631187
83
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/84
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften
in acht nemen, inclusief het volgende:
Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de
instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine. Lever de instructies bij de naaimachine
als deze van eigenaar verwisselt.
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK:
Naaimachines mogen nooit onbewaakt blijven wanneer de stekker in het stopcontact zit. Haal de
stekker van deze naaimachine altijd meteen uit het stopcontact na het gebruik en voordat u de
machine gaat reinigen, afdekpanelen ervan verwijdert, voordat u de machine smeert of wanneer
u andere onderhoudswerkzaamheden uitvoert die in de gebruiksaanwijzing staan.
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN
BRANDWONDEN, BRAND, EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF
LICHAMELIJK LETSEL:
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine. Let goed op wanneer deze naaimachine wordt
gebruikt door of in de buurt van kinderen.
Gebruik de naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor deze bedoeld is, zoals
beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn
aanbevolen, zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is, als de
naaimachine niet goed werkt, als de naaimachine gevallen of beschadigd is of in het water heeft
gelegen. Breng de naaimachine in dat geval naar de dichtstbijzijnde bevoegde dealer of een
onderhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische bijstelling.
Gebruik de naaimachine nooit wanneer de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn. Houd de
ventilatieopeningen van de naaimachine en het voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en
loshangende lappen stof.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naaimachinenaald.
Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald
breken.
Gebruik geen gebogen naalden.
Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof. Hierdoor kunt u namelijk de naald buigen,
waardoor deze kan breken.
Draag een veiligheidsbril.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald,
zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, de spoel plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.
Laat geen voorwerpen in een opening vallen en steek geen voorwerpen in openingen van de
naaimachine.
Gebruik de naaimachine niet buiten.
Gebruik de naaimachine niet in een omgeving waar spuitbussen worden gebruikt of waar
zuurstof wordt toegediend.
Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle knoppen uitschakelen (“0”).
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer.
Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen. Plaats geen andere voorwerpen
op het voetpedaal.
Gebruik de machine niet als hij nat is.
Als het LED-lampje beschadigd of kapot is, moet het worden vervangen door de fabrikant of
diens service-agent of een persoon met dezelfde kwalificaties, om gevaar te voorkomen.
Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant of
diens service-agent of een persoon met dezelfde kwalificaties om gevaar te voorkomen.
Deze naaimachine heeft dubbele isolatie. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Raadpleeg
de instructies voor het repareren van dubbel geïsoleerde apparaten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
ALLEEN VOOR EUROPA:
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en kennis als ze
supervisie of instructies hebben gekregen om het apparaat op een veilige manier te kunnen
gebruiken en als ze begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet zonder supervisie door kinderen
worden uitgevoerd.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 70 dB.
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type C-9000, gefabriceerd door
CHIEN HUNG TAIWAN Ltd.
VOOR BUITEN EUROPA:
Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en kennis,
als ze geen supervisie of instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben gekregen van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden
gehouden om te zorgen dat ze niet met de naaimachine spelen.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 70 dB.
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type C-9000, gefabriceerd door
CHIEN HUNG TAIWAN Ltd.
SERVICE UITVOEREN AAN DUBBEL GEÏSOLEERDE APPARATEN
In een dubbel geïsoleerd product zitten twee isolatiesystemen in plaats van aarding. Dubbel
geïsoleerde apparaten hebben geen aardingsvoorziening en die mag ook niet aan het apparaat
worden toegevoegd. Het repareren van een dubbel geïsoleerd product vereist de hoogste
nauwkeurigheid en een grondige kennis van het systeem en mag alleen worden uitgevoerd door
deskundige technici. De reserveonderdelen voor dubbel geïsoleerde producten moeten identiek zijn
aan de onderdelen in het product. Een dubbel geïsoleerd product is gemarkeerd met de woorden
‘DUBBELE ISOLATIE’ OF ‘DUBBEL GEÏSOLEERD’.
INHOUDSOPGAVE
1 Inleiding.......................................................1
Machineoverzicht............................................2
Voorkant.......................................................2
Onderdelen bovenkant ..................................3
Achterkant ...................................................3
Accessoiredoos..............................................3
Onderdelen van de borduureenheid ..............4
Accessoires......................................................4
Bijgeleverde accessoires .................................4
Bijgeleverde borduurring ...............................5
Niet afgebeelde bijgeleverde accessoires..........5
Naaivoeten......................................................5
Stekenoverzicht...............................................7
Nuttige steken...............................................7
Quiltsteken ...................................................9
Naaldkunststeken..........................................9
Cordonsteken................................................9
Decoratieve steken.........................................9
Steken voor optionele naaivoeten ................. 10
Alfabetten......................................................10
Block ........................................................... 10
Cyrillic........................................................ 10
2 Voorbereidingen....................................11
Uitpakken......................................................12
Sluit het snoer en het voetpedaal aan ...........12
Opbergen van de machine............................13
LED-lampjes..................................................13
Vrije arm .......................................................13
De naaimachine in een naaitafel
monteren.......................................................13
Draadafsnijder ..............................................13
Garenpennen.................................................14
Horizontale positie ...................................... 14
Verticale positie........................................... 14
Extra garenpen ............................................ 15
De machine inrijgen......................................15
Draadinsteker.............................................. 16
Een tweelingnaald inrijgen........................... 17
Spoelen..........................................................18
Spoelen vanuit horizontale positie ................ 18
Spoelen door de naald.................................. 18
Spoel plaatsen ...............................................19
IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport) .....................................................19
Het IDT™ systeem inschakelen..................... 19
Het IDT™ systeem uitschakelen ................... 20
Naalden.........................................................20
Universele naald.......................................... 20
Stretchnaald ................................................ 20
Borduurnaald.............................................. 20
Denimnaald ................................................ 20
Zwaardnaald............................................... 21
De naald verwisselen....................................21
Transporteur verzinken................................21
Naaivoetdruk................................................22
Persvoetlichter ..............................................22
Naaivoet verwisselen....................................22
Naaivoet verwijderen .................................. 22
Naaivoet bevestigen..................................... 23
USB-poort......................................................23
USB Embroidery Stick.................................. 23
Aansluiten op of loskoppelen van USB-
poort........................................................... 23
Gratis Embroidery Intro Software (PC)........23
Uw machine updaten....................................24
Update-instructies ....................................... 25
Toetsen en indicators ....................................26
Toets naaldstop boven/onder met
indicator ..................................................... 26
Afhechttoets................................................ 26
Toets "draadafsnijder" met indicator ............. 26
Start/stop-toets ........................................... 27
Achteruitnaaitoets met indicator................... 27
Toets naaimodus/borduurmodus................. 27
Toets reeksen/borduurmotief bewerken ....... 27
Alfabetmodus, toets reeksen......................... 27
Toets menu Instellingen ............................... 27
Toets grafisch display .................................. 27
Toetsen steekbreedte/steekpositie ................ 27
Cursortoetsen.............................................. 27
Toetsen steeklengte/steekdichtheid .............. 27
Stekenselectietoetsen.................................... 27
Laadtoets .................................................... 27
Toets Persoonlijke steek of reeks opslaan....... 27
Toets Verwijderen ....................................... 27
Toets Verticaal spiegelen.............................. 27
Toets Horizontaal spiegelen ......................... 27
Alt-toets...................................................... 27
Info-toets .................................................... 28
Wiel-toetsen ................................................ 28
OK-toets ..................................................... 28
Snelheidsregelaar ........................................ 28
Menu Instellingen.........................................29
Draadspanning............................................ 29
Tweelingnaald............................................. 29
Steekbreedtebeveiliging ............................... 29
Automatische stop voor afsnijden................. 30
Taal ............................................................ 30
Hoorbaar alarm ........................................... 30
Contrast...................................................... 30
Softwareversie............................................. 30
Borduurringposities..................................... 30
3 Naaimodus.............................................. 33
Selecteer een steek.........................................34
Aanbevelingen - naaien................................ 34
Aanpassingen aan steken..............................35
Steekbreedte/Steekpositie............................ 35
Steeklengte/Steekdichtheid.......................... 35
Verlenging .................................................. 35
Draadspanning............................................ 36
Spiegelen .................................................... 36
Persoonlijke steek..........................................36
Persoonlijke steek opslaan............................ 36
Persoonlijke steek overschrijven ................... 36
Persoonlijke steek laden ............................... 37
Naaitechnieken .............................................37
Genaaide zigzagsteek................................... 37
Knoopsgaten ............................................... 37
Knoop aannaaien......................................... 40
Stoppen ...................................................... 40
Zomen naaien in dikke stof .......................... 40
Quilten met handgemaakt effect ................... 41
Free-motion................................................. 41
Meanderen uit de vrije hand......................... 41
Blindzoomsteek........................................... 42
Ritssluitingen naaien.................................... 43
Algemene naaipop-ups.................................43
Bovendraad controleren............................... 43
Naaimachine moet rusten............................. 43
4 Reeksen .................................................... 45
Reeks maken .................................................46
Het alfabet gebruiken ...................................46
Een tekstreeks maken ...................................46
Selecteer een tekenset en lettertype ............... 47
Tekst en steken aanpassen............................ 47
Steken of letters van een reeks verwijderen.... 47
Uw reeksen beheren .....................................47
Reeks opslaan.............................................. 47
Reeks laden................................................. 48
Een reeks naaien ...........................................48
5 Voorbereidingen op het
borduren .................................................. 49
Overzicht borduureenheid ...........................50
Overzicht borduurringen..............................50
Borduurcollectie............................................50
Borduureenheid aansluiten ..........................51
Borduureenheid verwijderen........................51
Bevestig Borduur-/Free-motionvoet 6. ........51
De stof in de borduurring spannen ..............52
Borduurring bevestigen/verwijderen............ 53
6 Borduren.................................................. 55
Ontwerpinformatie .......................................57
Borduren .......................................................57
Een borduurmotief laden ............................. 57
Borduurlettertype laden............................... 58
Borduurteksteditor ...................................... 58
Borduurringgrootten ................................... 59
Borduurringposities..................................... 59
Resterende steken in kleurblok ..................... 60
Huidige kleur.............................................. 60
Exacte positie bepalen.................................. 60
Rijgen ......................................................... 61
Monochroom............................................... 61
Snelheidsregeling ........................................ 61
Draadspanning............................................ 61
Aan de slag met borduren ............................62
Borduurmotief bewerken .............................63
Roteren ....................................................... 63
Hoogte van het borduurmotief ..................... 63
Breedte van het borduurmotief..................... 63
Verplaatsen................................................. 63
Spiegelen .................................................... 64
Algemene pop-ups voor borduren...............64
7 Onderhoud .............................................. 67
Naaimachine reinigen...................................68
Het spoelhuis schoonmaken......................... 68
Schoonmaken onder het spoelhuis. ............... 69
De steekplaat vervangen...............................69
Problemen oplossen......................................70
Technische specificaties ................................72
Index .......................................................... 73
1
Inleiding
Inleiding
Machineoverzicht
Voorkant
1. Klep met stekenoverzicht
2. Knop naaivoetdruk
3. Draadinrijggleuven
4. Draadafsnijder
5. LED-lampjes
6. Naaldstang
7. Knoopsgathendel
8. Ingebouwde draadinsteker
9. Bovendraadgeleider
10. Steekplaat
11. Spoelhuisdeksel
12. Vrije arm
13. Naaivoet
14. Naaivoetstang en naaivoethouder
15. Naaldschroef
16. Persvoetlichter
17. Toetsen en grafisch display
18. Handwiel
19. USB-poort
20. Hoofdschakelaar, aansluitingen voor netsnoer en
voetpedaal
2
Inleiding
Onderdelen bovenkant
1. Draadgeleiders
2. Spoelgeleider voor opspoelen en
draadspanningsschijf
3. Onderdraadafsnijder
4. Spoelgeleider en spoelas
5. Gat voor extra garenpen
6. Vilten onderlegger
7. Garenschijf
8. Garenpen
9. Draadspanningsplaatjes
10. Draadhefboom
Achterkant
1. Greep
2. Persvoetlichter
3. IDT™ systeem
4. Schuif voor het verzinken van de transporteur
5. Aansluiting borduureenheid
Accessoiredoos
Berg de accessoires op in de doos zodat u ze altijd
binnen handbereik heeft.
1. Ruimte voor accessoires
2. Haak
3
Inleiding
Onderdelen van de borduureenheid
(type EU-3P)
1. Ontkoppelingstoets borduureenheid
2. Afstelpootjes
3. Aansluiting borduureenheid
4. Aansluiting borduurring
5. Borduurarm
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
1. Garennetje
2. Geleider voor doorstikken/quilten
3. Vilten ringetje (2, één zit er op de machine)
4. Schroevendraaier
5. Extra garenpen
6. Tornmesje
7. Borsteltje. Gebruik de scherpe rand van het borsteltje
om het gebied rond de transporteur schoon te
maken.
8. Spoelen (5, één zit er in de machine)
9. Schroevendraaier voor steekplaat
10. Garenschijf, klein
11. Garenschijf, groot (één zit er op de machine)
12. USB embroidery stick met borduurmotieven en
PFAFF® creative™ 1.5 boekje met borduurcollectie
13. Multifunctioneel gereedschap
4
Inleiding
Bijgeleverde borduurring
1. creative™ MASTER HOOP (240x150 mm)
Niet afgebeelde bijgeleverde accessoires
Voetpedaal
Netsnoer
Naalden
Harde beschermkap
Naaivoeten
OA - Standaard naaivoet voor IDT™ systeem
(is bij levering op de machine bevestigd)
Deze naaivoet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een
steeklengte van meer dan 1,0 mm.
1A - Siersteekvoet voor IDT™ systeem
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef in de onderkant
van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
2A - Siersteekvoet
Gebruik deze voet bij het naaien van decoratieve steken of zigzagsteken en andere nuttige
steken van minder dan 1,0mm lang. De groef in de onderkant van de naaivoet is bedoeld
voor een soepel transport over de steken.
3 - Blindzoomvoet met IDT™ systeem
Deze naaivoet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de naaivoet geleidt de stof.
De rode geleider op de naaivoet moet langs de vouw van de zoomrand lopen.
4 - Ritsvoet met IDT™ systeem
Deze naaivoet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor het
eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de rits te naaien. Verplaats
de naaldpositie naar rechts of naar links om dichter langs de tandjes te naaien.
5 - Eenstaps-knoopsgatvoet
Deze naaivoet heeft een ruimte aan de achterkant voor een knoop om de grootte van het
knoopsgat mee in te stellen De naaimachine naait een knoopsgat dat bij de grootte van die
knoop past. Wordt gebruikt om knoopsgaten te naaien tot 25 mm.
