478178
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Gebruikershandleiding
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.
Elektrische aansluiting
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Opmerkingen over de veiligheid
Deze naaimachine is niet bedoeld voor gebruik door personen (ook kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of mentale functies, of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij ze onder
toezicht staan of geïnstrueerd worden over het gebruik van de naaimachine door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan, zodat ze niet met de naaimachine kunnen spelen.
Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.
Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de naaimachine uit
het stopcontact.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald, zoals
een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en dergelijke.
Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de
naaimachinenaald.
Draag een veiligheidsbril.
Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is en
zoals die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent
zijn aanbevolen zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het lampje door het
zelfde type (voltage en watt).
Bij het wegdoen van dit product moet u erop letten dat het
op de juiste wijze wordt gerecycled volgens de nationale
richtlijnen voor elektrische/elektronische producten. In
geval van twijfel kunt u voor assistentie contact opnemen
met uw dealer.
Inhoudsopgave
Inleiding 4
Machineoverzicht ........................................................ 4
Voorkant .......................................................................... 4
Onderdelen bovenkant .................................................. 4
Accessoiredoos ................................................................ 5
Bijgeleverde accessoires ............................................. 5
Naaivoeten ...................................................................... 6
Stekenoverzicht ........................................................... 7
Nuttige steken ................................................................. 7
Quiltsteken ...................................................................... 8
Naaldkunststeken ........................................................... 9
Decoratieve steken ......................................................... 9
Steken optionele naaivoet ............................................. 9
Voorbereidingen 10
Uitpakken ................................................................... 10
Aansluiten op de stroomvoorziening .................... 10
De machine opbergen na het naaien ..................... 11
Vrije arm ..................................................................... 11
Draadafsnijder ........................................................... 11
Garenpennen ............................................................. 11
Horizontale positie ....................................................... 11
Verticale positie ............................................................ 12
Extra garenpen .............................................................. 12
De machine inrijgen .................................................. 12
Draadinsteker ................................................................ 13
De tweelingnaald inrijgen ........................................... 13
Spoelen........................................................................ 14
Spoelen vanuit horizontale positie ............................ 14
Spoelen door de naald ................................................. 14
De spoel plaatsen ...................................................... 15
IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel Transport) ... 15
Naalden ...................................................................... 16
Een naald wisselen .................................................... 17
De transporteur verzinken....................................... 17
Een naaivoet verwisselen ......................................... 17
Toetsen ........................................................................ 18
Menu instellingen ..................................................... 20
Naaien 21
Naaimodus - overzicht ................................................ 21
Een steek selecteren .................................................. 21
Steken aanpassen ...................................................... 22
Spiegelen .................................................................... 23
Afhechtopties ............................................................. 23
Overbelasting hoofdmotor ...................................... 23
Naaitechnieken 24
Quilten ........................................................................ 24
Stoppen ....................................................................... 24
Vrije-handpositie ....................................................... 25
Knoopsgaten .............................................................. 25
Een knoop aannaaien ............................................... 26
Optionele naaivoeten ................................................ 27
Onderhoud 30
De lampjes vervangen .............................................. 30
De naaimachine reinigen ......................................... 30
De steekplaat terugplaatsen .................................... 31
Problemen oplossen .................................................. 32
Intellectueel eigendom ............................................. 35
4 - Inleiding
232221 24 25 26
28 27
293031
10
20
30
40
50
2
1
mm
inch
00
1
2
3
4
1
2
14
3
4
5
6
7
8
9
10
11
13
12
15
17
18
19
20
5
16
Voorkant
1. Klep met stekenoverzicht en knoopmeter
2. Draadinrijggleuven
3. Draadafsnijder
4. Aansluiting Sensormatic-knoopsgatvoet
5. Lampjes
6. Ingebouwde draadinsteker
7. Naaldstang
8. Draadgeleider
9. Steekplaat
10. Spoelhuisdeksel
11. Vrije arm
12. Naaivoet
13. IDT™ systeem
14. Persvoetstang en persvoethouder
15. Naaldschroef
16. Persvoetlichter
17. Toetsen en graÀ sch display
18. Handwiel
19. Hoofdschakelaar, aansluitingen voor netsnoer
en voetpedaal
20. Schuif voor het verzinken van de transporteur
Onderdelen bovenkant
21. Voorspanningschijf voor inrijgen en opwinden
van de spoel
22. Spoelgeleider voor opspoelen
23. Draadgeleider
24. Spoeldraadgeleiders
25. Onderdraadafsnijder
26. Spoelgeleider en spoelas
27. Extra garenpen
28. Garenschijven
29. Garenpen
30. Draadspanning
31. Draadhefboom
Inleiding
Machineoverzicht
Inleiding - 5
34
33
32
373635
414039
44
43
42
4645
38
Accessoiredoos
In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor
naaivoeten en spoeltjes, en er is ook ruimte voor
naalden en andere toebehoren. Berg de accessoires
op in de doos zodat u ze altijd binnen handbereik
heeft.
32. Ruimte voor accessoires
33. Uitneembaar bakje voor naaivoeten
34. Uitneembare spoelhouder
Bijgeleverde accessoires
35. Garennetje
36. Kantgeleider
37. Vilten ringetje
38. Gloeilamphulp
39. Schroevendraaier
40. Tornmesje
41. Kwastje
42. Garenschijf, groot
43. Garenschijf, gemiddelde grootte
44. Garenschijf, klein
45. Universeel gereedschap
46. Spoelen
Niet afgebeelde bijgeleverde accessoires
• Voetpedaal
• Netsnoer
• Naalden
6 - Inleiding
Naaivoeten
Standaardnaaivoet 0A met IDT™ systeem (op de machine bevestigd bij levering)
Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een
steeklengte van meer dan 1,0 mm.
Siersteekvoet 1A met IDT™ systeem
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef aan de
onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Siersteekvoet 2A
Gebruik deze voet bij het naaien van decoratieve steken of zigzagsteken en andere
nuttige steken met een steeklengte kleiner dan 1,0 mm. De groef aan de onderkant van de
naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Blindzoomvoet 3 met IDT™ systeem
Deze voet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de voet geleidt de stof. De
rode geleider op de voet is bedoeld om langs de vouw van de zoomrand te lopen.
Ritsvoet 4 met IDT™ systeem
Deze voet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor
het eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de rits te naaien.
Verplaats de naaldpositie naar rechts of naar links om dichter langs de tandjes te naaien.
Sensormatic-knoopsgatvoet 5A
Wanneer deze voet op de machine is aangesloten, wordt het knoopsgat op een lengte
genaaid die geschikt is voor de grootte van de knoop die in de machine is ingevoerd.
Handmatige-knoopsgatvoet 5M
Deze voet wordt gebruikt voor het stap voor stap naaien van knoopsgaten. Gebruik de
markeringen op de voet om de rand van het kledingstuk te plaatsen. Het hieltje aan de
achterkant van de voet houdt de draad vast bij knoopsgaten met inlegdraad.
Vrije-hand-/stopvoet
Steek de pen van de naaivoet zo ver mogelijk in het gat aan de achterkant van de
persvoethouder. De “C-vormige” geleider moet om de persvoetstang komen. De lange
arm moet achter de naaldstang zijn. Draai de schroef vast.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het IDT™ systeem is uitgeschakeld wanneer u naaivoet 2A, 5A, 5M en vrije-hand-/stopvoet
gebruikt.
