478149
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/40
Pagina verder
Handleiding
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28.
Elektrische aansluiting
Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Opmerkingen over de veiligheid
Deze naaimachine is niet bedoeld voor gebruik door personen (ook kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of mentale functies, of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij ze onder
toezicht staan of geïnstrueerd worden over het gebruik van de naaimachine door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan, zodat ze niet met de naaimachine kunnen spelen.
Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.
Verwijder direct na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt de stekker van de naaimachine uit
het stopcontact.
Schakel de naaimachine uit (“O”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald, zoals
een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, een andere naaivoet plaatsen en dergelijke.
Gebruik de naaimachine nooit als het snoer of de stekker beschadigd zijn.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de
naaimachinenaald.
Draag een veiligheidsbril.
Gebruik deze naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor de naaimachine bedoeld is en zoals
die worden beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn
aanbevolen zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Vervang het lampje door het
zelfde type (voltage en watt).
Let op! Dit product moet op een veilige manier
gerecycled worden volgens de geldende nationale
wetgeving voor elektrische/elektronische producten.
Raadpleeg bij twijfel uw leverancier voor advies.
Inhoudsopgave
Inleiding
Machineonderdelen .......................................................... 4
Accessoires ...........................................................................5
Optionele accessoires van INSPIRA........................6
Voorbereidingen
Het voetpedaal
en de stroomvoorziening aansluiten .........................7
De spoelhouder opzetten ...............................................7
De uitschuifbare garenhouder opzetten ..................7
Voorklep .................................................................................8
Openen ...................................................................................................8
Sluiten ....................................................................................................8
Het afvalzakje bevestigen ...............................................8
Persvoetlichter ....................................................................8
De naaivoet verwisselen ..................................................8
Informatie over de naald ................................................9
De naalden vervangen .....................................................9
Beweegbaar bovenmes ..................................................9
Uitschakelen, positie B ....................................................................9
Inschakelen, positie A ......................................................................9
2-draads overlockconvertor ....................................... 10
Inschakelen .......................................................................................10
Uitschakelen .....................................................................................10
Bovenste grijper .............................................................. 10
Uitschakelen .....................................................................................10
Inschakelen .......................................................................................10
Overschakelen naar deksteektabel B ..................... 10
Het instelhaakje instellen ............................................ 11
Draad inrijgen
Algemene inrijg-informatie ......................................... 11
De bovenste grijper (rood) inrijgen ......................... 12
De onderste grijper (geel) inrijgen .......................... 13
De kettingsteekgrijper (paars) inrijgen ..................14
De rechter naald inrijgen ........................................... 15
De linker naald inrijgen .............................................. 16
De kettingsteeknaald inrijgen .................................... 17
De deksteeknaalden inrijgen .....................................18
Draadinsteker ................................................................... 21
Garen verwisselen ..........................................................21
Steken en naaitechnieken
Stekenoverzicht ............................................................... 22
Beginnen met naaien .................................................... 28
Spelden plaatsen ............................................................................28
Een draadketting maken..............................................................28
Een rolzoom naaien ....................................................... 29
Deksteken naaien ........................................................... 29
De machine instellen ....................................................................29
Beginnen met naaien ....................................................................29
Het uiteinde van de deksteeknaad vastzetten ....................29
Flatlocksteken naaien ...................................................30
Standaard Á atlocksteek ................................................................30
Decoratieve Á atlocksteek .............................................................30
Laddersteek .......................................................................................30
Kettingsteken naaien ..................................................... 31
De machine instellen ....................................................................31
Begin en einde naaien ..................................................................31
Naaitips ............................................................................... 31
Plooien naaien .................................................................................31
In cirkels naaien ..............................................................................31
De draadketting vastzetten .........................................................31
Vlechten door een draadketting te maken ...........................31
Steken aanpassen
Steekbreedte aanpassen ............................................. 32
De breedte aanpassen met de naaldpositie........................32
De breedte aanpassen met de snijbreedteknop ...............32
De persvoetdruk aanpassen ......................................32
De steeklengte aanpassen .......................................... 32
Differentieel transport aanpassen ........................... 33
Gerimpelde overlock (elastische, gebreide stoffen) .........33
Elastische overlock (dunne stoffen) ........................................33
Fijne afstelling draadspanningsinstellingen ........ 34
Onderhoud
Machineonderhoud........................................................ 36
Reinigen ..............................................................................................36
Oliën .....................................................................................................36
Het beweegbare bovenmes vervangen ..................................36
Het lampje vervangen ...................................................................37
Opslag ................................................................................. 37
Onderhoud/reparaties .................................................. 37
Problemen oplossen .....................................................38
MachinespeciÀ caties ..................................................... 39
Intellectueel eigendom .................................................39
2
89
34 5 6 7 1
11
10
15
16
17
19
18
14
12 13
PFAFF
coverlock 3.0
german design
22
20
21
24
23
25
26
27
Inleiding4
Machineonderdelen
1. Uitschuifbare garenhouder
2. Handvat
3. Hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de linker naald (blauw)
4. Hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de rechter naald (groen)
5. Hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de bovenste grijper (rood)
6. Hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel)
7. Hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de kettingsteekgrijper (paars)
8. Steekplaat
9. Uitbreiding werkruimte
10. Bedekking mesje A
11. Voorklep
12. Aan-/uit- en lichtschakelaar
13. Voetpedaal/aansluiting snoer
14. Handwiel
15. Steeklengteknop
16. Spoelhouder
17. Garenkloshouder
18. Automatische draadspanningsknop (ADK)
19. Garenpen
20. Knop voor aanpassen persvoetdruk
21. Draadafsnijder
22. Persvoetlichter
23. Gat voor aanschuiftafel
24. Knop voor aanpassen differentieel transport
25. Persvoethouder
26. Naaivoet
27. Knop voor snijbreedte
33
34
3536
28
3029 32
31
23 4 5 6 7 8
9
11
1
10
12
14
13
Inleiding
5
Accessoires
De accessoires zitten in de accessoiredoos.
1. Accessoiredoos
2. Schroevendraaier
3. Mesje (voor het beweegbare bovenmes)
4. Garenafrolschijven (5)
5. Garennetjes (5)
6. Oliebusje
7. Inbussleutel
8. Pincet
9. Deksteektabel B (voor dek-/kettingsteek)
10. Garenkloshouders (5)
11. Stofkap
12. Kwastje
13. Afvalzakje
14. Draadinsteker
15. Aanschuiftafel met vier poten en “punaise”
(niet afgebeeld).
Monteer de aanschuiftafel en poten volgens de bij de
tafel gevoegde afbeeldingen. De “punaise” wordt in de
gaatjes van de tafel gebruikt om uw stof op zijn plaats
te houden als u cirkels naait (zie pagina 31).
16. Naalden (niet afgebeeld) systeem ELx705 met drie
naalden maat 14/90 en twee naalden maat 12/80. Twee
naalden maat 14/90 zitten bij levering in de machine.
28. Beweegbaar bovenmes
29. Instelhaakje
30. Vast ondermes
31. Grijper voor kettingsteek/deksteek
32. Onderste grijper
33. Bovenste grijper
34. 2-draadsconvertor
35. Koppeling bovenste grijper
36. Draadgeleider ketting-/deksteek
Inleiding6
Optionele accessoires van INSPIRA
Speciaal voor deze machine gemaakte optionele naaivoeten zijn verkrijgbaar bij uw PFAFF® dealer. De naaivoet met
kliksysteem die op deze machine wordt gebruikt, kan eenvoudig worden verwijderd en vervangen.
Elastiekvoet 620 08 65-96
De elastiekvoet geleidt smal elastiek (6-12 mm) en rekt het
uit terwijl u het op stof naait. Ideaal voor sportkleding,
lingerie en andere technieken waarbij elastiek wordt
gebruikt.
Blindzoom- & kantvoet 620 08 69-96
De blindzoomvoet is perfect voor het naaien van
onzichtbare zomen en voor het aanbrengen van kant. De
zoom wordt in één stap genaaid, afgewerkt en afgesneden.
Parelvoet 620 08 66-96
De parelvoet geleidt kraaltjes en parels soepel door een
gleuf op de voet zodat u ze eenvoudig op kledingstukken
of andere werkstukken kunt naaien.