5
Inleiding
5M - Handmatige knoopsgatvoet
Deze naaivoet wordt gebruikt om handmatig knoopsgaten te naaien die langer zijn dan 25
mm. Gebruik de markeringen op de naaivoet om de rand van het kledingstuk te plaatsen.
Het hieltje aan de achterkant van de voet houdt de draad vast bij knoopsgaten met
inlegdraad.
6 - Borduur-/Free-Motionvoet
Deze naaivoet wordt gebruikt voor borduren en free-motion naaien. Deze naaivoet kan ook
worden gebruikt voor stopwerk.
6
Inleiding
Stekenoverzicht
Nuttige steken
Steek
Naam
Beschrijving
1
Rechte steek Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Kies uit 29 verschillende
naaldposities.
2
Elastische
drievoudige rechte
steek
Versterkte naad Doorstikken.
3
Rechte steek achteruit Doorlopend achteruit naaien.
4
Zigzagsteek Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien, kant inzetten.
5
Zigzagsteek,
naaldpositie rechts of
links
Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien.
6
Z-zigzagsteek Applicatie, vastzetten, oogjes.
7
Drievoudige zigzag
stretchsteek
Elastische steek voor decoratieve zomen of doorstikken.
8
Genaaide zigzagsteek Elastiek naaien, stoppen, patchwork.
9
Elastische steek Elastiek naaien, stoppen, patchwork.
10
Drievoudige
elastische steek
Elastiek naaien, stoppen, patchwork en decoratief naaien.
11
Honingraatsteek Decoratieve steek voor elastische stoffen en zomen. Ook gebruikt met
elastisch garen op de spoel.
12
Fagotsteek Stoffen en quiltvoering aan elkaar naaien, decoratieve steek voor quilten,
ajoursteken.
13
Elastische decoratieve
fagotsteek
Verbindingssteek voor ondergoed, badstof, leer, dikke lagen stof bij
overlappende naden.
14
Flanelsteek Elastische decoratieve zoom voor elastische stoffen.
15
Blindzoomsteek Blindzomen naaien in geweven stoffen.
16
Elastische
blindzoomsteek
Blindzomen naaien in elastische stoffen.
17
Elastische tricotsteek Naden naaien in elastische stoffen.
7
Inleiding
Steek
Naam
Beschrijving
18
Gesloten
overlocksteek
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
19
Gesloten
overlocksteek
In één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.
20
Elastische
overlocksteek
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
21
Overlocksteek In één stap naaien en afwerken, patchwork, zomen.
22
Gesloten
overlocksteek
In één stap naaien en afwerken, patchwork, zomen.
23
Overlocksteek
elastische gebreide
stoffen
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
24
Gesloten overlock
blindzoom
Maak een decoratieve overlock blindzoom in elastische stoffen.
25
Linnenknoopsgat Knoopsgat voor blouses, overhemden en linnengoed.
26
Standaardknoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jasjes. Ook voor
kussenslopen
27
Afgerond knoopsgat
met lengtetrens
Knoopsgat voor kleding.
28
Mantelknoopsgat met
puntvormige trens
Kleermakersknoopsgat of sierknoopsgat.
29
Mantelknoopsgat met
lengtetrens
Kleermakersknoopsgat voor jasjes en broeken.
30
Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes.
31
Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen.
32 Knopen aannaaien
Knopen aannaaien of rijgen.
33 Oogje
Nostalgische sierrand.
34
Programmeerbare
stopsteek
Gaten of beschadigde stof repareren.
35
Programmeerbare
versterkte stopsteek
Gaten of beschadigde stof verstevigd repareren.
36
Trens
Automatisch naden en zakken verstevigen.
37 Jeanstrens
Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen.
8
Inleiding
Quiltsteken
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67
Naaldkunststeken
68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82
83 84 85
Cordonsteken
86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100
101 102 103 104 105
Decoratieve steken
106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120
121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135
136 137 138 139 140 141 142 143 144 145
9
Inleiding
Steken voor optionele naaivoeten
146
Kraalsteek,
4–6mm
Voor het opnaaien van kraaltjes, pareltjes, enz. Hier is de optionele
kraalvoet (onderdeelnummer 820605-096) voor nodig.
147
Bolletjessteek Maak Franse knoopjes die er handgeborduurd uitzien. Hier is de optionele
Bolletjesvoet voor IDT™ systeem voor nodig (onderdeelnummer 820613-
096).
148
Bolletjessteek Maak Franse knoopjes die er handgeborduurd uitzien. Hier is de optionele
Bolletjesvoet voor IDT™ systeem voor nodig (onderdeelnummer 820613-
096).
149
Naai- en afwerksteek Voor het aan elkaar naaien van twee stukken stof. Hier is de optionele
Naai- en vouwvoet voor IDT™ systeem voor nodig (onderdeelnummer
820931-096).
150
Naai- en afwerksteek Voor het aan elkaar naaien van twee stukken stof. Hier is de optionele
Naai- en vouwvoet voor IDT™ systeem voor nodig (onderdeelnummer
820931-096).
Alfabetten
Block
Cyrillic
10
2
Voorbereidingen
Voorbereidingen
Uitpakken
1. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond.
Til de machine uit de doos, verwijder de buitenste
verpakking en til de harde beschermkap eraf.
2. Verwijder al het buitenste verpakkingsmateriaal en
de plastic zak.
Let op: Uw PFAFF® creative™ 1.5 naaimachine is erop
gebouwd om de beste resultaten te leveren bij normale
kamertemperatuur. Extreem warme en koude temperaturen
kunnen de naairesultaten nadelig beïnvloeden.
Let op: In sommige stoffen zit nog veel overtollige verf,
waardoor ze kunnen afgeven op andere stoffen, maar ook op
uw naaimachine. De afgegeven kleur kan zeer moeilijk of zelfs
helemaal niet te verwijderen zijn. Fleece en denim geven vaak
sterk af, vooral rood en blauw. Als u denkt dat uw stof/kant en
klare kledingstukken af kunnen geven, was ze dan altijd eerst
voordat u ze gaat naaien om te voorkomen dat ze afgeven.
Sluit het snoer en het voetpedaal
aan
Bij de accessoires vindt u ook de voedingskabel en het
voetpedaal.
Let op: Raadpleeg een erkende elektricien als u niet zeker weet
hoe u de naaimachine op de stroomvoorziening moet
aansluiten. Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de
machine niet wordt gebruikt.
Voor deze naaimachine moet voetpedaalmodel C-9000
gefabriceerd door CHIEN HUNG TAIWAN Ltd worden
gebruikt.
1. Sluit het snoer van het voetpedaal aan op het voorste
contact rechts onder aan de machine (A).
2. Sluit het netsnoer aan op het achterste contact, rechts
onder aan de machine (B). Steek de stekker in het
stopcontact.
3. Zet de ON/OFF-schakelaar op ON om de
voedingsspanning en het licht in te schakelen (C).
Voor de VS en Canada
Deze naaimachine heeft een gepolariseerde stekker
(waarbij het ene blad breder is dan het andere). Om
het risico van een elektrische schok te beperken kunt
u deze stekker slechts op één manier in een
gepolariseerd stopcontact steken. Als de stekker niet
volledig in het contact past, draait u de stekker om.
Als de stekker nog steeds niet past, neem dan contact
op met een erkende monteur om een geschikt
stopcontact te laten plaatsen. Breng geen wijzigingen
aan in de stekker!
12
Voorbereidingen
Opbergen van de machine
1. Schakel de hoofdschakelaar uit.
2. Haal de stekker van het netsnoer eerst uit het
stopcontact en vervolgens uit de naaimachine.
3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de
machine. Wikkel het snoer om het voetpedaal om
het makkelijk op te kunnen bergen.
4. Berg alle accessoires op in de accessoiredoos. Schuif
de doos op de naaimachine om de vrije arm heen.
5. Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de vrije
arm.
6. Plaats de beschermkap op de naaimachine.
LED-lampjes
Op uw machine zitten LED-lampjes die het licht zonder
schaduw gelijkmatig over het werkgebied verdelen.
Vrije arm
Om de vrije arm te gebruiken moet u de accessoiredoos
verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een
haak de accessoiredoos goed vast aan de machine.
Schuif de doos naar links om hem te verwijderen.
De naaimachine in een naaitafel
monteren
Er zitten twee gaten in de onderkant van de
naaimachine waarmee deze in een naaitafel kan worden
gemonteerd. Bevestig de naaimachine met M6-
schroeven.
Draadafsnijder
Trek de draad zoals afgebeeld (A) van achteren naar
voren om de draadafsnijder te gebruiken.
13
Voorbereidingen
Garenpennen
Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een
hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen
zijn geschikt voor alle soorten garen. De hoofdgarenpen
is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale
positie (de draad wordt van het klosje afgerold) of in
een verticale positie (het klosje draait). Gebruik de
horizontale positie voor normaal garen en de verticale
positie voor grote klossen of garen met speciale
eigenschappen.
Horizontale positie
Plaats een vilten ringetje en het klosje op de garenpen.
Controleer of de draad van de voorkant van het klosje
(A) wordt afgerold en schuif een garenschijf op de pen.
Let op: Niet alle garenklosjes zijn op dezelfde manier gemaakt.
Als u problemen ondervindt met de draad, draai het
garenklosje dan zo dat de draad in de omgekeerde richting
afrolt of plaats het garen in de verticale positie.
Draai afhankelijk van de grootte van het garenklosje de
richting van de garenschijf om (B).
Gebruik het kleine garenschijfje als u kruiswikkeldraad
gebruikt (C).
Plaats het garennetje over de klos als het garen
makkelijk afrolt (D).
Verticale positie
Hoofdgarenpen in verticale positie.
Til de garenpen op tot in verticale positie. Plaats een
vilten ringetje onder het garenklosje. Dit voorkomt dat
het garen te snel van het klosje wordt afgewikkeld.
Plaats geen garenschijf op de garenpen omdat het klosje
dan niet meer kan draaien.
14
Voorbereidingen
Extra garenpen
Extra garenpen en hoofdgarenpen in verticale positie.
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u een
spoeltje wilt opwinden vanaf een tweede garenklosje of
voor een tweede klosje wanneer u met een
tweelingnaald naait. Steek de extra garenpen in het gat
bovenop de naaimachine (A). Plaats een vilten ringetje
onder het garenklosje.
De machine inrijgen
Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald
in de hoogste stand is.
1. Plaats een vilten ringetje en het garenklosje op de
garenpen en plaats een garenschijf met de juiste
afmetingen en richting.
Let op: Houd de draad met uw beide handen vast zodat
deze niet slap gaat hangen tijdens het inrijgen. Op deze
manier wordt de draad goed door de inrijgroute geleid.
2. Trek de draad van rechts naar links onder de
draadgeleider (A).
3. Trek de draad van rechts naar links langs de gleuf.
4. Trek de draad tussen de spanningsschijven (B).
5. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf en
dan omhoog door de linker inrijggleuf.
6. Breng de draad vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (C) en omlaag in de linker inrijggleuf
in de draadgeleider bij de naald (D).
7. Rijg de bovendraad in.
15
Voorbereidingen
Draadinsteker
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch in de
naald steken. De naald moet in de hoogste positie staan
om de ingebouwde draadinsteker te kunnen gebruiken.
Druk op de toets voor naald omhoog/omlaag om zeker
te weten dat de naald helemaal omhoog is gebracht.
Bovendien raden wij u aan om de naaivoet te laten
zakken.
1. Gebruik de hendel (A) om de draadinsteker
helemaal omlaag te trekken. Er komen metalen
flenzen om de naald en er gaat een haakje door het
oog van de naald.
2. Leg de draad vanaf de achterkant over de
draadgeleider (B) en onder het haakje (C).
3. Laat de draadinsteker voorzichtig terugdraaien. Het
haakje trekt de draad door het oog van de naald en
vormt een lus achter de naald. Trek de lus er achter
de naald uit.
4. Breng de naaivoet omhoog en leg de draad eronder.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalden nr. 70-
120. U kunt de draadinsteker niet gebruiken bij naalden van
maat 60 of dunner, zwaardnaalden of tweelingnaalden.
Er zijn ook enkele optionele accessoires waarbij u de draad met
de hand moet insteken.
Zorg er wanneer u de draad handmatig in de naald steekt voor
dat de draad van voren naar achteren door de naald wordt
gestoken.
16
Voorbereidingen
Een tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald.
Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald
in de hoogste stand is.
1. Rijg de eerste draad in zoals staat beschreven op de
vorige pagina.
2. Rijg de draad van voren naar achteren door het oog
van de naald.
3. Breng de extra garenpen aan en schuif er een
garenschijfje op. Plaats het tweede naaigaren op de
garenpen.
4. Breng de draad naar links en trek de draad van
achteren naar voren door de draadgeleider (A).
5. Rijg de tweede draad op dezelfde manier in als de
eerste.
6. Zorg ervoor dat één draad door de draadgeleider bij
de naald gaat en de andere draad aan de buitenkant
daarvan.
7. Rijg de draad met de hand van voren naar achteren
door het oog van de naald.
Let op: De dikte en het onregelmatige oppervlak van speciale
garens, zoals metallic garens, kan de mate van wrijving op de
draad verhogen. Door de spanning te verminderen, voorkomt
u dat de naald breekt.
Let op: Activeer 'tweelingnaald' en selecteer de juiste
tweelingnaaldbreedte in het instellingenmenu. Hierdoor
wordt de breedte van alle steken voor die naaldgrootte beperkt
om schade aan de naaivoet en naald te voorkomen.
Let op: Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden; uw
naaimachine kan erdoor beschadigen.
17
Voorbereidingen
Spoelen
Spoelen vanuit horizontale positie
1. Plaats het garenschijfje en het klosje op de garenpen
in horizontale positie. Schuif er een garenschijfje van
het juiste type en met de juiste richting op.
2. Plaats de draad van rechts naar links onder de
draadgeleider (A). Trek de draad naar achteren en
van links naar rechts om de draadgeleider (B).
3. Breng de draad naar rechts en dan van achteren naar
voren door de draadgeleider (C). Trek de draad van
rechts naar links onder de spanningsschijven (D)
door.
Let op: Zorg ervoor dat de draad goed in de
spanningsschijf wordt getrokken voor de juiste
draadspanning.
4. Haal de draad van binnen naar buiten door het
gaatje in de lege spoel (E).
5. Zet de spoel op de spoelas.
6. Duw de spoelgeleider naar rechts om op te spoelen.
Er verschijnt een pop-up op het scherm die u laat
weten dat het opspoelen actief is. Druk het
voetpedaal in of druk op de start/stop-toets om het
opspoelen te starten. Houd het uiteinde van de
draad goed vast wanneer u begint met spoelen.
Laat het voetpedaal los of druk opnieuw op de
start/stoptoets om te stoppen als de spoel vol is.
