blijft behouden totdat u de
tweelingnaaldbreedte deselecteert.
De steekbreedte van de geselecteerde steek wordt
automatisch aangepast voor de breedte van de
tweelingnaald. Als u een steek selecteert die te
breed is voor de tweelingnaald, verschijnt er een
waarschuwings pop-up. Selecteer “uit” in de
tweelingnaaldlijst om tweelingnaald te deselecteren
en terug te keren naar normaal naaien.
Steekbreedtebeveiliging
Selecteer deze functie wanneer een naaivoet voor
rechte steken of de rechtstiksteekplaat wordt
gebruikt om de naald in het midden te vergrendelen
voor alle steken. Steekbreedtebeveiliging voorkomt
schade aan de naald en/of naaivoet.
Wanneer u de machine opnieuw aanzet terwijl
deze instelling ingeschakeld is en voor iedere
steekselectie die geen rechte steek is, informeert een
pop-upvenster u dat de rechte steek is ingesteld.
Deselecteer steekbreedtebeveiliging om weer
normaal te naaien.
Let op: Tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen
niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Naaivoetdruk
In sommige gevallen hoeft u de naaivoetdruk niet
aan te passen. Voor speciale technieken of dikke stof
kan een aanpassing nodig zijn. Hoe hoger het cijfer,
hoe meer druk op de stof.
Automatische persvoetlichter
De automatische persvoetlichter wordt ingeschakeld
als de functie wordt geselecteerd. De naaivoet wordt
omhoog gebracht tot draaihoogte, bijvoorbeeld als u
stopt met naaien met de naald omlaag. Wanneer de
functie is gedeselecteerd, blijft de naaivoet in de lage
stand - ook als de machine stopt met de naald omlaag.
Draden afsnijden voor naaien
Indien geselecteerd wordt het garen automatisch
afgesneden in de volgende situaties:
Bij snij-opdrachten in steken en programma's.
Indien uitgeschakeld, worden de draden niet
automatisch afgesneden.
Symbool Steekbreedte-
beveiliging
Symbool Tweelingnaald
Lijst met breedten
tweelingnaalden
Naaivoetdruk-
instelling
Let op: Schakel uit wanneer u optionele accessoires
gebruikt die bevestigd zijn aan de twee gaten in
de steekplaat net boven het spoeldeksel, om te
voorkomen dat de automatische draadafsnijder, die
net onder de steekplaat zit, beschadigd raakt.
3:5
Machine-instellingen en toetsen
Machine-informatie
Op de machine-informatietab staat de softwareversie,
het gebruikte geheugen in de machine en licentie-
informatie.
Algemene pictogrammen
Sommige pictogrammen en functies worden vaak
gebruikt op het scherm. De meest gebruikte worden
hier beschreven.
Schuifbalk
Druk en sleep de schuifbalk om omhoog/omlaag te
bladeren voor meer beschikbare opties.
Lang drukken
Sommige pictogrammen hebben meerdere functies,
gemarkeerd met een pijl in de rechteronderhoek.
Druk lang op het pictogram om deze functies te
openen.
OK en annuleren
De pictogrammen OK en annuleren worden
gebruikt om uw instellingen en selecties te
bevestigen. Ze worden ook gebruikt om vensters
op volledige schermgrootte te sluiten.
Om een lopend proces af te breken, drukt u op
annuleren. Druk op OK om door te gaan.
OK
Annuleren
Lang drukken
Schuifbalk
3:6
Machine-instellingen en toetsen
Toetsen en indicators
Wisselen tussen naaivoet omhoog en extra hoog:
Druk op deze toets om de naaivoet omhoog te
brengen. Druk op deze toets om de naaivoet
omhoog te brengen. Als u nogmaals op de toets
drukt, gaat de naaivoet omhoog tot de extra hoge
positie en gaat de naald naar de hoge positie.
Wisselen tussen naaivoet omlaag en draaistand
Druk op deze toets om de naaivoet helemaal
omlaag te brengen. Druk nogmaals op de toets om
de naaivoet omhoog te brengen tot draaihoogte.
De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht
wanneer u begint te naaien.
Steek opnieuw beginnen
Wanneer u in het midden van een steek bent
gestopt met naaien, drukt u op ‘steek opnieuw
beginnen’ om terug te keren naar het begin van
de steek zonder eventuele voorgaande speciale
instellingen opnieuw te hoeven uitvoeren.
Als u op de toets ‘steek opnieuw beginnen’ drukt
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt,
waarna de machine stopt.
Snelheidsregeling
Deze functie geeft u de mogelijkheid eenvoudig de
naaisnelheid te verlagen. Druk op de snelheidstoets
om de snelheid te halveren. Om terug te keren naar
normale snelheid, druk weer op de toets.
Houd de snelheidstoets lang ingedrukt en u
kunt met een schuif kiezen uit vier verschillende
snelheden.
Druk lang op de snelheidsregeltoets om een pop-
up te openen. Stel de gewenste snelheidslimiet in
met de schuif en sluit dan de pop-up. De volgende
maal dat u op de snelheidsregeltoets drukt, wordt
de snelheid verlaagd tot de limiet die u heeft
gekozen. De limiet wordt weergegeven in de linker
bovenhoek. U kunt doorgaan met naaien zonder het
pop-up venster te sluiten.
Onmiddellijk afhechten
Druk op onmiddellijk afhechten tijdens het naaien.
Uw machine naait dan enkele afhechtsteken en
stopt automatisch.
Door de afhechttoets nogmaals aan te raken terwijl
de actie-indicator brandt, kan de functie worden
uitgeschakeld.
De afhechtfunctie kan worden geprogrammeerd; zie
pagina 4:10.
Naald omhoog/omlaag
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag
te brengen. De instelling van de naaldstoppositie
wordt tegelijkertijd veranderd. Wanneer ‘naald
omlaag’ is ingeschakeld, is de indicator onder de
toets verlicht, stopt de naald in de stof en komt de
naaivoet omhoog tot draaihoogte.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om
de naald omhoog of omlaag te brengen.
Achteruitnaaitoets
Achteruitnaai-indicator Actie-indicator
Start/stop
Wisselen tussen naaivoet omhoog en extra hoog
Draden afsnijden
Wisselen tussen naaivoet omlaag en draaistand
Steek opnieuw beginnen
Onmiddellijk afhechten
Naald omhoog/omlaag
Snelheidsregeling
3:7
Machine-instellingen en toetsen
Start/stop
Druk op deze toets om de naaimachine te starten
en te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken.
Druk eenmaal op de toets om te starten en
nogmaals om te stoppen.
Draden afsnijden
Druk hierop om de boven- en onderdraad
onmiddellijk af te snijden.
Als u op deze toets drukt tijdens het naaien,
maakt de machine de steek af en snijdt de draden
af voordat de naald naar de startpositie van de
volgende steek gaat. Uw machine hecht de draad
af, snijdt de boven- en onderdraad af en brengt de
naaivoet en de naald omhoog.
De draden-afsnijfunctie kan worden
geprogrammeerd; zie pagina 4:10.
Let op: De naaivoet gaat niet omhoog na het afsnijden
van de draad als Naaivoet automatisch omhoog is
uitgeschakeld in het Menu Instellingen
Het afsnijden van de draden door de machine kan worden
geannuleerd in het Menu Instellingen.
Achteruitnaaitoets
Druk eenmaal op de toets voordat u begint te
naaien als u permanent achteruit wilt naaien.
De achteruitnaai-indicator wordt verlicht en de
machine naait achteruit totdat u opnieuw op de
toets drukt. Als u tijdens het naaien op de toets
drukt, naait de naaimachine achteruit zolang u de
toets ingedrukt houdt. De achteruitnaai-indicator
gaat branden wanneer de achteruitnaaitoets wordt
ingedrukt.
Achteruitnaaien wordt ook gebruikt bij het naaien
van handmatige knoopsgaten, geprogrammeerd
afhechten aan het einde en taperingsteken.
Achteruitnaai-indicator
De indicator “achteruitnaaien” wordt verlicht
wanneer de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt.
De indicator wordt ook verlicht bij het permanent
achteruitnaaien.
Actie-indicator
De actie-indicator wordt verlicht om aan te geven
dat een handeling moet worden uitgevoerd, zoals
bijvoorbeeld “tapering”. De indicator blijft verlicht
totdat de handeling is uitgevoerd.
Achteruitnaaitoets
Achteruitnaai-indicator Actie-indicator
Start/stop
Wisselen tussen naaivoet omhoog en extra hoog
Draden afsnijden
Wisselen tussen naaivoet omlaag en draaistand
Steek opnieuw beginnen
Onmiddellijk afhechten
Naald omhoog/omlaag
Snelheidsregeling
3:8
Machine-instellingen en toetsen
4
Naaimodus
4:2
Naaimodus
Naaimodus
In de naaimodus kunt u steken selecteren, aanpassen en naaien. De geselecteerde steek wordt in ware
grootte weergegeven in het steekgebied. Aanbevelingen en machine-instellingen worden bovenaan het
touchscreen weergegeven.
Iedere modus heeft op het PFAFF® kleuren touchscreen zijn eigen kleurenschema om het navigeren en het
gebruik van de machine te vereenvoudigen.
Beginaanzicht
Wanneer u uw machine aanzet, verschijnt er een opstartscherm en vervolgens opent de machine de
naaimodus.
Naaimodus - overzicht
Opslaan in
persoonlijk menu
Afhechtopties
Naai-opties
Reeksen
Opties voor naaien/borduren uit de vrije hand
Aanbeveling - naaivoet
Snelheidsregel-
symbool
Geselecteerd steeknummer
Steekbreedte/Steekpositie Draadspanning
Steeklengte/Steekdichtheid
IDT systeem aanbevolen Tweelingnaald/steekbreedtebeveiliging geactiveerd (720)
Versteviging aanbevolen (720)
Let op: Niet alle symbolen en opties worden tegelijkertijd getoond.
Stitch Creator
(720)
Selectiemenu
Menu Instellingen
Quick help
4:3
Naaimodus
Selectiemenu
Om het selectiemenu te openen, drukt u op het
pictogram van het selectiemenu aan de linkerkant.
Het selectiemenu bevat een selectiebalk aan de
rechterkant met pictogrammen voor steken,
steeklettertypes, persoonlijke bestanden en USB-
apparaten. In hoofdstuk 7 kunt u meer lezen over
persoonlijke bestanden en USB-apparaten.
Wanneer een steek of lettertype is geselecteerd,
wordt het selectiemenu automatisch gesloten. Een
geselecteerd steeklettertype wordt geopend in het
venster ‘reeksen’.
Een steek selecteren
Selecteer een steek door op de gewenste steek op
het scherm te drukken. Gebruik de bladerpijlen om
door de lijst met steken te bladeren.
Om alle categorieën te zien, drukt u op het
pictogram stekencategorie. Iedere categorie
heeft twee of meer subcategorieën. Voor iedere
subcategorie wordt een lijst met steken getoond.
Een lettertype selecteren
Er kan tekst worden gemaakt met steeklettertypes.
Om een steeklettertype te laden, opent u
het selectiemenu. Selecteer steken van de
selectiebalk. Uw machine bevat vier ingebouwde
steeklettertypes. Het cijfer rechts van ieder
lettertype geeft de lettertypegrootte weer.
Selecteer een lettertype door erop te drukken. Een
geselecteerd steeklettertype wordt geopend in
reeksen. In hoofdstuk 5 kunt u meer lezen over
reeksen.
Steken
Steeklettertypes
Persoonlijke bestanden
USB-apparaat
Annuleren
Bladerpijlen
Stekencategorie
Categorie
Subcategorie
Selectiemenu
Steeklettertypes
4:4
Naaimodus
Steekinstellingen
Uw machine stelt de beste instellingen in voor iedere
geselecteerde steek. U kunt uw eigen aanpassingen
maken aan de geselecteerde steek. De veranderde
instelling heeft alleen invloed op de geselecteerde
steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet
op standaard wanneer u een andere steek selecteert.
De veranderde instellingen worden niet automatisch
opgeslagen wanneer u de naaimachine uitzet. U
kunt een aangepaste steek opslaan in een persoonlijk
menu om de aanpassingen te behouden.
Voor sommige steken kunt u meer dan één instelling
veranderen in iedere instellingsregelaar. Dit wordt
aangegeven met een symbool in het midden van
de regelaar. Druk op het knoopsymbool om af te
wisselen tussen verschillende steekinstellingen.
Als een steek kan worden gebalanceerd, verschijnt er
een lang-drukkensymbool in de rechter onderhoek
in het midden van de regelaar. Druk lang op het
knoopsymbool om de balansinstelling te openen.
Let op: Sommige steken kunnen worden gebalanceerd,
maar niet afgewisseld tussen twee steekinstellingen
(breedte/ positie) en/of (lengte/dichtheid). Als u eenmaal
lang op een knoopsymbool drukt, blijft de steekregelaar er
hetzelfde uitzien. Dit geeft aan dat de geselecteerde steek
niet kan overschakelen tussen de twee steekinstellingen.
Let op: Wanneer u probeert de minimum- of
maximuminstellingen voor de steekregelaars te
overschrijden, klinkt er een waarschuwingsgeluid.
De standaardwaarde wordt in het wit weergegeven.
Veranderde waarden worden in het groen weergegeven.
Steekbreedte
Vergroot of verklein de steekbreedte met + en -. Het
nummer boven de regelaar geeft de steekbreedte aan
in mm.
Steekpositie
Voor bepaalde steken wordt het steekpositiepictogram
weergegeven in plaats van de steekbreedteregelaar.