Paspelvoet 620 08 67-96
De paspelvoet is geschikt voor het aanbrengen van kant
en klare paspels in zomen en op randen voor een mooie
afwerking. De sierstrook wordt in één stap tussen de twee
lagen stof genaaid. De paspel wordt geleid door een groef
onder de voet. U kunt ook uw eigen paspels maken voor
een op maat gemaakte afwerking.
Met de paspelvoet kunt u snel en eenvoudig een koord
met stof bedekken en paspels in zomen naaien voor een
professioneel effect!
Naadbandvoet 620 08 68-96
De naadbandvoet wordt gebruikt om naadbanden
op naden aan te brengen om te voorkomen dat deze
uitrekken. Dit is speciaal geschikt voor het verstevigen
van schoudernaden. Met deze naaivoet kunt u naden in
één stap naaien en verstevigen.
Sommige stoffen bevatten veel overtollige verf,
waardoor ze kunnen afgeven op andere stoffen en ook
op uw overlockmachine. De afgegeven kleur kan zeer
moeilijk of onmogelijk te verwijderen zijn.
Fleece en denim, vooral rood en blauw, bevatten vaak
veel overtollige verf.
Als u vermoedt dat uw stof/kledingstuk veel overtollige
verf bevat, wast u het dan eerst voordat u gaat naaien
om afgeven te voorkomen.
coverlock 3.0
german design
A
B
C
ATD
A
Voorbereidingen 7
Het voetpedaal en de
stroomvoorziening aansluiten
Voetpedaal om bij deze machine te gebruiken:
Type 4C-345B22 voor VS/Canada
Type 4C-345G22 voor Europa
Type 4C-345G25 voor VK
Type 4C-345G23 voor Australië
Controleer voordat u de stekker van de machine in het
stopcontact steekt of de spanning gelijk is aan die op het
plaatje op de onderkant van de machine. De speciÀ caties
verschillen per land.
Sluit het voetpedaal/netsnoer aan op de uitgang op de
machine.
Steek de stekker in het stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar op “1” om de machine aan te
zetten.
Druk op het voetpedaal om te beginnen met naaien.
Gebruik het voetpedaal om de naaisnelheid aan te
passen. Hoe harder u duwt, hoe sneller de machine
naait.
Op de rechterkant van het voetpedaal zit een
snelheidsregeling (A) om volledige of halve snelheid
te selecteren. Als u het voetpedaal helemaal induwt,
loopt de machine op de maximale snelheid die met
de snelheidsregeling is ingesteld. Om te stoppen met
naaien, haalt u uw voet van het pedaal.
Zet de hoofdschakelaar op “0” om de machine uit te
zetten.
Let op: Wanneer de voorklep open staat, wordt de
veiligheidsschakelaar ingeschakeld zodat de machine niet kan
naaien, ook niet als u het voetpedaal indrukt.
De spoelhouder opzetten
Breng de spoelhouder aan en duw deze dan naar rechts,
zoals op de afbeelding.
De uitschuifbare garenhouder
opzetten
Trek de uitschuifbare garenhouder helemaal omhoog
en draai totdat de houder op zijn plaats klikt. Plaats de
garenklosjes op de houders op de garenpen.
Als de machine al is ingeregen, maak de draden dan recht
zodat ze niet in de war raken.
Voorbereidingen8
Voorklep
Openen
Duw de klep eerst zo ver mogelijk naar rechts en trek de
klep dan omlaag naar u toe.
Sluiten
Trek de voorklep van de machine eerst omhoog en schuif
deze dan naar links totdat hij is vergrendeld.
Let op: De voorklep heeft een veiligheidsschakelaar; de machine
naait niet als de voorkant open staat.
Het afvalzakje bevestigen
Plaats de machine zo dat de voorkant bijna gelijk is met
de rand van de tafel. Breng de U-vormige haken van het
afvalzakje aan op de twee zuignappen op de onderkant
van de machine. Zorg ervoor dat het afval in het zakje valt
tijdens het naaien.
Persvoetlichter
Breng de naaivoet omhoog door de persvoetlichter aan de
achterkant van de machine omlaag te brengen.
Als u de persvoetlichter omlaag duwt, komt de naaivoet
in de extra hoge positie.
Naaivoet verwisselen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
Breng de naaivoet omhoog.
Draai het handwiel naar u toe totdat de naalden in de
hoogste positie staan.
Druk op de rode knop op de achterkant van de
persvoethouder om de naaivoet los te maken.
Als u de naaivoet in de extra hoge positie brengt, komt
de naaivoet los van de machine.
Plaats de nieuwe naaivoet met de pen recht onder de
groef van de houder, die in de extra hoge positie staat.
Breng de naaivoet omlaag. Druk op de rode knop op de
achterkant van de persvoethouder om de naaivoet vast
te klikken.
1
2
B
A
B
B
A
B
A
B
E
D
C
german design
A. Linker overlocknaald
B. Rechter overlocknaald
C. Linker deksteeknaald
D. Middelste deksteeknaald
E. Rechter deksteeknaald
Voorbereidingen 9
Informatie over de naald
Deze overlockmachine gebruikt een industriële naald
met platte schacht waardoor de naald niet achterstevoren
aangebracht kan worden.
Probeer niet om een standaard huishoudnaaimachinenaald
te gebruiken in deze overlockmachine, van welke grootte of
type dan ook.
Gebruik INSPIRA™ naald EL x 705 maat 14/90 en 12/80, die
bij deze machine zijn geleverd.
De naalden vervangen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine
uit het stopcontact.
Draai het handwiel naar u toe totdat de naalden in de
hoogste positie staan.
Leg een dik stuk stof onder de naaivoet. Breng de naalden
tot halverwege in de stof.
Maak de naaldhouderschroef los met de inbussleutel,
maar verwijder de schroef niet. Houd de naalden daarbij
vast.
Let op: Wanneer u naalden aanbrengt in de naaldhouders A en/of
B, moet u de naaldhouderschroeven voor A en B beide losdraaien.
Verwijder de geselecteerde naald.
Houd de nieuwe naald met het platte vlak naar de
achterkant.
Breng de naald zo ver mogelijk in de naaldhouder.
Draai de naaldhouderschroef goed vast met de
inbussleutel.
Let op: Draai de schroef niet te vast aan; daardoor kan de
naaldhouder beschadigen.
Beweegbaar bovenmes
Uitschakelen, positie B
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine
uit het stopcontact.
Draai het handwiel naar u toe totdat het bovenmesje in de
hoogste positie staat.
Open de voorklep.
Trek de knop van het beweegbare mesje zo ver mogelijk
naar rechts.
Draai de knop linksom naar u toe totdat het mesje in de
vergrendelde positie B klikt.
Inschakelen, positie A
Open de voorklep en trek de knop van het beweegbare
mesje zo ver mogelijk naar rechts.
Draai de knop naar rechts totdat het mesje in de
snijpositie A klikt.
A
B
B
A
1
2
3
4
Voorbereidingen10
2-draads overlockconvertor
Inschakelen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
2-draads overlocksteken worden genaaid met één
bovendraad en de draad in de onderste grijper. Voordat
u begint te naaien, moet de 2-draadsconvertor aan de
bovenste grijper worden bevestigd.
Open de voorklep.
Breng de witte hendel op de 2-draadsconvertor
omhoog om de scherpe rand (A) van de convertor in
het oog (B) van de bovenste grijper te brengen.
Uitschakelen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
Breng de witte hendel op de convertor omlaag en
verwijder de scherpe rand (A) uit het oog (B) van de
bovenste grijper.
Bovenste grijper
Uitschakelen
Voor het naaien van deksteken en kettingsteken moet de
bovenste grijper worden uitgeschakeld.
Draai het handwiel totdat de bovenste grijper in de
laagste positie staat.
Duw de koppelingshendel naar rechts en terug totdat
positie B zichtbaar is vanaf de voorkant.
Inschakelen
Draai het handwiel totdat de bovenste grijper in de
laagste positie staat.
Trek de koppelingshendel naar u toe totdat positie A
zichtbaar is vanaf de voorkant.