Druk de spoelgeleider naar links. De pop-up wordt
gesloten. Verwijder de spoel en snijd de draad af
met de onderdraadafsnijder (F).
Spoelen door de naald
Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald
in de hoogste stand is. Breng de draad omhoog vanaf de
naald, onder de naaivoet, omhoog door de linker
inrijggleuf en door de onderdraadgeleider (A). Volg dan
stap 3 en 6.
Let op: Gebruik wanneer u garen opspoelt vanaf de naald een
metalen naaivoet.
18
Voorbereidingen
Spoel plaatsen
Zorg ervoor dat de naald helemaal omhoog staat en dat
de naaimachine is uitgeschakeld voordat u de spoel
aanbrengt of verwijdert.
1. Open het spoelhuis met het ontgrendelknopje rechts
(A). Verwijder het deksel (B).
2. Breng de spoel aan in het spoelhuis, waarbij de
draad linksom loopt.
3. Leg uw vinger op de spoel en trek de draad in de
gleuf (C). Trek de draad dan bij de pijltjes in de
draadgeleider van de steekplaat van (C) naar (D).
Trek de draad bij de pijltjes in de draadgeleider van
de steekplaat van (D) naar (E). Trek de draad naar
rechts over het mesje (E) om de overtollige draad af
te snijden.
4. Plaats het deksel weer op het spoelhuis.
IDT™ systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport)
Om alle stoffen nauwkeurig te kunnen naaien, biedt de
PFAFF® creative™ 1.5 naaimachine de ideale oplossing:
het ingebouwde dubbele transport, het IDT™ systeem.
Net als bij industriële machines zorgt het IDT™ systeem
voor een gelijktijdig stoftransport zowel van onder als
van boven. Het materiaal wordt nauwkeurig
getransporteerd, zodat naden in dunne stoffen zoals
zijde en rayon niet meer rimpelen. Het dubbele
transport van het IDT™ systeem zorgt dat de lagen niet
verschuiven tijdens het naaien, zodat de quiltlagen goed
op elkaar blijven liggen en zodat stoffen met ruiten of
strepen perfect op elkaar aansluiten.
Het IDT™ systeem inschakelen.
Belangrijk: Gebruik voor al uw naaiwerk met het IDT™
systeem naaivoeten met een uitsparing aan de
achterzijde (A).
Breng de naaivoet omhoog. Druk het IDT™ systeem
omlaag totdat het vastklikt.
19
Voorbereidingen
Het IDT™ systeem uitschakelen
Breng de naaivoet omhoog. Houd het IDT™ systeem
met twee vingers bij de geribbelde greep vast. Trek het
IDT™ systeem omlaag en duw het vervolgens van u af
en laat het IDT™ systeem langzaam omhoog komen.
Naalden
De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij
succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede
kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H aan.
In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt
geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte maten.
Universele naald
Universele naald.
Universele naalden hebben een iets afgeronde punt en
zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten. Voor
algemeen naaien in veel verschillende stoftypen en
-dikten.
Stretchnaald
Stretchnaald - geel gemarkeerd.
Stretchnaalden hebben een speciale las om overgeslagen
steken te voorkomen wanneer er rek in de stof zit. Voor
breisels, zwemkleding, fleece en synthetische suède en
leer.
Borduurnaald
Borduurnaald - rood gemarkeerd.
Borduurnaalden hebben een speciale las, een iets
afgeronde punt en een iets groter oog om schade aan het
garen en de materialen te voorkomen. Gebruik de naald
met metallic en andere speciale garens voor
borduurwerk en decoratief naaien.
Denimnaald
Denimnaald - blauw gemarkeerd.
Denimnaalden hebben een scherpe punt die door dicht
geweven stoffen kan prikken zonder dat de naald
verbuigt. Voor canvas, denim, microfibers.
20
Voorbereidingen
Zwaardnaald
Zwaardnaald.
De zwaardnaald heeft brede "vleugels" aan de zijkanten
van de naald om gaten in de stof te prikken bij het
naaien van entredeux en andere ajoursteken op
natuurlijke stoffen.
Let op: De zwaardnaald wordt niet bij de machine geleverd.
Let op: Vervang de naald regelmatig. Gebruik altijd een rechte
naald met een scherpe punt (A).
Een beschadigde naald (B) kan ervoor zorgen dat er steken
worden overgeslagen, dat de naald breekt of dat de draad
afbreekt. Een kapotte naald kan ook de steekplaat beschadigen.
Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (C); uw
naaimachine kan erdoor beschadigen.
De naald verwisselen
1. Gebruik het gat in het universele gereedschap om de
naald vast te houden.
2. Draai de naaldschroef los. Gebruik indien nodig de
schroevendraaier.
3. Verwijder de naald.
4. Plaats de nieuwe naald met het gereedschap. Duw
de nieuwe naald omhoog met de platte kant van u af
totdat hij niet verder kan.
5. Draai de schroef van de naald zoveel mogelijk aan.
Transporteur verzinken
U kunt de transporteur verzinken door de schakelaar op
de achterkant van de vrije arm naar links te brengen.
Breng de schakelaar naar rechts als u de transporteur
omhoog wilt brengen.
21
Voorbereidingen
Naaivoetdruk
De naaivoetdruk is vooraf ingesteld op de
standaardwaarde "N". In de meeste gevallen hoeft u de
naaivoetdruk niet aan te passen. Voor speciale
technieken of bij het naaien op zeer dunne of dikke stof,
kan het aanpassen van de druk het resultaat verbeteren.
Draai bij zeer dunne stoffen de knop naar een lager
getal. Draai bij dikke stoffen de knop naar een hoger
getal.
Persvoetlichter
Met de persvoetlichter (A) wordt de naaivoet omlaag of
omhoog gebracht. Als u dikke stof of meerdere lagen
stof naait, kan de naaivoet verder omhoog worden
gebracht (B) om de stof makkelijker onder de naaivoet te
kunnen leggen.
Let op: De naaimachine start niet wanneer de naaivoet
omhoog staat (behalve voor opspoelen).
Naaivoet verwisselen
Naaivoet verwijderen
Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de
naaivoethouder.
22
Voorbereidingen
Naaivoet bevestigen
Plaats de naaivoet onder de naaivoethouder (A) en zorg
daarbij dat de gleuf (B) gelijk komt met de pennen (C).
Als u de persvoetlichter omlaag brengt, wordt de
naaivoet vastgegrepen in de naaivoethouder.
Let op: Controleer of de naaivoet goed is bevestigd door de
naaivoetlichter omhoog te brengen.
USB-poort
Uw naaimachine heeft een USB-poort waarop u uw USB
embroidery stick kunt aansluiten.
USB Embroidery Stick
Bij uw naaimachine wordt een USB embroidery stick
geleverd met borduurmotieven en PFAFF® creative™
1.5 boekje met de borduurcollectie. Gebruik de stick
voor het opslaan van borduurmotieven en
borduurbestanden, of voor het overbrengen van
bestanden van de computer naar de naaimachine en
omgekeerd.
Aansluiten op of loskoppelen van USB-
poort
Steek de USB embroidery stick in de poort met het logo
naar u toe. De USB embroidery stick kan slechts op één
manier worden aangesloten steek hem niet met kracht
in de poort! Om de USB embroidery stick te
verwijderen, trekt u de stick er voorzichtig recht uit.
Verwijder de USB embroidery stick niet wanneer de
naaimachine in gebruik is of tijdens het maken van
het borduurmotief, omdat de bestanden die op uw
USB embroidery stick staan daardoor kunnen
beschadigen en u alle informatie over
borduurmotieven die op dat moment op het scherm
staat verliest.
Gratis Embroidery Intro Software
(PC)
Er is Embroidery Intro Software voor PC beschikbaar
voor uw PFAFF® creative™ 1.5 naai- en
borduurmachine.
Dit pakket bevat de volgende extra functies:
Helpt u uw borduurmotieven op uw computer aan te
passen voordat u begint te naaien.
Geef uw borduurmotieven een persoonlijk tintje in
echt 3D in een echte borduurring.
23
Voorbereidingen
Roteer uw borduurmotieven met elke hoek, spiegel
ze horizontaal of verticaal en pas het formaat aan of
schaal uw borduurmotieven.
Combineer en bewerk een onbeperkt aantal
borduurmotieven en letters.
Pas de kleuren aan op de garenkleuren van uw
favoriete fabrikant. Combineer met letters of vormen.
Met ColorSort kunt u op een intelligente manier de
kleuren van een borduurmotief sorteren om het
aantal garenwissels te verminderen. Selecteer
meerdere ontwerpen en verplaats ze als groep.
Voeg meerdere lijnen letters toe met jouw keuze uit 4
regeltypes en de flexibiliteit om de grootte en de
tussenruimte van afzonderlijke letters aan te passen.
Gebruik de QuickFont Wizard om nieuwe lettertypes
voor de Embroidery Intro Software te maken van de
meeste TrueType®- of OpenType®-lettertype op uw
computer. SuperDesigns toevoegen aan uw project.
Omring letters of borduurmotieven met een
omranding.
Ga naar de PFAFF® website op www.pfaff.com, zoek
naar Borduurmachine Support en download de
software.
Meer informatie en gedetailleerde instructies zijn
beschikbaar in een apart PDF-bestand op de USB
embroidery stick. Bij uw naai- en borduurmachine zit
een afgedrukt productcodeblad met uw unieke
productactiveringscode. Bewaar het afgedrukte
productcodeblad op een veilige plaats. Samen met de
kwitantie van uw borduurmachine vormt deze code het
eigendomsbewijs van uw software. De unieke
productactiveringscode is nodig om uw Embroidery
Intro software te activeren en te gebruiken.
Uw machine updaten
Raadpleeg de website www.pfaff.com en/of uw
plaatselijke erkende PFAFF® dealer voor updates en
upgrades voor uw machine en de gebruiksaanwijzing.
24
Voorbereidingen
Update-instructies
Ga naar de PFAFF® website op www.pfaff.com voor
informatie over beschikbare updates.
Volg de Update Wizard om uw USB embroidery
stick klaar te maken voor de update.
Steek de voorbereide USB embroidery stick in de
naai- en borduurmachine voordat u deze aanzet.
Om uw naai- en borduurmachine in de updatemodus
te zetten, houdt u de achteruitnaaitoets en de toets
“naald omhoog/omlaag" ingedrukt terwijl u de
machine aanzet. Houd de achteruitnaaitoets en de
toets "naald omhoog/omlaag" ingedrukt totdat de
updatemodus zichtbaar is op het grafische display.
Volg de instructies voor het updaten.
25
Voorbereidingen
Toetsen en indicators
1. Toets voor naaldstop onder/
boven met indicator
2. Afhechttoets
3. Toets "draden afsnijden" met
indicator
4. Indicator voor achteruitnaaien
(7)
5. Indicator voor afhechten (2)
6. Start/stop-toets
7. Achteruitnaaitoets met indicator
(4)
8. Toets naaimodus/
borduurmodus
9. Toets reeksen/borduurmotief
bewerken
10. Alfabetmodus, toets reeksen
11. Toets menu Instellingen
12. Toets grafisch display
13. Toetsen steekbreedte/
steekpositie
14. Cursortoetsen
15. Toetsen steeklengte/
steekdichtheid
16. Directe-selectietoetsen
17. Laadtoets
18. Toets persoonlijke steek of reeks
opslaan
19. Toets verwijderen
20. Toets horizontaal spiegelen
21. Toets verticaal spiegelen
22. Alt-toets
23. Infotoets
24. Wiel-toetsen
25. OK-toets
26. Snelheidsregelaar
Toets naaldstop boven/onder met
indicator
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te
brengen. De instelling van de naaldstoppositie wordt
tegelijkertijd veranderd. Wanneer naald omlaag is
geactiveerd, brandt de indicator en stopt de naald in de
laagste positie. Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal
gebruiken om de naald omhoog of omlaag te brengen.
Afhechttoets
Druk op de afhechttoets tijdens het naaien. Uw machine
naait dan enkele afhechtsteken en stopt automatisch. Als
u deze toets indrukt wanneer u niet naait, naait de
machine een afhechting en stopt automatisch aan het
begin wanneer u weer verder naait.
Toets "draadafsnijder" met indicator
Druk op de toets als u niet naait, dan snijdt uw
naaimachine de boven- en onderdraad af en brengt de
naald omhoog. De indicator "draadafsnijder" gaat
branden. Druk tijdens het naaien op de draadafsnijder
wanneer u de draden wilt afsnijden voordat de naald
naar de startpositie van de volgende steek gaat. De
indicators (3 & 5) gaan branden en de machine snijdt de
draden af nadat de steek of reeks is voltooid.
26
Voorbereidingen
Start/stop-toets
Druk op deze toets om de naaimachine te starten en te
stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken. Druk
eenmaal op de toets om te starten en nogmaals om te
stoppen.
Achteruitnaaitoets met indicator
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u
continue achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator wordt verlicht en de machine naait achteruit
totdat u opnieuw op de toets drukt. Als u tijdens het
naaien op de toets drukt, naait de naaimachine achteruit
zolang u de toets ingedrukt houdt. De achteruitnaai-
indicator gaat branden wanneer de achteruitnaaitoets
wordt ingedrukt. Achteruitnaaien wordt ook gebruikt bij
het naaien van stopsteken.
Toets naaimodus/borduurmodus
Druk op deze toets om de naaimodus of de
borduurmodus te openen.
Toets reeksen/borduurmotief bewerken
Druk op deze toets om 'reeksen' te openen. Druk in de
borduurmodus op deze toets om de modus
borduurmotief bewerken te openen.
Alfabetmodus, toets reeksen
Druk in Reeksen op deze toets om tekstreeksen te maken
van verschillende tekens in twee verschillende
lettertypes.
Toets menu Instellingen
Druk op deze toets om de modus voor de machine-
instellingen te openen.
Toets grafisch display
Op het grafische display kunt u al uw selecties en opties
zien. De steken worden op ware grootte weergegeven
(behalve knoopsgaten).
Toetsen steekbreedte/steekpositie
Vergroot of verklein de steekbreedte met de toetsen + en
-. Gebruik voor rechte steken de toetsen + en - om de
steekpositie te veranderen.
Gebruik in de borduurmodus de toetsen + en - om
vooruit of achteruit door de steken te lopen. Ze worden
ook gebruikt voor rijgen en het afstellen van de hoogte.
Cursortoetsen
Door op de toetsen + en - te drukken, gaat de cursor naar
rechts en naar links.
In de borduurmodus worden de toetsen + en - gebruikt
om de borduurringgrootte te selecteren, de positie te
controleren en voor rotatie.
Toetsen steeklengte/steekdichtheid
Vergroot of verklein de steeklengte met de toetsen + en -.