Gebruik + om de naald naar rechts te verplaatsen en
- om de naald naar links te verplaatsen. Het nummer
boven de regelaar geeft de naald positie weer in
mm ten opzichte van de middelste naaldpositie. De
machine heeft 37 naaldposities voor rechte steken.
Het is mogelijk om de naaldpositie van alle steken
te veranderen die minder dan 9 mm breed zijn.
Druk op het knop symbool in het midden van de
breedte/positieregelaar om over te schakelen tussen
steekbreedte en steekpositie. De steekpositie kan
niet verder worden veranderd dan tot de limiet van
de maximum-steekbreedte. Het veranderen van
de steekpositie beperkt ook de mogelijkheid om de
steekbreedte aan te passen.
Steekbreedte
Steekpositie
Steekbreedte/Steekpositie
Steeklengte/Steekdichtheid
Lang
drukken
Knop symbool
4:5
Naaimodus
+
+
Steekdichtheid
Steeklengte
Vergroot of verklein de steeklengte met + en -.
Het nummer boven de regelaar geeft de steeklengte
weer in mm. Als u een zigzagsteek of een
decoratieve steek verlengt, wordt de hele steek
langer. Als u een cordonsteek verlengt waarvan de
dichtheid kan worden aangepast, wordt de hele
steek langer, maar blijft de dichtheid hetzelfde.
Steekdichtheid
Met de steekdichtheidsregelaar wordt de dichtheid
aangepast (hoe dicht de cordonsteken die de hele
steek vormen bij elkaar komen). De dichtheid heeft
geen invloed op de werkelijke lengte van de hele
steek.
Druk op + om de dichtheid te verkleinen. Druk op -
om de dichtheid te vergroten. Het nummer boven
de regelaar geeft de afstand tussen cordonsteken
weer in mm.
Let op: Dit wordt vaak gebruikt bij speciaal garen en als
voor een minder dichte cordonsteek wordt gekozen.
Balans
Bij het naaien op speciale stoffen of bij het uitvoeren
van een speciale techniek moet u soms de balans
aanpassen. Als een steek kan worden gebalanceerd,
verschijnt er een symbool voor ‘lang drukken’ in de
steekinstellingen.
Om zeker te zijn van een goed resultaat naait u eerst
HHQSURHÁDSMHYDQGHVWRIGLHXJDDWJHEUXLNHQ
Om balans vooruit/achteruit te activeren, drukt u
lang op de steeklengte/-dichtheidsregelaar. Om
balans horizontaal te activeren (720), drukt u lang
op de steekbreedte/ positieregelaar. Gebruik de
pictogrammen + en - om de balans van de steek aan
te passen.
Let op: Ook knoopsgaten kunnen worden gebalanceerd.
Balans vooruit/achteruit
Steeklengte
Balans horizontaal (720)
4:6
Naaimodus
B
A
C
Draadspanning
Uw machine stelt automatisch de beste
draadspanning in voor de geselecteerde steek.
De draadspanning kan worden aangepast voor
speciale garens, technieken of stof. Druk op + om
de bovendraadspanning te verhogen en op - om de
bovendraadspanning te verlagen.
Juiste en onjuiste draadspanning
Voor mooie en duurzame steken moet u controleren
of de bovendraadspanning goed is afgesteld; voor
algemeen naaien wil dat dus zeggen dat de draden
WXVVHQGHVWRÁDJHQYHUNQRSHQ$
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van
de stof, is de bovendraadspanning te hoog. Verlaag
de bovendraadspanning (B).
Als de bovendraad zichtbaar is op de achterkant
van de stof, is de bovendraadspanning te laag (C).
Verhoog de bovendraadspanning.
Voor knoopsgaten en decoratieve steken moet de
bovendraad zichtbaar zijn op de onderkant van de
stof (C). Verminder de bovendraadspanning om
de bovendraad naar de achterkant van de stof te
brengen.
Spiegelen
Om een steek of reeks horizontaal te spiegelen,
drukt u op het pictogram ‘horizontaal spiegelen’.
Om verticaal te spiegelen, drukt u op het pictogram
‘verticaal spiegelen’.
Let op: Knoopsgaten kunnen niet worden gespiegeld.
Horizontaal
spiegelen
Verticaal spiegelen
Draadspanning
4:7
Naaimodus
Opslaan in persoonlijk menu
Om een steek op te slaan, drukt u op het pictogram
‘opslaan in persoonlijk menu’ in de naaimodus.
U vindt opgeslagen steken in persoonlijk menu
categorie 10 (720)/8 (710). Iedere subcategorie in
het persoonlijke menu heeft 10 posities voor het
opslaan van uw eigen steken of reeksen. Kies de
subcategorie waarin u uw steek wilt opslaan. Alle
eerder opgeslagen steken worden weergegeven in
het persoonlijke menu.
U kunt met de bladerpijlen door de persoonlijke
menu’s bladeren om een vrije positie te vinden.
Een vak zonder steek is een vrije positie en kan
worden gebruikt om uw nieuwe steek in op te slaan.
Druk gewoon op de positie en uw steek wordt
opgeslagen.
Een vak met een steek is een bezette positie. U kunt
een eerder opgeslagen steek overschrijven. Druk
gewoon op de steek om de steek te overschrijven.
Een pop-up vraagt u te bevestigen dat u de eerder
opgeslagen steek wilt overschrijven. Annuleer
het opslaan door op het pictogram ‘annuleren’
te drukken. Het venster voor het opslaan wordt
gesloten en u keert terug naar het vorige scherm.
Een steek verwijderen
Als u één steek wilt verwijderen, drukt u eerst op
verwijderen (A). Er verschijnt een gemarkeerd
groen verwijdersymbool (B) rechts onder om aan
te geven dat verwijderen actief is.Druk daarna op
de steek die u wilt verwijderen. De positie wordt
leeggemaakt. Om het verwijderen af te breken
voordat u een steek selecteert, drukt u opnieuw op
‘verwijderen’ (A). Druk lang op verwijderen om de
hele subcategorie die is geselecteerd te legen.
Verwijderen (A)
Verwijdersymbool (B)
Bladerpijlen
Opslaan in persoonlijk menu
4:8
Naaimodus
Opties voor naaien/borduren uit de
vrije hand
Alle steken op uw machine kunnen in free-motion
worden genaaid voor fantastische effecten.
Druk op het pictogram voor de free-motion-opties
om een venster te openen waarin u kunt kiezen
uit drie verschillende free-motion-opties. De
geselecteerde free-motion-optie wordt bovenaan het
scherm weergegeven met een symbool voor free-
motion-opties. Gebruik quick help op het symbool
voor informatie over de huidige instelling.
Voor al het naaien uit de vrije hand wordt de
transporteur automatisch omlaag gebracht (720) en
moet de stof met de hand worden bewogen.
Let op: Controleer of het IDT systeem is losgekoppeld.
U kunt meer lezen over naaien uit de vrije hand op
pagina 4:20.
Dynamisch verende voet 6D
Activeer dit om de machine in te stellen op de
Dynamisch verende voet free-motion-modus
voor de Dynamisch verende voet 6D (optioneel
accessoire, onderdeelnummer 820991-096). De
Dynamisch verende voet meet de dikte van de stof
en gaat met iedere steek omhoog en omlaag om de
stof vast te houden op de steekplaat terwijl de steek
wordt gevormd.
Let op: De Dynamisch verende voet 6D wordt
aanbevolen voor gebruik met rechte steken. Activeer
Steekbreedtebeveiliging in Machine-instellingen.
Free-motionvoet verend
Schakel dit in om de machine in de free-
motionmodus verend te zetten voor optionele
naaivoeten. Een “verende” naaivoet gaat bij
elke steek omhoog en omlaag om de stof op
de steekplaat te houden terwijl de steek wordt
gemaakt.
Let op: Optionele verende naaivoeten kunt u aanschaffen
bij uw plaatselijke erkende PFAFF® dealer.
Free Motion opties
Symbool Free Motion opties
Dynamisch verende free-motionvoet 6D
Free-motionvoet verend
Sensormatic free-motion
4:9
Naaimodus
Sensormatic free-motion
Schakel dit in om de machine in de Sensormatic
free-motion-modus te zetten, bijvoorbeeld voor
borduurvoet/Sensormatic naaivoet voor quilten uit
de vrije hand 6A.
Bij naaien uit de vrije hand (free motion) met
lage snelheid, gaat de voet bij elke steek omhoog
en omlaag om de stof correct op de steekplaat te
houden terwijl de steek wordt gemaakt. Bij een
hogere snelheid zweeft de naaivoet tijdens het
naaien over de stof.
Er kunnen steken worden overgeslagen als uw
stof met de naald mee omhoog en omlaag beweegt
tijdens het naaien. Door de naaivoethoogte omlaag
te brengen, wordt de ruimte tussen de naaivoet
en de stof verminderd en de overgeslagen steken
opgeheven.
Om de naaivoethoogte aan te passen in de
Sensormatic free-motionmodus, drukt u lang op het
selectievakje en maakt u aanpassingen in de pop-up.
Let op: Wees voorzichtig dat u de naaivoethoogte niet
te veel vermindert. De stof moet vrij onder de naaivoet
blijven bewegen.
Gebruik geen verende naaivoet als Sensormatic free-
motion is ingeschakeld omdat de naald de naaivoet kan
beschadigen.
Naaivoethoogte
4:10
Naaimodus
Afhechtopties
Afhechten begin
Afhechten einde
Draden afsnijden
Afhechtopties
Wanneer u op het afhechtoptiespictogram drukt,
gaat er een uitklapmenu open waarmee u drie
verschillende functies kunt selecteren: afhechten
begin, afhechten einde en draden afsnijden.
Wanneer u de instellingen heeft ingeschakeld,
kunt u de drie pictogrammen verbergen door
opnieuw op het afhechtpictogram op de optiebalk
te drukken. Het afhechtoptiespictogram laat uw
instellingen zien door de kleur van de gekozen
functie te veranderen. De instellingen blijven actief
totdat u ze uitschakelt.
Let op: Voor onmiddellijk afhechten moet u de toets
‘Onmiddellijk afhechten’ gebruiken die bij de andere
toetsen op de voorkant van de machine te vinden is.
Naaien met de afhechtopties geselecteerd
1. Afhechten aan het begin wordt uitgevoerd
zodra u begint te naaien.
2. Druk op de achteruitnaaitoets om afhechten aan
het einde uit te voeren. De actie-indicator gaat
branden. De naaimachine voltooit de steek en
hecht af.
Wanneer draad afsnijden is geprogrammeerd,
snijdt de machine automatisch de draden af na
het uitvoeren van afhechten aan het einde. De
naald en de naaivoet gaan omhoog.
Let op: Om achteruitnaaien te activeren, stopt u
met naaien en drukt u op de achteruitnaaitoets. De
achteruitnaai-indicator gaat branden. Er wordt geen
afhechting gemaakt.
Druk op de achteruitnaaitoets tijdens het achteruit
naaien om afhechten aan het einde te activeren. De
achteruitnaai-indicator en de actie-indicator gaan
branden.
Om weer vooruit te naaien, stopt u met achteruitnaaien
en drukt u op de achteruitnaaitoets. Er gaan geen
indicators branden en er worden geen afhechtingen
gemaakt.
Achteruitnaaitoets
Actie-indicator
Onmiddellijk afhechten
Achteruitnaai-indicator
4:11
Naaimodus
Naaiprogramma’s
Met deze opties kunt u tapering, enkelmotief-
programma’s en patchworkprogramma’s activeren.
U kunt doorgaan met naaien zonder dit pop-up
venster te sluiten.
Let op: Niet alle programma’s kunnen tegelijkertijd
worden gebruikt.
Taperingprogramma
Bij tapering wordt de breedte van de steek
tijdens het naaien vergroot of verkleind voor (a)
symmetrische vormen.
U kunt tapering inschakelen door een van
de tapering-pictogrammen te selecteren. De
standaardhoek is 45 graden. Druk lang op een
tapering-pictogram om de hoek te kiezen die u voor
die tapering wilt gebruiken. Selecteer één hoek voor
de begintaper en dezelfde hoek of een andere voor
de eindtaper.
Als tapering is uitgeschakeld en dan weer
ingeschakeld, wordt de eerder geselecteerde hoek
ingesteld.
Wanneer tapering is ingeschakeld aan het begin
en het einde, begint de steekbreedte op 0 wanneer
u begint te naaien. De steek wordt breder totdat
de geselecteerde steekbreedte is bereikt. Naai uw
gewenste lengte en druk op de achteruitnaaitoets.
De breedte wordt verkleind tot 0mm en de actie-
indicator op de machine wordt verlicht totdat
tapering is voltooid.
Enkelmotiefprogramma (720)
Activeer het enkelmotiefprogramma door op
het pictogram te drukken. Met het enkelmotief-
programma kunt u beslissen u hoeveel herhalingen
van de steek u wilt naaien.
Stel het aantal herhalingen in met de pictogrammen
aan de rechterkant. Het aantal gekozen herhalingen
is te zien tussen de pictogrammen + en -. De
machine stopt automatisch wanneer de herhalingen
zijn genaaid.
Taperingprogramma
Enkelmotiefprogramma
Patchworkprogramma
Het aantal steekherhalingen in een
enkelmotiefprogramma instellen
Naai-
programma’s
Pop-up voor taperingprogramma
Aantal
herhalingen
Enkelmotiefprogramma
4:12
Naaimodus
Patchworkprogramma (720)
Met het patchworkprogramma kunt u een exacte
naadlengte programmeren die herhaald kan worden
genaaid. Dit is erg handig voor het quilten.