Overschakelen naar deksteektabel B
Voor het naaien van deksteken en kettingsteken moet de
deksteektabel B worden gebruikt.
Til het haakje (1) op om de bedekking van mesje A los
te maken en trek het naar u toe.
Breng de deksteektabel B aan door de twee voorste
pennen (2) in de gaten (3) aan te brengen en controleer
of het haakje (4) op zijn plaats klikt.
R
N
N
R
N
R
Draad inrijgen 11
Algemene inrijg-informatie
Er staat een kleurgecodeerd schema in de voorkant van
de machine voor snelle raadpleging. Begin altijd met het
inrijgen van de grijpers en dan de naalden van rechts naar
links.
In de onderstaande tabel vindt u aanbevelingen
over welke naalden en garen u moet gebruiken voor
verschillende stofdikten.
Tip: Uw nieuwe machine is ingeregen voor het naaien van een
standaard overlocksteek. Knoop uw eigen draden aan deze draden
vast en trek ze voorzichtig door de machine heen. Zo rijgt u uw
nieuwe overlockmachine de eerste maal gemakkelijk in.
Let op: Als de onderste grijper niet ingeregen is, gaat u als volgt
te werk:
1. Haal de draad uit de naald(en)
2. Rijg de onderste grijper in
3. Rijg de naald(en) in
Stof Dunne stof
(voile crêpe, georgette,
enz.)
Normale stof
(katoen, zware katoen, wol,
satijn, enz.)
Dikke stof
(denim, jersey, tweed, enz.)
Naalden
#12 #14 #14
Garen
Polyester
(gesponnen garen)
Gedraaid garen
#60/2 - #100/3
Gedraaid garen
#80/3 - #100/3
Gedraaid garen
#60/2
Gedraaid garen
#50/2 - #60/2
Het instelhaakje instellen
Het instelhaakje moet op N worden gezet voor al het
standaard overlock-naaiwerk. Voor het naaien van een
rolzoom moet het instelhaakje worden ingetrokken door
het op R te zetten.
Wanneer u het instelhaakje verplaatst, duw de hendel dan
zo ver mogelijk in iedere richting.
1
1
2
3
2
4
5
6
7
8
9
9
Draad inrijgen12
De bovenste grijper (rood) inrijgen
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt
Rijg het grijpergedeelte van de machine in door de rode
inrijgroutes te volgen (4-9).
Gebruik de pincet om het gat in de bovenste grijper van
voren naar achteren in te rijgen (9).
Trek ongeveer 10 cm garen door de grijper en leg de
draad naar de achterkant van de steekplaat.
1
2
1
2
3
9
4
5
6
7
8
9
10
A
A
B
B
Optie 1 Optie 2
5
Draad inrijgen 13
De onderste grijper (geel) inrijgen
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Draai het handwiel naar u toe totdat de onderste grijper
10 mm uitsteekt vanaf de rand van de steekplaat.
Rijg het grijpergedeelte van de machine in door de gele
inrijgroutes te volgen (4-10).
Haal de draad door draadgeleider (4).
Breng de draad door de rechter gleuf van de
inrijggeleider (5).
Om de laatste draadgeleider (9) in te rijgen, trekt u
ongeveer 10 cm draad door de geleider (8) heen.
Tip: Als u het instelhaakje op R zet, gaat het inrijgen
gemakkelijker. Vergeet het haakje niet weer op N te zetten
voordat u begint te naaien.
Optie 1
Breng de draad in de “V”-uitsparingen (A) op de
inrijghendel. Trek de inrijghendel (B) omhoog op zijn
plaats en terug om de draad in draadgeleider 9 te
brengen. Rijg het oog van de grijper (10) van voren
naar achteren in met de pincet.
Optie 2
Rijg het oog van de grijper (10) van voren naar achteren
in met de pincet. Zorg ervoor dat de draad in de “V”-
uitsparingen (A) op de inrijghendel loopt. Houd het
uiteinde van de draad goed vast met uw linkerhand en
trek de inrijghendel (B) omhoog op zijn plaats en terug
om de draad in draadgeleider 9 te trekken.
1
2
3
1
2
A
10
BB
A
Optie 1 Optie 2
8
4
5
6
7
8
9
10
11
5
Draad inrijgen14
De kettingsteekgrijper (paars) inrijgen
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Draai het handwiel naar u toe totdat de
kettingsteekgrijper helemaal rechts staat.
Rijg het grijpergedeelte van de machine in door de
paarse inrijgroutes te volgen (4-11).
Haal de draad door draadgeleider (4).
Breng de draad door de gleuf in de voorkant van de
inrijggeleider (5).
Rijg de kettingsteekgeleider (8) in door de draad
voor de pen van de draadgeleider te houden en de
draad naar achteren en omhoog te trekken, totdat
de draad in de lus van de draadgeleider en onder
de veer loopt.
Om de laatste draadgeleider (10) in te rijgen, trekt u
ongeveer 10 cm draad door de geleider (9) heen.
Tip: Als u het instelhaakje op R zet, gaat het inrijgen
gemakkelijker. Vergeet het haakje niet weer op N te zetten
voordat u begint te naaien.
Optie 1
Breng de draad in de “V”-uitsparingen (A) op de
inrijghendel. Trek de inrijghendel (B) omhoog op zijn
plaats en terug om de draad in draadgeleider 10 te
brengen. Rijg het oog van de grijper (11) van voren
naar achteren in met de pincet.
Optie 2
Rijg het oog van de grijper (11) van voren naar achteren
in met de pincet. Zorg ervoor dat de draad in de “V”-
uitsparing (A) op de inrijghendel loopt. Houd het
uiteinde van de draad goed vast met uw linkerhand en
trek de inrijghendel (B) omhoog op zijn plaats en terug
om de draad in draadgeleider 10 te trekken.
2
4
5
6
7
8
9
9
1
2
3
1
Draad inrijgen 15
De rechter naald inrijgen
(groen, B op naaldhouder)
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Ga door naar de inrijgpunten (4-8).
Trek de draad in de achterste groef op de
draadgeleider (5) en in de groef op de bedekking van
de draadhefboom (6). Trek de draad dan in de rechter
groef op de draadgeleiders (7) en (8).
Controleer voordat u de draad door de naald haalt of
de draad achter de draadgeleider op de onderkant van
de naaldhouder loopt.
Rijg de draad door het oog van de naald (9). Gebruik de
draadinsteker (zie pagina 21) om de naald eenvoudiger
in te kunnen rijgen.
Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald
en laat dit los hangen.
Leg de draad naar de achterkant toe, onder de naaivoet.
2
1
2
3
1
4
5
6
7
8
9
9
Draad inrijgen16
De linker naald inrijgen
(blauw, A op naaldhouder)
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Ga door naar de inrijgpunten (4-8).
Trek de draad in de middelste groef op de
draadgeleider (5) en in de groef op de bedekking
van de draadhefboom (6). Trek de draad dan in de
middelste groef op de draadgeleiders (7) en (8).
Controleer voordat u de draad door de naald haalt of
de draad achter de draadgeleider op de onderkant van
de naaldhouder loopt.
Rijg de draad door het oog van de naald (9). Gebruik de
draadinsteker (zie pagina 21) om de naald eenvoudiger
in te kunnen rijgen.
Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald
en laat dit los hangen.
Leg de draad naar de achterkant toe, onder de naaivoet.
2
4
5
6
7
8
9
1
2
3
1
9
Draad inrijgen 17
De kettingsteeknaald inrijgen
(blauw, D op naaldhouder)
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Ga door naar de inrijgpunten (4-8).
Trek de draad in de middelste groef op de
draadgeleider (5) en in de groef op de bedekking
van de draadhefboom (6). Trek de draad dan in de
middelste groef op de draadgeleiders (7) en (8).
Controleer voordat u de draad door de naald haalt of
de draad voor de draadgeleider op de onderkant van
de naaldhouder loopt.
Rijg de draad door het oog van de naald (9). Gebruik de
draadinsteker (zie pagina 21) om de naald eenvoudiger
in te kunnen rijgen.
Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald
en laat dit los hangen.
Leg de draad naar de achterkant toe, onder de naaivoet.