Inleiding - 7
Stekenoverzicht
Nuttige steken
Steek
Steek-
nummer
Naam Beschrijving
1
Rechte steek
Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Selecteer uit 37 verschillende naaldposities.
Let op: Deze steek maakt een sterkere afhechting dan steek 37.
2
Elastische drievoudige
rechte steek
Versterkte naad. Doorstikken.
3
Rechte steek achteruit Doorlopend achteruit naaien.
4
Rijgsteek
Enkele steek gebruikt om te rijgen. Druk het voetpedaal in om één steek te naaien.
Verplaats de stof met de hand naar de gewenste positie en druk het voetpedaal opnieuw
in om nog een steek te naaien.
5
Zigzagsteek Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien, kant inzetten.
6
Z-zigzagsteek Applicatie, vastzetten, oogjes.
7
Drievoudige zigzag
stretchsteek
Elastische steek voor decoratieve zomen of doorstikken.
8
Genaaide zigzagsteek Elastiek naaien, stoppen, patchwork.
9
Versterkte rekbare
zigzagsteek
Elastiek naaien, stoppen, patchwork en decoratief naaien.
10
Honingraatsteek
Decoratieve steek voor elastische stoffen en zomen. Ook gebruikt met elastisch garen in
de spoel.
11
Fagotsteek Stoffen en quiltvoering aan elkaar naaien, decoratieve steek voor quilten, ajoursteken.
12
Elastische decoratieve
fagotsteek
Verbindingssteek voor ondergoed, badstof, leer, grove stoffen bij overlappende naden.
13
Flanelsteek Elastische decoratieve zoom voor elastische stoffen.
14
Blindzoomsteek Blinde zomen naaien in geweven stoffen.
15
Elastische blindzoomsteek Blinde zomen naaien in elastische stoffen.
16
Elastische tricotsteek Naden naaien in elastische stoffen.
17
Gesloten overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
18
Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.
19
Elastische afwerksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
20
Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
8 - Inleiding
Steek
Steek-
nummer
Naam Beschrijving
21
Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken, patchwork, zomen.
22
Overlocksteek voor
elastische gebreide stoffen
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
23
Valse dekzoom
Maak een overlockzoom in elastische stoffen met het uiterlijk van een lockmachine-
dekzoom.
24
Gesloten overlock
blindzoom
Maak een decoratieve overlock blindzoom in elastische stoffen.
25
Linnenknoopsgat Knoopsgat voor blouses, overhemden en linnengoed.
26
Standaardknoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jasjes. Ook voor kussenslopen.
27
Afgerond knoopsgat met
puntvormige trens
Knoopsgat voor kleding.
28
Mantelknoopsgat met
puntvormige trens
Kleermakersknoopsgat of sierknoopsgat.
29
Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes.
30
Knoopsgat met koord Fagotsteek voor knoopsgat met koord.
31
Knopen aannaaien Knopen aannaaien of rijgen.
32
Oogje Nostalgische sierrand
33
Programmeerbare stopsteek Gaten of beschadigde stof repareren.
34
Programmeerbare
versterkte stopsteek
Gaten of beschadigde stof verstevigd repareren.
35
Trens Automatisch naden en zakken verstevigen.
36
Kruistrens Automatisch naden en zakken verstevigen.
Quiltsteken
37* 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72
* Deze steek maakt een meer decoratieve afhechting dan steek 1.
Inleiding - 9
Naaldkunststeken
73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96
97 98 99 100
Decoratieve steken
101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124
125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148
149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172
173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192
Steken optionele naaivoet
Steek
Steek-
nummer
Naam Beschrijving
193
Parelsteek 4mm
Voor het aannaaien van parels. U hebt een optionele kraalvoet nodig, geleverd in een
apart pakket bij uw PFAFF ® expression™ naaimachine.
194
Parelsteek
Voor het aannaaien van parels. U hebt een optionele kraalvoet nodig, geleverd in een
apart pakket bij uw PFAFF ® expression™ naaimachine.
195
Bolletjessteek
Maak Franse knopen die er handgemaakt uitzien. U hebt een optionele bolletjesvoet
met IDT™ systeem nodig (onderdeelnr. 820613-096).
196
Bolletjessteek
Maak Franse knopen die er handgemaakt uitzien. U hebt een optionele bolletjesvoet
met IDT™ systeem nodig (onderdeelnr. 820613-096).
197
Driedelige decoratieve
steek
Om garen en koord vast te naaien. U hebt een optionele koordvoet met drie
uitsparingen en IDT™ systeem nodig (onderdeelnr. 820920-096).
198
Driedelige decoratieve
steek
Om garen en koord vast te naaien. U hebt een optionele koordvoet met drie
uitsparingen en IDT™ systeem nodig (onderdeelnr. 820920-096).
199
Randsteek
Voor het afwerken van randen of applicaties. U hebt een optionele doorstikvoet met
IDT™ systeem nodig (onderdeelnr. 820676-096).
200
Randsteek
Voor het afwerken van randen of applicaties. U hebt een optionele doorstikvoet met
IDT™ systeem nodig (onderdeelnr. 820676-096).
10 - Voorbereidingen
ABC
Voorbereidingen
Uitpakken
1. Plaats de doos op een stevige, vlakke
ondergrond. Til de machine uit de doos,
verwijder de buitenste verpakking en til de
beschermkap eraf.
2. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal
en de plastic zak.
3. Schuif de accessoiredoos van de machine en
verwijder het styrofoam (piepschuim).
Let op: Als styrofoam achterblijft in de accessoiredoos
kan dit van invloed zijn op de stekenkwaliteit. Styrofoam
is uitsluitend bedoeld als verpakkingsmateriaal en moet
verwijderd worden.
Aansluiten op de stroomvoorziening
Bij de toebehoren vindt u ook de voedingskabel en
het voetpedaal.
Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit
of het van het type “FR5” is (zie de onderkant van het
voetpedaal).
1. Pak het snoer van het voetpedaal. Draai het
voetpedaal om. Sluit het snoer aan op de
aansluiting in de ruimte van het voetpedaal.
Druk stevig aan zodat het goed is aangesloten.
Leg het snoer in de gleuf op de onderkant van
het voetpedaal.
Let op: U hoeft het snoer alleen de eerste keer dat
u de machine gaat gebruiken aan te sluiten op het
voetpedaal.
2. Sluit het snoer van het voetpedaal aan op
het voorste contact rechts onder aan de
machine (A).
3. Sluit de voedingskabel aan op het achterste
contact, rechts onder aan de machine (B).
Steek de stekker in het stopcontact.
4. Zet de AAN/UIT-schakelaar op ON om de
voedingsspanning en het licht in te
schakelen (C).
Voorbereidingen - 11
A
Kleine garenschijf
Grote garenschijf
De machine opbergen na het naaien
1. De hoofdschakelaar uitzetten.
2. Trek de voedingskabel eerst uit het stopcontact
en vervolgens uit de machine.
3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de
machine. Wind het snoer om het voetpedaal als
u het wilt opbergen.
4. Berg alle toebehoren op in de accessoiredoos.
Schuif de doos op de machine om de vrije arm.
5. Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de
vrije arm.
6. Plaats de beschermkap op de machine.
Vrije arm
Om de vrije arm te gebruiken moet u de
accessoiredoos verwijderen. Wanneer de doos is
bevestigd, houdt een haak de accessoiredoos vast
aan de machine. Schuif de doos naar links om hem
te verwijderen.
Draadafsnijder
Trek de draad zoals afgebeeld van achteren naar
voren om de draadafsnijder te gebruiken (A).