Om een naadlengte te programmeren, schakelt u
het patchworkprogramma in. Naai uw gewenste
naadlengte en druk op de achteruitnaaitoets.
De actie-indicator op de machine wordt verlicht
totdat de laatste herhaling van de steek is voltooid.
Hiermee wordt de lengte van de naad ingesteld.
Nadat u de patchworkreeks heeft geprogrammeerd,
is het pictogram van het patchworkprogramma
inactief. Het enkelmotiefprogramma wordt in plaats
daarvan ingeschakeld.
Tapering en patchwork of
enkelmotiefprogramma’s combineren
Door tapering en patchwork of enkelmotief-
programma’s te combineren, is het mogelijk een
getaperde naad te herhalen met dezelfde lengte.
Activeer tapering door een van de
taperingpictogrammen te selecteren en activeer dan
Patchwork door op het pictogram te drukken. Volg
de instructies voor tapering op de vorige pagina.
Wanneer de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt,
blijft de actie-indicator branden totdat de tapering
en de laatste herhaling van de steek is voltooid.
De steek is nu geprogrammeerd en het
enkelmotiefprogramma is geactiveerd. Wanneer
u weer gaat naaien, wordt de steek automatisch
herhaald met dezelfde lengte.
Tussen de pictogrammen + en - wordt het aantal
herhalingen van het programma getoond. Gebruik
de pictogrammen + en - om de lengte van de naad
aan te passen.
Let op: De tapering is inbegrepen in de herhalingen die op
het scherm staan.
Reeksen
Druk op dit pictogram om reeksen te openen. In
de functie reeksen kunt u een reeks van steken en
letters maken en aanpassen. In hoofdstuk 5 kunt u
meer lezen over reeksen.
Stitch Creator functie (720)
Druk op dit pictogram om de Stitch Creatorfunctie
te openen. Stitch Creator zorgt ervoor dat u uw
eigen 9mm steken kunt maken of ingebouwde
steken kunt bewerken. Alle steekpunten kunnen
worden bewerkt. In hoofdstuk 6 kunt u meer lezen
over de Stitch Creator functie.
Enkelmotiefprogramma
Patchworkprogramma
Reeksen
Stitch Creator functie
4:13
Naaimodus
Naaitechnieken
Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten
en accessoires nodig zijn.
Ritssluitingen naaien
Er zijn verschillende manieren om ritsen in te
zetten. Volg de aanwijzingen op uw patroon voor
het beste resultaat.
Voor sommige types ritsen is het van belang dat u
dicht bij de tanden van de rits naait. U kunt ritsvoet
4 vastklikken aan de linker- of de rechterkant
van de naaivoetstang, afhankelijk van de manier
waarop u de rits inzet. Stel de steekpositie dan zo
in dat de naald dicht bij de rand van de tandjes van
de ritssluiting komt. Gebruik hiervoor een van de
37 beschikbare naaldposities voor de rechte steek.
Let op: Als de naaivoet aan de rechterkant van de
naaivoetstang is bevestigd, mag de naald alleen naar links
worden verplaatst. Als de naaivoet aan de linkerkant van
de naaivoetstang is bevestigd, mag de naald alleen naar
rechts worden verplaatst.
Zomen naaien in dikke stof
Als u over naden in zeer dikke stof of een zoom in
spijkerstof naait, kan de voet kantelen wanneer de
machine over de naad gaat.
Gebruik het multifunctionele gereedschap om de
hoogte van de naaivoet tijdens het naaien gelijk te.
Schakel het IDT systeem in, zie pagina 2:8. Naai
uw gekozen steek totdat u bij de verdikking komt.
Zet de naaivoet omhoog en leg het multifunctioneel
gereedschap onder de naaivoet voordat u verder
stikt. Verlaag de naaisnelheid op het dikste punt
van de stof. Wanneer u het dikste deel van een naad
bereikt, plaats het multifunctioneel gereedschap
onder de naaivoet aan de voorkant en naai verder
totdat u voorbij de zoom bent.
Tip! Door de steeklengte te vergroten kan het naairesultaat
verbeteren bij het naaien van naden in dikke stof.
links
Goede kant
4:14
Naaimodus
B
A
Genaaide zigzagsteek
Steek nummer 1.1.7 kan worden gebruikt om
knipranden af te werken. Controleer of de naald
door de stof prikt aan de linkerkant en de rand
afwerkt aan de rechterkant.
Steek nummer 1.1.7 kan ook worden gebruikt
als elastische steek om pyjama’s, rokken en
sportkleding rek te geven.
Blindzoomsteek
Blindzoomsteek nummer 1.1.14 wordt gebruikt
voor onzichtbare zomen in rokken, broeken en
woningdecoraties. Gebruik naaivoet nummer 3 met
IDT systeem.
Werk de kant van de zoom af.
Sla de zoom om naar de verkeerde kant en pers.
Vouw de zoom weer terug over zichzelf heen
zodat ongeveer 1 cm van de afgewerkte rand
buiten de vouw uitsteekt. De verkeerde kant
van uw naaiwerk moet nu naar boven liggen.
Leg de stof zo onder de naaivoet dat de vouw in
de bovenlaag tegen geleider A ligt.
Bij het insteken in de vouw mag de naald maar
een klein beetje stof opnemen. Als de steken
zichtbaar zijn op de goede kant van de stof, past
u de geleider A aan met stelschroef B totdat de
steek die de zoom grijpt net zichtbaar is.
Elastische blindzoomsteek
De elastische blindzoomsteek nummer 1.1.15 is
speciaal geschikt voor rekbare materialen, omdat
de zigzag in de steek ervoor zorgt dat de steek kan
worden uitgerekt. De zoom wordt tegelijkertijd
afgewerkt en genaaid. Bij de meeste gebreide stoffen
is het niet nodig om eerst de onafgewerkte rand af
te werken.
Blindzoomsteek
nummer 1.1.14 Elastische blindzoomsteek
nummer 1.1.15
4:15
Naaimodus
A
B
Knoopsgaten
U vindt knoopsgaten in categorie 1, subcategorie 1.3
in het selectiemenu.
Let op: Knoopsgaten tot 50mm kunnen worden genaaid
met de Sensormatic-knoopsgatvoet 5A. De beide zijden
van het Sensormatic-knoopsgat worden in dezelfde
richting genaaid voor een gelijkmatiger resultaat.
Knoopsgaten groter dan 50mm worden handmatig
genaaid in vier stappen met naaivoet 5M.
De richting van de steken die worden genaaid
wordt aangegeven op het scherm door een pijl naast
het knoopsgat.
Om een knoopsgat te naaien bevestigt u eerst de
juiste voet en selecteert u vervolgens uw knoopsgat.
Om zeker te zijn van een goed resultaat naait u eerst
een testexemplaar op de stof en de versteviging die
u gaat gebruiken.
Let op: Controleer of het IDT systeem is losgekoppeld.
De Sensormatic-knoopsgatvoet vastklikken
1. Klik de Sensormatic-knoopsgatvoet vast.
2. Steek de stekker in het contact links boven het
naaldgebied, achter de draadinsteker (A).
Sensormatic-knoopsgat
Wanneer u een knoopsgat naait met de Sensormatic-
knoopsgatvoet, pas de lengte van de opening dan
aan tot iets groter dan de maat van de knoop. U
kunt uw knoop meten met de knoopliniaal op de
deksel.
Stel de lengte van de opening in met de + en –
symbolen. Leg de stof onder de naaivoet, zorg dat
de rode pijl gelijk ligt met markering op de naaivoet
(B). Begin te naaien door het voetpedaal in te
drukken of door op de start/stoptoets te drukken.
Het knoopsgat wordt automatisch afgemaakt. U
kunt het knoopsgat zo vaak herhalen als u maar
wilt.
Lengte van de opening
4:16
Naaimodus
Handmatig knoopsgat
Gebruik naaivoet 5M om een handmatig
knoopsgat te naaien. Naai de eerste rups zo lang
als u het knoopsgat wilt maken. Druk op de
achteruitnaaitoets. De machine naait de trens en de
tweede rups. Wanneer de rupsen even lang zijn,
drukt u op de achteruitnaaitoets om de tweede trens
te naaien.
Een handmatig knoopsgat herhalen
Wanneer u uw knoopsgat heeft aangepast, gebruikt
u de functie knoopsgat herhalen om identieke
kopieën te naaien. Zo lang dat pictogram is
geselecteerd, herhaalt de machine het knoopsgat
steeds opnieuw. Knoopsgat herhalen is alleen
zichtbaar bij het handmatig naaien van een
knoopsgat.
Om deze functie te annuleren, deselecteert u het
pictogram.
Knoopsgat met inlegdraad
Knoopsgaten met inlegdraad die worden genaaid
met contourdraden zijn stabieler, duurzamer en
zien er professioneel uit.
1. Leg het midden van een stuk contourdraad over
het metalen stangetje dat aan de achterkant van
de handmatige-knoopsgatvoet 5M uitsteekt.
Leid de draaduiteinden onder de naaivoet door
naar de voorkant van de naaivoet.
2. Klik de Handmatige-knoopsgatvoet 5M vast.
3. Als u klaar bent met het knoopsgat, trekt u aan
de uiteinden van de contourdraad totdat de
draadlus verborgen is onder de trens van het
knoopsgat.
4. Rijg de contourdraden in een naald en trek ze
naar de verkeerde kant van het kledingstuk.
Knoop de uiteinden aan elkaar vast en knip het
overtollige draad af.
Knoopsgat herhalen
4:17
Naaimodus
Een knoop aannaaien
Om een knoop aan te naaien, verwijdert u de
naaivoet en selecteert u het knoopaanzetprogramma.
De transporteur wordt automatisch omlaag gebracht.
Leg de knoop onder de naaivoethouder. Gebruik
het pictogram voor horizontaal spiegelen om ervoor
te zorgen dat de naald precies in de gaten van de
knoop komt en dat de breedte geschikt is voor de
gebruikte knoop. Pas indien nodig de steekbreedte
met de steekbreedteregelaar zo aan dat de naald wel
in de gaten van de knoop komt.
Vergroot of verklein indien nodig het aantal steken
waarmee de knoop op de stof wordt bevestigd met
de pictogrammen voor het aantal steken van de
knoop. Begin met naaien. De naaimachine zal het
programma voor u naaien.
Let op: Gebruik het multifunctionele gereedschap om
een “steeltje” te maken voor uw knoop. U kunt ook een
knoopaanzetvoet gebruiken, die als optioneel accessoire
verkrijgbaar is bij uw plaatselijke erkende PFAFF® dealer.
Stoppen
Een gaatje of scheurtje stoppen voordat het groter
wordt kan een kledingstuk redden. Kies een dunne
draad in een kleur die zo dicht mogelijk bij de kleur
van uw kledingstuk in de buurt komt.
1. Leg stof of versteviging onder het gat of de
scheur in uw kledingstuk.
2. Selecteer een stopsteek.
3. Begin met naaien boven het gaatje aan de
linkerzijde.
4. Wanneer u over het hele gaatje hebt genaaid,
druk op de achteruitnaaitoets om de lengte van
de steek in te stellen. Uw machine maakt de
steek automatisch af.
5. De naaimachine is standaard ingesteld om
dezelfde maat stopvierkant te herhalen; u kunt
gewoon doorgaan met naaien.
Het pictogram voor herhalen wordt gemarkeerd
om aan te geven dat herhalen is ingeschakeld.
Druk op het pictogram voor herhalen om dit uit
te schakelen.
Steek herhalen
Steekbreedte Horizontaal
spiegelen
4:18
Naaimodus
Quilten
Een quilt bestaat gewoonlijk uit drie lagen: twee
lagen stof met een laag vulling ertussen.
U kunt uit zeer veel verschillende steken en
technieken kiezen om de drie lagen mee aan elkaar
te naaien.
Steekplaat voor rechte steken (720)
Bevestig de steekplaat voor de rechte steek bij het
in elkaar zetten van de quilttop. Het kleinste gat
in de steekplaat voor rechte steken ondersteunt de
stof dichter bij de naald en helpt te voorkomen dat
de stof omlaag wordt getrokken in het spoelgebied,
vooral aan het begin en/of het einde van een naad.
Patchworkprogramma (720)
Met het patchworkprogramma kunt u een exacte
naadlengte programmeren die herhaald kan worden
genaaid. Dit is zeer handig bij het quilten, vooral
wanneer u veel quiltblokken met dezelfde grootte
aan elkaar naait.
Zie pagina 4:12 over het gebruik van het
patchworkprogramma.
De quilttop in elkaar naaien
Snijd de stukjes stof voor uw quilttop met
een naadtoeslag van 6mm. Klik de quilt- en
patchworkvoet met IDT systeem op de machine;
leg de stof zo onder de naaivoet dat de kniprand
gelijk ligt met de buitenste rand van de naaivoet.
Pers de naad plat om de steken vast te zetten en
open dan de stofdelen en pers de naadtoeslag naar
één kant. Pers indien nodig de naadtoeslagen naar
de donkerste stof toe.
Naai de stukken stof aan elkaar volgens de
patrooninstructies. Leg de patchwork-quilttop,
de tussenvulling en de achtergrondstof op elkaar.
Speld de lagen aan elkaar als voorbereiding op het
quilten.
Patchworkprogramma
4:19
Naaimodus
Quilten met handgemaakt effect
1. Rijg de bovenkant van de quilt aan de
tussenvulling en de achterkant.