Gebruik voor cordonsteken de toetsen + en - om de
dichtheid van de geselecteerde steek te veranderen.
Gebruik in de borduurmodus de toetsen + en - om
vooruit/achteruit te stappen tussen verschillende
kleurblokken, om monochroom borduren te activeren of
om de breedte van een borduurmotief aan te passen.
Stekenselectietoetsen
Door op één toets of een combinatie van de toetsen 0 tot
9 te drukken, selecteert u onmiddellijk de steek die bij
dat nummer hoort.
In de borduurmodus: selecteer een ingebouwd
borduurmotief (1-15) of ingebouwd lettertype (curlz:
200, 201, 202 of graphite: 300, 301, 302).
Laadtoets
Druk op deze toets om een eerder opgeslagen
persoonlijke steek of reeks te laden.
Druk in de borduurmodus op deze toets om een
borduurmotief of lettertype te laden van een USB
embroidery stick.
Toets Persoonlijke steek of reeks opslaan
Druk op deze toets om een steek of reeks op te slaan in
het geheugen van de naaimachine.
Toets Verwijderen
Om steken en letters in een reeks te verwijderen. Druk
hier lang op om de hele reeks te verwijderen.
Toets Verticaal spiegelen
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen verticaal
spiegelen.
Toets Horizontaal spiegelen
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen horizontaal
spiegelen.
Alt-toets
Wanneer u een cordonsteek selecteert, worden de
dichtheidsinstellingen getoond op het grafisch display.
Met de Alt-toets wordt de verlenging getoond in plaats
van de steekdichtheid.
In de borduurmodus wordt deze toets gebruikt om over
te schakelen tussen twee borduurweergaven.
27
Voorbereidingen
Info-toets
Druk op deze toets om de weergave met aanbevelingen
aan en uit te zetten.
Druk op deze toets in de borduurmodus om informatie
over het geladen borduurmotief weer te geven.
Wiel-toetsen
Gebruik deze toetsen om u over het grafische display te
bewegen. Het wiel heeft pijltoetsen omhoog en omlaag,
pijltoetsen links en rechts en het midden van het wiel is
een OK-toets om uw selecties mee te bevestigen. Het
wiel heeft diverse functies, bijvoorbeeld letters selecteren
en naar opties in het instellingenmenu gaan.
Gebruik het wiel in de borduurmodus om het
borduurmotief te verplaatsen in de borduurring.
OK-toets
De middentoets van het wiel, OK, wordt gebruikt om
uw selecties te bevestigen of berichten van uw scherm te
wissen.
Snelheidsregelaar
Met de snelheidsregelaar kunt u de maximale naai-
/borduursnelheid instellen. Om de naai-
/borduursnelheid te verhogen schuift u de hendel
omhoog, om de naai-/borduursnelheid te verlagen
schuift u de hendel omlaag.
28
Voorbereidingen
Menu Instellingen
In het menu Instellingen kunt u de naaimachine-
instellingen en de scherminstellingen aanpassen. Open
het menu met de toets Menu Instellingen en selecteer de
instelling die u wilt aanpassen met de pijltoetsen
omhoog/omlaag op het wiel. Gebruik de pijltoetsen
naar links en naar rechts om de waarden aan te passen.
Activeer instellingen of open een lijst met keuzen door
op OK te drukken. Een opgevuld vakje betekent dat een
functie is geactiveerd, een leeg vakje betekent dat deze
niet is geactiveerd.
Let op: Als een instelling niet kan worden gecombineerd met
een eerder geselecteerde instelling, zijn de lijnen van dat vakje
gestippeld. Er zijn verschillende instellingen beschikbaar,
afhankelijk van of u in de naai- of de borduurmodus bent.
Druk opnieuw op de toets Menu Instellingen om het
instellingenmenu te verlaten.
Draadspanning
Uw naaimachine stelt elektronisch een draadspanning
in voor de geselecteerde steek. Afhankelijk van de stof,
tussenvulling, garen, enz., is het mogelijk dat de
draadspanning moet worden aangepast. Gebruik de
pijltoetsen naar links en rechts op het wiel om de
draadspanning aan te passen. De veranderingen hebben
alleen invloed op de geselecteerde steek. De instelling
wordt teruggezet op de standaardwaarde als u een
andere steek selecteert.
Druk in de naaimodus op de info-toets om
de huidige geselecteerde draadspanning te
zien.
Tweelingnaald
Schakel het tweelingnaaldprogramma in en gebruik de
pijltoetsen naar links en naar rechts op het wiel om de
breedte van de tweelingnaald in te stellen. Wanneer het
formaat van de tweelingnaald is geselecteerd, wordt de
breedte van alle steken beperkt tot die naaldgrootte
omdat de naalden anders kunnen breken.
Druk in de naaimodus op de info-toets. Het
tweelingnaaldpictogram weergegeven. De
instelling wordt behouden totdat u deze
uitschakelt.
Let op: Tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen niet
tegelijkertijd worden gebruikt.
Let op: Er verschijnt een waarschuwingspop-up als u een
steek selecteert die te breed is voor de ingestelde
tweelingnaald.
Steekbreedtebeveiliging
Selecteer deze functie als u een naaivoet voor quilten
gebruikt, die verkrijgbaar is als optioneel accessoire, om
de middelste naaldpositie te vergrendelen voor alle
29
Voorbereidingen
steken om schade aan de naald of de naaivoet te
voorkomen.
Druk in de naaimodus op de info-toets. Het
pictogram steekbreedtebeveiliging wordt
weergegeven. De instelling wordt behouden
totdat u deze uitschakelt.
Wanneer u de naaimachine aanzet terwijl deze instelling
ingeschakeld is en bij iedere steekselectie die geen
rechte steek is, informeert een pop-up u dat de
naaimachine is ingesteld op een rechte steek.
Let op: Tweelingnaald en steekbreedtebeveiliging kunnen niet
tegelijkertijd worden gebruikt.
Automatische stop voor afsnijden
(Alleen in de borduurmodus)
Als u begint te borduren, stopt de machine na enkele
steken en vraag u om het draaduiteinde af te snijden.
Druk op de OK-toets om deze functie aan of uit te
schakelen in het instellingenmenu.
Let op: Automatische stop voor afsnijden is uitgeschakeld als
u het voetpedaal gebruikt tijdens het borduren.
Taal
Gebruik de pijltoetsen naar links en rechts om de taal
van alle tekst in uw machine te veranderen.
Hoorbaar alarm
Schakel alle alarmgeluiden van de machine aan of uit.
De standaardinstelling is aan.
Contrast
Pas het contrast van het grafische display aan met de
pijltoetsen naar links en naar rechts. De waarde kan
worden ingesteld tussen -3 en 4 in stappen van 1.
Softwareversie
Controleer de softwareversie van uw naaimachine.
Borduurringposities
(Alleen in de borduurmodus)
Gebruik de borduurringpositie-functies om de
borduurring in verschillende posities te verplaatsen.
Huidige positie
Wanneer u terug wilt keren naar de huidige steek en
door wilt gaan met borduren waar u was gestopt,
selecteert u de huidige positie met het wiel en drukt u
30
Voorbereidingen
op OK. U kunt ook eenmaal op de start/stoptoets
drukken om terug te keren naar de huidige steek en te
beginnen met borduren.
Parkeerpositie
Wanneer u uw borduurmotief heeft voltooid, verwijdert
u de borduurring en opent u het instellingenmenu.
Gebruik het wiel om de parkeerpositie te selecteren en
druk op OK.
Het is zeer belangrijk dat de borduurring wordt
verwijderd voordat u de parkeerpositie selecteert,
anders kan de borduurring worden beschadigd.
Snijpositie
Met 'snijpositie' wordt de borduurring naar u toe
gebracht waardoor u eenvoudiger sprongsteken kunt
afsnijden en stof kunt bijknippen wanneer u een
applicatie borduurt.
Middenpositie
Gebruik de middenpositie als u de naald naar de
middenpositie van de borduurring wilt brengen.
31
3
Naaimodus
Naaimodus
De naaimodus is de eerste weergave op het grafische
display nadat u de naaimachine aanzet. De
geselecteerde steek wordt op ware grootte weergegeven
in het stekengebied. Hier vindt u alle basisinformatie
die u nodig heeft om te beginnen met naaien. Dit is ook
het menu waarin u de instellingen van uw steek
aanpast. Standaard is de rechte steek geselecteerd.
Let op: Het is niet mogelijk om te naaien als de
borduureenheid is bevestigd.
Naaimodus - Overzicht
1. Stekengebied
2. Geselecteerd steeknummer
3. Steekbreedte/steekpositie
4. Steeklengte/dichtheid
Let op: De tabs aan de onderkant van het scherm geven aan
welke modus is geselecteerd. De geselecteerde modus wordt
aangegeven doordat de zwarte tab van het scherm verdwijnt.
Selecteer een steek
Door op één van de directe selectietoetsen te drukken,
selecteert u dat steeknummer onmiddellijk. Druk snel
achter elkaar op twee of drie cijfers om een steek van 10
of hoger te selecteren. Als het steeknummer niet bestaat,
hoort u een piep en wordt het laatst ingevoerde cijfer
geselecteerd als steek. Gebruik de pijltoetsen omhoog en
omlaag op het wiel om tussen steken heen en weer te
gaan.
Aanbevelingen - naaien
Druk op de infotoets om de naaiadviezen weer te geven
voor de huidige steek. Druk nogmaals op deze toets om
de informatie te verbergen.
1. Aanbeveling/instelling naald
Universele naald
Ingesteld op tweelingnaald
Zwaardnaald aanbevolen
Instellen op steekbreedtebeveiliging
2. Aanbeveling - naaivoet
3. Versteviging aanbevolen
4. Aanbeveling - transporteur/IDT™ systeem
5. Draadspanningswaarde
Let op: Niet alle symbolen en opties worden tegelijkertijd
getoond.
34
Naaimodus
Aanpassingen aan steken
Uw machine selecteert automatisch de beste instellingen
voor iedere steek. U kunt naar wens aanpassingen
maken aan iedere steek. De veranderingen aan de
instelling hebben alleen invloed op de geselecteerde
steek en worden teruggezet op standaard als er een
andere steek wordt geselecteerd. Aangepaste
instellingen worden niet automatisch opgeslagen
wanneer de naai- en borduurmachine wordt uitgezet.
De waarden voor de steeklengte en de steekbreedte
staan aan de rechterkant van het display weergegeven.
Gebruik de naast de nummers van de toetsen om
aanpassingen te maken. Als een instelling is veranderd,
worden de nummers gemarkeerd. Wanneer u probeert
de minimum- of maximuminstellingen voor breedte en
lengte te overschrijden, klinkt er een
waarschuwingsgeluid.
Steekbreedte/Steekpositie
1. Steekbreedte/
steekpositie
2. Steeklengte/
steekdichtheid/
verlenging
3. Draadspanning
Vergroot of verklein de steekbreedte met de toetsen + en
-. Gebruik voor rechte steken + en - om de steekpositie
naar links of naar rechts te verplaatsen. Als er een rechte
steek is geselecteerd, verandert het pictogram om aan te
geven dat steekpositie actief is in plaats van
steekbreedte.
Steeklengte/Steekdichtheid
Vergroot of verklein de steeklengte met de toetsen + en
-.
Gebruik bij cordonsteken de toetsen + en - om de
steekdichtheid te vergroten of te verkleinen. Dit is vaak
nodig als er speciale garens worden gebruikt en als voor
een minder dichte cordonsteek wordt gekozen. De
steekdichtheid heeft geen invloed op de werkelijke
lengte van de hele steek. Als er een cordonsteek is
geselecteerd, verandert het pictogram om aan te geven
dat steekdichtheid actief is in plaats van steeklengte.
Verlenging
Verlenging wordt gebruikt om cordonsteken te
verlengen. De hele steek wordt langer maar de
dichtheid blijft gelijk. Druk op de alt-toets om de
verlengingsinstelling weer te geven in plaats van de
dichtheid voor cordonsteken. Het pictogram (3)
verandert in een verlengingssymbool. Vergroot of
verklein de verlenging van de cordonsteek met de
toetsen + en -. Als verlenging niet beschikbaar is voor de
geselecteerde steek, hoort u een waarschuwingsgeluid
als u op de alt-toets drukt en verandert het pictogram
niet.
Naaimodus
Draadspanning
De juiste spanning
Voor mooie en duurzame steken moet u controleren of
de bovendraadspanning goed is afgesteld; voor
algemeen naaien wil dat dus zeggen dat de draden
tussen de stoflagen verknopen. Uw naaimachine stelt
elektronisch een draadspanning in voor de
geselecteerde steek (4). Afhankelijk van de stof,
tussenvulling, garen, enz., is het mogelijk dat de
draadspanning moet worden aangepast. Zie pagina 29
voor instructies voor het handmatig veranderen van de
instelling.
Spanning te hoog
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van de
stof, is de bovendraadspanning te hoog. Verlaag de
bovendraadspanning.
Spanning te laag
Als de bovendraad zichtbaar is op de onderkant van de
stof, is de bovendraadspanning te laag. Verhoog de
bovendraadspanning.
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de
bovendraad zichtbaar zijn op de onderkant van de stof.
Spiegelen
Links: toets horizontaal spiegelen. Rechts: toets verticaal
spiegelen.
Om steken of reeksen horizontaal te spiegelen, drukt u
op de toets horizontaal spiegelen. Om verticaal te
spiegelen, drukt u op de toets verticaal spiegelen.
Persoonlijke steek
Persoonlijke steek opslaan
Sla uw persoonlijke steek in uw naaimachine op met de
toets 'opslaan'. Aanpassingen van de steeklengte,
-breedte, -dichtheid, verlenging en draadspanning
worden opgeslagen.
Let op: Sommige speciale steken, zoals knoopsgaten, kunnen
niet worden opgeslagen. Een pop-up laat u dit weten als u
zo'n steek probeert op te slaan.
Persoonlijke steek overschrijven
Als het geheugen bezet is, verschijnt er een pop-up die
vraagt of u de eerder opgeslagen steek of reeks wilt
overschrijven met de nieuwe. Selecteer Ja of Nee met de
pijltoetsen en druk op de OK-toets.
36
Naaimodus
Persoonlijke steek laden
Laad uw persoonlijke steek door op de laadtoets te
drukken.
Naaitechnieken
Genaaide zigzagsteek
Steek nr. 8
De genaaide zigzagsteek wordt gebruikt om knipranden
af te werken. Controleer of de naald door de stof prikt
aan de linkerkant en de rand afwerkt aan de
rechterkant. De steek kan ook worden gebruikt als
elastische steek om te zorgen dat naden kunnen
meerekken bij het naaien van gebreide stoffen.