1
1
2
3
2
4
5
6
7
8
9
9
Draad inrijgen18
De deksteeknaalden inrijgen
Let op: Rijg de naalden in deze volgorde in: rechts (E),
midden (D), links (C)
De rechter deksteeknaald inrijgen
(rood, E op de naaldhouder)
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Ga door naar de inrijgpunten (4-8).
Trek de draad in de achterste groef op de
draadgeleider (5) en in de groef op de bedekking van
de draadhefboom (6). Trek de draad dan in de rechter
groef op de draadgeleiders (7) en (8).
Controleer voordat u de draad door de naald haalt of
de draad voor de draadgeleider op de onderkant van
de naaldhouder loopt voor de deksteek.
Rijg de draad door het oog van de naald (9). Gebruik de
draadinsteker (zie pagina 21) om de naald eenvoudiger
in te kunnen rijgen.
Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald
en laat dit los hangen.
Leg de draad naar de achterkant toe, onder de naaivoet.
2
1
2
3
1
4
5
6
7
8
9
9
Draad inrijgen 19
De middelste deksteek-/kettingsteeknaald
inrijgen (groen, D op de naaldhouder)
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Ga door naar de inrijgpunten (4-8).
Trek de draad in de middelste groef op de
draadgeleider (5) en in de groef op de bedekking
van de draadhefboom (6). Trek de draad dan in de
middelste groef op de draadgeleiders (7) en (8).
Controleer voordat u de draad door de naald haalt
of de draad voor de draadgeleider op de onderkant
van de naaldhouder loopt voor de deksteek en de
kettingsteek.
Rijg de draad door het oog van de naald (9). Gebruik de
draadinsteker (zie pagina 21) om de naald eenvoudiger
in te kunnen rijgen.
Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald
en laat dit los hangen.
Leg de draad naar de achterkant toe, onder de naaivoet.
2
4
5
6
7
8
9
1
2
3
1
9
Draad inrijgen20
De linker deksteeknaald inrijgen
(blauw, C op de naaldhouder)
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Leid de draad van achteren naar voren door de
draadgeleider op de garenhouder (1).
Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de
draad naar links te trekken totdat deze onder de
geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant
van de knop, zoals is afgebeeld (2).
Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Houd de draad met beide handen vast en leid de
draad tussen de spanningsschijven en trek de draad
omlaag om zeker te weten dat deze goed tussen de
spanningsschijven (3) loopt.
Ga door naar de inrijgpunten (4-8).
Trek de draad in de voorste groef op de draadgeleider (5)
en in de groef op de bedekking van de draadhefboom (6).
Trek de draad dan in de linker groef op de
draadgeleiders (7) en (8).
Controleer voordat u de draad door de naald haalt of
de draad voor de draadgeleider op de onderkant van
de naaldhouder loopt.
Rijg de draad door het oog van de naald (9). Gebruik de
draadinsteker (zie pagina 21) om de naald eenvoudiger
in te kunnen rijgen.
Trek ongeveer 10 cm draad door het oog van de naald
en laat dit los hangen.
Leg de draad naar de achterkant toe, onder de naaivoet.
PFAFF
coverlock 3.0
german design
PFAFF
coverlock 3.0
german design
Draad inrijgen 21
Draadinsteker
Om de naalden eenvoudiger in te kunnen rijgen, gebruikt
u de draadinsteker die bij de accessoires zit.
Draai aan het handwiel zodat de naalden in de hoogste
positie staan en breng de naaivoet omlaag. Zorg
ervoor dat één van de rechthoekige markeringen van
de draadinsteker omhoog wijst. Breng de draad van
rechts naar links in de gleuf op de bovenkant van de
draadinsteker.
Houd de draadinsteker tegen de naald. Breng de
draadinsteker omlaag naar het oog van de naald
en duw zachtjes tegen de naald, zodat een metalen
pennetje de draad door het oog van de naald duwt en
een lus vormt.
Gebruik de draadinsteker om de draadlus door te
trekken tot achter de naald.
Garen verwisselen
Dit is een eenvoudige manier om het garen te vervangen:
Knip de gebruikte draad bij het klosje af, achter de
geleiders op de uitschuifbare garenhouder.
Verwijder het garenklosje en plaats het nieuwe garen
op de garenpen.
Knoop het uiteinde van de nieuwe draad vast aan
het einde van de oude draad. Knip de uiteinden van
het garen op 2-3 cm lengte af en trek goed aan beide
draden om te controleren of de knoop goed vast zit.
Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven
los te maken.
Trek de draden één voor één door de machine totdat
de knoopjes voor de naald zijn. Als u de draden niet
makkelijk door kunt trekken, controleer dan of de
draden op de draadgeleiders niet in de knoop zitten en
of er geen lussen onder de garenhouder zijn.
Knip de draad af achter de knoop en rijg de naald in.
Let op: Bij het gebruik van standaard garenklossen, dient u
het garenafrolschijfje volgens de afbeelding te plaatsen om
voorkomen dat het garen de rand van de klos raakt.
Steken en naaitechnieken22
Steek ATD
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrRGP
B A en D 2.5 6.0 1.0 N Nee A
•••
5-draads veiligheidssteek, breed
Om stoffen in één stap aan elkaar te naaien met een verstevigde steek en af te werken. Een duurzame
kettingsteeknaad met overlockrand voor het naaien van kleding, patchwork en andere projecten.
A B en D 2.5 6.0 1.0 N Nee A
•••
5-draads veiligheidssteek, smal
Om stoffen in één stap aan elkaar te naaien met een verstevigde steek en af te werken. Een duurzame
kettingsteeknaad met overlockrand voor het naaien van kleding, patchwork en andere projecten.
A A en B 2.5 6.0 1.0 N Nee A
•••
4-draads overlock
Voor alle naden die elastisch moeten zijn of moeten meerekken, zoals halsranden, zijnaden, mouwen, enz.
U kunt speciale technieken uitvoeren met een 4-draads overlocknaad, zoals rimpelen, paspels aanbrengen met
de optionele paspelvoet en elastiek aanbrengen met de optionele elastiekvoet.
Stekenoverzicht
De instellingen in deze tabel zijn onze aanbevelingen op basis van normale omstandigheden. De juiste spanning
wordt automatisch ingesteld als u de automatische draadspanningsknop (ADK) gebruikt. Het is mogelijk dat de
draadspanning aangepast moet worden op basis van de steek, het stoftype en het garen dat u gebruikt. Pas voor de
beste resultaten de spanning aan in kleine stapjes van niet meer dan een half cijfer per keer. Maak altijd eerst een
proeÁ apje voordat u echt op uw kleding gaat naaien.
U krijgt verschillende steken door de ADK te combineren met verschillende naaldposities, inrijgmethoden en het
gebruik van de 2-draadsconvertor.
Uitleg van de pictogrammen:
A
B
CD
E
Naaldpositie
N/R
Het instelhaakje instellen
Steeklengte 2-draadsconvertor
Snijbreedte
A/B
Instelling voor bovenmesje, koppelings-
hendel en gebruik van de bedekking van
mesje A of deksteektabel B
Differentieel transport
Steken en naaitechnieken 23
Steek ATD
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrRGP
I A en D 2.5 6.0 1.0 N Ja A
••
4-draads veiligheidssteek, breed
Om stoffen in één stap aan elkaar te naaien met een verstevigde steek en af te werken. Convertor nodig.
I B en D 2.5 6.0 1.0 N Ja A
••
4-draads veiligheidssteek, smal
Om stoffen in één stap aan elkaar te naaien met een verstevigde steek en af te werken. Convertor nodig.
B A 2.5 6.0 1.0 N Nee A
••
3-draads overlock, breed
Voor het naaien van twee lagen elastische stof of het afwerken van één laag dunne tot normale stof. Gebruik
dikker garen in de grijpers als u decoratieve vlechten wilt maken. (Houd uw hand achter de naaivoet en trek
zachtjes en langzaam aan de draadketting terwijl u naait. Probeer dezelfde spanning te houden als wanneer u
op stof naait.)