2. Rijg de naald in met transparant (nylon) garen.
Gebruik een contrasterend of bijpassend rayon
of katoenen garen als onderdraad.
3. Klik de naaivoet die wordt weergegeven in de
naai-aanbevelingen op de machine.
4. Schakel het IDT systeem in.
5. Selecteer een van de quiltsteken met
handgemaakt effect 2.1.1-2.1.15. Deze
steken zijn vooraf ingesteld met een hogere
draadspanningswaarde om de onderdraad
met opzet omhoog te trekken en het gewenste
“handgemaakte” effect te verkrijgen.
Let op: Gebruik naald maat 90 en dunne, zachte
katoenen onderdraad bij het naaien van quiltsteken
met een handgemaakt uiterlijk. Het is mogelijk dat
u de draadspanning moet aanpassen afhankelijk van
de gebruikte stof, garen en tussenvulling. Voer een
SDDUWHVWHQXLWRSHHQSURHÁDSMHYDQGHVWRIGLHXJDDW
gebruiken en controleer de spanning.
Doorstikken in de naad
Doorstikken in de naad is een andere mogelijkheid
voor het aan elkaar naaien van de lagen van uw
quilt. Speld de lagen aan elkaar vast zoals hierboven
is beschreven. Klik siersteekvoet 1A met IDT
systeem op de machine en schakel het IDT systeem
in. Naai in de naden van de quilt en gebruik de rode
lijn op de naaivoet als geleide.
Let op: U kunt ook de optionele naaivoet, de doorpitvoet met
IDT systeem gebruiken (onderdeelnummer 820 925-096).
Crazy-quiltsteken
Versier uw quilt met decoratieve steken uit
stekencategorie 2.3. De steken kunnen in een
bijpassende of een contrasterende kleur worden
genaaid, afhankelijk van het gewenste effect. Soms
worden decoratieve garens gebruikt, zoals rayon
borduurgaren of dikke katoenen garens.
4:20
Naaimodus
Pictogram optionele naaivoet
Naaien uit de vrije hand
Naaien uit de vrije hand voegt structuur en een
mooi effect toe aan uw quilt en houdt de lagen bij
elkaar.
Naaien uit de vrije hand doet u met de transporteur
verzonken. U beweegt de stof met de hand om de
steeklengte te bepalen.
1. Stel uw naaimachine in op naaien uit de
vrije hand met een rechte steek. Bevestig de
steekplaat voor rechte steken. Druk op het
pictogram ‘opties voor naaien/borduren uit de
vrije hand’ en selecteer een van de drie opties.
(720)
Let op: U kunt meer lezen over de verschillende
opties op pagina 4:8.
2. Schakel het IDT systeem uit en bevestig de
juiste naaivoet voor naaien/borduren uit de
vrije hand, afhankelijk van de techniek die u
heeft geselecteerd. Er verschijnt een symbool
van de naaivoet voor de geselecteerde instelling
bovenaan het scherm.
3. Speld eerst alle lagen aan elkaar met
veiligheidsspelden - begin in het midden van
uw quilt en werk dan naar buiten. Breng iedere
15-20cm een speld aan.
Tip! Oefen het meanderen op stukjes stof met vulling
van uw quilt. Het is belangrijk om de stof gelijk met de
naaisnelheid te bewegen om te lange of te korte steken
te voorkomen. Door de snelheid tijdens het naaien uit
de vrije hand gelijk te houden, krijgt u ook gelijkmatige
steken. Om een gelijkmatige snelheid te krijgen, verlaag
de naaisnelheid en druk het voetpedaal volledig in.
4. Begin in het midden van de quilt. Naai één steek
en trek de onderdraad naar de bovenkant van
de quilt. Maak een aantal steken precies naast
elkaar om de draden vast te zetten. Schakel
Naald omlaag in.
5. Bedenk een route voor uw naaiwerk en begin
dan uw gewenste meanderpatroon te naaien,
waarbij u de quilt meebeweegt. Blijf meanderen
totdat de hele quilttop is gevuld.
Speciale naaitechnieken
De 6e stekencategorie bevat steken voor speciale
naaitechnieken, zoals de bolletjessteek, naai- en
vouwsteek, naaien met de garendecoratievoet met
drie gaatjes, parelsteken en randafwerksteken. Voor
deze technieken kunnen speciale naaivoeten en
accessoires nodig zijn. Dit wordt aangegeven door
het pictogram van de optionele naaivoet.
Let op: Druk op Quick help en druk dan op de
geselecteerde steek in het selectiemenu om te zien
welke speciale naaivoet nodig is voor die steek.
Free Motion opties
Symbool Free Motion opties
Dynamisch verende free-motionvoet 6D
Free-motionvoet verend
Sensormatic free-motion
4:21
Naaimodus
Stapelsteken (720)
Naai prachtige decoraties in twee kleuren met de
stapelsteken. De stapelsteken bestaan uit paren bij
elkaar horende steken die zijn ontworpen om op
elkaar te worden genaaid.
Naai de eerste steek en naai dan de tweede, die
de eerste overlapt. Gebruik voor de beide steken
hetzelfde startpunt.
Enkele lintsteken (720)
Voeg dimensionale elementen toe aan uw
decoratieve naaiwerk met de prachtige enkele
lintsteken van uw machine. Terwijl u naait worden
er smalle linten in deze speciale steken geweven.
Voor deze techniek kunt u het best linten van 2-5
mm breed gebruiken. Voor het beste resultaat legt u
ter ondersteuning van de steken een voor uw soort
en dikte stof geschikte versteviging onder de stof.
1. Kies een enkele lintsteek in categorie 8.1.
Schakel ‘naald omlaag’ in. Naai het eerste
deel van het patroon, naai totdat de machine
automatisch stopt met de naald omlaag.
2. Wanneer u de steek begint te naaien, is het
belangrijk dat u het lint voor de naald legt in
dezelfde hoek als waarin het eerste deel van de
steek is genaaid. Zie afbeelding 2. Blijf naaien
totdat de machine weer stopt.
3. Vouw het lint over de steken en trek het over de
stof heen, zodat het weer precies voor de naald
ligt. Blijf naaien totdat de machine stopt. Vouw
het lint weer over de steken en leg het voor de
naald zoals hiervoor. Naai verder totdat de
machine stopt. Herhaal dit totdat u de gewenste
lengte heeft bereikt.
1
2
3
4:22
Naaimodus
1
2
3
4
5
6
Dubbele lintsteken (720)
Voeg dimensionale elementen toe aan uw
decoratieve naaiwerk met de prachtige dubbele
lintsteken. Terwijl u naait worden er smalle linten in
deze speciale steken geweven. Voor deze techniek
kunt u het best linten van 2-5 mm breed gebruiken.
De beste resultaten krijgt u met een versteviging die
geschikt is voor het type en de dikte van uw stof,
die u onder de stof legt ter ondersteuning van de
steken.
1. Kies een dubbele lintsteek in categorie 8.1.
Schakel ‘naald omlaag’ in. Gebruik de start/
stop-toets om te beginnen met naaien. De
machine voltooit het eerste deel van de steek en
stopt dan automatisch met de naald omlaag. Zie
afbeelding 1.
2. Leg het eerste lint onder de naaivoet voor
de naald en met dezelfde hoek als de steken.
Naai verder totdat de machine weer stopt. Zie
afbeelding 2.
3. Voeg een tweede lint toe. Leg het voor de naald,
gekruist over het eerste lint heen en met dezelfde
hoek als de verbindingssteken. Naai verder
totdat de machine stopt. Zie afbeelding 3.
4. Vouw het tweede lint over zichzelf heen terug en
leg het voor de naald zoals eerder; ga door met
naaien totdat de machine stopt. De beide linten
zijn nu aan dezelfde kant. Zie afbeelding 4.
5. Vouw nu het eerste lint en trek het voor de
naald, gekruist over het tweede lint heen; naai
verder totdat de machine stopt. Zie afbeelding 5.
6. Vouw het eerste lint weer en leg het voor de
naald. Naai verder. Wanneer de machine stopt,
liggen de beide linten weer aan dezelfde kant.
Zie afbeelding 6. Blijf het lint aan de linkerkant
gebruiken dat verder naar achteren ligt en
vouw het naar rechts voor de naald. Naai totdat
de machine stopt. Vouw hetzelfde lint terug
naar links en ga door met naaien. Herhaal dit
totdat de gewenste lengte is bereikt.
Tip: Beide linten mogen nooit samen aan de
rechterkant liggen. Het lint aan de rechterkant moet
terug worden gevouwen naar links voordat het
tweede lint naar rechts wordt gebracht.
4:23
Naaimodus
Drievoudige lintsteken (720)
Voeg dimensionale elementen toe aan uw
decoratieve naaiwerk met de prachtige drievoudige
lintsteken. Smalle linten worden, terwijl u naait,
in deze speciale steken geweven. Voor deze
techniek worden linten van 2-10 mm (1/8-3/8”)
breed aanbevolen. De beste resultaten krijgt u met
een versteviging, die geschikt is voor het type en
de dikte van uw stof, die u onder de stof legt ter
ondersteuning van de steken.
Zwevende steken (720)
Zwevende steken geven een speciaal effect waarbij
de verbindingssteken onzichtbaar zijn. Er zijn twee
verschillende manieren om deze techniek te
gebruiken. De eerste techniek is om te naaien met
de doorstikvoet met geleider midden (optioneel
accessoire), een stukje versteviging en een stukje
dubbelgevouwen stof. De tweede techniek is om
twee stukjes stof aan elkaar te naaien.
Genaaid met de Doorstikvoet met geleider midden:
1. Vouw de stof met de goede kanten op elkaar en
leg er versteviging onder, die u laat uitsteken
buiten de gevouwen rand.
2. Bevestig de doorstikvoet met geleider midden
en schakel het IDT™ in. Laat de gevouwen rand
met de geleider op de naaivoet volgen.
3. Trek de stof naar de andere kant wanneer u
klaar bent.
Genaaid met naaivoet 1A:
1. Leg twee stukken stof met de goede kanten op
elkaar en leg er een versteviging onder.
2. Bevestig naaivoet 1A en schakel het IDT™ in.
Begin te naaien met de gewenste naadtoeslag.
3. Trek de stof plat wanneer u klaar bent.
4:24
Naaimodus
Algemene naaipop-ups
Onderdraad bijna op
Wanneer de onderdraad bijna op is, verschijnt er
een pop-upbericht dat u erop wijst dat de spoel
binnenkort moet worden vervangen. Dit geeft u de
mogelijkheid te plannen waar u gaat stoppen met
naaien om de spoel te vervangen. Als u door wilt
gaan met naaien, drukt u het voetpedaal in zonder
de pop-up te sluiten. Wanneer de spoel is vervangen
door een volle, drukt u op OK in de pop-up.
De Sensormatic-knoopsgatvoet verwijderen
De Sensormatic-knoopsgatvoet moet worden
verwijderd voordat u een van de volgende zaken
uitvoert:
U naait een steek die geen knoopsgat is.
U naait een knoopsgat dat niet met de
Sensormatic-knoopsgatvoet kan worden
genaaid.
U naait een aangepast knoopsgat dat zonder de
Sensormatic-knoopsgatvoet is opgeslagen in uw
persoonlijke menu.
Machine moet rusten
Als de machine stopt en deze pop-up op het scherm
verschijnt, moet de machine rusten. Wanneer het
OK-pictogram is ingeschakeld, kunt u doorgaan
met naaien. De naairesultaten worden hier niet door
beïnvloed.
5
Reeksen
5:2
Reeksen
Let op: Niet alle symbolen en opties worden tegelijkertijd getoond.
Reeksen
U kunt steken en/of letters en cijfers combineren om reeksen te maken. Combineer verschillende
decoratieve steken en steeklettertypes van de machine of van een extern apparaat. Ook steken die in
Stitch Creator™ zijn gemaakt kunnen in een reeks worden ingevoegd.
Let op: Wanneer u tapersteken met andere steken in Reeksen combineert, kan de gecombineerde steek niet getaperd
worden. Wanneer u echter alleen tapersteken met elkaar combineert, kan de gecombineerde steek wel getaperd worden.
Reeksen - overzicht
Lengte van
de reeks bij
benadering
Stopopdracht
Opdracht Afhechten
Opdracht Draden afsnijden
Steekbreedte/Steekpositie
OK, sluit
reeks
Stekengebied
Steeklengte/
Steekdichtheid
Pijlen (breng cursor vooruit
en achteruit in de reeks)
5:3
Reeksen
Reeksen openen en afsluiten
Reeksen kan alleen worden gebruikt in de
naaimodus. Druk op het pictogram voor reeksen
op de optiebalk om de functie te openen. Om
reeksen te sluiten en uw gemaakte reeks te naaien,
drukt u op OK in de rechter bovenhoek van het
reeksenvenster.
Let op: U kunt reeksen ook sluiten door het voetpedaal
in te drukken of op de start/stop-toets te drukken.
Niet alle steken kunnen in een reeks worden
gebruikt. Als u probeert een steek te selecteren die
niet beschikbaar is, verschijnt er een pop-up die u
dat meldt.
Een reeks maken
Om te beginnen met het maken van een reeks,
zoekt u de gewenste steek en/of lettertype op
door het selectiemenu te openen.
Reeks maken van steken
Open het selectiemenu. Gebruik de bladerpijlen
om door de lijst met steken te bladeren. Druk
op een steek in het selectiegebied om deze aan
de reeks toe te voegen. Om een overzicht van
alle stekencategorieën te krijgen, drukt u op het
pictogram ‘stekencategorie’.