Garenpennen
Uw naaimachine heeft twee garenpennen:
een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De
garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen.
De hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden
gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt
van het klosje afgerold) of in een verticale positie
(het klosje draait). Gebruik de horizontale positie
voor normaal garen en de verticale positie voor
grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
Horizontale positie
Plaats een passende garenschijf en het klosje
op de garenpen. Zorg ervoor dat de draad over
de bovenkant wordt afgerold en schuif dan een
tweede garenschijf op de pen.
Gebruik een garenschijf die iets breder is dan het
klosje. Gebruik bij smalle garenklosjes een kleinere
garenschijf voor het klosje. Gebruik bij brede
garenklosjes een grotere garenschijf voor het klosje.
De platte zijde van de schijf moet stevig tegen de
klos worden gedrukt. Er mag geen ruimte tussen
de garenschijf en de klos zitten.
12 - Voorbereidingen
PF
A
1
2
3
4
A
C
D
E
B
C
B
Hoofdgarenpen in verticale positie
Extra garenpen en hoofdgarenpen in verticale positie
Verticale positie
Til de garenpen op tot in verticale positie.
Schuif het grote schijfje erop en plaats een vilten
onderlegger onder het klosje. Dit voorkomt dat het
garen te snel van het klosje wordt afgewikkeld.
Plaats geen garenschijf op de garenpen omdat het
klosje dan niet meer kan draaien.
Extra garenpen
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u
een spoeltje wilt opwinden vanaf een tweede
garenklosje of voor een tweede klosje wanneer
u met een tweelingnaald naait.
Breng de extra garenpen omhoog. Schuif een grote
garenschijf erop en plaats een vilten onderlegger
onder het klosje.
De machine inrijgen
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze
vast met een passende garenschijf.
2. Trek de draad van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek de draad vanaf de
rechterkant onder de spoeldraadgeleider (B) op
de voorspanningsschijf (C).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter
inrijggleuf en dan omhoog door de linker
inrijggleuf.
4. Breng de draad vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (D) en omlaag in de linker
inrijggleuf naar de draadgeleider bij de
naald (E).
5. Rijg de naald in.
Voorbereidingen - 13
H
G
C
B
PF
A
1
2
3
4
D
A
C
E
F
B
Draadinsteker
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch
in de naald steken. Wanneer u de draadinsteker
wilt gebruiken, moet de naald zich in de bovenste
stand bevinden. Bovendien raden wij u aan om de
naaivoet te laten zakken.
1. Gebruik de hendel om de draadinrijger
helemaal omlaag te trekken. De inrijghaak (G)
zwenkt door het oog van de naald.
2. Leg de draad vanaf de achterkant over de
haak (H) en onder de inrijghaak (G).
3. Laat de draadinsteker voorzichtig
terugdraaien. Het haakje trekt de draad door
het oog van de naald en vormt een lus achter
de naald. Trek de lus er achter de naald uit.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalden
nr. 70-120. Wanneer u gebruik maakt van naalden met
nr. 60 of kleiner, een zwaardnaald, een tweelingnaald
of een drielingnaald. Er zijn ook enkele optionele
naaivoeten waarbij u de draad met de hand moet
insteken.
De tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald.
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze
vast met een passende garenschijf. Breng de
extra garenpen omhoog. Schuif een grote
garenschijf en een vilten onderlegger op de
pen. Plaats de tweede draad op de garenpen.
2. Trek de draden van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek beide draden vanaf
de rechterkant onder de spoeldraadgeleider (B)
op de voorspanningsschijf (C).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter
inrijggleuf en dan omhoog door de linker
inrijggleuf. Zorg ervoor dat u de ene draad
langs de linkerkant en de andere draad langs
de rechterkant van spanningsschijf (D) leidt.
4. Breng de draden vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (E) en omlaag in de linker
inrijggleuf. Zorg ervoor dat één draad door de
draadgeleider bij de naald gaat en de andere
draad aan de buitenkant daarvan. Zorg er ook
voor dat de draden niet in elkaar draaien.
5. Rijg de naalden in.
14 - Voorbereidingen
D
C C
E
B
C
A
C
A
B
Spoelen
Spoelen vanuit horizontale positie
1. Plaats een lege spoel op de spoelas, met het
logo omhoog. Gebruik alleen de originele
PFAFF®-spoelen die voor dit model zijn
goedgekeurd.
2. Plaats het klosje op de garenpen in horizontale
positie. Schuif een garenschijf stevig tegen de
garenpen aan.
3. Trek de draad van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek de draad linksom
boven de spoelgeleider voor het opspoelen (B)
en dan door de onderdraadgeleiders (C) aan de
achterkant.
Let op: Zorg ervoor dat de draad goed in de
voorspanningschijf wordt getrokken voor de juiste
draadspanning.
4. Rijg de draad van binnen naar buiten door de
gleuf in de spoel (D).
5. Duw de spoelgeleider naar rechts om op
te spoelen. Er verschijnt een pop-up op het
scherm om u te melden dat spoelen actief
is. Druk het voetpedaal in om de spoel op te
winden.
Als de spoel vol is, gaat het spoelen langzamer
en stopt automatisch. De pop-up wordt
gesloten. Verwijder de spoel en snijd de draad
af met behulp van de onderdraadafsnijder (E).
Spoelen door de naald
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden. Spoel alleen door de naald
met een metalen naaivoet.
Breng de draad omhoog vanaf de naald, onder
de naaivoet, omhoog door de linker inrijggleuf en
door de onderdraadgeleiders (C) Volg dan stap 4
en 5 hierboven.
Voorbereidingen - 15
1
2
43
A
B
C
D
De spoel plaatsen
1. Verwijder het spoelhuisdeksel door het naar u
toe te schuiven.
2. Plaats de spoel in het spoelhuis met het
merkteken naar boven. De draad moet afrollen
vanaf de linkerkant van de spoel. Het spoeltje
zal tegen de wijzers van de klok in draaien,
wanneer u de draad naar buiten trekt.
3. Plaats uw vinger op het spoeltje om te
voorkomen dat het kan draaien als u de draad
stevig naar rechts trekt en vervolgens naar
links in het spanningsveertje (A) totdat het op
zijn plaats “klikt”.
4. Ga verder met het inrijgen om (B) heen en
naar de rechterkant van de draadafsnijder (C).
Plaats het deksel weer op het spoelhuis. Trek
de draad naar links om hem af te snijden.
Let op: Het spoelhuisdeksel kan worden gebruikt als
vergrootglas.
IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport)
Voor een soepele verwerking van iedere stofsoort
biedt PFAFF® expression™ machine de ideale
oplossing: het IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport). Net als bij industriële machines
zorgt het IDT™ systeem voor een gelijktijdig
stoftransport zowel van onder als van boven.
De stof wordt nauwkeurig geleid. Het materiaal
wordt nauwkeurig getransporteerd. Bij dunne of
lastige stoffen zoals zijde of rayon voorkomt het
Ingebouwd Dubbel Transport het rimpelen van de
naad. Ruiten en strepen sluiten perfect aan door
het IDT™ systeem. Het IDT™ systeem zorgt ervoor
dat alle lagen van quiltprojecten op één lijn blijven
liggen, zodat de bovenlagen niet worden uitgerekt.
Het IDT™ systeem inschakelen
Belangrijk: Voor al uw naaiwerk met het IDT™ systeem
kunt u alleen naaivoeten met een uitsparing aan de
achterzijde gebruiken (D).