A B 2.5 6.0 1.0 N Nee A
••
3-draads overlock, smal
Voor het naaien van twee lagen elastische stof of het afwerken van één laag dunne stof. Wordt veel gebruikt
voor het maken van decoratieve plooien. Gebruik decoratief garen in de grijpers en gewoon garen in de naald.
Gebruik verschillende kleuren in de grijpers voor een interessant effect.
Steken en naaitechnieken24
Steek ATD
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrRGP
A B 1.5 6.0 1.0 R Nee A
••
3-draads smalle rand*
Voor het afwerken van dunne stoffen. Geeft een mooie afwerking aan zijde-achtige sjaals, ruches en servetten.
Rijg de grijper in met dun decoratief garen, zoals 40 wt rayon, voor een mooie cordonrand. Lees meer op
pagina 29.
F A 2 6.0 1.0 N Nee A
••
3-draads Á atlocksteek, breed
Voor het aan elkaar naaien van elastische stoffen met een decoratief effect, met de Á atlock-kant of de
laddersteek-kant. Maak afwisselende effecten door de grijpers in te rijgen met decoratief garen. Lees meer op
pagina 30.
F B 2 6.0 1.0 N Nee A
••
3-draads Á atlocksteek, smal
Voor het aan elkaar naaien van elastische stoffen met een decoratief effect, met de Á atlock-kant of de
laddersteek-kant. Maak afwisselende effecten door de grijpers in te rijgen met decoratief garen. Lees meer op
pagina 30.
G A en B 2 6.0 1.0 N Ja A
••
3-draads elastische overlock
Voor het naaien van extra elastische stoffen. Voeg extra elasticiteit toe door een rekbaar garen te gebruiken in
de grijpers. Pas de draadspanning aan.
* Niet aanbevolen voor dikke geweven stoffen of normale tot dikke elastische stoffen.
Steken en naaitechnieken 25
* Niet aanbevolen voor dikke geweven stoffen of normale tot dikke elastische stoffen.
Steek ATD
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrR G P
C B 1 6.0 1.0 R Nee A
••
3-draads rolzoom*
Voor het afwerken van dunne stoffen. Geeft een mooie afwerking aan zijde-achtige sjaals, ruches en servetten.
Rijg voor een mooie rolzoom de grijper in met decoratief garen en de naald en onderste grijper met dun
normaal garen. Lees meer op pagina 29.
E A 2 6.0 1.0 N Ja A
••
2-draads overlock, breed
Voor het afwerken van één laag dunne tot normale stof. Convertor nodig.
E B 2 6.0 1.0 N Ja A
••
2-draads overlock, smal
Voor het afwerken van één laag dunne tot normale stof. Convertor nodig.
E B 2 6.0 1.0 R Ja A
••
2-draads smalle rand*
Voor het afwerken van dunne stoffen. Convertor nodig. Lees meer op pagina 29.
Steken en naaitechnieken26
Steek ATD
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrRGP
E A 2 6.0 1.0 N Ja A
••
2-draads Á atlock, breed
Voor het aan elkaar naaien van elastische stoffen met een decoratief effect, met de Á atlock-kant of de
laddersteek-kant. Maak afwisselende effecten door de grijpers in te rijgen met decoratief garen. Convertor
nodig. Lees meer op pagina 30.
G A 2 6.0 1.0 N Ja A
••
2-draads omgeslagen overlock, breed
Decoratieve afwerking van kleding en woondecoraties. Convertor nodig.
D B 2 6.0 1.0 N Ja A
••
2-draads omgeslagen overlock, smal
Geeft een mooie afwerking aan dunne stoffen. Gebruik transparant garen bij deze steek voor een bijna
onzichtbare rand. Dit geeft een prachtig effect op dunnere stoffen. Convertor nodig.
B B 1 6.0 1.0 R Ja A
••
2-draads rolzoom*
Voor het afwerken van dunne stoffen. Geeft een mooie afwerking aan zijde-achtige sjaals, ruches en servetten.
Rijg de grijper in met dun decoratief garen, zoals 40 wt rayon, voor een mooie cordonrand. Convertor nodig.
Lees meer op pagina 29.
* Niet aanbevolen voor dikke geweven stoffen of normale tot dikke elastische stoffen.
Steken en naaitechnieken 27
Steek ATD
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrRGP
J
C, D
en E
2.5 - 1.0 R Nee B
•••
Deksteek, drievoudig
Voor naden in elastische stoffen en voor decoratieve effecten op alle soorten stoffen. Gebruik decoratief garen
in de grijper voor versieringen. Lees meer op pagina 29.
H C en E 2.5 - 1.0 R Nee B
••
Deksteek, breed
Voor naden in elastische stoffen en voor decoratieve effecten op alle soorten stoffen. Gebruik decoratief garen
in de grijper voor versieringen. Lees meer op pagina 29.
K C en D 2.5 - 1.0 R Nee B
••
Deksteek, smal
Voor naden in elastische stoffen en voor decoratieve effecten op alle soorten stoffen. Gebruik decoratief garen
in de grijper voor versieringen. Lees meer op pagina 29.
D D 2.5 - 1.0 R Nee B
••
Kettingsteek
Voor alle soorten naaiwerk, zoals aan elkaar naaien, zomen en patchwork maken voor quilts. U kunt
gemakkelijk stof aan elkaar rijgen omdat de steek makkelijk uitgehaald kan worden en u nooit zonder
onderdraad komt te zitten. Gebruik decoratief garen in de grijper voor versieringen. Lees meer op pagina 31.
5-8 cm
(2-3“)
Steken en naaitechnieken28
Beginnen met naaien
Spelden plaatsen
Wanneer u de lappen stof met spelden aan elkaar
bevestigt, breng dan rechte spelden aan links van de
naaivoet. De spelden zijn zo gemakkelijk te verwijderen
en blijven uit de buurt van de mesjes.
Als u over spelden naait, kan de snijrand van de mesjes
onherstelbaar beschadigd raken.
Wanneer de machine helemaal is ingeregen, sluit u de
voorklep en brengt u alle draden over de steekplaat
heen en iets naar links onder de naaivoet.
Controleer of het bovenmes goed tegen het ondermes
komt door het handwiel langzaam naar u toe te
draaien. Als de mesjes niet goed bewegen, controleer
dan of er stof of draden vastzitten tussen de mesjes.
Houd de draden vast en trek er zachtjes aan.
Draai het handwiel twee of drie volledige draaien
naar u toe om te beginnen met het maken van een
draadketting. Controleer of alle draden om het
instelhaakje van de steekplaat draaien. Als de draden
niet om het instelhaakje draaien, controleert u of alle
draden goed zijn ingeregen.
Blijf de draadketting vasthouden terwijl u het
voetpedaal indrukt. Naai totdat de ketting 5-8 cm
lang is.
Leg stof onder de voorkant van de naaivoet en naai een
proeÁ apje. Geleid de stof lichtjes met uw linkerhand
tijdens het naaien. Trek niet aan de stof omdat
daardoor de naald kan verbuigen en breken.
Een draadketting maken
Wanneer u bij het einde van de stof komt, gaat u door
met naaien terwijl u de afgewerkte stof voorzichtig
achteruit en naar links trekt. Zo maakt u een
draadketting als afhechting. Het zorgt dat de draden
niet los kunnen raken en bereidt voor op het volgende
naaiwerk.
Snij de draadketting 2-5 cm achter de naaivoet af met
het garenmesje op de linkerkant van de machine. Trek
de draden vanaf de achterkant om de draadafsnijder
heen en dan naar u toe.
Tip: Wanneer u de machine opnieuw hebt ingeregen, maak
dan altijd een draadketting en naai een proeÁ apje om de
draadspanning te testen.
Tip: Op de naaivoet van deze machine staan markeringen om de
naaldpositie aan te geven. Gebruik deze als geleide tijdens het
naaien.
Steken en naaitechnieken 29
Een rolzoom naaien
De rolzoomsteek is geschikt voor dunne stoffen zoals batist, voile, organza, crêpe, enz. Voor de rolzoom past u de
draadspanning zo aan dat de stofrand onder de stof rolt tijdens het overlocken. Pas de draadspanning aan om de mate
van het rollen te veranderen. Om een rolzoom te naaien, moet u het instelhaakje op R zetten (zie pagina 11)
Tip: Rijg voor een mooie rolzoom de bovenste grijper in met decoratief garen en de naald en onderste grijper met dun normaal
garen.