Reeks maken van letters
Open het selectiemenu. Druk op steeklettertypes
om een venster te openen met beschikbare
lettertypes. Druk op het gewenste lettertype om
het in reeksen te laden.
Druk op het pictogram ‘lettertypestijl’ om over
te schakelen tussen hoofdletters of kleine letters,
cijfers of speciale symbolen. Beweeg de cursor
door de reeks met de pijlen vooruit/achteruit.
Om een letter of steek te verwijderen, drukt u op
‘verwijderen’. Druk hier lang op om de hele reeks
te verwijderen.
De actieve positie wordt gemarkeerd door een
cursor en de geselecteerde steek of letter wordt
met groen gemarkeerd. Ingevoegde steken
worden op de plaats van de cursor gezet. Alleen
de geselecteerde steek kan worden aangepast.
Stekencategorie Bladerpijlen
Lettertypestijl
Pijl vooruit/achteruit Verwijderen
Steken
Steeklettertypes
Reeksen
Selectiemenu
5:4
Reeksen
Horizontaal
spiegelen
Verticaal
spiegelen
Verwijderen
Steek of letter invoegen
Breng de cursor naar de plaats waar u een steek
of letter wilt toevoegen. Selecteer de steek die u
wilt invoegen. De steek wordt op de plaats van de
cursor gezet.
Tekst en steken aanpassen
U kunt de geselecteerde steek spiegelen, de lengte
en breedte ervan aanpassen of de dichtheid of
positie ervan veranderen. Voor sommige steken
schakelt het pictogram ‘aanpassen’ over tussen
twee steekinstellingsopties (breedte/positie) en/
of (lengte/dichtheid). Dit wordt aangegeven
door een knop symbool in het midden van de
steekinstelling. Schakel over tussen de verschillende
steekinstellingen door op het knop symbool
in het midden van de instelling te drukken.
De aanpassingen werken hetzelfde als in de
naaimodus.
Steek of letter verwijderen
Als u een steek wilt verwijderen, brengt u de cursor
naar die steek en drukt u op het pictogram voor
verwijderen. Druk lang op het pictogram om de
hele reeks te verwijderen.
Een steek of letter vervangen
Om een steek te vervangen, selecteert u de steek,
drukt u op verwijderen en voegt u de nieuwe steek
in. De steek wordt op de plaats van de cursor gezet.
Reeksopdrachten
U kunt afhechtingen, stops en opdrachten voor het
afsnijden van de draad in de reeks programmeren.
Deze opdrachten worden in de reeks opgenomen en
worden altijd uitgevoerd tijdens het naaien.
Breng de cursor naar de plaats waar u een opdracht
wilt toevoegen. Selecteer de plaats; er wordt een
pictogram toegevoegd in de reeks. Het pictogram
geeft aan dat de opdracht is ingevoegd en laat
ook zien waar de opdracht in de reeks wordt
uitgevoerd.
Gebruik de afhechtopdracht als u een stevige
afhechting wilt. U kunt op iedere gewenste plaats in
de reeks afhechtopdrachten invoegen.
Voeg de opdracht voor het afsnijden van de draden
in als u wilt dat de machine afhecht, de draden
afsnijdt en de naaivoet omhoog brengt.
Voeg een stopopdracht in als u wilt dat de machine
stopt. Dit is bijvoorbeeld handig aan het einde van
de reeks als u de reeks maar één keer wilt naaien of
als u een reeks wilt naaien over verschillende rijen.
Stopopdracht
Opdracht Afhechten
Opdracht Draden afsnijden
Stopopdracht
Opdracht Afhechten
Opdracht Draden afsnijden
Steekbreedte/Steekpositie
Steeklengte/
Steekdichtheid
Cursor verplaatsen
5:5
Reeksen
Een reeks laden en naaien
Om de reeks te naaien, drukt u op OK in de rechter
bovenhoek van het venster ‘reeksen’. De reeks wordt
in de naaimodus geladen.
Let op: U kunt reeksen ook sluiten door het voetpedaal in te
drukken of op de start/stop-toets te drukken.
In de naaimodus kunt u overal in de reeks beginnen
met naaien. Gebruik de pijlen om door de reeks te
stappen.
Als u een andere steek selecteert in de naaimodus
en dan reeksen opnieuw opent, blijft uw reeks
onveranderd. Steeds wanneer reeksen wordt gesloten,
wordt de reeks in de naaimodus geladen.
De hele reeks aanpassen
Aanpassingen die in de naaimodus worden gemaakt,
hebben invloed op de hele reeks. Die veranderingen
worden echter niet opgeslagen als u terugkeert naar
reeksen. Om afzonderlijke steken in de reeks aan te
passen, keert u terug naar reeksen.
Een reeks opslaan
U slaat een reeks met uw persoonlijke
reeksaanpassingen op in de naaimodus. Sluit reeksen
door op OK te drukken in de rechter bovenhoek van
het venster ‘reeksen’.
Sla de reeks op door op het pictogram opslaan
in persoonlijk menu te drukken. U kunt met de
bladerpijlen door de persoonlijke menu’s bladeren om
een vrije positie te vinden. Een vak zonder steek is een
vrije positie en kan worden gebruikt om uw nieuwe
steek in op te slaan. Druk gewoon op de positie en uw
steek wordt opgeslagen.
Een vak met een steek is een bezette positie. U kunt
een eerder opgeslagen steek overschrijven. Druk
gewoon op de steek om de steek te overschrijven.
Een pop-up vraagt u te bevestigen dat u de eerder
opgeslagen steek wilt overschrijven. Annuleer het
opslaan door op het pictogram voor annuleren te
drukken.
Een reeks verwijderen
Als u één steek wilt verwijderen, drukt u eerst op
‘verwijderen’ (A). Er verschijnt een gemarkeerd groen
verwijdersymbool (B) rechts onder om aan te geven
dat verwijderen actief is. Druk dan op de steek die
u wilt verwijderen. De positie wordt leeggemaakt.
Om het verwijderen af te breken voordat u een
steek selecteert, drukt u opnieuw op het pictogram
‘verwijderen’ (A). Als u lang op het pictogram
‘verwijderen’ (A) drukt, wordt de hele geselecteerde
subcategorie leeggemaakt.
Pijlen (breng cursor vooruit
en achteruit in de reeks)
Opslaan in persoonlijk menu
Bladerpijlen
Verwijderen (A)
Verwijdersymbool (B)
Annuleren
5:6
Reeksen
Belangrijke informatie over reeksen
Reeksen aanpassen
Aanpassingen die in de naaimodus worden
gemaakt, hebben invloed op de hele reeks. Die
veranderingen worden echter niet opgeslagen als u
terugkeert naar reeksen. Om afzonderlijke steken in
de reeks aan te passen, keert u terug naar reeksen.
Reeksen in de Stitch Creator functie (720)
Een reeks kan worden geopend in de Stitch Creator
functie en gewijzigd. Als u dat doet, wordt uw reeks
één steek. Als u reeksen opnieuw opent, is het niet
meer mogelijk om delen van de eerdere steken in de
reeks aan te passen. De hele reeks wordt behandeld
als één steek.
Algemene pop-ups van reeksen
Geen bewerkbare steek
Sommige steken kunnen niet in een reeks worden
ingevoegd, zoals knoopsgaten.
Reeks buiten bereik
Door de steek die u probeert toe te voegen wordt de
reeks te lang.
Uw geprogrammeerde steek kan maximaal
ongeveer 500 mm lang zijn en tot 99 steken
bevatten. Als de reeks de maximumlengte of het
maximale aantal steken overschrijdt, laat deze pop-
up u dat weten.
6
quilt expression 720
Stitch Creator functie
6:2
Stitch Creator™ functie
Stitch Creator functie
In de Stitch Creator functie kunt u compleet nieuwe steken maken en ieder afzonderlijk steekpunt
aanpassen. Pas steken aan en maak uw eigen steken. U kunt steken direct op het scherm toevoegen,
wissen, verplaatsen en combineren. U kunt ook een ingebouwde steek invoegen en die dan bewerken tot
uw eigen versie.
De breedte van het steekgebied is 9 mm en de maximale steeklengte is 6 mm. Het raster en de verticale
middellijn helpen u de steek te maken. U steek mag maximaal ongeveer 500 mm lang zijn en kan in uw
persoonlijke menu worden opgeslagen.
Stitch Creator functie - overzicht
Stekengebied
Steekpunt
selecteren
Verwijderen
Druk/sleepfunctie -
Verplaatsen
Druk/sleepfunctie -
Zoomen/Beeld verplaatsen
Wiel
Nieuw steekpunt
Drievoudige steek
Zijpositie
steekpunt Transportlengte
vanaf vorige
steekpunt
OK, sluit het venster van de Stitch Creator functie
Dupliceren
Verticaal spiegelen
Horizontaal spiegelen
Raster
6:3
Stitch Creator™ functie
A
B
De Stitch Creator functie openen en
afsluiten
Om de functie te openen, drukt u op het pictogram
van de Stitch Creator functie (A) op de optiebalk.
Om de Stitch Creator functie te sluiten en uw
gemaakte steek of combinatie te naaien of te
borduren, drukt u op OK in de rechter bovenhoek
van het scherm.
Let op: Als uw geprogrammeerde steek klaar is om te
worden genaaid, kunt u ook de actieve functie sluiten
door het voetpedaal in te drukken of door op de start/
stoptoets te drukken.
Sommige steken kunnen niet met de Stitch Creator
functie worden gebruikt. Als u een van die steken
probeert te selecteren, verschijnt er een pop-up die
u dat meldt.
'HÀQLWLHYDQHHQsteekpunt
Een steekpunt is het punt waarop de naald door de
stof gaat. Steekpunten zijn verbonden door steken.
Ieder steekpunt wordt aangegeven met een groene
stip. Een geselecteerd steekpunt wordt aangegeven
met een open vierkantje. Een gemarkeerd steekpunt
wordt aangegeven met een opgevuld vierkantje.
Beginnen met creëren - een steek of
steekpunt toevoegen
Om een nieuw steekpunt toe te voegen, drukt u
op het pictogram voor een nieuw steekpunt. U
kunt ook een ingebouwde steek selecteren uit het
selectiemenu.
Steekpunten selecteren
Om een steekpunt te selecteren, drukt u erop op
het scherm met uw stylus of gebruikt u de pijlen in
de regelaar ‘steekpunt selecteren’. Als u meer dan
één steekpunt selecteert met de stylus, worden de
steken tussen de twee steekpunten automatisch ook
geselecteerd, met groen gemarkeerd (A en B op de
afbeelding).
U kunt ook steekpunten selecteren door de
regelaar ‘steekpunt selecteren’ te activeren. Druk
eerst op het knop symbool in het midden van de
regelaar. Het knop symbool wordt omringd door
een groene cirkel om aan te geven dat het actief is.
Gebruik de pijl omhoog om de steekpunten voor
het gemarkeerde steekpunt te selecteren en de pijl
omlaag om de steekpunten na het gemarkeerde
steekpunt te selecteren.
Let op: Bij het selecteren van steekpunten met de pijl
omhoog kunt u steekpunten deselecteren door op de pijl
omlaag te drukken.
Het eerste nummer boven de geselecteerde
steekpuntinstelling is het gemarkeerde steekpunt.
Het tweede getal is het totale aantal steekpunten.
Stitch Creator functie
OK, sluit de Stitch
Creator functie
Selectiemenu
Nieuw steekpunt
Steekpunt selecteren
6:4
Horizontaal spiegelen
Verticaal spiegelen
Drievoudige steek
Dupliceren
Een geselecteerd steekpunt dupliceren
Als u een steekpunt (steekpunten) wilt dupliceren,
selecteert u het en gebruikt u het pictogram
‘dupliceren’ om een kopie te maken.
Als diverse steekpunten zijn geselecteerd, worden
die allemaal gekopieerd en na het gemarkeerde
steekpunt ingevoegd.
Een nieuw steekpunt invoegen
Druk op dit pictogram om één enkel steekpunt in te
voegen. De twee steekpunten vormen een nieuwe
steek.
Drievoudige steek
Druk op het pictogram van de drievoudige
steek en de geselecteerde steek/steken worden
verdriedubbeld.
Let op: Alleen mogelijk als er meer dan één steekpunt is
geselecteerd.
Horizontaal spiegelen
De geselecteerde steekpunt(en) worden horizontaal
gespiegeld.
Verticaal spiegelen
De geselecteerde steekpunt(en) worden verticaal
gespiegeld.
Let op: Alleen mogelijk als er meer dan één steekpunt is
geselecteerd.
Een geselecteerd steekpunt verwijderen
Als u één steekpunt wilt verwijderen, selecteert u
het en drukt u op het pictogram ‘verwijderen’. Als
meer dan één steekpunt is geselecteerd, worden die
allemaal verwijderd als u op het pictogram drukt.
Druk lang op het pictogram om alle steekpunten in
het stekengebied te verwijderen.
Nieuw steekpunt
Drievoudige steek
Verwijderen
Verticaal spiegelen
Horizontaal spiegelen
Stitch Creator™ functie
6:5
AB
Druk/sleepfuncties
Gebruik uw stylus om direct op het scherm
veranderingen te maken door drukken en slepen
in het stekengebied. U kunt het beeld verplaatsen
en steek/steekpunten verplaatsen afhankelijk van
welke druk/sleepfunctie is ingeschakeld. U kunt
ook de pijlen in het wiel gebruiken om precieze
aanpassingen te maken.
Verplaatsen
U kunt de geselecteerde steek of steekpunten
verplaatsen met uw stylus op het scherm of door
op de pijlen in het wiel te drukken.