Breng de naaivoet omhoog. Druk het IDT™
systeem omlaag totdat deze vastklikt.
Het IDT™ systeem uitschakelen
Breng de naaivoet omhoog. Houd het IDT™
systeem met twee vingers bij de geribbelde greep
vast. Trek het IDT™ systeem omlaag en duw het
vervolgens van u af en laat het IDT™ systeem
langzaam omhoog komen.
16 - Voorbereidingen
G
H
I
BCDEF
Naalden
De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol
bij succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van
goede kwaliteit. Wij raden naalden van systeem
130/705H aan. In het naaldendoosje dat bij uw
machine wordt geleverd, vindt u naalden in de
meest gebruikte maten.
Universele naald (B)
Universele naalden hebben een licht afgeronde
punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende
maten. Voor algemeen naaien in veel verschillende
stoftypen en -dikten.
Stretchnaald (C)
Stretchnaalden hebben een speciale las om
overgeslagen steken te verwijderen wanneer er rek
in de stof zit. Voor breisels, zwemkleding, Á eece,
synthetische suède en kunstleer. Gemarkeerd met
een gele streep.
Borduurnaald (D)
Borduurnaalden hebben een speciale las, een iets
afgeronde punt en een iets groter oog om schade
aan garen en materialen te voorkomen. Gebruik
ze met metallic en andere speciale garens voor
borduurwerk en decoratief naaiwerk. Gemarkeerd
met een rode streep.
Denimnaald (E)
Denimnaalden hebben een scherpe punt om door
dicht geweven stoffen te prikken zonder dat de
naald verbuigt. Voor canvas, denim, microÀ ber.
Gemarkeerd met een blauwe streep.
Zwaardnaalden (F)
De zwaardnaald heeft brede vleugels naast de
naald om gaatjes in de stof te prikken bij het
naaien van entredeux- en andere ajoursteken op
natuurlijke stoffen. Verminder de steekbreedte
voor een optimaal resultaat.
Let op: Vervang de naald regelmatig. Gebruik altijd een
rechte naald met een scherpe punt (G).
Een beschadigde naald (H) kan ervoor zorgen dat er
steken worden overgeslagen, dat er naalden breken of
dat de draad afbreekt. Een kapotte naald kan ook de
steekplaat beschadigen.
Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (I); uw
naaimachine kan erdoor beschadigen.
Voorbereidingen - 17
Een naald wisselen
1. Gebruik het gat in het universele gereedschap
om de naald vast te houden.
2. Draai de schroef van de naald los. Gebruik
indien nodig de schroevendraaier.
3. Verwijder de naald.
4. Plaats de nieuwe naald met het gereedschap.
Duw de nieuwe naald omhoog met de platte
kant van u af totdat hij niet verder kan.
5. Draai de schroef van de naald zoveel mogelijk
aan.
De transporteur verzinken
U kunt de transporteur omlaag brengen door de
schakelaar op de voorkant van de naaimachine
naar links te brengen. Breng de schakelaar naar
rechts als u de transporteur omhoog wilt brengen.
Een naaivoet verwisselen
De naaivoet verwijderen
Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de
naaivoethouder.
De naaivoet bevestigen
Plaats de naaivoet onder de persvoethouder,
zodat de pennen van de voet wanneer de naaivoet
omlaag wordt gebracht in de persvoethouder
klikken.
Let op: Controleer of de naaivoet goed vastzit door de
naaivoet omhoog te brengen.
18 - Voorbereidingen
1
2
3
4
1
378 109 11 12 13
14 15 16 17
2
4
5
6
Toetsen
Draadspanningsknop (1)
Stel indien nodig de bovendraadspanning af met
de markeringen op de spanningsknop.
Naald omhoog/omlaag met indicator (2).
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag
te bewegen. De instelling van de naaldstoppositie
wordt tegelijkertijd veranderd. Wanneer “naald
omlaag” is ingeschakeld, is het pictogram verlicht,
stopt de naald in de stof.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken
om de naald omhoog of omlaag te brengen.
Snelheidsregeling (3)
Druk op de snelheidstoets om de naaisnelheid
met de helft te verminderen. Een pictogram op
het graÀ sch display geeft aan dat uw machine is
ingesteld op halve snelheid. Druk opnieuw op de
snelheidstoets om terug te gaan naar volle snelheid.
Achteruitnaaien (6) met indicator (4)
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u
permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator (4) gaat branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt.
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt
houdt. De achteruitnaai-indicator is verlicht
wanneer de achteruitnaaitoets is ingedrukt.
De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij
het naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde
afhechtingen en stopsteken om tussen delen van de
steken heen en weer te gaan.
Indicator geprogrammeerd afhechten (5)
De indicator voor het geprogrammeerd afhechten
gaat branden om aan te geven dat er één of
meerdere afhechtopties zijn geactiveerd. De
indicator blijft branden totdat de afhechtopties niet
meer worden gebruikt.
Onmiddellijk afhechten (7)
Als u op de afhechttoets drukt tijdens het naaien,
naait uw machine enkele afhechtsteken en stopt
automatisch.
Grafisch display (8)
Op het graÀ sch display kunt u al uw selecties en
opties zien. De steken worden op ware grootte
getoond.
Steekbreedte of positie van de steek (9)
Vergroot of verklein de steekbreedte met + en -.
Druk op de alternatieventoets (11) om de positie
van de geselecteerde steek te bekijken. Gebruik de
toetsen + en - om de steekpositie te veranderen.
Steeklengte of steekdichtheid (10)
Vergroot of verklein de steeklengte met + en -.
Druk op de alternatieventoets (11) om de
dichtheidsinstelling van cordonsteken te bekijken.
Gebruik de toetsen + en - om de dichtheid van de
geselecteerde steek te veranderen.
Voorbereidingen - 19
Alternatieven (11).
Wanneer u een decoratieve steek selecteert, worden
de breedte- en lengte-instellingen weergegeven op
het graÀ sch display. Door op de alternatieventoets
te drukken, wordt de steekpositie getoond in
plaats van de steekbreedte-instelling en wordt de
dichtheid getoond in plaats van de lengte-instelling.
Wiel (12)
Met deze toetsen kunt u zich over het graÀ sch
display verplaatsen. Het wiel heeft pijltoetsen
omhoog en omlaag, pijltoetsen links en rechts en
het pictogram in het midden van het wiel is een
vinkje voor OK.
Ze hebben diverse functies, bijvoorbeeld stappen
tussen steken, de grootte van een knoopsgat
instellen en tussen opties bewegen in het menu
Instellingen. Bevestig uw selecties met het
pictogram OK in het midden van het wiel.
Rechtstreekse selectie (13)
Door op een van de toetsen van 0 tot 9 te drukken,
of op een combinatie van die toetsen, selecteert u
onmiddellijk de steek die bij dat nummer hoort.
F1 - Functie 1 (14)
De F1-toets wordt gebruikt om de afhechtopties
te activeren. De toets wordt ook gebruikt om
knoopsgaten te herhalen en om “herhalen” uit te
schakelen voor stopsteken. Alle selecties worden
weergegeven op het graÀ sch display.
Menu instellingen (15)
Druk op deze toets om het menu voor machine-
instellingen te openen.
Steek opnieuw beginnen (16)
Wanneer u in het midden van een steek bent
gestopt met naaien, drukt u op “opnieuw
beginnen” om weer vanaf het begin van de steek
verder te naaien zonder eventuele voorgaande
instellingen opnieuw te hoeven uitvoeren.