Let op: Maak een draadketting en test op een proeÁ apje voordat u op uw kleding gaat naaien. Houd de draadketting vast voordat u
gaat naaien zodat de ketting niet in de zoom kan krullen.
Let op: De minimale overlocksteekbreedte voor een rolzoom is ongeveer 1,5 mm.
Deksteken naaien
De deksteek kan worden gebruikt voor het bedekken, afwerken of doorstikken van halslijnen en voor het omzomen
van de onderkant van t-shirts en joggingpakken, enz., maar ook voor platte verbindingsnaden (gewone naden). De
deksteek is het meest geschikt voor elastische stoffen. Kan ook worden gebruikt voor geweven stoffen.
De machine instellen
Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 9)
Zet het instelhaakje op R. (Zie pagina 11)
Verwijder naald B en naald A als deze zijn aangebracht.
Plaats de naalden C, D en/of E, afhankelijk van de gewenste deksteek.
Schakel de bovenste grijper uit. (Zie pagina 10)
Verwijder de bedekking van mesje A en installeer de deksteektabel B (zie pagina 10). De schaalverdeling op de
deksteektabel geeft de afstand aan, in cm en in inches, vanaf de middelste deksteeknaald. Gebruik de tabel als
geleide bij het plaatsen van de stofrand.
Sluit de voorklep van de machine.
Beginnen met naaien
Breng de naaivoet omhoog door de persvoetlichter omlaag te brengen.
Leg materiaal onder de naaivoet achter de naald.
Breng de naaivoet omlaag door de persvoetlichter omhoog te brengen.
Let op: Wanneer u in het midden van de stof begint te naaien, leg de stof dan op het gewenste startpunt neer.
Het uiteinde van de deksteeknaad vastzetten
Het is niet mogelijk een draadketting te maken na het naaien van een
deksteek omdat de naad uitrafelt wanneer de grijperdraad na het naaien
wordt uitgetrokken. Maak het einde van de naad op de volgende manier vast.
Als u doornaait tot de rand van de stof
Knoop de bovendraden (2 of 3 draden) eerst aan elkaar, zoals op de
afbeelding te zien is.
Knoop deze draden aan de grijperdraden.
Knip extra draden af.
Als u halverwege stopt met naaien
Trek de bovendraden (2 of 3 draden) naar buiten op de onderkant van de
stof en knoop de draden op dezelfde manier vast als hierboven beschreven.
Knip extra draden af.
Let op: Gewoonlijk rafelen de naden bij het begin van het naaien niet uit, maar het
is toch verstandig de naaduiteinde vast te maken door dezelfde stappen te volgen die
beschreven zijn als u doornaait tot het einde van de stof.
Standaard Á atlocksteek Decoratieve Á atlocksteek
3-draads laddersteek
Steken en naaitechnieken30
Flatlocksteken naaien
Een Á atlocksteek wordt gemaakt door de naad te naaien en de stof uit elkaar te trekken om de naad plat te maken.
De Á atlocksteek kan worden gebruikt als decoratieve constructiesteek, om twee lappen stof aan elkaar te naaien
(standaard Á atlocksteek) of voor versieringen op één lap stof (decoratieve Á atlocksteek).
Er zijn twee manieren om een Á atlocksteek te naaien. Met de verkeerde kanten van de stof op elkaar voor een
decoratief effect, of met de goede kanten op elkaar voor een laddersteek.
Standaard Á atlocksteek
Gebruik de linker of de rechter naald.
Voor de 2-draads Á atlock: Schakel de
2-draadsconvertor in (zie pagina 10). Rijg de onderste
grijper en de linker (A) of rechter (B) naald in.
Voor de 3-draads Á atlock: Rijg de onderste en
bovenste grijper en de linker (A) of rechter (B) naald in.
Zet de automatische draadspanningsknop op E
voor een 2-draads Á atlock en op F voor een 3-draads
Á atlock.
Leg de verkeerde kanten van de twee lappen stof op
elkaar om een decoratieve naad te naaien op de goede
kant van het kledingstuk.
Naai de naad en snijd de overtollige stof af. De
bovendraad vormt een V op de onderkant van de
stof. De onderste grijperdraad wordt in een rechte lijn
getrokken op de stofrand.
Vouw de stof open en trek aan de beide kanten van de
naad om de steken plat te trekken.
Decoratieve Á atlocksteek
Zet het beweegbare bovenmesje in positie B (zie
pagina 9). De stof moet bij deze steek niet worden
afgesneden.
Volg de bovenstaande stappen 1-3.
Vouw het lapje stof met de verkeerde kanten op elkaar
om een decoratieve steek te naaien op de goede kant
van de stof (bij de vouw).
Leg de stof zo dat een gedeelte van de steek bij het
naaien van de naad van de stof af uitsteekt.
Vouw de stof open en trek aan de beide kanten om de
steek plat te maken.
Tip: De bovenste grijperdraad is de opvallendste draad van de
Á atlocksteek. Plaats een decoratief garen in de bovenste grijper
en gewone garens in de onderste grijper en de naald.
Laddersteek
Om een laddersteek te maken, naait u met de goede
kanten van de stof op elkaar. De bovendraad wordt dan
de opvallendste draad die de ladder vormt.
A
B
Steken en naaitechnieken 31
Kettingsteken naaien
De kettingsteek wordt genaaid met twee draden, één naald en één grijper. Gewoonlijk snijdt de machine de stofrand
af terwijl de naad wordt genaaid. Een kettingsteeknaad kan echter op een gewenste afstand van de rand van de stof
worden genaaid door het bovenmesje in positie B te zetten, de bovenste grijper uit te schakelen en deksteektabel B te
installeren (zie pagina 9-10)
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
De machine instellen
Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 9)
Schakel de bovenste grijper uit. (Zie pagina 10)
Verwijder de bedekking van mesje A en installeer de deksteektabel B (zie pagina 10). De schaalverdeling op de
deksteektabel geeft de afstand aan, in cm en in inches, vanaf de middelste deksteeknaald. Gebruik de tabel als
geleide bij het plaatsen van de stofrand.
Begin en einde naaien
Wanneer u na het inrijgen van de machine begint te naaien, naai dan eerst 2-3 cm op een proeÁ apje en maak een
draadketting. Trek als u klaar bent met naaien de stof lichtjes naar de achterkant van de machine en maak een
draadketting.
Naaitips
Plooien naaien
Naai decoratieve plooien op de stof voordat u het
kledingstuk uitknipt. Gebruik de rechter overlocknaald
en zet de automatische draadspanningsknop op A voor
een 3-draads smalle overlocknaad.
Let op: De rolzoomsteek kan ook voor deze techniek worden
gebruikt.
Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 9)
Markeer het gewenste aantal plooien op de stof met
een wateroplosbare markeerpen.
Vouw de stof met de verkeerde kanten op elkaar en
naai.
Pers de plooien in dezelfde richting.
In cirkels naaien
(alleen geschikt voor dikke en normale stof)
In de aanschuiftafel zitten 13 gaatjes die worden gebruikt
om in cirkels te naaien.
Naai cirkels met het beweegbare bovenmesje
ingeschakeld (positie A, zie pagina 9) voor een mooie
rand, of schakel het beweegbare bovenmesje uit
(positie B, zie pagina 9) om ronde versieringen te naaien.
Markeer een stip in het midden van het gedeelte dat de
cirkel wordt en leg versteviging onder de stof.
Doorboor de stof op de markering met de
scherpe punt van de punaise (A). Plaats
de punaise in het geselecteerde gat op
de aanschuiftafel. Duw de punaise en de
onderkant (B) op elkaar.
Breng de naaivoet omlaag en naai. De stof wordt in
een cirkel om de punaise getransporteerd.
Wanneer de cirkel voltooid is, laat u de naad nog
enkele centimeters overlappen. Rijg de draden in een
handwerknaald met een groot oog, trek ze naar de
verkeerde kant van de stof en zet ze vast.