Zoomen/Beeld verplaatsen
Wanneer u het pictogram zoomen/beeld
verplaatsen gebruikt, blijft de focus op het
gemarkeerde steekpunt. Beeld verplaatsen wordt
actief. Gebruik de stylus om het beeld op het scherm
te verplaatsen.
Let op: U kunt het beeld niet buiten het naaigebied
verplaatsen. Als de schaal bijvoorbeeld 100% of minder
is, kunt u het beeld niet opzij verplaatsen.
De afstand tussen de rasterlijnen is gelijk aan 1 mm
op de stof. Gebruik de pijlen om in of uit te zoomen.
Als u inzoomt op het stekengebied, verschijnen er
dunnere rasterlijnen. De afstand tussen deze lijnen
is gelijk aan 0,5 mm. Als u uitzoomt, zijn alleen de
randlijnen van het stekengebied zichtbaar.
Positie van het gemarkeerde
steekpunt
Het getal links boven het wiel laat de actuele
naaldpositie vanaf de middellijn zien voor het
gemarkeerde steekpunt (A).
Het getal rechts boven het wiel laat de actuele
transportlengte zien vanaf het vorige steekpunt (B).
Druk/sleepfunctie - Verplaatsen
Druk/sleepfunctie - Zoomen/Beeld verplaatsen
Wiel
Zijpositie
steekpunt (A) Transportlengte
vanaf vorige
steekpunt (B)
1mm
0,5mm
Stitch Creator™ functie
6:6
Stitch Creator™ functie
Steek laden en naaien
Om de gecreëerde steek te naaien, drukt u op OK in
de rechter bovenhoek in het venster van de Stitch
Creator functie. De steek wordt in de Naaimodus
geladen en is klaar om te worden genaaid.
Als u een andere steek selecteert in de naaimodus
en dan de Stitch Creator functie opnieuw opent,
blijft uw gemaakte steek onveranderd. Steeds
wanneer de Stitch Creator functie wordt gesloten,
wordt de steek in de naaimodus geladen.
Een steek opslaan
Een steek wordt opgeslagen in de naaimodus. Sluit
de Stitch Creator functie door op OK te drukken in
de rechter bovenhoek van het scherm. Sla de steek
op door op het pictogram ‘opslaan in persoonlijk
menu’ te drukken.
U vindt opgeslagen steken in persoonlijk menu
categorie 10. Iedere subcategorie in het persoonlijke
menu heeft 10 posities voor het opslaan van uw
eigen steken of reeksen. Kies de subcategorie waarin
u uw steek wilt opslaan. Alle eerder opgeslagen
steken worden weergegeven in het persoonlijke
menu.
Algemene pop-ups van de Stitch
Creator functie
Geen bewerkbare steek
Sommige steken kunnen niet worden bewerkt in de
Stitch Creator functie. Knoopsgaten en Maxisteken
kunnen niet worden geopend in de Stitch Creator
functie.
Reeks buiten bereik
Uw geprogrammeerde steek mag tot maximaal
ongeveer 500mm lang zijn. Als de steek/reeks de
maximumlengte overschrijdt, laat deze pop-up u
dat weten.
Door de steek of het steekpunt die u probeert toe te
voegen wordt de steek te lang.
Opslaan in persoonlijk menu
7
Persoonlijke bestanden
7:2
A
A
Persoonlijke bestanden
Persoonlijke bestanden
Gebruik persoonlijke bestanden om al uw bestanden te organiseren, toe te voegen, te verwijderen en te
kopiëren. Gebruik het ingebouwde geheugen of een extern apparaat dat op uw machine is aangesloten
voor het opslaan.
Persoonlijke bestanden - overzicht
Eén mapniveau
omhoog
Nieuwe map aanmaken
USB-apparaten
(alleen zichtbaar
wanneer een
apparaat is
aangesloten)
Knippen
Kopiëren Plakken
Naam van bestand of map veranderen
Persoonlijke
bestanden
Lijst/miniatuurweergave
Beschikbaar geheugen
In het ingebouwde geheugen kunt u uw bestanden
opslaan. Om te controleren hoeveel ruimte er nog
vrij is in het ingebouwde geheugen, opent u het
Menu Instellingen. Druk op machine-informatie op
de selectiebalk rechts.
Machine-informatie
7:3
Persoonlijke bestanden
Bladeren door persoonlijke
bestanden
Om de persoonlijke bestanden te openen, opent
u eerst het selectiemenu. Selecteer persoonlijke
bestanden in de selectiebalk rechts op het scherm.
Maak mappen en organiseer uw persoonlijke
bestanden zo dat u uw favorieten gemakkelijk
kunt vinden.
USB-apparaten
U kunt een USB-apparaat dat op de USB-poort is
aangesloten doorzoeken. Het pictogram van het
USB-apparaat is alleen beschikbaar wanneer er een
apparaat is aangesloten.
Druk op het USB-apparaat om de inhoud te zien in
het selectiegebied. Bestanden worden weergegeven
als miniatuur of met een pictogram.
Lijst-/miniatuurweergave
Druk op het pictogram voor lijst-/miniatuur-
weergave om de bestanden weer te geven
in een lijst met meer ruimte voor de tekens
van de bestandsnaam. Van ieder bestand
worden de bestandsnaam en het bestandstype
weergegeven. Druk opnieuw op het pictogram
lijst-/miniatuurweergave om terug te keren naar
miniatuurweergave.
Een map openen
Om een map te openen in persoonlijke mappen,
drukt u lang op de map. De inhoud van de map
wordt weergegeven op het scherm.
Eén mapniveau omhoog
Gebruik het pictogram ‘één mapniveau omhoog’
om door de niveaus van mappen te lopen. U kunt
helemaal omhoog gaan naar het basisniveau. Op het
scherm ziet u de bestanden en mappen van ieder
niveau terwijl u er doorheen loopt.
USB-apparaat
Lijst-/miniatuurweergave
Eén mapniveau
omhoog
Selectiemenu Persoonlijke bestanden
Nieuwe map maken
7:4
A
A
Persoonlijke bestanden
Organiseren
Een nieuwe map maken
Druk op het pictogram ‘nieuwe map aanmaken’ om
een nieuwe map aan te maken. Er gaat een pop-up
open waarin u een naam voor uw map kunt invoeren.
Een bestand of map verplaatsen
Gebruik knippen en plakken om een bestand of map
ergens anders op te slaan. Selecteer het bestand of de
map en druk dan op ‘knippen’. Open de map waarin u
het bestand of de map wilt plaatsen. Druk op ‘plakken’.
Een bestand of map kopiëren
Gebruik knippen en plakken om een bestand of map
ergens anders op te slaan. Selecteer het bestand of de
map en druk dan op ‘kopiëren’. Open de map waarin u
het bestand of de map wilt plaatsen. Druk op ‘plakken’.
Een bestand of map verwijderen
Om een bestand of map te verwijderen, markeert u
deze en drukt u op ‘verwijderen’. Een pop-up vraagt
u het verwijderen te bevestigen. Als een map wordt
verwijderd, worden ook alle bestanden die in de map
staan verwijderd.
Om alle bestanden en mappen uit de huidige map
te verwijderen, drukt u lang op het pictogram
‘verwijderen’.
Naam van een bestand of map veranderen
Selecteer de map of het bestand waarvan u de naam
wilt veranderen en druk dan op het pictogram ‘naam
veranderen’ om een pop-up te openen waarin u de
naam kunt veranderen.
Algemene pop-ups van de
persoonlijke bestanden
Weinig ruimte beschikbaar in geheugen
Uw machine kan bestanden opslaan in het ingebouwde
geheugen. Wanneer het geheugen vol is, kunt u ze
naar een extern apparaat verplaatsen met de functies
knippen en plakken.
Wanneer er nog maar een klein gedeelte van het
geheugen over is, meldt uw machine u dat eenmaal.
Als u het geheugen blijft vullen, geeft de machine geen
herinnering meer totdat het geheugen helemaal vol is.
Systeem bezet
Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of
verplaatst of met iets bezig is dat tijd vergt, is de
pop-up ‘systeem bezet’ te zien.
Nieuwe map aanmaken
Knippen
Kopiëren
Plakken
Naam van bestand
of map veranderen Ver-
wijderen
8
Onderhoud
8:2
B
A
D
C
Onderhoud
De naaimachine reinigen
Maak uw naaimachine regelmatig schoon om ervoor te
zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine
hoeft niet te worden gesmeerd (geolied).
Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een
zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten
te verwijderen.
Let op: Het gebruik van reinigings- of oplosmiddelen op de
naaimachine kan het materiaal van de machine beschadigen.
Het spoelhuis schoonmaken
Let op: Breng de transporteur omlaag door op ‘naaivoet
omhoog’ en ‘extra hoog’ te drukken. Zet de naaimachine
uit.
Verwijder de naaivoet en schuif het spoelhuisdeksel open.
Plaats een schroevendraaier onder de steekplaat zoals
te zien is op de afbeelding en draai de schroevendraaier
voorzichtig om de steekplaat los te wrikken. Maak
de transporteur schoon met het borsteltje dat bij de
accessoires zit.
Het gedeelte onder het spoelhuis schoonmaken
Maak het gedeelte onder het spoelhuis schoon na diverse
naaiprojecten of wanneer u merkt dat zich textielresten in
het spoelhuisgedeelte hebben opgehoopt.
Til de spoelhuishouder (A) die het voorste deel van het
spoelhuis afdekt op en verwijder de houder. Verwijder het
spoelhuis (B) door dit op te tillen. Reinig met het borsteltje.
Let op: Wees voorzichtig wanneer u om het
draadmesje (C) heen schoonmaakt.
Plaats het spoelhuis en de spoelhuishouder weer terug.
Let op: Blaas geen lucht in het spoelhuisgedeelte. Het stof en de
pluisjes worden dan in uw machine geblazen.
De steekplaat vervangen
Plaats met de transporteur omlaag de steekplaat met
de knop in de gleuf aan de achterkant (D). Duw de
steekplaat omlaag totdat hij op zijn plaats klikt. Schuif het
spoelhuisdeksel weer op zijn plaats.
Niet-originele onderdelen en accessoires
De garantie geldt niet voor storingen of schade als
gevolg van het gebruik van niet-originele accessoires of
onderdelen.
8:3
Onderhoud
Probleem/oorzaak Oplossing
Algemene problemen
Spoelsignaal werkt niet? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik alleen de
originele PFAFF® spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
Wordt de draad niet afgesneden met 'draad afsnijden'? Verwijder de steekplaat en verwijder textielresten uit het
spoelgedeelte.
Schakel automatisch draadafsnijden in in het Menu Instellingen.
Stof wordt niet getransporteerd? Zorg ervoor dat de machine niet in de free-motionmodus staat. Zie
hoofdstuk 4.
Verkeerde steek, onregelmatige of smalle steek? Schakel tweelingnaald of steekbreedtebeveiliging uit in het Menu
Instellingen.
De naald breekt? Breng de naald correct aan, zoals beschreven staat in hoofdstuk 2.
Breng de juiste naald aan voor de stof.
De machine naait niet? Controleer of alle stekkers goed in de machine en in het stopcontact
zitten.
Controleer of het snoer van het voetpedaal goed is aangesloten op
het voetpedaal.
Duw de spoelgeleider in de naaipositie.
Geeft het PFAFF® kleuren-touchscreen het opstartscherm
weer? Raak het touchscreen aan om het te activeren.
Zet de screensaver uit in het Menu Instellingen.
Worden de pictogrammen op het touchscreen niet
geactiveerd wanneer u erop drukt? Sluit eventuele pop-ups die het scherm blokkeren.
Het touchscreen kalibreren. U vindt 'touchscreen kalibreren' in het
Menu Instellingen.
Het scherm van de naaimachine en/of de functietoetsen
reageren niet op aanrakingen? De contacten en functietoetsen van de machine kunnen gevoelig
zijn voor statische elektriciteit. Als het scherm niet op aanrakingen
reageert, zet u de machine UIT en weer AAN. Neem contact op met
uw erkende PFAFF® dealer als het probleem blijft bestaan.
De naaimachine slaat steken over
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Vervang de naald en breng de naald correct aan, zoals beschreven
staat in hoofdstuk 2.
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen.
Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juiste naaivoet.
Is de naald te dun voor de draad? Vervang de naald.
Beweegt de stof omhoog en omlaag met de naald tijdens
het naaien uit de vrije hand? Bevestig de Dynamisch verende voet 6D (optioneel accessoire,
onder deelnummer 820991-096). Als u naaivoet 6A gebruikt, verlaag
de naaivoethoogte in de opties voor naaien uit de vrije hand.
De bovendraad breekt
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Vervang de naald en breng de naald correct aan, zoals beschreven
staat in hoofdstuk 2.
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen.
Is de naald te dun voor de draad? Vervang de naald die groot genoeg is voor de draad.
Problemen oplossen
In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden
PHWXZPDFKLQH1HHPYRRUPHHULQIRUPDWLHFRQWDFWRSPHWXZSODDWVHOLMNHRIÀFLsOH3)$))® dealer, die u
graag zal helpen.
8:4
Onderhoud
Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of garen dat is
uitgedroogd? 1HHPQLHXZJDUHQYDQEHWHUHNZDOLWHLWGDWXELMHHQRIÀFLsOH
PFAFF® dealer hebt gekocht.
Wordt de juiste garenschijf gebruikt? Bevestig een garenschijf die de juiste maat heeft voor het gebruikte
garenklosje, zoals beschreven staat in hoofdstuk 2.
Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of horizontaal)
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
De spoeldraad breekt
Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad.
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Zitten er veel textielresten in het spoelhuisgedeelte? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik alleen de
originele PFAFF® spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
Is de spoel goed opgewonden? Spoel garen op een nieuw spoeltje, zoals beschreven staat in
hoofdstuk 2.
De naad heeft ongelijke steken
Is de draadspanning goed afgesteld? Controleer de bovendraadspanning en hoe de machine is
ingeregen.
Gebruikt u te dik draad of naaigaren van slechte kwaliteit? Vervang het garen.
Is de onderdraad gelijkmatig opgewonden? Controleer het opwinden van de spoel. Zie hoofdstuk 2.
Wordt er een correcte naald gebruikt? Breng een geschikte naald aan op de juiste manier, zoals
beschreven staat in hoofdstuk 2.
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen.
Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van de
transporteur? Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met een borsteltje
schoon.
Systeemrapport
Laat uw machine de pop-up met het systeemrapport zien? Als de systeem rapport pop-up verschijnt, ga naar persoonlijke
bestanden/rapporten en lokaliseer het bestand (SystemReport01.
dmp of hoger nummer). Sla het bestand op een USB-stick op. Stuur
het bestand samen met een korte beschrijving van wat u deed
voordat de pop-up verscheen naar product.improvement@pfaff.com.
Verwijder het bestand van de machine nadat u het heeft verstuurd.
/DDWXZQDDLPDFKLQHUHJHOPDWLJGRRUXZSODDWVHOLMNHRIÀFLsOH3)$))® dealer controleren!
Als u deze aanwijzingen voor het oplossen van problemen heeft opgevolgd en nog steeds problemen heeft,
EUHQJGHQDDLPDFKLQHGDQQDDUXZGHDOHU$OVHUHHQVSHFLÀHNSUREOHHPLVLVKHWHUJKDQGLJRPPHWKHW
JHEUXLNWHJDUHQHQPHWHHQVWXNMHYDQGHJHEUXLNWHVWRIHHQSURHÁDSMHWHPDNHQHQGDWQDDUXZGHDOHUWH
EUHQJHQ(HQSURHÁDSMHJHHIWYDDNYHHOEHWHUHLQIRUPDWLHGDQZRRUGHQ
8:5
Index
Inhoudsopgave
A
Aanbeveling - naaivoet ....................................................4:2
Aansluiting Sensormatic-knoopsgatvoet.......................1:8
Accessoiredoos ........................................................... 1:9, 2:3
Accessoires .......................................................................1:10
Achteruitnaaien .................................................................1:8
Achteruitnaai-indicator .............................................1:8, 3:7
Achteruitnaaitoets .................................. 3:7, 4:10, 4:11, 4:12
Actie-indicator ............................................................1:8, 3:7
Afhechten begin ..............................................................4:10
Afhechten einde ..............................................................4:10
Afhechtopties ............................................................4:2, 4:10
Afhechten begin ................................................................... 4:10
Afhechten einde ...................................................................4:10
Draden afsnijden .................................................................. 4:10
Alfabetten .........................................................................1:19
Algemene pictogrammen ................................................3:5
Annuleren ............................................................................... 3:5
Lang drukken .........................................................................3:5
OK ............................................................................................ 3:5
OK en annuleren .................................................................... 3:5
Schuifbalk................................................................................ 3:5
Annuleren ..........................................................................3:5
Automatische naaivoetlichter .........................................3:4
B
Balans ..................................................................................4:5
Beginaanzicht .....................................................................4:2
Belangrijke informatie over reeksen ............................... 5:6
Beschikbaar geheugen ......................................................7:2
Bestanden & Mappen ................................................7:2–7:4
Bestanden & Mappen, bladeren ......................................7:3
Bestand of map,
.RSLsUHQ .................................................................................. 7:4
Maken ...................................................................................... 7:4
Naam veranderen ..................................................................7:4
Verplaatsen ............................................................................. 7:4
Verwijderen ............................................................................ 7:4
%HVWDQGRIPDSNRSLsUHQ ................................................. 7:4
Bestand of map verplaatsen ............................................7:4
Bestand of map verwijderen ............................................7:4
Bevestig de steekplaat voor rechte steken .....................2:9
Bijgeleverde accessoires .................................................1:10
Bladeren door de Bestanden & Mappen ........................7:3
Bladeren door persoonlijke bestanden...........................7:3
Bladerpijlen ........................................................................3:5
Blindzoomsteek ...............................................................4:14
Elastische blindzoomsteek .................................................4:14
Blindzoomvoet met IDT™ systeem ..............................1:11
Borduurgaren .........................................................2:10, 2:11
Borduurinstellingen ..........................................................3:5
Borduurringklemmen .....................................................1:10
Borduurvoet 6A ...............................................................1:11
Borsteltje ...........................................................................1:10
Bovendraadgeleider ...................................................1:8, 2:5
Bovenkant van de quilt in elkaar zetten ......................4:18
Bovenklep ...........................................................................1:8
C
Categorie ............................................................................ 4:3
Compensatie draadspanning ...................................2:6, 3:5
Compensatie draadspanning/draadhoeveelheid ........3:5
Crazy-quiltsteken ............................................................4:19
D
Decoratieve steken .................................................1:14, 1:17
'HÀQLWLHYDQHHQVWHHNSXQW .............................................6:3
De hele reeks aanpassen...................................................5:4
Deksel..................................................................................2:2
De machine inrijgen .......................................................... 2:6
Denimnaald ......................................................................2:10
Borduurnaald ....................................................................... 2:10
Draadinsteker ....................................................................... 2:10
Stretchnaald .......................................................................... 2:10
Universele naald .................................................................. 2:10
Zwaardnaald ........................................................................ 2:10
De Sensormatic-knoopsgatvoet verwijderen ..............4:24
Doorstikken in de naad ..................................................4:19
Draadafsnijder ..........................................................1:8, 2:11
Draadafsnijder spoelgeleider ..........................................1:9
Draadgeleider .............................................................1:9, 2:3
Draadhefboom ..........................................................1:9, 2:10
Draadinsteker ............................................................. 1:8, 2:5
Garenfabrikant ....................................................................... 2:6
Tweelingnaald inrijgen ......................................................... 2:5
Draadsensor .....................................................................2:11
Draadspanning ...........................................................4:2, 4:6
Draadspanningsschijf .......................................................1:9
Draagkoffer ........................................................................2:2
Draden afsnijden ...............................................1:8, 3:7, 4:10
Draden afsnijden voor naaien .........................................3:4
Drievoudige lintsteken (720) .........................................4:23
Drievoudige steek ...................................................... 6:2, 6:4
Druk/sleepfuncties ...........................................................6:5
Verplaatsen ............................................................................. 6:5
Zoomen/Beeld verplaatsen .................................................. 6:5
Druk/sleepfunctie - Verplaatsen ....................................6:2
Druk/sleepfunctie - Zoomen/Beeld verplaatsen ........6:2
Dubbele lintsteken (720) .................................................4:22
Dupliceren ..........................................................................6:2
Dynamisch verende free-motionvoet 6D.......................4:8
Dynamisch verende voet 6D ...........................................4:8
Dynamisch verende voet 6D voor borduurwerk .......2:11
Dynamisch verende voet free-motion ............................4:8
8:6
Index
Ingebouwde draadinsteker .............................................. 1:8
Ingebouwde USB-poort ....................................................1:8
Ingebouwd geheugen .......................................................7:2
Installatiecode ....................................................................2:8
Instellingen geluid ..........................................................2:11
Intellectueel eigendom ...................................................8:11
K
Kalibreren touchscreen .....................................................3:3
Kleuren touchscreen .........................................................1:8
Kniehevel ..........................................................................2:11
Knippen .......................................................................7:2, 7:4
Knipversteviging ...............................................................2:3
Knoop aannaaien ............................................................4:17
Knoopliniaal .......................................................................1:8
Knoopsgat ........................................................................ 4:15
Een handmatig knoopsgat herhalen .................................4:16
Handmatig knoopsgat ........................................................ 4:16
Knoopsgat met inlegdraad ................................................. 4:16
Knoopsgat, Sensormatic .....................................................4:15
Sensormatic-knoopsgatvoet vastklikken .......................... 4:15
Knoopsgat, handmatig ................................................... 4:16
Knoopsgat met inlegdraad ............................................ 4:16
Knoopsgat, met inlegdraad ........................................... 4:16
Knopen aannaaien ..........................................................4:17
.RSLsUHQ ......................................................................7:2, 7:4
L
Lang drukken ....................................................................3:5
LED-lampjes .......................................................................1:8
Lengte van de opening ...................................................4:15
Lettertype selecteren .........................................................4:3
Lettertypestijl .....................................................................5:3
Licentie-informatie .....................................................3:5, 7:2
Lijst-/miniatuurweergave ........................................7:2, 7:3
Lijstweergave .....................................................................7:3
M
Machine-informatie .......................................................... 3:5
Machine-instellingen ........................................................3:3
Machine moet rusten ......................................................4:24
Machineoverzicht ..............................................................1:8
Map openen .......................................................................7:3
Mappenniveau ...................................................................7:3
Maxi-stitch foot ................................................................ 1:11
Meanderen uit de vrije hand ......................................... 4:20
Menu Instellingen ......................................................3:2, 3:3
Multifunctioneel gereedschap ..............................1:10, 4:17
N
Naai-instellingen ...............................................................3:4
Naaimachine reinigen ......................................................8:2
E
Een handmatig knoopsgat herhalen ............................4:16
Eén mapniveau omhoog ...........................................7:2, 7:3
Een reeks verwijderen ......................................................5:5
Een steek verwijderen ......................................................4:7
Elastische blindzoomsteek .............................................4:14
Enkele lintsteken (720)....................................................4:21
Enkelmotiefprogramma .................................................4:11
Extra garenpen ...........................................................1:9, 2:4
Horizontale positie ................................................................ 2:4
Versteviging ............................................................................ 2:4
Verticale positie ...................................................................... 2:4
F
Free Motion opties ..................................................... 4:2, 4:8
Free-motionvoet verend ...................................................4:8
G
Garennetje ........................................................................ 1:10
Garenpen ............................................................................1:9
Garenpennen .....................................................................2:4
Garenschijf .......................................................................1:10
Garenschijven ........................................................... 1:9, 1:10
Geheugen,
Beschikbaar ............................................................................. 7:2
Geleider voor doorstikken/quilten ..............................1:10
Geluid herhalen .................................................................3:3
Genaaide zigzagsteek .....................................................4:14
Geselecteerd steeknummer ..............................................4:2
Geselecteerd steekpunt dupliceren ................................6:4
Geselecteerd steekpunt verwijderen ..............................6:4
Greep ...................................................................................1:9
Gütermann Sulky ..............................................................2:3
H
Handmatige knoopsgatvoet 5M ................................... 1:11
Handmatig knoopsgat ....................................................4:16
Handwiel ............................................................................1:8
Het gedeelte onder het spoelhuis schoonmaken .......... 8:2
Het snoer van het voetpedaal aansluiten ......................2:2
Het spoelhuis schoonmaken............................................8:2
Hoofdschakelaar ............................................................... 1:8
Horizontaal spiegelen .........................................3:2, 4:6, 6:4
I
IDT™ systeem .................................1:9, 4:8, 4:14, 4:15, 4:19
IDT™ systeem inschakelen ............................................2:11
IDT™ systeem uitschakelen ...................................2:8, 2:10
IDT™ systeem inschakelen ..................................................2:8
Spoel plaatsen ......................................................................... 2:8
8:7
Index
Naaimodus .........................................................4:2, 4:2–4:24
Naai-opties .........................................................................4:2
Naaiprogramma’s ...........................................................4:11
Enkelmotiefprogramma ...................................................... 4:11
Patchworkprogramma ........................................................ 4:12
Taperingprogramma ........................................................... 4:11
Naaitechnieken ................................................................4:13
Naaivoet ............................................................................. 1:8
Naaivoet bevestigen .........................................................2:9
Naaivoetdruk .....................................................................3:4
Naaivoetdrukinstelling .................................................... 3:4
Naaivoeten, bijgeleverd .................................................1:11
Naaivoethoogte ................................................................. 2:9
Naaivoethouder.................................................................1:8
Naaivoetstang ....................................................................1:8
Naaivoet vervangen ..........................................................2:9
Naaivoet bevestigen ..............................................................2:9
Naaivoet verwijderen ............................................................ 2:9
Naalden ..................................................................... 1:10, 2:9
Naald omhoog/omlaag ............................................1:8, 3:6
Naaldschroef ......................................................................1:8
Naaldstang .........................................................................1:8
Naald vervangen ...............................................................2:9
Naam eigenaar ...................................................................3:3
Naam van bestand of map veranderen ..................7:2, 7:4
Naam van een bestand of map veranderen .................. 7:4
Naden in dikke stof ................................................4:12, 4:13
Netsnoer ........................................................................... 1:10
Niet-originele onderdelen en accessoires ...................... 8:2
Nieuwe map.......................................................................7:4
Nieuwe map maken...................................................7:2, 7:4
Nieuw steekpunt ........................................................6:2, 6:3
Nieuw steekpunt invoegen ..............................................6:4
Nuttige steken..................................................................1:12
O
OK .......................................................................................3:5
OK en annuleren ...............................................................3:5
Onderdraad bijna op ......................................................4:24
Onderdraadgeleider ......................................................... 2:5
Onderhoud .........................................................................8:2
Onmiddellijk afhechten .............................................1:8, 3:6