Knoopsgaten
De knoopsgaten van uw naaimachine zijn speciaal
aangepast voor verschillende soorten stoffen en
kledingstukken. Kijk naar de stekentabel op in dit boek
voor beschrijvingen van ieder knoopsgat.
De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de
knoopsgaten moeten worden genaaid.
37
Naaimodus
Eenstaps knoopsgatvoet 5
1. Markeer de positie van het knoopsgat op uw
werkstuk.
2. Bevestig knoopsgatvoet 5 en trek de knoophouder
(C) uit. Breng de knoop aan. De knoop bepaalt de
lengte van het knoopsgat.
3. Zorg ervoor dat de draad door het gat in de naaivoet
wordt getrokken en onder de naaivoet komt te
liggen.
4. Selecteer het knoopsgat dat u wilt naaien en pas de
lengte en dichtheid naar wens aan (B).
Let op: Naai altijd een testknoopsgat op een proeflapje.
5. Leg uw werkstuk onder de naaivoet zodat de
markering op de stof gelijk ligt met het midden van
de knoopsgatvoet.
6. Breng de knoopsgathendel (A) helemaal omlaag.
Let op: De machine start niet als de knoopsgathendel niet
goed omlaag is gebracht of als het frame van de
knoopsgatvoet niet helemaal vooruit is geplaatst.
7. Houd het uiteinde van de bovendraad vast en begin
te naaien. De knoopsgaten worden vanaf de
voorkant van de naaivoet naar achteren genaaid.
8. Zodra de naaimachine het knoopsgat heeft genaaid,
brengt u de naaivoet omhoog.
38
Naaimodus
Handmatig knoopsgat
Naaireeksen voor knoopsgatsteken 25-31.
Gebruik naaivoet 5M om een knoopsgat te naaien dat
langer is dan 25 mm.
1. Breng de knoopsgathendel en de naaivoet omlaag.
Druk op de start/stop-toets of het voetpedaal om te
beginnen met naaien en duw de knoopsgathendel
van u af totdat de naaimachine een rechte steek
achteruit begint te naaien. Naai totdat u de gewenste
lengte van het knoopsgat heeft bereikt.
2. Trek de knoopsgathendel naar u toe totdat de
machine de eerste kolom vooruit begint te naaien.
3. Wanneer de kolom de gewenste lengte heeft bereikt,
duwt u de knoopsgathendel van u af totdat de
naaimachine een rechte steek achteruit begint te
naaien.
4. Trek de knoopsgathendel naar u toe totdat de
machine de trens en de tweede kolom vooruit begint
te naaien.
5. Wanneer de kolommen gelijk zijn, duwt u de
knoopsgathendel van u af totdat de machine de
trens begint te naaien. De machine naait enkele
afhechtsteken en stopt automatisch. De machine
snijdt de boven- en onderdraad af en brengt de
naald omhoog.
Afhankelijk van de geselecteerde knoopsgatstijl,
verschilt de naaireeks, zie afbeelding.
Knoopsgat met inlegdraad
Knoopsgaten met inlegdraad die worden genaaid met
contourdraden zijn stabieler, duurzamer en zien er
professioneel uit. Gebruik daarvoor perlé-garen of
normaal contourdraad.
1. Leg een lus van een dikke draad of perlékatoen over
het metalen balkje dat uitsteekt uit het midden van
de achterkant van de handmatige knoopsgatvoet 5M
of het plastic balkje van eenstaps-knoopsgatvoet 5.
Trek de draaduiteinden onder de naaivoet, naar de
voorkant en maak ze dan vast om het hieltje aan de
voorkant van de naaivoet.
2. Naai een knoopsgat. De cordonsteken van de
kolommen van het knoopsgat worden over de draad
heen genaaid.
3. Wanneer het knoopsgat klaar is, haalt u de draad
van het hieltje af en trekt u de draad strak.
4. Laat de draad kruisen voor de naald en rijg de
uiteinden van de draad in een grote naald, trek ze
naar de verkeerde kant en knoop de uiteinden vast
voordat u de overtollige draad afknipt.
5. Open het knoopsgat voorzichtig met het tornmesje.
39
Naaimodus
Knoop aannaaien
1. Om een knoop aan te naaien, verwijdert u de
naaivoet en selecteert u de knoopaanzetsteek.
2. Verzink de transporteur.
3. Leg de knoop onder de naaivoethouder. Gebruik de
spiegelfunctie om ervoor te zorgen dat de naald
precies in de gaten van de knoop komt en dat de
breedte geschikt is voor de gebruikte knoop.
Verander indien nodig de breedte tussen de gaten
met de toetsen + en - naast steekbreedte.
4. U kunt het aantal steken waarmee de knoop op de
stof wordt genaaid in stappen van twee verhogen of
verlagen met de derde rij toetsen + en -.
5. Begin met naaien. De naaimachine naait het
programma voor u en hecht dan af en stopt.
Let op: Gebruik het multifunctionele gereedschap om een
"steeltje" te maken voor uw knoop. U kunt ook een
knoopaanzetvoet gebruiken, die als optioneel accessoire
verkrijgbaar is bij uw plaatselijke erkende PFAFF®-dealer.
Stoppen
Een gaatje of scheurtje stoppen voordat het groter wordt
kan een kledingstuk redden. Kies een dunne draad in
een kleur die zo dicht mogelijk bij de kleur van uw
kledingstuk in de buurt komt.
1. Leg stof of versteviging onder het gat of de scheur in
uw kledingstuk.
2. Selecteer een stopsteek.
3. Begin te naaien boven het gat en er overheen.
4. Wanneer u over het gat heeft genaaid, drukt u op de
achteruitnaaitoets om de lengte van de steek in te
stellen. Uw naaimachine maakt de steek automatisch
af.
5. De naaimachine is standaard ingesteld om dezelfde
maat stopvierkant te herhalen, u kunt gewoon
doorgaan met naaien.
Selecteer de stopsteek opnieuw om herhalen uit te
schakelen.
Let op: Het pictogram voor achteruit naaien (1) verdwijnt om
aan te geven dat herhalen is ingeschakeld.
Zomen naaien in dikke stof
Als u over naden in zeer dikke stof of een zoom in
spijkerstof naait, kan de voet kantelen wanneer de
machine over de naad gaat. Gebruik het
multifunctionele gereedschap om de hoogte van de
naaivoet tijdens het naaien gelijk te houden. De ene kant
van het multifunctionele gereedschap is dikker dan de
andere kant. Gebruik de kant die het best bij de dikte
van de zoom past.
Schakel het IDT™ systeem in, zie pagina 19. Verlaag de
naaisnelheid op het dikste punt van de stof.
40
Naaimodus
Let op: Door de steeklengte te vergroten kan het naairesultaat
verbeteren bij het naaien van naden in dikke stof.
Quilten met handgemaakt effect
Een quilt bestaat gewoonlijk uit drie lagen: twee lagen
stof met een laag vulling ertussen.
1. Rijg de bovenkant van de quilt aan de tussenvulling
en de achterkant.
2. Rijg de naald in met transparant (nylon) garen.
Gebruik naaldgrootte 90 en dun, katoenen garen
(dikte 60 of dunner) op de spoel.
3. Selecteer een quiltsteek en klik de naaivoet die
wordt weergegeven in de naai-aanbevelingen op de
machine.
4. Schakel het IDT™ systeem in.
5. Wanneer u de steek naait, moet u alleen de
onderdraad zien. Het is mogelijk dat u de
draadspanning moet aanpassen afhankelijk van de
gebruikte stof, garen en tussenvulling. Voer een paar
testen uit op een proeflapje van de stof die u gaat
gebruiken en controleer de spanning.
Aanbevolen steken voor een quilt met handgemaakt effect
38 39 40 41
Gebruik de geleider voor doorstikken/quilten voor het
naaien van de volgende rijen. Draai de bovenste schroef
van de naaivoethouder los en breng de geleider voor
doorstikken/quilten aan in het gat. Stel de ruimte in
zoals u wilt en draai de schroef vast.
Free-motion
Breng voor free-motion naaien de transporteur op de
achterkant van de vrije arm omlaag. Bevestig de
optionele Open naaivoet voor quilten en naaien uit de
vrije hand. Beweeg de stof met de hand. Houd uw
snelheid constant en verplaats de stof met een soepele
beweging. De lengte van de steek wordt gevormd door
uw verplaatsing van de stof.
Let op: Wanneer de transporteur is verzonken, wordt de stof
niet meer getransporteerd door de naaimachine. U moet de
stof zelf verplaatsen.
Meanderen uit de vrije hand
Meanderen uit de vrije hand voegt structuur en een
mooi effect toe aan uw quilt en houdt de lagen bij
41
Naaimodus
elkaar. Meanderen uit de vrije hand doet u met de
transporteur verzonken. U beweegt de stof met de hand
om de steeklengte te bepalen.
1. Stel uw naaimachine in op naaien uit de vrije hand
met een rechte steek.
2. Bevestig de optionele Open naaivoet voor quilten en
naaien uit de vrije hand. Schakel het IDT™ systeem
uit en verzink de transporteur.
3. Speld eerst alle lagen aan elkaar met
veiligheidsspelden - begin in het midden van uw
quilt en werk dan naar buiten. Breng iedere 15-20 cm
een speld aan.
Let op: Oefen het meanderen op stukjes stof met vulling
van uw quilt. Het is belangrijk om uw handen te bewegen
met dezelfde snelheid als de naald om te lange of te korte
steken te voorkomen. Door de snelheid tijdens het naaien
uit de vrije hand gelijk te houden, krijgt u ook gelijkmatige
steken.
4. Begin in het midden van de quilt. Naai één steek en
trek de onderdraad naar de bovenkant van de quilt.
Maak een aantal steken precies naast elkaar om de
draden vast te zetten.
5. Bedenk een route voor uw naaiwerk en begin dan
uw gewenste meanderpatroon te naaien, waarbij u
de quilt meebeweegt. De steken mogen zichzelf niet
kruisen en moeten golvende bewegingen maken.
Blindzoomsteek
De blindzoomsteek wordt gebruikt voor onzichtbare
zomen in rokken, broeken en woningdecoraties.
Gebruik naaivoet nummer 3 met het IDT™ systeem
1. Werk de kant van de zoom af.
2. Sla de zoom om naar de verkeerde kant en pers.
3. Vouw de zoom weer terug over de zoom heen zodat
ongeveer 1 cm van de afgewerkte rand buiten de
vouw uitsteekt. De verkeerde kant van uw naaiwerk
moet nu naar boven liggen.
4. Leg de stof zo onder de naaivoet dat de vouw in de
bovenlaag tegen de geleider (A) ligt.
5. Bij het insteken in de vouw mag de naald maar een
klein beetje stof opnemen. Als de steken zichtbaar
zijn op de goede kant van de stof, past u de geleider
A aan met stelschroef (B) totdat de steek die de
zoom grijpt net zichtbaar is.
42
Naaimodus
Elastische blindzoomsteek
Links: blindzoomsteek nummer 15.
Rechts: blindzoomsteek nummer 16.
De elastische blindzoomsteek is speciaal geschikt voor
elastische materialen, omdat de zigzag in de steek
ervoor zorgt dat de steek kan worden uitgerekt. De
zoom wordt tegelijkertijd afgewerkt en genaaid. Bij de
meeste gebreide stoffen is het niet nodig om eerst de
onafgewerkte rand af te werken.
Ritssluitingen naaien
Er zijn verschillende manieren om ritsen in te zetten.
Volg de aanwijzingen op uw patroon voor het beste
resultaat. Voor elk type rits is het van belang dat u
dichtbij de tanden van de rits naait. U kunt ritsvoet 4
vastklikken aan de linker- of de rechterkant van de
naaivoetstang, afhankelijk van de manier waarop u de
rits inzet. Stel de steekpositie dan zo in dat de naald
dicht bij de rand van de tandjes van de ritssluiting komt.
Gebruik hiervoor een van de 29 beschikbare
naaldposities voor de rechte steek. Als u de naaivoet
vastklemt aan de rechterkant, mag de naald alleen naar
rechts worden verplaatst. Als u de naaivoet vastklemt
aan de linkerkant, mag de naald alleen naar links
worden verplaatst.
Algemene naaipop-ups
Bovendraad controleren
De machine stopt automatisch als de bovendraad op is
of breekt. Rijg de naaimachine opnieuw in, druk op OK
en begin weer te naaien.
Naaimachine moet rusten
Als de machine stopt en deze pop-up op het scherm
verschijnt, moet de machine rusten. Wanneer de pop-up
sluit, kunt u verdergaan met naaien. De naairesultaten
worden hier niet door beïnvloed.
43
4
Reeksen
Reeksen
Met de functie 'reeksen' op uw naaimachine kunt u
tekens en letters combineren tot reeksen. U kunt tot 60
steken en/of letters toevoegen in een reeks. Sla uw reeks
op op uw naaimachine; u kunt de reeks weer laden en
naaien wanneer u wilt. Alle steken in uw naaimachine
kunnen worden gebruikt voor reeksen, behalve
knoopsgaten, stopsteek, knopen aannaaien en
trenssteken.
Reeksen - Overzicht
1. Stekengebied
2. Huidig steeknummer
3. Steekbreedte/steekpositie
4. Steeklengte/-dichtheid/verlenging
Reeks maken
1. Druk op de reekstoets om 'reeksen' te openen.
2. Selecteer de steek die u wilt gebruiken (zie pagina 34
voor het selecteren van een steek). De steek
verschijnt in het steekgebied.
3. Selecteer een letter van het alfabet (2) met de pijl op
het wiel en druk op OK om deze in te voegen. De
letter wordt op de positie van de cursor in het
steekgebied geplaatst.
Let op: De huidige positie in het steekgebied wordt gemarkeerd
door een cursor. Ingevoegde steken worden op de plaats van
de cursor gezet. Verplaats de cursor door de steek met de
pijltoetsen - en + rechts naast het steekgebied.
Het alfabet gebruiken
Alfabetmodus, Reeksen - Overzicht
1. Stekengebied
2. Alfabet
3. Tekenset (hoofdletters/kleine letters, normale/
speciale symbolen)
4. Lettertype selecteren.
Een tekstreeks maken
1. Druk op de alfabetmodus, toets 'reeksen'.
2. Beweeg de cursor door het steekgebied (1) met de
toetsen - en + rechts naast het steekgebied naar waar
u een letter wilt toevoegen.
3. Selecteer een letter van het alfabet (2) met de
pijltoetsen en druk op OK om deze in te voegen. De
letter wordt op de positie van de cursor in het
steekgebied geplaatst.
Let op: De geselecteerde letter van het alfabet wordt
gemarkeerd.