De draadketting vastzetten
Rijg de ketting in een handwerknaald met een groot oog.
Steek de naald in het uiteinde van de naad en trek de
ketting in de naad om de draden vast te zetten.
Vlechten door een draadketting te maken
1. Schakel het beweegbare bovenmes uit. (Zie pagina 9)
2. Breng een vulkoord, zoals dik garen of keperband aan
door het gaatje in de voorkant van de naaivoet.
3. Plaats het vulkoord onder de naaivoet en maak een
draadketting van de gewenste lengte.
4. De draadkettingvlechten kunnen apart worden
gebruikt of in 3- of 4-voudige vlechten worden
geweven.
6 mm 9 mm4 mm
5.5
6.0
6.5
PFAFF
Steken aanpassen32
Steekbreedte aanpassen
De steekbreedte kan worden vergroot of verkleind door
de naaldpositie te veranderen of met de snijbreedteknop.
De breedte aanpassen met de naaldpositie
A) Wanneer alleen de linker naald of beide naalden
worden gebruikt, is de steekbreedte 6 mm.
B) Wanneer alleen de rechter naald wordt gebruikt, is de
steekbreedte 4 mm.
C) Wanneer de kettingsteeknaald wordt gebruikt, is de
steekbreedte 9 mm.
De breedte aanpassen met de snijbreedteknop
Door de snijbreedte nauwkeurig aan te passen met de
snijbreedteknop, kunt u binnen het hieronder aangegeven
bereik verdere afstellingen maken.
Wanneer alleen de linker naald wordt gebruikt:
5 - 7 mm
Wanneer alleen de rechter naald wordt gebruikt:
3 - 5 mm
Wanneer de kettingsteeknaald wordt gebruikt:
8 - 10 mm
Draai aan de knop om de gewenste naadbreedte in te
stellen. Voor de standaardinstelling moet de knop op 6.0
staan.
De persvoetdruk aanpassen
De persvoetdruk moet voor naaien met normale
omstandigheden op 2.5 worden gezet. In sommige
gevallen kunnen aanpassingen nodig zijn. Verhoog of
verlaag de druk totdat u tevreden bent met het resultaat.
Maak altijd eerst een proeÁ apje voordat u echt op uw
kleding gaat naaien.
Minder druk: Verlaag de druk door de knop linksom te
draaien naar een waarde tussen 2.5 en 1.
Minder druk: Verhoog de druk door de knop rechtsom te
draaien naar een waarde tussen 2.5 en 5.
Terug naar de standaardinstelling: Draai aan de knop tot
de markering op de knop op 2.5 staat.
De steeklengte aanpassen
De steeklengteknop moet op 2.5 staan voor de meeste
naaiomstandigheden.
Pas de steeklengte aan tot 4 mm wanneer u op dikke stof
naait.
Pas de steeklengte aan tot 2 mm wanneer u op dunne stof
naait.
A) Linker naald B) Rechter naald C) Kettingsteeknaald
Steken aanpassen 33
Stof Differentieel transport 1.0 Aanpassing Resultaat
Elastische stof
(Gebreide stof,
jersey)
1.0 - 2.0
Niet-elastische stof
(Zware katoen,
denim)
1.0
Dunne stof
(Zijde, zijde-achtige
breisels)
0.6 - 1.0
Differentieel transport aanpassen
Het differentieel transportsysteem bestaat uit twee rijen
transporteurs achter elkaar. De beide rijen transporteurs
werken onafhankelijk van elkaar voor perfecte resultaten
bij het naaien van speciale stoffen. Wanneer de
hoeveelheid doorvoer van de voorste transporteur wordt
veranderd ten opzichte van de doorvoer van de achterste
transporteur, wordt de stof “uitgerekt” of “gerimpeld”.
Gebruik het differentieel transport om te voorkomen dat
gebreide stoffen uitrekken en dat dunne stoffen rimpelen.
Zet voor overlocknaaien op normale stof de knop voor
het aanpassen van het differentieel transport op 1.0.
Gerimpelde overlock (elastische, gebreide
stoffen)
Bij het afwerken van de rand van elastische stoffen, zoals gebreide stoffen en jersey, zet u het differentieel transport op
een waarde tussen 1.0 en 2.0. De instelling hangt af van het genaaide materiaal en van de gewenste mate van rimpelen.
Test het naaien uit met verschillende instellingen voordat u op uw kleding gaat naaien.
Elastische overlock (dunne stoffen)
Bij het afwerken van de rand van dunne geweven of los gebreide stoffen, zoals zijde en zijde-achtige breisels, zet u het
differentieel transport op een waarde tussen 0.6 en 1.0. Zet de stof tijdens het naaien iets onder druk door de naad voor
en achter de naaivoet lichtjes vast te houden. De instelling hangt af van het genaaide materiaal en van de gewenste
mate van uitrekken. Test het naaien uit met verschillende instellingen voordat u op uw kleding gaat naaien.
PFAFF
coverlock 3.0
german design
2.0
1.5
1.0
0.8
0.6
Steken aanpassen34
Nauwkeurige afstelling van de draadspanning
De draadspanning wordt automatisch ingesteld wanneer u een steektype selecteert met de automatische draadspannings-
knop, maar moet mogelijk nauwkeuriger worden afgesteld met de hendels voor À jnafstelling, afhankelijk van:
Type en dikte van de stof
• Naaldgrootte
Dikte, type en vezelinhoud van het garen
2-draads overlock
Wanneer de onderste grijperdraad op de onderkant van de
stof ligt
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
Of breng de hendel voor de À jne afstelling van de
bovendraadspanning (blauw of groen) in een lagere positie.
Wanneer de bovendraadspanning te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de bovendraad-
spanning (blauw of groen) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de onderste grijper (geel) in een lagere
positie zetten.
2-draads overlock, omgeslagen
Wanneer de draadspanning van de onderste grijper te strak
is of de bovendraadspanning te los is
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een lagere positie.
Of breng de hendel voor de À jne afstelling van de boven-
draadspanning (blauw of groen) in een hogere positie.
Wanneer de draadspanning van de onderste grijper te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
3-draads Á atlocksteek
Wanneer de draadspanning van de onderste grijper te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
Of breng de hendel voor de À jne afstelling van de
bovendraadspanning (blauw of groen) in een lagere positie.
Wanneer de draadspanning van de bovenste grijper te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de bovenste grijper (rood) in een hogere positie.
Of breng de hendel voor de À jne afstelling van de
bovendraadspanning (blauw of groen) in een lagere positie.
Wanneer de bovendraadspanning te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de bovendraad-
spanning (blauw of groen) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de bovenste grijper (rood) in een lagere
positie zetten.
3-draads overlock
Wanneer de bovenste grijperdraad op de onderkant van de
stof ligt
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de bovenste grijper (rood) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de onderste grijper (geel) in een lagere
positie zetten.
Wanneer de onderste grijperdraad op de bovenkant van de
stof verschijnt
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de bovenste grijper (rood) in een lagere
positie zetten.
Wanneer de bovendraad te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de bovendraad-
spanning (blauw of groen) in een hogere positie.
Steken aanpassen 35
4-draads overlock
Wanneer de bovenste grijperdraad op de onderkant van de
stof ligt
Breng de hendel voor de draadspanning van de bovenste
grijper (rood) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de onderste grijper (geel) in een lagere
positie zetten.
Wanneer de onderste grijperdraad op de bovenkant van de
stof verschijnt
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de bovenste grijper (rood) in een lagere
positie zetten.
Wanneer de draadspanning van de linker naald te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de
bovendraadspanning (blauw) in een hogere positie.
Wanneer de draadspanning van de rechter naald te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de rechter
bovendraadspanning (groen) in een hogere positie.
Veiligheidssteek
Wanneer de draadspanning van de onderste grijper te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
Wanneer de bovenste grijperdraad op de onderkant van de
stof ligt
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de bovenste grijper (rood) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de onderste grijper (geel) in een lagere
positie zetten.
Wanneer de onderste grijperdraad op de bovenkant van de
stof verschijnt
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de onderste grijper (geel) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de bovenste grijper (rood) in een lagere
positie zetten.
Wanneer de draadspanning van de rechter naald te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de
bovendraadspanning (groen) in een hogere positie.