Opdracht Afhechten ..................................................5:2, 5:4
Opdracht Draden afsnijden ......................................5:2, 5:4
Opslaan in Persoonlijke bestanden ................................4:2
Opslaan in persoonlijk menu ..........................................5:5
Opslaan in Persoonlijk menu ...................................4:2, 4:7
Opspoelen met ingeregen machine ................................ 2:7
Opties voor de transporteur ............................................2:5
Optionele accessoires ...................... 2:5, 4:8, 4:17, 4:19, 4:20
Optionele naaivoet .......................................................... 4:20
Organiseren ........................................................................7:4
Overzicht
Bestanden & Mappen ............................................................ 7:2
Naaimodus ............................................................................. 4:2
Persoonlijke bestanden ......................................................... 7:2
Reeksen .................................................................................... 5:2
Steken .................................................................................... 1:12
Stitch Creator .......................................................................... 6:2
P
Patchworkprogramma .......................................... 4:12, 4:18
PDF gidsen .........................................................................2:3
Persoonlijke bestanden .......................................4:3, 7:2, 7:3
PFAFF® creative™ kleuren touchscreen ....................... 1:8
Pictogrammen, algemene .................................................3:5
Annuleren ............................................................................... 3:5
Bladerpijlen ............................................................................. 3:5
Lang drukken .........................................................................3:5
OK ............................................................................................ 3:5
Pictogram Snelheidsregeling ...........................................4:2
Pictogram Tweelingnaald/steekbreedtebeveiliging ...4:2
Plakken ........................................................................ 7:2, 7:4
Plakversteviging ..............................................................2:11
Pop-upmeldingen
Bovendraad controleren ..................................................... 4:24
De Sensormatic-knoopsgatvoet verwijderen ................... 4:24
Geen bewerkbare steek. ................................................. 5:6, 6:6
Machine moet rusten ........................................................... 4:24
Onderdraad bijna op ...........................................................4:24
Reeks buiten bereik ........................................................5:6, 6:6
Systeem bezet ......................................................................... 7:4
Weinig geheugenruimte beschikbaar .................................7:4
Pop-ups
Bestanden & Mappen ............................................................ 7:4
Stitch Creator .......................................................................... 6:6
Pop-ups voor naaien ....................................................... 4:24
Pop-ups voor reeksen .......................................................5:6
Positie van het gemarkeerde steekpunt. ........................6:5
Presser foot height ............................................................2:3
Problemen oplossen ..........................................................8:3
Q
Quick help ................................................... 2:5, 3:2, 4:8, 4:20
Quilten ..............................................................................4:18
Bovenkant van de quilt in elkaar zetten ........................... 4:18
Crazy-quiltsteken ................................................................. 4:19
Patchworkprogramma ........................................................ 4:18
Steekplaat voor rechte steek ............................................... 4:18
Quilten met handgemaakt effect ..................................4:19
R
Raster .................................................................................. 6:2
Reeksen
De hele reeks aanpassen ....................................................... 5:5
Reeks maken van letters ....................................................... 5:3
Reeks maken van steken ....................................................... 5:3
Reeks verwijderen .................................................................5:5
Steek of letter invoegen ......................................................... 5:4
Steek of letter vervangen ...................................................... 5:4
Steek of letter verwijderen .................................................... 5:4
8:8
Index
Steekbreedte/Steekpositie ...............................................4:4
Steekdichtheid ...................................................................4:5
Steek herhalen..................................................................4:17
Steekinstellingen ............................................................... 4:4
Balans ....................................................................................... 4:5
Draadspanning ....................................................................... 4:6
Spiegelen ................................................................................. 4:6
Steekbreedte ........................................................................... 4:4
Steekdichtheid ........................................................................ 4:5
Steeklengte .............................................................................. 4:5
Steekpositie ............................................................................. 4:4
Steeklengte ...........................................................4:2, 4:4, 4:5
Steeklengte/Steekdichtheid ............................................4:4
Steeklettertypes ................................................................. 4:3
Steek naaien .......................................................................6:6
Steek of letter vervangen ..................................................5:4
Steek of steekpunt toevoegen ..........................................6:3
Steek opnieuw beginnen ...........................................1:8, 3:6
Steek opslaan ..................................................................... 6:6
steekplaat ............................................................................2:9
Steekplaat ...........................................................................1:8
Steekplaat vervangen .......................................................8:2
Steekplaat voor rechte steek ................................. 1:10, 4:18
Steekplaat voor rechte steken (optioneel) ....................4:18
Steekpositie ........................................................................ 4:4
6WHHNSXQWGHÀQLWLH ...........................................................6:3
Steekpunten selecteren .....................................................6:3
Steekpunt selecteren .................................................. 6:2, 6:3
Steek selecteren ..................................................................4:3
Steek, selecteren .................................................................4:3
Steken ..................................................................................4:3
Stekencategorie ..................................................................4:3
Stekenoverzicht ............................................................... 1:12
Steken/steekpunten selecteren .......................................6:3
Stitch Creator .....................................................4:12, 6:2–6:6
Een steek naaien ..................................................................... 6:6
Steek laden .............................................................................. 6:6
Steek opslaan .......................................................................... 6:6
Stitch Creator openen .......................................................6:3
Stitch Creator openen en afsluiten..................................6:3
Stitch Creator pop-ups .....................................................6:6
Stitch Creator sluiten ........................................................6:3
Stopopdracht...............................................................5:2, 5:4
Stoppen .............................................................................4:17
Stylus .................................................................................1:10
Stylus houder .....................................................................1:8
Subcategorie .......................................................................4:3
Systeem bezet.....................................................................7:4
T
Taal ......................................................................................3:3
Taperingprogramma ......................................................4:11
Tekst en steken aanpassen ...............................................5:4
Toetsen ................................................................................3:6
Achteruitnaaitoets ................................................................. 3:7
Toetsen en indicators ........................................................ 3:6
Tekst en steken aanpassen .................................................... 5:4
Reeksen aanpassen............................................................5:6
Reeksen in Stitch Creator ................................................. 5:6
Reeksen openen en afsluiten ...........................................5:3
Reeks laden ........................................................................5:5
Reeks laden en naaien ......................................................5:5
Reeks maken ...................................................................... 5:3
Reeks naaien ......................................................................5:5
Reeksopdrachten ...............................................................5:4
Reeks opslaan ....................................................................5:5
Ritssluitingen naaien ......................................................4:13
Ritssluitingen, naaien .....................................................4:13
Ritsvoet met IDT™ systeem 4 .......................................1:11
Robison-Anton...................................................................2:9
S
Scherm ................................................................................ 1:8
Scherm vergrendelen ................................................. 2:3, 3:3
Scherm, vergrendelen ....................................................... 3:3
Scheurversteviging ........................................................... 2:5
Schroevendraaier ............................................................1:10
Schuifbalk ...........................................................................3:5
Schuif voor het verzinken van de transporteur ............1:8
Selectiemenu ........................................................3:2, 4:3, 7:3
Sensormatic free-motion ..................................................4:9
Sensormatic free-motionvoet 6A ...........................1:11, 4:9
Sensormatic-knoopsgat ..................................................4:15
Sensormatic-knoopsgatvoet .......................................... 4:15
Sensormatic knoopsgatvoet 5A ..................................... 1:11
Sensormatic-knoopsgatvoet, bevestigen .....................4:15
Sensormatic-knoopsgatvoet vastklikken .....................4:15
Siersteekvoet 2A ..............................................................1:11
Siersteekvoet met IDT™ systeem 1A ...........................1:11
Snelheidsregeling ................................................1:8, 3:6, 4:6
Soft-touch toetsen ....................................................... 3:2, 3:6
Softwareversie ............................................................ 3:5, 7:2
Speciale naaitechnieken .................................................4:20
Spiegelen ............................................................................ 4:6
Spoelen.......................................................................1:10, 2:7
Opspoelen met ingeregen machine ..................................... 2:7
Spoelen vanuit horizontale positie ...................................... 2:7
Spoelgeleider voor opspoelen .............................................. 2:7
Spoelen vanuit horizontale positie .................................2:7
Spoelgeleiders voor opspoelen .......................................1:9
Spoelgeleider voor opspoelen .........................................1:9
Spoelhuisdeksel .................................................................1:8
Spoelhuis, reinigen ............................................................8:2
Spoel, plaatsen ...................................................................2:8
Sprongsteken afsnijden ...........................................2:11, 3:4
Standaard naaivoet met IDT™ systeem 0A ................1:11
Stapelsteken (720) ............................................................4:21
Start/stop .............................................................1:8, 3:6, 3:7
Steekbreedte ................................................................4:2, 4:4
Steekbreedtebeveiliging ...................................2:11, 3:4, 4:8
8:9
Index
Achteruitnaai-indicator ......................................................... 3:7
Achteruitnaaitoets ................................................................. 3:7
Actie-indicator ........................................................................ 3:7
Draden afsnijden .................................................................... 3:7
Naald omhoog/omlaag ........................................................3:6
Onmiddellijk afhechten ........................................................ 3:6
Snelheidsregeling ................................................................... 3:6
Start/stop ................................................................................ 3:7
Steek opnieuw beginnen ....................................................... 3:6
Wisselen tussen naaivoet omhoog en extra hoog ............. 3:6
Wisselen tussen naaivoet omlaag en draaistand ............... 3:6
Tornmesje .........................................................................1:10
Touchscreen .......................................................................3:2
Transporteur, opties .........................................................2:8
Transportlengte vanaf vorige steekpunt ................6:2, 6:5
Tweelingnaald ..........................................................2:11, 3:4
Tweelingnaaldbreedte ...............................................2:6, 3:4
Tweelingnaald/steekbreedtebeveiliging geactiveerd .4:2
U
Uitneembaar bakje voor naaivoeten ...............................1:9
Uitneembare spoelhouder ...............................................1:9
Uitpakken .........................................................................2:10
Uitschakelen .......................................................................2:8
IDT™ systeem (ingebouwd dubbel transport).................. 2:8
Inschakelen ............................................................................. 2:8
Universeel naaigaren ......................................................2:11
Update-instructies ...........................................................2:12
USB-apparaat ....................................................... 4:3, 7:2, 7:3
USB-poorten .......................................................................1:8
Uw machine updaten ................................................2:2, 2:3
V
Verplaatsen ................................................................. 6:2, 6:5
Versteviging aanbevolen ..................................................4:2
Versteviging die vanzelf uit elkaar valt ......................... 2:8
Verticaal spiegelen ..............................................3:2, 4:6, 6:4
Verwijderen.................................................................3:2, 7:4
Verwijdersymbool .............................................................4:7
Vilten onderlegger .......................................................... 1:10
Voetpedaal ....................................................................... 1:10
Voetpedaal aansluiten ...................................................... 2:2
Voorspanningschijf voor inrijgen en
opwinden van de spoel .................................................... 1:9
Vrije arm ......................................................................1:8, 2:4
Z
Zijpositie steekpunt ...................................................6:2, 6:5
Zomen naaien in dikke stof ..................................4:12, 4:13
Zoomen ...............................................................................6:5
Zoomen/Beeld verplaatsen ...................................... 6:2, 6:5
Zwaardnaald ....................................................................2:10
Zwevende steken (720) ...................................................4:23
8:10
Index
Bij het wegdoen van dit product moet u erop letten dat het op de
juiste wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen voor
elektrische/elektronische producten. Gooi elektrische apparaten
niet weg als ongesorteerd huishoudelijk afval, maar maak gebruik
van gescheiden afvalinzameling. Neem contact op met de ge-
meente voor informatie over de aanwezige inzamelpunten. Als u
oude apparaten vervangt door nieuwe, kan de verkoper wettelijk
verplicht zijn om uw oude apparaat gratis terug te nemen om het
af te voeren.
Als elektrische apparaten worden weggegooid op stortplaatsen of
vuilnisbelten kunnen er gevaarlijke stoffen in het grondwater lek-
ken, in de voedselketen terechtkomen en schade aanrichten aan
uw gezondheid en welzijn.
U heeft een moderne naaimachine gekocht waarvan de software kan worden bijgewerkt. Aangezien we
regelmatig software-updates uitgeven, is het mogelijk dat er verschillen zijn tussen de machine-software
HQGHVRIWZDUHGLHVWDDWEHVFKUHYHQLQGHJHEUXLNVDDQZLM]LQJ5DDGSOHHJXZSODDWVHOLMNHRIÀFLsOH3)$))®
dealer en bezoek regelmatig onze website op www.pfaff.com voor de nieuwste updates van
de software en de gebruiksaanwijzing.
Wij behouden ons het recht voor zonder aan kondiging vooraf veranderingen aan te brengen in de machine
en het assortiment accessoires, of aanpassingen te doen in functies of ontwerp.
Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste van de gebruiker van het product.
Intellectueel eigendom
De octrooien die op dit product rusten staan vermeld op een etiket op de onderkant van de naaimachine.
PFAFF, EXPRESSION, STITCH CREATOR, PERFECTION STARTS HERE en IDT (afbeelding) zijn
handelsmerken van Singer Sourcing Limited LLC.
Manufacturer
VSM Group AB
Drottninggatan 2, SE-56184, Huskvarna, SWEDEN
www.pfaff.com
471 0527-36C • Dutch • InHouse • © 2018 Singer Sourcing Limited LLC. All rights reserved • Printed on environmentally-friendly paper.
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Pfaff-Expression-710

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pfaff Expression 710 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pfaff Expression 710 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,25 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pfaff Expression 710

Pfaff Expression 710 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 92 pagina's

Pfaff Expression 710 Gebruiksaanwijzing - English - 90 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info