46
Reeksen
Selecteer een tekenset en lettertype
Druk op de toetsen - of + rechts naast de
tekensetindicator (3) om de tekenset te veranderen in
hoofdletters of kleine letters, normale letters of speciale
letters en symbolen.
Druk op de toetsen - of + rechts naast de lettertype-
indicator (4) om lettertypes te veranderen.
Tekst en steken aanpassen
Druk op de reekstoets om de reeksweergave te openen.
U kunt de geselecteerde steek spiegelen, de lengte en
breedte ervan aanpassen of de dichtheid, verlenging of
steekpositie ervan veranderen. De aanpassingen werken
hetzelfde als in de naaimodus. Zie pagina 35. Als u een
waarde heeft veranderd, worden de cijfers gemarkeerd
op het grafische display om aan te geven dat het geen
standaardwaarde is.
Let op: De aanpassingen hebben alleen invloed op de steek bij
de cursorpositie. Als u terugkeert naar de naaimodus, hebben
alle aanpassingen die daar zijn gemaakt invloed op de hele
reeks en worden ze niet opgeslagen als u terugkeert naar
reeksen.
Steken of letters van een reeks
verwijderen
Als u een steek wilt verwijderen, brengt u de cursor
naar die steek en drukt u op de toets voor verwijderen.
Om de hele reeks te verwijderen van het steekgebied,
drukt u lang op de toets voor verwijderen.
Uw reeksen beheren
U kunt uw reeks opslaan en opnieuw laden. Het
reeksgeheugen heeft ruimte voor 60 steken en letters.
Reeks opslaan
Het opslaan van uw reeks gaat hetzelfde als in de
naaimodus. Zie pagina 36.
Let op: Als er al een andere reeks is geselecteerd, verschijnt er
een pop-up die u vraag of u deze wilt overschrijven. Selecteer
ja of nee met de pijltoetsen en druk op OK.
47
Reeksen
Reeks laden
Het laden van uw reeks gaat hetzelfde als in de
naaimodus, zie pagina 37. Om uw reeks te laden, drukt
u op de laadtoets.
Let op: Als u een reeks laadt in de naaimodus, is de waarde die
voor de reeks wordt weergegeven de letter M.
Een reeks naaien
Om de reeks te naaien, keert u terug naar de naaimodus
door op de naaimodustoets of de start/stoptoets te
drukken of het voetpedaal in te drukken. Uw reeks is
klaar om te worden genaaid. De reeks wordt
doorlopend genaaid. Als u wilt stoppen aan het einde
van de reeks, drukt u op de draadafsnijder of de
afhechttoets voordat u begint te naaien.
Let op: Aanpassingen die in de naaimodus worden gemaakt,
hebben invloed op de hele reeks. Die veranderingen worden
echter niet opgeslagen als u terugkeert naar Reeksen.
48
5
Voorbereidingen op het borduren
Overzicht borduureenheid
(type EU-3P)
A. Ontkoppelingstoets borduureenheid
B. Afstelpootjes
C. Aansluiting borduureenheid
D. Aansluiting borduurring
E. Borduurarm
Overzicht borduurringen
A. Aansluiting borduurring
B. Buitenring
C. Binnenring
D. Quick release
E. Klemschroef
F. Ribben voor bevestiging van optionele clips
G. Middenmarkeringen
Borduurcollectie
Blader door het PFAFF® creative™ 1.5
borduurcollectieboekje, dat als PDF-bestand op de USB
embroidery stick staat, voor een overzicht van de
beschikbare borduurmotieven en borduurlettertypes.
Het borduurmotiefnummer, de stekentelling (aantal
steken in het borduurmotief) en de grootte van het
borduurmotief staan naast ieder borduurmotief
weergegeven. De voorgestelde garenkleuren voor ieder
kleurennummer worden weergegeven.
50
Voorbereidingen op het borduren
Borduureenheid aansluiten
Er is een afgedekte aansluiting achter de vrije arm, zie
afbeelding. De afdekking gaat automatisch open
wanneer u de borduureenheid aansluit.
1. Zorg dat uw naaimachine uit staat.
2. Schuif de accessoiredoos van de machine af.
3. Schuif de borduureenheid op de vrije arm van de
machine totdat de eenheid goed in de aansluiting zit.
Gebruik als dat nodig is de afstelpootjes, zodat de
machine en de borduureenheid even hoog staan.
4. Zet de naaimachine aan. De naaimachine start
automatisch opnieuw en opent de borduurmodus.
5. Wis het borduurgebied. Een pop-up laat u weten dat
u de borduurring moet verwijderen voor het
plaatsen. Druk op OK. De machine wordt
gekalibreerd en de borduurarm gaat naar de
startpositie.
Let erop dat u de machine niet kalibreert als de
borduurring bevestigd is. De naald, naaivoet,
borduurring en/of de borduureenheid kunnen
daardoor beschadigen. Verwijder alle materialen
rond de machine voordat het kalibreren start, zodat
de borduurarm nergens tegenaan stoot tijdens het
kalibreren.
Borduureenheid verwijderen
1. Als u de borduureenheid op wilt bergen, brengt u de
borduurarm naar de parkeerpositie door
'parkeerpositie' te selecteren in het menu
borduurringopties of het instellingenmenu.
2. Zorg dat uw naaimachine uit staat.
3. Druk op en trek aan de knop links, onder de
borduureenheid (A) en schuif de eenheid naar links
van de machine af.
4. De aansluiting wordt automatisch afgesloten.
5. Berg de borduureenheid op in de originele
verpakking.
Bevestig Borduur-/Free-motionvoet
6.
1. Zet de voedingsschakelaar uit om ongelukken te
voorkomen.
2. Draai het handwiel naar u toe totdat de naald in de
hoogste positie staat.
3. Schakel het IDT™-systeem uit en breng de naaivoet
omhoog.
4. Verwijder de naaivoet en de houder door de
naaivoetschroef (A) te verwijderen.
51
Voorbereidingen op het borduren
5. Bevestig de borduur-/free-motionvoet 6 aan de
persvoetstang (B) zodat de arm (C) van de naaivoet
op de schacht (D) van de naaldklem rust.
6. Bevestig de naaivoetschroef (A) en draai deze vast.
Breng de naald iets omlaag om er beter bij te
kunnen.
De stof in de borduurring spannen
Leg een laag versteviging onder de stof voor de beste
borduurresultaten. Zorg ervoor dat u de versteviging en
de stof glad en stevig in de borduurring opspant.
1. Open de quick release (A) op de buitenring en maak
de schroef (B) los. Verwijder de binnenring. Leg de
buitenring op een stevige platte ondergrond met de
schroef rechts onder (B). Er staat een pijltje in het
midden van de onderste rand van de borduurring
dat gelijk moet komen met een pijltje op de
binnenring.
2. Leg de versteviging en de stof, met de goede kanten
omhoog, op de buitenring. Leg de binnenring op de
stof met het pijltje aan de onderste rand. Als u de
borduurringgrootte kunt zien in het onderste
gedeelte van de binnenring, heeft u hem goed
bevestigd.
3. Druk de binnenring stevig in de buitenring.
4. Sluit de quick release (A). Pas de druk van de
buitenring aan door aan de klemschroef (B) te
draaien. De stof moet strak in de borduurring zijn
gespannen voor het beste resultaat.
Let op: Als u extra borduurmotieven op dezelfde stof
borduurt, opent u de quick release, brengt u de borduurring
naar de nieuw positie op de stof en sluit u de quick release
weer. Als u het type stof verandert, moet u mogelijk de druk
aanpassen met de klemschroef. Forceer de quick release niet.
.
52
Voorbereidingen op het borduren
Borduurring bevestigen/verwijderen
Schuif de borduurring van voor naar achteren op de
borduureenheid totdat de borduurring op zijn plaats
klikt.
Om de borduurring van de borduurarm te verwijderen,
drukt u op de grijze knop op de aansluiting van de
borduurring en schuift u de borduurring naar u toe.
53
6
Borduren
Borduren
In de borduurmodus kunt u borduurmotieven
aanpassen en borduren. De borduureenheid moet op
uw naaimachine zijn aangesloten om de machine de
borduurmodus te laten openen. Na het laden van een
borduurmotief zijn er twee weergaven beschikbaar in de
borduurmodus - borduren en bewerken.
Borduurweergave 1
1. Borduurgebied
2. Geladen borduurmotief
3. Borduurringgrootte
4. Resterende steken in kleurblok (totaal aantal
resterende steken in borduurmotief)
5. Huidige kleur (totaal aantal kleuren)
Borduurweergave 2
Druk op de alt-toets om over te schakelen naar
weergave 2.
1. Exacte positie bepalen
2. Rijgen
3. Monochroom borduurmotief
Weergave Borduurmotief bewerken
Om een borduurmotief aan te passen, drukt u op de
toets borduurmotief bewerken.
1. Borduurmotief roteren
2. Hoogte van het borduurmotief
3. Breedte van het borduurmotief
Let op: Waarden die zijn veranderd ten opzichte van de
standaardwaarde, worden gemarkeerd. De borduurweergave
wordt automatisch getoond wanneer u uw borduurmotief
begint te borduren.
Om terug te keren naar de borduurweergave, drukt u
op de borduurtoets.
56
Borduren
Ontwerpinformatie
1. Naam/nummer borduurmotief
2. Positie borduurmotief
3. Kleurenlijst
Druk op de infotoets om informatie over het geladen
borduurmotief te bekijken.
Let op: De machine stopt als u op de infotoets drukt terwijl de
machine werkt.
Naam/nummer borduurmotief
Toont de naam en het nummer van het huidige
borduurmotief.
Positie borduurmotief
Toont hoeveel millimeter het borduurmotief is
verplaatst vanaf de middenpositie in de borduurring.
Kleurenlijst
Alle kleuren in het geladen borduurmotief worden
weergegeven in de volgorde waarin ze worden
geborduurd. Van iedere kleur op de lijst wordt de
volgorde, naam en garentype getoond. Gebruik de
pijltoetsen omhoog en omlaag om alle kleuren in de lijst
te zien.
Borduren
Een borduurmotief laden
Deze machine heeft 15 ingebouwde borduurmotieven
en er staan 86 borduurmotieven op de USB embroidery
stick. Alle borduurmotieven kunnen worden bekeken in
het creative™ 1.5 borduurcollectieboekje dat als PDF-
bestand op de USB embroidery stick staat.
Ingebouwde borduurmotieven laden
Voer met de borduureenheid aangesloten het aantal
gewenste borduurmotieven in met de directe-
selectietoetsen. Het borduurmotief wordt in het
borduurveld geladen in borduren.
57
Borduren
Borduurmotieven laden van de USB Embroidery Stick
1. Om een borduurmotief te laden van de USB
embroidery stick, steekt u de stick in de USB-poort
aan de rechterkant van de naaimachine met de
borduureenheid bevestigd en drukt u op de
laadtoets. Uw naaimachine kan .vp3
borduurbestanden laden.
2. Gebruik de pijltoetsen om een map te selecteren en
druk op OK om deze te openen. Om terug te gaan
naar de vorige map selecteert u de bovenste regel en
drukt u op OK.
3. Selecteer het borduurmotief dat u wilt laden en druk
op OK om te bevestigen. Het borduurmotief wordt
in het borduurveld geladen in borduren.
Let op: Als u al een borduurmotief heeft geladen, vervangt het
volgende borduurmotief dat u laadt automatisch het eerste.
Wanneer u borduurmotieven van uw pc opslaat op de
USB embroidery stick, maak dan niet te veel niveaus
submappen aan, omdat er dan een te lang bestandspad
kan ontstaan. Houd ook de bestandsnaam kort.
Borduurlettertype laden
Deze naaimachine heeft 2 ingebouwde lettertypes, curlz
en graphite, in drie verschillende grootten. Selecteer een
lettertype uit het creative™ 1.5 borduurcollectieboekje
en typ het nummer van het lettertype in (curlz: 200, 201,
202 of graphite: 300, 301, 302) met het toetsenblok. Het
lettertype wordt in de borduurteksteditor geladen.
Lettertypes laden van de USB Embroidery Stick
U kunt meer borduurlettertypes maken met de
embroidery intro software. Zie pagina 23.
1. Druk op de laadtoets wanneer de USB embroidery
stick is aangesloten. Uw naaimachine kan .vf3
borduurlettertypebestanden laden.
2. Selecteer het lettertypebestand dat u wilt laden en
druk op OK om te bevestigen. Het lettertype wordt
in de borduurteksteditor geladen.
Let op: Lettertypebestanden worden
aangegeven met dit symbool.
Borduurteksteditor
Er wordt automatisch een alfabet getoond wanneer u
een lettertype heeft geladen. De borduurteksteditor
werkt net als reeksen, zie pagina 46.
1. Maak uw borduurtekst door letters te selecteren met
de pijltoetsen.
2. Bevestig uw selecties met OK.
3. Druk op de - of + toets in de tweede rij om de
tekenset te veranderen.
4. Wanneer u de tekst wilt borduren, drukt u op de
toets PROG om de tekst naar de borduurmodus te
58
Borduren
laden. Het vierkant ziet er nu uit als de geladen
tekst.
5. Druk op de toets borduurmotief bewerken om de
tekst te roteren of de lengte en hoogte ervan aan te
passen met de bijbehorende toetsen + en -.
Let op: Druk op de alfabetmodus, toets reeksen om de
borduurteksteditor weer te openen. Alle aanpassingen die in
de modus borduren en borduurmotief bewerken zijn gemaakt,
worden geannuleerd als u teruggaat naar de
borduurteksteditor. Er verschijnt een pop-up die u vraagt of u
terug wilt keren naar borduren. Selecteer Ja om terug te keren
naar de borduurmodus. Al uw aanpassingen blijven. Selecteer
Nee om de boduurteksteditor te openen. Alle aanpassingen die
zijn gemaakt in de borduurmodus worden geannuleerd.
Selecteer Ja of Nee met de pijltoetsen en druk op OK.
Borduurteksteditorweergave
1. Tekstveld
2. Alfabet
3. Tekenset (hoofdletters/kleine letters, normale/
speciale letters, symbolen)
4. Tekstlengte-informatie
5. Teksthoogte-informatie
Borduurringgrootten
Borduurweergave 1
Gebruik de toetsen - of + rechts naast het
borduurringgroottesymbool om door een lijst met
beschikbare borduurringgrootten te bladeren, inclusief
borduurringen die te koop zijn bij uw erkende PFAFF®
dealer. Afhankelijk van de grootte van het
borduurmotief, kunnen sommige borduurringen
mogelijk niet worden geselecteerd en geeft de machine
een pieptoon.
Let op: Als u probeert om te beginnen met borduren terwijl de
borduurring die u heeft geselecteerd niet dezelfde is als de
borduurring die aan de borduureenheid is bevestigd,
verschijnt er een pop-upbericht dat u daarover informeert.