Wanneer de draadspanning van de kettingsteeknaald te
los is
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de kettingsteeknaald (blauw) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de kettingsteekgrijper (paars) in een
lagere positie zetten.
Kettingsteek
Wanneer de draadspanning van de kettingsteeknaald te
los is
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de
bovendraadspanning (blauw) in een hogere positie.
U kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de
draadspanning van de kettingsteekgrijper (paars) in een
lagere positie zetten.
Deksteek
Wanneer de deksteekgrijperdraad te los is Breng de hendel voor de À jne afstelling van de deksteek-
grijperdraadspanning (paars) in een hogere positie.
Wanneer de draadspanning van de linker deksteeknaald te
los is
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de linker deksteeknaald (blauw) in een hogere positie. U kunt
ook de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning van
de deksteekgrijper (paars) in een lagere positie zetten.
Wanneer de draadspanning van de middelste
deksteeknaald te los is
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de middelste deksteeknaald (groen) in een hogere positie. U
kunt ook de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de deksteekgrijper (paars) in een lagere positie zetten.
Wanneer de draadspanning van de rechter deksteeknaald
te los is
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de rechter deksteeknaald (rood) in een hogere positie. U kunt
ook de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning van
de deksteekgrijper (paars) in een lagere positie zetten.
Wanneer de bovenkant van de stof bobbelt tussen de
bovendraden en de naden op de onderkant van de stof
strak komen te staan;
Breng de hendel voor de À jne afstelling van de draadspanning
van de deksteekgrijper (paars) in een lagere positie.
1
2
3
Onderhoud36
Machineonderhoud
Een overlockmachine heeft vaker onderhoud nodig dan
een normale machine, voornamelijk om twee redenen:
Er worden veel textielresten geproduceerd wanneer de
mesjes de stof afsnijden.
Een overlockmachine loopt met een zeer hoge
snelheid en moet vaak worden geolied om de interne
bewegende delen te smeren.
Reinigen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
Open de voorklep van de machine en verwijder al het
stof met het kwastje.
Sluit de voorklep van de machine en neem de
buitenkant van de machine af met een zachte doek
om eventueel opgehoopt stof of textielresten te
verwijderen.
Oliën
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
De bewegende delen, die op de afbeelding staan
aangegeven, moeten vaak worden gesmeerd om ervoor te
zorgen dat de machine soepel en stil blijft werken.
Gebruik de bijgeleverde machine-olie. Gebruik geen
andere olie; de machine kan daardoor beschadigen.
Neem het machine-oppervlak af om alle olieresten te
verwijderen voordat u gaat naaien.
Het beweegbare bovenmes vervangen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
Het beweegbare bovenmes moet worden vervangen
wanneer het bot wordt. Het bovenmesje kan op de
volgende manier worden vervangen. Als u problemen
ondervindt, neem dan contact op met uw ofÀ ciële
PFAFF® dealer.
Open de voorklep en zet het beweegbare
bovenmesje (1) in positie A (zie pagina 9).
Draai de instelschroef (2) los en verwijder het
bovenmesje (1).
Draai aan het handwiel totdat de bovenmeshouder in
de laagste positie staat.
Plaat een nieuw bovenmesje in de groef van de
bovenmeshouder en draai de instelschroef (2) vast.
Zorg ervoor dat de voorste rand van het beweegbare
bovenmes 0,5-1,0 mm lager is dan de snijrand van het
vaste mes (3).
Onderhoud 37
Het lampje vervangen
Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de
machine uit het stopcontact.
Let goed op of het lampje is afgekoeld voordat u het vervangt.
Vervang het lichtkapje voordat u het snoer aansluit.
Gebruik alleen lampjes van hetzelfde type en van 15W.
Lampjes zijn verkrijgbaar bij uw erkende PFAFF® dealer.
Verwijder de schroef van het lichtkapje; duw het kapje
iets naar achteren, draai het naar links en haal het van de
machine zoals op de afbeelding te zien is.
Draai het lampje naar links om het te verwijderen.
Om het lampje te vervangen, duwt u het in de houder en
draait u het naar rechts.
Opslag
Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet
wordt gebruikt. Dek de machine af met de stofkap om de
machine tegen stof te beschermen. Bewaar de machine op een
plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht of vocht.
Onderhoud
Als u vragen hebt over onderhoud en/of de werking van
de machine, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
PFAFF® dealer.
Vervangen
Verwijderen
15W
Onderhoud38
Problemen oplossen
Probleem Oplossing
De stof wordt niet goed
getransporteerd
- Verleng de steeklengte.
- Verhoog de persvoetdruk voor dikke stoffen.
- Verlaag de persvoetdruk voor dunne stoffen.
- Controleer het differentieel transport.
De naald breekt - Breng de naald goed aan.
- Trek niet aan de stof tijdens het naaien.
- Draai de naaldinstelschroef vaster.
- Gebruik een grotere naald voor dikke stoffen.
De draad breekt - Controleer of de machine goed is ingeregen.
- Controleer of er geen draden in de knoop of vast zitten.
- Breng de naald goed aan.
- Breng een nieuwe naald aan; de huidige naald kan verbogen zijn of een botte
punt hebben.
- Gebruik garen van goede kwaliteit.
- Verminder de draadspanning.
Overgeslagen steken - Breng een nieuwe naald aan; de huidige naald kan verbogen zijn of een botte
punt hebben.
- Draai de naaldinstelschroef vaster.
- Breng de naald goed aan.
- Gebruik een ander type of grootte naald.
- Controleer of de machine goed is ingeregen.
- Verhoog de persvoetdruk.
- Gebruik garen van goede kwaliteit.
Onregelmatige steken - Breng de draadspanning in balans.
- Controleer of er geen draden in de knoop of vast zitten.
- Controleer of de machine goed is ingeregen.
De stof rimpelt - Verminder de draadspanning.
- Controleer of er geen draden in de knoop of vast zitten.
- Gebruik dun garen van goede kwaliteit.
- Verkort de steeklengte.
- Verlaag de persvoetdruk voor dunne stoffen.
- Controleer het differentieel transport.
Onregelmatig afsnijden - Controleer of de mesjes goed zijn uitgelijnd.
- Vervang één of beide mesjes.
De stof loopt vast - Controleer of er geen draden in de knoop of vast zitten.
- Druk dikke lagen stof samen met een normale naaimachine voordat u ze met
de overlockmachine naait.
De machine doet het niet - Sluit de machine goed aan op de stroombron.
Naaisnelheid
1100 steken/min
Steeklengte
1,0 - 4,0 mm
Verhouding differentieel transport
1:0.6 - 1:2
Breedte overlocksteek
Linker naald: 5 - 7 mm
Rechter naald: 3 - 5 mm
Deksteek: 3 - 6 mm
Naaivoet omhoog brengen
4,5 mm
Naalden
INSPIRA™ overlocknaalden -
systeem ELx705
grootte: #14/90, #12/80
Aantal naalden
3, 2, 1
Aantal draden
2, 3, 4,5
Afmetingen machine
Lengte
Breedte
Hoogte
404 mm
320 mm
326 mm
Gewicht
9,32 kg
MachinespeciÀ caties
Wij behouden ons het recht voor de machine-uitrusting
en het as sor ti ment accessoires zonder voorafgaande
kennisgeving te wij zi gen of wijzigingen aan te brengen in
de prestaties of het ont werp.
Dergelijke wijzigingen zullen echter altijd in het voordeel
zijn van de gebruiker en ten goede komen aan het
product.
Intellectueel eigendom
PFAFF, COVERLOCK en INSPIRA zijn handelsmerken
van KSIN Luxembourg II, S.ar.l.
413 19 68 - 36D • Dutch • Inhouse • © 2010 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environment friendly paper
www.pfaff.com
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pfaff Coverlock 3.0 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pfaff Coverlock 3.0 in de taal/talen: Nederlands, Engels als bijlage per email.

De handleiding is 5,55 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pfaff Coverlock 3.0

Pfaff Coverlock 3.0 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 40 pagina's

Pfaff Coverlock 3.0 Gebruiksaanwijzing - Français - 40 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info