Als u op de toets “steek opnieuw beginnen” drukt
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt,
waarna de machine stopt.
Horizontaal spiegelen (17)
Om steken horizontaal te spiegelen.
20 - Voorbereidingen
Menu instellingen
In het menu Instellingen kunt u automatische instellingen annuleren en handmatig aanpassingen maken
aan de machine-instellingen, geluidsinstellingen en de instellingen van het scherm.
Open het menu door op de toets van het menu Instellingen te drukken en selecteer de instelling die u wilt
aanpassen met de pijltoetsen omhoog en omlaag op het wiel.
Gebruik de pijltoetsen links en rechts om de waarden aan te passen en instellingen te activeren of open
een lijst met keuzen door op OK te drukken. Een dicht vakje betekent dat het is geactiveerd, een leeg
vakje betekent dat het niet is geactiveerd.
Let op: Als een instelling niet kan worden gecombineerd met een eerder geselecteerde instelling, zijn de randen van
dat vakje gestippeld.
Er zijn twee pictogrammen die naast sommige
instellingsalternatieven worden weergegeven.
Dit pictogram laat u zien dat de instelling wordt
behouden totdat u een andere steek selecteert.
Dit pictogram laat u zien dat de instelling
wordt behouden totdat u de machine uitzet.
Geen pictogram betekent dat deze instelling wordt
behouden totdat u de instelling uitschakelt.
Druk opnieuw op de toets van het menu
Instellingen om het menu te verlaten.
Tweelingnaald
Activeer het tweelingnaaldprogramma en gebruik
de pijltoetsen links en rechts op het wiel om
de breedte van de tweelingnaald in te stellen.
Wanneer het formaat voor de tweelingnaald is
geselecteerd, wordt de breedte van alle steken
beperkt tot die naaldgrootte omdat de naalden
anders kunnen breken.
In de naaimodus wordt het
tweelingnaaldpictogram weergegeven.
De instelling blijft behouden totdat u de
tweelingnaaldbreedte deselecteert.
Let op: tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen
niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Er verschijnt een waarschuwingspop-up wanneer u
een steek selecteert die te breed is voor de ingestelde
tweelingnaald.
Steekbreedtebeveiliging
Selecteer deze functie wanneer u een steekplaat
of naaivoet voor rechte steken gebruikt, om de
naaldpositie voor alle steken vast te zetten in
het midden om beschadiging van de naald, de
naaivoet en de steekplaat te voorkomen.
In de naaimodus wordt het pictogram
steekbreedtebeveiliging weergegeven.
Wanneer u de machine opnieuw aanzet terwijl
deze instelling ingeschakeld is en voor iedere
steekselectie die geen rechte steek is, informeert
een pop-upvenster u dat de rechte steek is
ingesteld. Deselecteer steekbreedtebeveiliging om
weer normaal te naaien.
Let op: tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen
niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Balans
Bij het naaien op speciale stoffen of bij het
uitvoeren van een speciale techniek moet u soms
de balans aanpassen. Naai eerst een steek op een
proeÁ apje. Gebruik de pijltoetsen links en rechts
om de steek te balanceren tussen -7 en 7. Wanneer
u opnieuw gaat naaien, wordt de balans afgesteld.
De veranderingen hebben alleen invloed op de
geselecteerde steek. De instelling keert terug naar
standaard wanneer u een andere steek selecteert.
Taal
Met de pijltoetsen links en rechts kunt u de taal van
alle tekst in uw machine veranderen.
Hoorbaar alarm
Zet alle alarmgeluiden van de machine aan of uit.
De standaardinstelling is aan.
Contrast
Pas het contrast van het graÀ sch display aan met de
pijltoetsen links en rechts. De waarde kan worden
aangepast tussen -20 en 20 in stappen van 1.
Softwareversie
Controleer de softwareversie van uw naaimachine.
Naaien - 21
10
2
6
3
4
1
5
978
Naaien
De naaimodus is de eerste weergave op het graÀ sch display nadat u de machine aanzet. Uw geselecteerde
steek wordt op ware grootte weergegeven in het stekengebied. Hier vindt u alle basisinformatie die u
nodig hebt om te beginnen met naaien. Dit is ook het menu waarin u de instellingen van uw steek kunt
aanpassen. De rechte steek is standaard geselecteerd.
Naaimodus - overzicht
1. Geselecteerd steeknummer
2. Stekenveld
3. Steekbreedte/steekpositie
4. Steeklengte/steekdichtheid
5. Afhechtopties
6. Aanbeveling/instelling voor de naald
Ingesteld op tweelingnaald
Zwaardnaald aanbevolen
Ingesteld op steekbreedtebeveiliging
7. Naaivoetadvies
8. Versteviging aanbevolen
9. Aanbeveling transporteur/IDT™ systeem
10. Aanbevolen waarde
Let op: Niet alle symbolen en opties worden tegelijkertijd
getoond.
Een steek selecteren
Door op een van de rechtstreekse-selectietoetsen
te drukken, selecteert u dat steeknummer
onmiddellijk. Druk snel achter elkaar op twee
of drie cijfers om een steek van 10 of hoger te
selecteren. Als het steeknummer niet bestaat, hoort
u een piep en wordt het eerst ingevoerde cijfer
geselecteerd als steek.
Gebruik de toetsen omhoog en omlaag op het wiel
om van de ene naar de andere steek te gaan.
22 - Naaien
Druk op de alternatieventoets om de
steekpositie en -dichtheid te bekijken
1
2
5
3
4
Gebruik de aanbevolen draadspanningsinstelling
die op het graÀ sch display staat (5). Draai aan de
genummerde draadspanningsknop om de spanning
in te stellen.
Steken aanpassen
Uw machine stelt de beste instellingen in voor
iedere geselecteerde steek. U kunt uw eigen
aanpassingen maken aan de geselecteerde steek.
De instelling heeft alleen invloed op de geselecteerde
steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet
op standaard wanneer u een andere steek selecteert.
De veranderde instellingen worden niet automatisch
opgeslagen wanneer u de machine uitzet.
De ingestelde steekbreedte en de steeklengte
zijn te zien naast de pictogrammen voor iedere
aanpassing. Wanneer u probeert de minimum- of
maximuminstellingen voor breedte en lengte te
overschrijden, klinkt er een waarschuwingsgeluid.
Let op: De cijfers worden gemarkeerd wanneer de
instelling wordt veranderd.
Steekbreedte (1)
Vergroot of verklein de steekbreedte met + en -.
Steeklengte (2)
Vergroot of verklein de steeklengte met + en -. Als
u een zigzagsteek of een decoratieve steek verlengt,
wordt de hele steek langer. Als u een cordonsteek
verlengt waarvan de dichtheid kan worden
aangepast, wordt de hele steek langer, maar blijft
de dichtheid hetzelfde.
Steekpositie (3)
Druk op de alternatieventoets om de steekpositie
te zien in plaats van de steekbreedte. Gebruik de
toetsen + en - om de steek naar links of naar rechts
te verplaatsen.
Let op: Dit is alleen mogelijk wanneer u een steek
gebruikt die smaller dan 9 mm is. U kunt de steekbreedte
verminderen om de steek indien nodig smaller te maken.
Steekdichtheid (4)
Druk bij cordonsteken op de alternatieventoets om
de dichtheid te zien in plaats van de steeklengte.