Bevestig de juiste borduurring of selecteer een andere
borduurring van de lijst.
Borduurringposities
Open het instellingenmenu om te kiezen tussen
verschillende borduurringposities.
Huidige positie
Wanneer u terug wilt keren naar de huidige steek en
door wilt gaan met borduren waar het borduurmotief is
onderbroken, selecteert u de optie huidige positie. U
kunt ook eenmaal op de start/stoptoets drukken om
terug te keren naar de huidige steek en te beginnen met
borduren.
59
Borduren
Parkeerpositie
Wanneer u uw borduurmotief heeft voltooid, verwijdert
u de borduurring en selecteert u de optie
'parkeerpositie'.
Het is zeer belangrijk dat de borduurring wordt
verwijderd, anders kan de ring worden beschadigd.
Snijpositie
Met 'knippositie' wordt de borduurring naar u toe
gebracht waardoor u eenvoudiger stof kunt bijknippen
wanneer u een applicatie borduurt.
Middenpositie
Gebruik de middenpositie als u de naald naar de
middenpositie van de borduurring wilt brengen.
Resterende steken in kleurblok
Borduurweergave 1
De twee waarden die worden getoond in de middelste
positie aan de rechterkant van het display geven het
aantal resterende steken weer in het huidige kleurblok
en het aantal resterende steken in het borduurmotief
(getoond tussen haakjes). Druk op de toetsen + of - om
steek voor steek vooruit of achteruit door het
borduurmotief te stappen. Stap enkele steken achteruit
als de bovendraad breekt of opraakt.
Huidige kleur
Borduurweergave 1
De waarden die worden weergegeven in de rechter
onderhoek geven het huidige kleurblok aan en het totale
aantal kleurblokken in het borduurmotief (getoond
tussen haakjes). Gebruik de toetsen + en - om vooruit of
achteruit door de kleurblokken te gaan.
Exacte positie bepalen
Borduurweergave 2
Exacte positie bepalen kan worden gebruikt om het
borduurmotiefgebied te bepalen. Druk op de toets + in
de eerste rij om de borduurring zo te verplaatsen dat de
naald in de linker bovenhoek wordt geplaatst van waar
het borduurmotief wordt geborduurd. Steeds wanneer
u op de toets + drukt, gaat de borduurring naar één van
de vier hoeken van het borduurmotief. Bij de vijfde
maal drukken verplaatst de borduurring zich zo dat de
naald boven de middenpositie van het borduurmotief
staat. Bij de zesde maal drukken gaat de borduurring
terug naar de oorspronkelijke positie. Als u op de toets -
drukt, beweegt de borduurring in de omgekeerde
volgorde. De borduurring gaat eerst naar de
middenpositie van het borduurmotief en daarna naar
iedere hoek.
60
Borduren
Rijgen
Borduurweergave 2
Druk op de - of + rij in de tweede rij en de naaimachine
maakt een rijgsteek rondom het borduurmotiefgebied.
Door te rijgen kunt u uw stof vastzetten op een
versteviging eronder, vooral wanneer de stof die moet
worden geborduurd niet in de borduurring kan worden
gespannen. Rijgen geeft ook ondersteuning aan rekbare
materialen. De rijgsteken geven ook aan waar het motief
op de stof komt.
Let op: Tijdens het rijgen wordt het borduurmotiefvak
aangegeven met een stippellijn.
Monochroom
Borduurweergave 2
Druk op de toetsen - of + in de derde rij om
monochroom borduren te activeren. De naaimachine
stopt niet voor kleurblokwissels. Druk nogmaals op de
toets om monochroom borduurmotief te deactiveren.
Let op: Wanneer monochroom is geactiveerd, wordt het
borduurmotiefvak aangegeven met een zwarte omranding.
Snelheidsregeling
Pas de maximale borduursnelheid aan door de
snelheidsregelaar omhoog of omlaag te schuiven. Het
werkt net zoals in de naaimodus, zie pagina 28.
Draadspanning
Bij het borduren met speciaal garen of speciale stof kan
het nodig zijn de draadspanning aan te passen voor het
beste resultaat. Draadspanning kan worden aangepast
in het instellingenmenu, zie pagina 29.
61
Borduren
Aan de slag met borduren
1. Maak voldoende ruimte vrij voor de beweging van
de borduurarm en de borduurring.
2. Zorg ervoor dat de naaimachine is uitgeschakeld en
schuif de borduureenheid op de vrije arm van de
machine totdat de eenheid goed in de aansluiting zit.
Zet de naaimachine aan. De naaimachine start
automatisch opnieuw en opent de borduurmodus.
Een pop-up laat u weten dat u de borduurring moet
verwijderen voor het plaatsen. Druk op OK. De
machine wordt gekalibreerd en de borduurarm gaat
naar de startpositie.
3. Controleer of het IDT™ systeem is uitgeschakeld en
bevestig de borduurvoet. Breng een spoel aan met
een wit lichtgewicht onderdraad.
4. Selecteer een borduurmotiefnummer van de
naaimachine met het toetsenblok of selecteer er een
van een USB embroidery stick (zorg ervoor dat de
USB embroidery stick is aangesloten) en druk op OK
om het te laden naar borduren.
5. Het borduurmotief wordt in het midden van de
borduurring geplaatst.
6. Span een stuk stof en versteviging in de borduurring
en schuif de borduurring op de borduurarm.
7. Rijg de naaimachine in met de eerste kleur van de
kleurenlijst.
8. Laat de naaivoet zakken. Houd de bovendraad vast
en druk op de start/stoptoets of op het voetpedaal.
De naaimachine begint te borduren en stopt
automatisch na enkele steken. Er verschijnt een pop-
up die u vraagt om het draaduiteinde af te snijden.
Snijd de draad af en druk op OK. Ga door met
borduren door op de start/stoptoets of op het
voetpedaal te drukken.
Let op: Automatische stop voor afsnijden is standaard
geactiveerd. Open het instellingenmenu om deze instelling te
deactiveren. Automatische stop voor afsnijden is
uitgeschakeld als u het voetpedaal gebruikt tijdens het
borduren.
9. Wanneer de eerste kleur af is, stopt de machine. Er
verschijnt een pop-upbericht dat u vraagt van kleur
te veranderen. Rijg de naaimachine opnieuw in met
de volgende kleur en druk op OK. Ga door met
borduren door op de start/stoptoets of op het
voetpedaal te drukken. Elk kleursegment wordt aan
het einde afgehecht en de boven- en onderdraad
worden afgesneden.
10. Wanneer het borduurmotief klaar is, snijdt de
machine de beide draden af en stopt. Een pop-
upvenster meldt u dat uw borduurmotief voltooid
is. Druk op OK. Breng de naaivoet omhoog om de
borduurring eenvoudig te kunnen verwijderen.
62
Borduren
Borduurmotief bewerken
1. Roteren
2. Hoogte van het borduurmotief
3. Breedte van het borduurmotief
Om uw borduurmotief aan te passen, drukt u op de
toets borduurmotief bewerken. Als u op de toets
borduren drukt, schakelt de naaimachine over naar
borduren.
Let op: Als u op de start/stoptoets of op het voetpedaal drukt,
schakelt de naaimachine automatisch over naar de weergave
borduren en begint te naaien.
Roteren
U kunt het borduurmotief om zijn middelpunt roteren.
Gebruik de toetsen - en + rechts naast het pictogram
'roteren' om te roteren. Steeds wanneer u op de toets +
drukt, wordt het borduurmotief 90 graden rechtsom
geroteerd. Druk op de toets - om het borduurmotief
linksom te roteren. Links naast het pictogram 'roteren'
kunt u zien hoeveel graden het borduurmotief is
geroteerd vanaf de originele positie.
Let op: Sommige borduurmotieven zijn te groot om ze in
stappen van 90 graden te kunnen roteren. Met iedere druk op
de toets wordt het borduurmotief dan 180 graden geroteerd.
Het pictogram P roteert volgens deze instelling om de huidige
richting van het borduurmotief in het borduurgebied aan te
geven.
Hoogte van het borduurmotief
U kunt de hoogte van het borduurmotief tot 20 %
vergroten of verkleinen. Gebruik de toetsen + en - rechts
naast het pictogram van de borduurmotiefhoogte. Op
de borduurmotiefhoogte wordt 5% schaalverdeling
toegepast bij iedere druk op de toets.
Breedte van het borduurmotief
U kunt de breedte van het borduurmotief tot 20 %
vergroten of verkleinen. Gebruik de toetsen + en -. Op
de breedte van het borduurmotief wordt iedere keer dat
u op de toets drukt 5% schaalverdeling toegepast.
Verplaatsen
Gebruik het wiel om het borduurmotief ergens in het
borduurveld te plaatsen. In de
borduurmotiefinformatieweergave kunt u zien hoe er
het borduurmotief is verplaatst ten opzichte van de
oorspronkelijke positie. Druk op de OK-toets om het
borduurmotief in de borduurring te centreren.
63
Borduren
Spiegelen
Gebruik de spiegeltoetsen om het borduurmotief
horizontaal of verticaal te spiegelen. De pictogrammen
verschijnen als deze toetsen worden ingedrukt.
Let op: Het P-pictogram spiegelt volgens deze instelling.
Algemene pop-ups voor borduren
Borduureenheid kalibreren
Wanneer de borduureenheid wordt bevestigd, vraagt
een pop-up u om de borduurring te verwijderen en het
gebied om de naaimachine vrij te maken voor het
kalibreren van de borduurarm. Druk op OK. De
machine wordt gekalibreerd en de borduurarm gaat
naar de startpositie.
Let op: Het is zeer belangrijk dat u de borduurring verwijdert,
anders kunnen de borduurring of de borduureenheid worden
beschadigd tijdens het kalibreren.
USB embroidery stick aansluiten
Als u in de borduurmodus op de laadtoets drukt zonder
dat er een USB embroidery stick is aangesloten,
verschijnt deze pop-up. Sluit een USB embroidery stick
aan en druk op OK om een borduurmotief te laden.
De gegevens op de USB embroidery stick zijn niet leesbaar
Dit pop-upbericht verschijnt wanneer uw naaimachine
de informatie op de USB embroidery stick niet kan
openen. Dit kan worden veroorzaakt als er onjuiste
bestandsformaten worden opgeslagen op de USB
embroidery stick. Andere redenen kunnen zijn dat de
USB embroidery stick beschadigd is of niet compatibel
is met de naaimachine.
Het borduurmotief bevat elementen die niet kunnen worden geopend
Sommige borduurmotieven kunnen bestaan uit
meerdere borduurmotieven of andere elementen
bevatten die niet kunnen worden geopend. Gebruik uw
gratis embroidery intro software om het borduurmotief
opnieuw op te slaan als een gecombineerd
borduurmotief.
Verwijder de borduurring
Deze pop-up verschijnt wanneer er een functie is
gekozen waardoor de borduureenheid buiten de
limieten voor de bevestigde borduurring moet gaan.
Verwijder de borduurring en druk op OK zodat de
borduurarm vrij kan bewegen.
64
Borduren
Stopopdracht in borduurmotief
Deze pop-up verschijn als er een programmastop in het
borduurmotief staat. De naaimachine stopt. Druk op OK
om te bevestigen en ga door met borduren.
65
7
Onderhoud
Onderhoud
Naaimachine reinigen
Maak uw naaimachine regelmatig schoon om ervoor te
zorgen dat uw machine goed blijft werken. De
naaimachine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied).
Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een
zachte doek om eventueel opgehoopt stof of
textielresten te verwijderen. Neem het grafische display
af met een schone, zachte en vochtige doek.
Het spoelhuis schoonmaken
Verzink de transporteur en schakel de naaimachine
uit.
De naaivoet verwijderen. Duw het ontgrendelknopje
van het spoelhuisdeksel (A) naar rechts en verwijder het
spoelhuisdeksel (B) en de spoel. Gebruik de
schroevendraaier voor de steekplaat om de twee
schroeven (C) in de steekplaat te verwijderen. Til de
steekplaat op. Maak de transporteur en het spoelhuis
schoon met het borsteltje dat bij de accessoires zit.
68
Onderhoud
Schoonmaken onder het spoelhuis.
A. Punt van spoelhouder
B. Mes
C. Stopper
Maak het gedeelte onder het spoelhuis schoon na
diverse naaiprojecten of wanneer u merkt dat zich
textielresten in het spoelhuisgedeelte hebben
opgehoopt. Verwijder het spoelhuis door dit op te tillen.
Maak het hele gedeelte schoon met het borsteltje of met
een droge doek.
Wees voorzichtig wanneer u om het draadmesje (B)
heen schoonmaakt.
Plaats het spoelhuis terug zodat de punt (A) in de
stopper (C) past.
Let op: Blaas geen lucht in het spoelhuisgedeelte. Het stof en
de pluisjes worden dan in uw machine geblazen.
Let op: Als u de optionele PFAFF® Naalden voor Open
Borduurwerk gebruikt, moet u het spoelgedeelte na ieder
geborduurd borduurmotief/project schoonmaken.
De steekplaat vervangen
Vervang met de transporteur omlaag de steekplaat en
breng de twee schroeven van de steekplaat aan en draai
ze vast.
Plaats het deksel weer op het spoelhuis.
69
Onderhoud
Problemen oplossen
In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u
oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden
met uw machine. Neem voor meer informatie contact op
met uw plaatselijke officiële PFAFF®-dealer, die u graag
zal helpen.
Algemene problemen
Spoelsignaal werkt niet? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik
alleen de spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
Wordt de draad niet afgesneden met 'draad afsnijden'? Verwijder de steekplaat en verwijder textielresten uit het
spoelgedeelte.
Stof wordt niet getransporteerd? Controleer of de transporteur niet is verzonken.
Verkeerde steek, onregelmatige of smalle steek? Schakel tweelingnaald of steekbreedtebeveiliging uit in
het instellingenmenu.
De naald breekt? Breng de naald op de juiste manier aan volgens de
beschrijving, zie pagina 21. Breng de juiste naald aan
voor de stof.
De machine naait niet? Controleer of alle stekkers goed in de machine en in het
stopcontact zitten. Controleer of het snoer van het
voetpedaal goed is aangesloten op het voetpedaal. Duw
de spoelgeleider in de naaipositie.
De functietoetsen van de naai- en borduurmachine
reageren niet op aanrakingen?
De contacten en functietoetsen van de machine kunnen
gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Als de toetsen
niet op aanrakingen reageren, zet u de machine UIT en
weer AAN. Neem contact op met uw erkende PFAFF®
dealer als het probleem blijft bestaan.
De naaimachine slaat steken over
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald op de juiste manier aan volgens de
beschrijving, zie pagina 21.
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/750 H.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen.
Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juiste naaivoet.
Is de naald te dun voor de draad? Controleer of de naald goed is voor het garen en de stof.
De bovendraad breekt.
Heeft u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald op de juiste manier aan volgens de
beschrijving, zie pagina 21.
Heeft u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/750 H.
Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald.
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen.
Is de naald te dun voor de draad? Plaats een naald die groot genoeg is voor de draad.
70
Onderhoud
Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of garen dat is
uitgedroogd?
Neem nieuw garen van betere kwaliteit dat u heeft
gekocht bij een erkende PFAFF® dealer.
Wordt de juiste garenschijf gebruikt? Bevestig een garenschijf die de juiste maat heeft voor het
gebruikte garenklosje.
Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of
horizontaal)
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Onderdraad breekt
Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad.
Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Is het spoelhuisgedeelte schoon? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik
alleen de spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
Is de spoel goed opgewonden? Spoel garen op een ander spoeltje.
De naad heeft ongelijke steken
Is de draadspanning goed afgesteld? Controleer de bovendraadspanning en hoe de machine
is ingeregen.
Gebruikt u te dik draad of naaigaren van slechte
kwaliteit?
Vervang het garen.
Is de onderdraad gelijkmatig opgewonden? Controleer het opwinden van de spoel.
Wordt er een correcte naald gebruikt? Breng een geschikte naald aan op de juiste manier
volgens de beschrijving, zie pagina 20.
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen.
Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van de
transporteur?
Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met
een borsteltje schoon.
Is de transporteur omhoog? Breng de transporteur omhoog.
Kan geen knoopsgat naaien
Piept de naaimachine bij gebruik van de Eenstaps-
knoopsgatvoet 5?
Controleer of de accessoiredoos op de machine is
bevestigd en of de knoopsgathendel helemaal omlaag is.
Laat de naaivoet voorzichtig zakken.
Het borduurmotief is vervormd
Is de stof goed in de borduurring gespannen? De stof moet strak worden gespannen.
Is de binnenste borduurring helemaal in de buitenste
borduurring aangebracht?
Span de stof zodanig in dat de binnenste borduurring
altijd precies op de buitenste borduurring aansluit.
71
Onderhoud
Het borduurmotief is gerimpeld
Heeft u uw stof voldoende verstevigd? Controleer of u de juiste versteviging gebruikt voor uw
techniek of stoftype.
De machine borduurt niet
Is de borduureenheid bevestigd? Controleer of de borduureenheid goed in de houder is
bevestigd.
Is de verkeerde borduurring bevestigd? Schuif de juiste borduurring op de machine
Laat uw naaimachine regelmatig door uw plaatselijke officiële PFAFF® dealer controleren!
Als u deze aanwijzingen voor het oplossen van problemen heeft opgevolgd en nog steeds problemen heeft, breng
de naaimachine dan naar uw dealer. Als er een specifiek probleem is, is het erg handig om met het gebruikte garen
en met een stukje van de gebruikte stof een proeflapje te maken en dat naar uw dealer te brengen. Een proeflapje
geeft vaak veel betere informatie dan woorden.
Niet-originele onderdelen en accessoires
De garantie geldt niet voor storingen of schade als gevolg van het gebruik van niet-originele accessoires of
onderdelen.
Technische specificaties
Naaimachine
Aansluitspanning
230V ~ 50Hz
Nominaal verbruik
70W
Verlichting
LED
Naaisnelheid 800 steken/minuut maximaal
Afmetingen naaimachine:
Lengte (mm)
Breedte (mm)
Hoogte (mm)
Nettogewicht (kg)
420
210
310
5,9
Voetpedaal
Model
C-9000
Aansluitspanning
DC 15V, max. 3mA
De technische specificaties en deze
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving
vooraf worden gewijzigd.
72
Index
Index
AA
Aan de slag met borduren ......................................... 62
Aanbevelingen - naaien ............................................. 34
Aanbevolen steken voor een quilt met
handgemaakt effect ................................................. 41
Aanpassingen aan steken .......................................... 35
Aansluiten op of loskoppelen van USB-poort.............. 23
Accessoiredoos ...........................................................3
Accessoires.................................................................4
Achterkant .................................................................3
Achteruitnaaitoets met indicator ................................ 27
Afhechttoets ............................................................. 26
Alfabetmodus, Reeksen............................................. 46
Alfabetmodus, toets .................................................. 27
alfabetmodus, toets reeksen....................................... 59
Alfabetten ................................................................ 10
Algemene naaipop-ups ............................................. 43
Algemene pop-ups voor borduren ............................. 64
Algemene problemen ................................................ 70
alle lagen aan elkaar.................................................. 42
Alt-toets ................................................................... 27
Automatische stop voor afsnijden ......................... 30, 62
BB
Bevestig Borduur-/Free-motionvoet 6. ....................... 51
Blindzoomsteek ........................................................ 42
Block.......................................................................................10
Borduren..
................................................................ 57
Borduurcollectie ....................................................... 50
Borduureenheid aansluiten........................................ 51
Borduureenheid kalibreren........................................ 64
Borduureenheid verwijderen ..................................... 51
Borduurlettertype laden ............................................ 58
Borduurmotief bewerken .......................................... 63
Borduurmotieven laden van de USB Embroidery
Stick ....................................................................... 58
Borduurring bevestigen/verwijderen......................... 53
Borduurringgrootten................................................. 59
Borduurringposities ............................................. 30, 59
Borduurteksteditor.................................................... 58
Borduurteksteditorweergave ..................................... 59
Borduurweergave 1................................................... 56
Borduurweergave 2................................................... 56
Bovendraad controleren ............................................ 43
Breedte van het borduurmotief .................................. 63
CC
Contrast ................................................................... 30
Cordonsteken .............................................................9
Cursortoetsen ........................................................... 27
Cyrillic ..................................................................... 10
DD
De bovendraad breekt. .............................................. 70
De gegevens op de USB embroidery stick zijn niet
leesbaar .................................................................. 64
De machine borduurt niet.......................................... 72
De machine inrijgen .................................................. 15
De naad heeft ongelijke steken................................... 71
De naaimachine in een naaitafel monteren.................. 13
De naaimachine slaat steken over............................... 70
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig ..... 71
De naald verwisselen ................................................ 21
De steekplaat vervangen ........................................... 69
De stof in de borduurring spannen............................. 52
Decoratieve steken ......................................................9
Draadafsnijder.......................................................... 13
Draadinsteker........................................................... 16
Draadspanning............................................... 29, 36, 61
EE
Een borduurmotief laden........................................... 57
Een reeks naaien ....................................................... 48
Een tekstreeks maken................................................ 46
Een tweelingnaald inrijgen ........................................ 17
Eenstaps knoopsgatvoet 5.......................................... 38
Elastische blindzoomsteek......................................... 43
Exacte positie bepalen ............................................... 60
Extra garenpen ......................................................... 15
GG
Garenpennen............................................................ 14
Genaaide zigzagsteek................................................ 37
Gratis Embroidery Intro Software (PC)....................... 23
HH
Handmatig knoopsgat............................................... 39
Het alfabet gebruiken................................................ 46
Het borduurmotief bevat elementen die niet
kunnen worden geopend ......................................... 64
Het borduurmotief is gerimpeld ................................ 72
Het borduurmotief is vervormd................................. 71
Het IDT™ systeem inschakelen.................................. 19
Het IDT™ systeem uitschakelen................................. 20
Het spoelhuis schoonmaken ...................................... 68
Hoogte van het borduurmotief .................................. 63
Hoorbaar alarm ........................................................ 30
Horizontale positie.................................................... 14
Huidige kleur ........................................................... 60
Huidige positie .................................................... 30, 59
73
Index
II
IDT™ systeem ...................................... 19–20, 34, 40, 62
Info-toets.................................................................. 28
Ingebouwde borduurmotieven laden ......................... 57
KK
Kan geen knoopsgat naaien ....................................... 71
Kleurenlijst............................................................... 57
Knoop aannaaien ...................................................... 40
Knoopsgat met inlegdraad......................................... 39
Knoopsgaten ............................................................ 37
LL
Laadtoets.................................................................. 27
LED-lampjes............................................................. 13
Lettertypes laden van de USB Embroidery Stick.......... 58
MM
Machineoverzicht .......................................................2
Menu Instellingen ..................................................... 29
Middenpositie ..................................................... 31, 60
Monochroom............................................................ 61
NN
Naaimachine moet rusten.......................................... 43
Naaimachine reinigen ............................................... 68
Naaitechnieken......................................................... 37
Naaivoet bevestigen.................................................. 23
Naaivoet verwijderen................................................ 22
Naaivoet verwisselen ................................................ 22
Naaivoetdruk ........................................................... 22
Naaivoeten.................................................................5
Naalden ................................................................... 20
Naaldkunststeken .......................................................9
Naam/nummer borduurmotief ................................. 57
Nuttige steken ............................................................7
OO
OK-toets................................................................... 28
Onderdelen bovenkant................................................3
Onderdelen van de borduureenheid.............................4
Onderdraad breekt.................................................... 71
Onderhoud............................................................... 67
Ontwerpinformatie ................................................... 57
Opbergen van de machine ......................................... 13
opspoelen................................................................. 18
Overzicht borduureenheid ........................................ 50
Overzicht borduurringen........................................... 50
PP
Parkeerpositie...................................................... 31, 60
Persoonlijke steek ..................................................... 36
Persoonlijke steek laden ............................................ 37
Persoonlijke steek overschrijven................................. 36
Persvoetlichter.......................................................... 22
Positie borduurmotief ............................................... 57
Problemen oplossen .................................................. 70
QQ
Quilten met handgemaakt effect ................................ 41
Quiltsteken.................................................................9
RR
Reeks laden .............................................................. 48
Reeks maken ............................................................ 46
Reeks opslaan........................................................... 47
Reeksen.................................................................... 45
Resterende steken in kleurblok .................................. 60
rijgen ....................................................................... 27
rijgsteek ................................................................... 61
Ritssluitingen naaien................................................. 43
Roteren .................................................................... 63
SS
Schoonmaken onder het spoelhuis. ............................ 69
Selecteer een steek..................................................... 34
Selecteer een tekenset en lettertype............................. 47
Sluit het snoer en het voetpedaal aan.......................... 12
Snelheidsregelaar...................................................... 28
Snelheidsregeling...................................................... 61
Snijpositie............................................................ 31, 60
Softwareversie .......................................................... 30
Spiegelen............................................................. 36, 64
Spoel plaatsen........................................................... 19
Spoelen .................................................................... 18
Spoelen door de naald............................................... 18
Spoelen vanuit horizontale positie.............................. 18
Start/stop-toets......................................................... 27
Steekbreedte/Steekpositie ......................................... 35
Steekbreedtebeveiliging............................................. 29
Steeklengte/Steekdichtheid ....................................... 35
Steken of letters van een reeks verwijderen................. 47
Steken voor optionele naaivoeten............................... 10
Stekenoverzicht ..........................................................7
Stekenselectietoetsen................................................. 27
Stopopdracht in borduurmotief ................................. 65
Stoppen.................................................................... 40
74
Index
TT
Taal.......................................................................... 30
Tekst en steken aanpassen ......................................... 47
Toets........................................................................ 27
Toets "draadafsnijder" met indicator........................... 26
Toets grafisch display................................................ 27
Toets Horizontaal spiegelen....................................... 27
Toets naaimodus/borduurmodus .............................. 27
Toets naaldstop boven/onder met indicator ............... 26
Toets Persoonlijke steek of reeks opslaan .................... 27
Toets reeksen/borduurmotief bewerken..................... 27
Toets Verticaal spiegelen ........................................... 27
Toets Verwijderen..................................................... 27
Toetsen .................................................................... 27
Toetsen en indicators................................................. 26
Toetsen steeklengte/steekdichtheid ........................... 27
Transporteur verzinken............................................. 21
Tweelingnaald.......................................................... 29
UU
Uitpakken ................................................................ 12
Update-instructies..................................................... 25
USB Embroidery Stick ............................................... 23
USB embroidery stick aansluiten................................ 64
USB-poort ................................................................ 23
Uw machine updaten ................................................ 24
Uw reeksen beheren.................................................. 47
VV
Verlenging ............................................................... 35
Verplaatsen .............................................................. 63
Verticale positie ........................................................ 14
Verwijder de borduurring ......................................... 64
Voorbereidingen op het borduren .............................. 49
Voorkant ....................................................................2
Vrije arm .................................................................. 13
WW
Weergave Borduurmotief bewerken........................... 56
Wiel-toetsen ............................................................. 28
ZZ
Zomen naaien in dikke stof........................................ 40
75
INTELLECTUEEL EIGENDOM
CREATIVE, IDT, PFAFF, en PERFECTION STARTS HERE zijn handelsmerken van
KSIN Luxembourg II, S.ar.l.
U heeft een moderne naai- en borduurmachine gekocht waarvan de software kan
worden bijgewerkt. Aangezien we regelmatig software-updates uitgeven, is het
mogelijk dat er verschillen zijn tussen de machine-software en de software die staat
beschreven in de gebruiksaanwijzing. Raadpleeg uw plaatselijke erkende PFAFF®
dealer en bezoek regelmatig onze website op www.pfaff.com voor de nieuwste
updates van de software en de gebruiksaanwijzing.
Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging vooraf veranderingen aan te
brengen in de machine en het assortiment accessoires, of aanpassingen te doen in
functies of ontwerp. Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste van de
gebruiker van het product.
Bij het wegdoen van dit product moet u erop letten dat het op de juiste
wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen voor
elektrische/elektronische producten. Gooi elektrische apparaten niet
weg als ongesorteerd afval, maar maak gebruik van gescheiden
afvalinzameling. Neem contact op met de gemeente voor informatie
over de aanwezige inzamelpunten. Als u oude apparaten vervangt
door nieuwe, kan de verkoper wettelijk verplicht zijn om uw oude
apparaat gratis terug te nemen om het af te voeren.
Als elektrische apparaten worden weggegooid op stortplaatsen of
vuilnisbelten kunnen er gevaarlijke stoffen in het grondwater lekken, in
de voedselketen terechtkomen en schade aanrichten aan uw
gezondheid en welzijn.
CE Authorised Representative
VSM GROUP AB, SVP Worldwide
Drottninggatan 2, SE-56184, Huskvarna, SWEDEN
4710087-36A · Inhouse · © 2015 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. · All rights reserved · Printed in Germany on enviromental friendly paper.
www.pfaff.com
83

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Pfaff-Creative-1.5

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pfaff Creative 1.5 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pfaff Creative 1.5 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,53 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pfaff Creative 1.5

Pfaff Creative 1.5 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 72 pagina's

Pfaff Creative 1.5 Gebruiksaanwijzing - English - 68 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info