Nu wordt met de toetsen + en - van de steeklengte
de dichtheid aangepast. De dichtheid heeft geen
invloed op de werkelijke lengte van de hele steek.
Let op: Dit wordt vaak gebruikt bij speciaal garen en
wanneer voor een minder dichte cordonsteek wordt
gekozen. Als u een knoopsgat hebt geselecteerd, toont
het graÀ sch display standaard de dichtheidsinstelling in
plaats van de steeklengte.
Draadspanning
Voor mooie en duurzame steken moet u controleren
of de bovendraadspanning goed is afgesteld; voor
algemeen naaien wil dat dus zeggen dat de draden
tussen de stoÁ agen verknopen.
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant
van de stof, is de bovendraadspanning te hoog.
Verlaag de bovendraadspanning.
Als de bovendraad zichtbaar is op de onderkant
van de stof, is de bovendraadspanning te laag.
Verhoog de bovendraadspanning.
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de
bovendraad zichtbaar zijn aan de onderkant van de
stof.
Naaien - 23
AB
D
Spiegelen
Om steken horizontaal te spiegelen, drukt u op de
toets voor horizontaal spiegelen.
Afhechtopties
Met de afhechtopties kunt u afhechtingen program-
meren aan het begin (A) en het einde (B) van de steek.
1. Druk op de F1-toets om de weergave van de
afhechtopties te openen.
2. Gebruik het wiel om van de ene naar de andere
optie te gaan en druk op OK om te selecteren
welke functies u wilt gebruiken.
3. Wanneer u uw selecties hebt gemaakt, sluit u
de weergave door opnieuw op de F1-toets te
drukken. Mini-afhechtpictogrammen (D) op het
graÀ sch display geven aan welke afhechtfuncties
zijn geselecteerd. De selecties blijven totdat u ze
deselecteert.
Let op: Voor onmiddellijk afhechten moet u de afhechttoets
op de voorkant van de machine gebruiken.
Naaien met afhechtopties geselecteerd
1. Afhechten aan het begin (A) wordt uitgevoerd
zodra u begint te naaien.
2. Druk op de achteruitnaaitoets om afhechten aan
het einde (B) in te schakelen. De geprogrammeerde
afhechtindicator brandt. De machine voltooit de
steek en maakt een afhechting.
Let op: Stop met naaien en druk tweemaal op de
achteruitnaaitoets om achteruitnaaien te activeren. De
achteruitnaai-indicator gaat branden. Er wordt geen
afhechting uitgevoerd.
Druk op de achteruitnaaitoets terwijl u achteruitnaait
om afhechten aan het einde in te schakelen. Zowel
de achteruitnaai-indicator als de indicator voor
geprogrammeerd afhechten gaan branden.
Om weer vooruit te gaan naaien, stopt u met
achteruitnaaien en drukt u op de achteruitnaaitoets.
Er branden geen indicators en er worden geen
afhechtingen uitgevoerd.
3. Om de afhechtopties uit te schakelen, gebruikt u
het wiel om naar de verschillende opties te gaan
en drukt u op OK voor ieder optie die u wilt
deselecteren.
Overbelasting hoofdmotor
Als u zeer dikke stof naait of als de machine wordt
geblokkeerd tijdens het naaien, kan de hoofdmotor
overbelast raken. De machine stopt dan met naaien.
Het pop-upbericht sluit wanneer de hoofdmotor en
de stroomvoorziening veilig zijn.
24 - Naaien
Naaitechnieken
Quilten
Een quilt bestaat gewoonlijk uit drie lagen: twee lagen
stof met een laag vulling ertussen.
U kunt uit zeer veel verschillende steken en technie-
ken kiezen om de drie lagen mee aan elkaar te naaien.
Crazy-quiltsteken
Versier uw quilt met decoratieve steken. De steken
kunnen in een bijpassende of een contrasterende kleur
worden genaaid. Soms worden decoratieve garens
gebruikt, zoals rayon borduurgaren of dikke katoenen
garens.
Quilten met handgemaakt effect
1. Rijg de bovenkant van de quilt aan het
watteermateriaal en aan de achterkant.
2. Rijg de naald in met onzichtbaar (nylon) garen.
Gebruik een contrasterend of bijpassend rayon of
katoenen garen als onderdraad.
3. Klik de naaivoet die wordt weergegeven in de
naai-aanbevelingen op de machine.
4. Schakel het IDT™ systeem in.
5. Wanneer u de steek naait, hoort u alleen de
onderdraad te zien. Verhoog de bovendraad-
spanning naar behoefte voor het gewenste effect.
Stoppen
Door een gaatje of scheurtje te stoppen voordat het
groter wordt, kunt u een kledingstuk redden. Kies een
dunne draad in een kleur die zo dicht mogelijk bij de
kleur van uw kledingstuk in de buurt komt.
1. Leg uw kledingstuk met versteviging onder de
naaivoet.
2. Selecteer een stopsteek.
3. Begin te naaien boven het gaatje en naai
eroverheen.
4. Wanneer u over het gat hebt genaaid, drukt u op
de achteruitnaaitoets om de lengte van de steek in
te stellen.
Uw naaimachine maakt de steek automatisch af.
5. Standaard staat de machine ingesteld om dezelfde
grootte te herhalen tot een stopvierkantje,
u kunt gewoon door blijven naaien. Het
herhalingspictogram is gemarkeerd om aan te
geven dat “herhalen” is ingeschakeld.
“Herhalen” blijft ingeschakeld totdat er een
andere steek wordt geselecteerd.
Naaien - 25
A
B
C
Vrije-handpositie
Wanneer u de vrije-hand-/stopvoet gebruikt, moet de
naaivoet in de vrije-handpositie staan.
1. Schakel het IDT™ systeem uit en verzink de
transporteur.
2. Bevestig de vrije-hand-/stopvoet en selecteer een
steek.
3. Om de vrije-handpositie in te schakelen, brengt u
de persvoetlichter omhoog en duwt u de schakelaar
(A) op de onderkant ervan naar u toe totdat hij op
z'n plaats klikt. Als u de persvoetlichter loslaat,
wordt hij in de vrije-handpositie geplaatst.
4. Naai een proeÁ apje met het verstevigings- of
watteermateriaal dat u gaat gebruiken. Indien
nodig kunt u de draadspanning verhogen voor
het gewenste resultaat.
5. Begin met naaien.
6. Om de positie uit te schakelen, duwt u de
persvoetlichter iets omhoog en de schakelaar (A)
van u af totdat hij op z'n plaats klikt.
Knoopsgaten
Om een knoopsgat te naaien bevestigt u eerst de juiste
voet en selecteert u vervolgens uw knoopsgat. Om
zeker te zijn van een goed resultaat naait u eerst een
testexemplaar op de stof en de versteviging die u gaat
gebruiken.
De richting van de steken die worden genaaid wordt
aangegeven op het scherm door een pijl naast het
knoopsgat.
Sensormatic-knoopsgat
Wanneer u een knoopsgat naait met de Sensormatic-
knoopsgatvoet, pas de lengte van de opening dan aan
tot iets groter dan de maat van de knoop.
1. Klik de Sensormatic-knoopsgatvoet 5A vast.
2. Steek de stekker in het contact (B) op de
linkeronderkant tussen de lampjes.
3. Gebruik de liniaal op het deksel om uw knoop te
meten. Stel de lengte van de knoopsgatopening in
met de pijltoetsen links en rechts op het wiel.
4. Zorg ervoor dat de rode pijl overeenkomt met de
markering op de naaivoet (C).
5. Begin te naaien door het voetpedaal in te duwen.
6. De pijlen op het graÀ sch display laten zien
wanneer ieder gedeelte van het knoopsgat wordt
genaaid en in welke richting. De rupsen worden
in dezelfde richting genaaid.
7. Het knoopsgat wordt automatisch afgemaakt. U
kunt het knoopsgat zo vaak als u wilt herhalen
door het voetpedaal in te drukken.
26 - Naaien
Handmatig knoopsgat
1. Gebruik naaivoet 5M om een handmatig
knoopsgat te naaien in vier stappen.
2. De eerste rups wordt achteruit genaaid. Naai
de eerste rups zo lang als u het knoopsgat
wilt maken. Op het graÀ sch display staat
aangegeven welk gedeelte van het knoopsgat
wordt genaaid en in welke richting.
3. Druk op de achteruitnaaitoets. De machine
naait de trens en de tweede rups. Wanneer de
rupsen even lang zijn, drukt u opnieuw op
de achteruitnaaitoets om de tweede trens te
naaien.
Let op: Het herhalingspictogram is gemarkeerd om
aan te geven dat “herhalen” is ingeschakeld. U kunt
het knoopsgat zo vaak als u wilt herhalen door het
voetpedaal in te drukken.
De machine stopt automatisch wanneer het
knoopsgat klaar is.
Druk op F1 om “herhalen” uit te schakelen.
Een knoop aannaaien
1. Om een knoop aan te naaien, verwijdert u de
naaivoet en selecteert u de knoopaanzetsteek.
2. Verzink de transporteurs.
3. Leg de knoop onder de persvoethouder.
Gebruik de spiegelfunctie om ervoor te zorgen
dat de naald precies in de gaten van de knoop
komt en dat de breedte geschikt is voor de
gebruikte knoop. Als dat nodig is, verandert u
de breedte tussen de gaten met de toetsen + en -.
4. U kunt het aantal steken waarmee de knoop
op de stof wordt vastgezet vermeerderen of
verminderen in stappen van twee, met de
pijltoetsen links en rechts op het wiel.
5. Begin met naaien. De machine naait het
programma voor u en hecht dan af en stopt.
Let op: Gebruik het universele gereedschap om een
“steeltje” te maken voor uw knoop. U kunt ook een
knoopaanzetvoet gebruiken, die als optioneel accessoire
verkrijgbaar is.
Naaien - 27
Optionele naaivoeten
De verpakking met extra naaivoeten van de
limited edition zit in de doos met uw PFAFF®
expression™ naaimachine. In de verpakking
zitten de volgende optionele naaivoeten:
Soutachevoet
U krijgt prachtige decoratieve effecten als u de
soutachevoet gebruikt in combinatie met de fraaie
siersteken op uw machine om over garen, dik
garen, koorden, smalle satijnen bandjes, gevlochten
soutache enz. te naaien.
1. Gebruik voor het aanzetten van koorden,
bijpassend, transparant of decoratief
borduurgaren.
2. Steek het koord of band van voren in de voet
in het oogje van de geleider en trek het door
de voorste opening, onder de voet door naar
achteren.
3. Schakel het IDT™ systeem in.
4. Kies een steek, bv. zigzagsteek, blindzoomsteek
of een siersteek. Naai het patroon door langs
de gemarkeerde patroonlijnen te leiden. U kunt
ook willekeurige lijnen en golven naaien voor
een decoratieve uitstraling.
Tip: Probeer verschillende smallere koorden en garens,
draai deze in elkaar voor leuke effecten en combineer
kleuren.
Voet met 9 gaatjes
Met deze bijzondere voet maakt u fantastische
decoratieve effecten. Hiermee kunt u maximaal 9
verschillende draadjes borduurgaren, glanskatoen
of glanzend garen opstikken met een nuttige of
siersteek.
1. Knip de draden op de juiste lengte. Rijg de
draden van boven naar beneden door de
gatenin de naaivoet. Haal de draden onder de
naaivoet door en leid ze naar de achterzijde.
Laat de draadeinden ongeveer 4 tot 5 cm aan
de achterkant uitsteken.
2. Klik de voet met 9 gaatjes vast.
3. Kies een siersteek voor het naaien over de 9
draden.
Tip: Hiervoor is parelgaren of getwijnd borduurgaren
zeer geschikt.
28 - Naaien
Kraalvoet
Om uw naaiproject iets extra’s mee te geven, kunt
het benadrukken met prachtige parels of kralen.
De kralen lopen soepel door de uitsparing onderin
de voet tijdens het naaien en het resultaat is
verbazingwekkend.
1. Klik de kraalvoet vast.
2. Rijg de naald van uw machine in met
een transparante bovendraad en normaal
naaigaren als onderdraad.
3. Selecteer de zigzagsteek of de blindzoomsteek
met de volgende instellingen:
Zigzagsteek: lengte 3,5, breedte 4,0
Blindzoomsteek: lengte 1,0, breedte 4,5
4. Verlaag de onderdraadspanning voor een
fraaie steek.
5. Plaats de versteviging onder de stof en plaats
beide onder de voet.
6. Plaats het kralensnoer onder de voet in de
uitsparing onder de kraalvoet. Laat de naaivoet
zakken.
7. Draai aan het handwiel om de kralen met
handmatige steken vast te zetten.
8. Naai langzaam.
Let op: naai het kralensnoer eerst vast aan een testlapje
om de draadspanning, steeklengte en steekbreedte te
testen voor de kralen en de stof. Pas aan, indien nodig.
Paspelvoet
Breng paspelband aan tussen naden en kanten voor
een professionele afwerking. Bedek koord met stof
voor speciaal paspelband.
Paspelband in een naad:
1. Klik de paspelvoet vast.
2. Plaats paspelband langs de naadlijn aan de
goede kant van de stof. Leg er een tweede lap
stof bovenop met de goede kanten op elkaar.
3. Leg de stof- en paspellaag onder de
paspelvoet met het paspel-band in de groef
aan de onderkant van de voet. Naai met een
rechte steek, lengte 2,5 mm. De groef aan de
onderkant van de voet leidt het paspelband
tijdens het naaien.
Naaien - 29
3 mm
(1/8")
12 mm
(1/2")
6 mm
(1/4")
Paspelband maken van stof:
1. Knip biaisband of schuine stroken stof, die
breed genoeg zijn om het koord plus de
naadtoeslag te bedekken.
2. Leg het koord aan de verkeerde kant van de
stofstrook en vouw de stof over het koord.
3. Plaats stof en koord onder de paspelvoet met
het koord in de groef aan de onderkant van de
voet.
4. Naaien. De groef leidt het koord, zodat het
koord gelijkmatig met stof wordt bedekt.
Let op: als u paspelband innaait, moet u de naaldpositie
zo afstellen, dat de steken één naaldpositie dichter
naar het band komen om de eerder genaaide steken te
bedekken.
Sierbandvoet
Verfraai uw werk met verschillende versieringen
met behulp van de sierbandvoet. Deze voet leidt
de versiering eenvoudig door de opening aan de
voorzijde en door de uitsparing onder de naaivoet.
1. Rijg de machine in met normaal naaigaren
of een siergaren als bovendraad en gebruik
normaal garen als onderdraad.
2. Kies een zigzagsteek of een decoratieve steek.
Gebruik geen steken met te veel heen-en-
weergaande bewegingen.
Tip: voor de lovertjes van 6 mm breed kunt u ook een
tweelingnaald van 6 mm gebruiken. Kies een rechte
steek om het band aan de randen te stikken.
3. Plaats het band in de naaivoet, zoals afgebeeld.
4. Klik de sierbandvoet vast.
5. Schakel het IDT™ systeem in.
6. Naai voorzichtig, niet te snel. (Het kan zijn dat
u versteviging moet gebruiken onder de stof.)
7. U krijgt het beste resultaat met platte banden,
zoals linten van zijde, Á uweel, satijn of katoen.
30 - Onderhoud
3W
5W
Onderhoud
De lampjes vervangen
Uw naaimachine heeft twee lampjes. Het
ene lampje bevindt zich onder de naaikop en
het andere boven de vrije arm. Lampjes zijn
verkrijgbaar bij uw erkende PFAFF®-dealer.
Vervang de lampjes zoals hieronder wordt
beschreven.
Zet de hoofdschakelaar uit.
1. Plaats de gloeilamphulp met het diepe gat,
gemarkeerd met OUT, om het lampje. Draai
niet aan het lampje, trek het er gewoon uit.
2. Plaats bij het aanbrengen van een nieuw
lampje de gloeilamphulp met het kleine gat,
gemarkeerd met IN, om het nieuwe lampje.
Duw het nieuwe lampje omhoog op zijn plaats.
De naaimachine reinigen
Maak uw machine regelmatig schoon om ervoor
te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De
machine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied).
Neem de buitenkant van uw naaimachine af met
een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of
textielresten te verwijderen.
Neem het graÀ sch display af met een schone,
zachte en vochtige doek.
Het spoelhuis schoonmaken
Let op: Verzink de transporteur en zet de machine
uit.
Verwijder het naaivoetje en schuif het
spoelhuisdeksel open. Plaats een schroevendraaier
onder de steekplaat zoals te zien is op de
afbeelding en draai de schroevendraaier
voorzichtig om de steekplaat los te wrikken. Maak
de transporteur schoon met het borsteltje dat bij de
accessoires zit.
Onderhoud - 31
A
B
C
Spoelgedeelte schoonmaken
Maak het gedeelte onder het spoelhuis schoon
na diverse naaiprojecten of wanneer u merkt dat
zich textielresten in het spoelhuisgedeelte hebben
opgehoopt.
Verwijder de spoelhuishouder (A) die het voorste
deel van het spoelhuis afdekt door hem op te tillen.
Verwijder het spoelhuis (B) door dit op te tillen.
Reinig met het borsteltje.
Plaats het spoelhuis en de spoelhuishouder weer
terug.
Let op: Blaas geen lucht in het spoelhuisgedeelte. Het
stof en de pluisjes worden dan in uw machine geblazen.
De steekplaat terugplaatsen
Plaats met de transporteur omlaag de steekplaats
met de knop in de gleuf aan de achterkant (C).
Duw de steekplaat omlaag totdat hij op zijn plaats
klikt. Schuif het spoelhuisdeksel weer op zijn
plaats.
32 - Onderhoud
Problemen oplossen
In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt
ondervinden met uw machine. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke ofÀ ciële
PFAFF®-dealer, die u graag zal helpen.
Probleem/oorzaak Oplossing
Algemene problemen
Stof wordt niet getransporteerd? Controleer of de transporteur niet is verzonken.
Verkeerde steek, onregelmatige of smalle steek? Schakel tweelingnaald of steekbreedtebeveiliging uit
in het instellingenmenu.
De naald breekt? Breng de naald correct aan, zoals beschreven staat.
Bevestig de juiste naald voor de stof.
De machine naait niet? Controleer of alle stekkers goed in de machine en in
het stopcontact zitten.
Controleer of het snoer van het voetpedaal goed in het
pedaal zit.
Duw de spoelgeleider in de naaipositie.
De functietoetsen van de naaimachine reageren
niet op de aanraking?
De aansluitingen en functietoetsen van de machine
kunnen gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Als
de toetsen niet op aanrakingen reageren, zet u de
machine UIT en weer AAN. Als het probleem blijft
bestaan, neem dan contact op met uw plaatselijke
erkende PFAFF® dealer.
De naaimachine slaat steken over
Hebt u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald correct aan, zoals beschreven staat.
Hebt u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Hebt u de naaimachine op de juiste wijze
ingeregen?
Controleer hoe de machine is ingeregen.
Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juist naaivoet.
Is de naald te dun voor de draad? Controleer of de naald geschikt is voor het garen en de
stof.
De bovendraad breekt
Hebt u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald correct aan, zoals beschreven staat.
Hebt u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Hebt u de naaimachine op de juiste wijze
ingeregen?
Controleer hoe de machine is ingeregen.
Is de naald te dun voor de draad? Plaats een naald die groot genoeg is voor de draad.
Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of garen
dat is uitgedroogd?
Neem nieuw garen van betere kwaliteit dat u bij een
ofÀ ciële PFAFF®-dealer hebt gekocht.
Wordt de juiste garenschijf gebruikt? Bevestig een garenschijf die de juiste maat heeft voor
het gebruikte garenklosje.
Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of
horizontaal)
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Onderhoud - 33
De spoeldraad breekt
Hebt u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad.
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Is het spoelhuis schoon? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik
alleen de originele PFAFF®-spoelen die voor dit
model zijn goedgekeurd.
Is de spoel goed opgewonden? Spoel garen op een ander spoeltje.
De naad heeft ongelijke steken
Is de draadspanning goed afgesteld? Controleer de bovendraadspanning en hoe de
machine is ingeregen.
Gebruikt u te dik draad of naaigaren van
slechte kwaliteit?
Vervang het garen.
Is de onderdraad gelijkmatig opgewonden? Controleer het opwinden van de spoel.
Wordt er een correcte naald gebruikt? Breng een geschikte naald aan op de juiste manier,
zoals beschreven staat.
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig
Hebt u de naaimachine op de juiste wijze
ingeregen?
Controleer hoe de machine is ingeregen.
Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van
de transporteur?
Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met
een borsteltje schoon.
Laat uw naaimachine regelmatig door uw plaatselijke officiële PFAFF®-dealer controleren!
Als u deze aanwijzingen voor het oplossen van problemen hebt opgevolgd en nog steeds problemen hebt,
breng de naaimachine dan naar uw dealer. Als er een speciÀ ek probleem is, is het erg handig om met het
gebruikte garen en met een restlapje van de gebruikte stof een proeÁ apje te maken en dat naar uw dealer
te brengen. Een proeÁ apje geeft vaak veel betere informatie dan woorden.
Niet-originele onderdelen en accessoires
De garantie geldt niet voor storingen of schade als gevolg van het gebruik van niet-originele accessoires
of onderdelen.
Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging
vooraf veranderingen aan te brengen aan de machine, in
het accessoireassortiment of aanpassingen te maken in de
prestaties of het ontwerp.
Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste van de
gebruiker van het product.
Intellectueel eigendom
De octrooien die op dit product rusten, staan vermeld op een
etiket onder de naaimachine.
PFAFF, EXPRESSION, IDT (afbeelding) zijn handelsmerken
van KSIN Luxembourg II, S.ar.l.
413 33 05-36A • Dutch • InHouse • © 2012 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Pfaff-Expression-150

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pfaff Expression 150 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pfaff Expression 150 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,64 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pfaff Expression 150

Pfaff Expression 150 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 36 pagina's

Pfaff Expression 150 Gebruiksaanwijzing - English - 36 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info